NL1016426C2

NL1016426C2 - Decoupeerzaag voorzien van een stijf lagerelement.

Info

Publication number: NL1016426C2
Application number: NL1016426A
Authority: NL
Inventors: Jan Peter Houben; Cornelis Johannes Maria Va Dun
Original assignee: Skil Europ Bv
Priority date: 2000-10-18
Filing date: 2000-10-18
Publication date: 2002-04-22
Also published as: DE60105629T2; WO2002032608A1; EP1328369A1; DE60105629D1; AU2002224192A1; CN1481288A; CN1254343C; EP1328369B1; US20040040161A1

Description

DECOUPEERZAAG VOORZIEN VAN EEN STIJF LAGERELEMENT

De uitvinding heeft betrekking op een decoupeerzaag omvattende een behuizing, een daarin opgenomen elektromotor waarvan een uitgaande as is gekoppeld met een zaagbewegingsmechanisme voor het 5 aandrijven van een zaagblad en middelen voor het lageren van het zaagbewegingsmechanisme, waarbij de lagermiddelen omvatten een ten opzichte van de behuizing stijf lagerelement.

Een dergelijke decoupeerzaag is algemeen bekend 10 uit de stand van de techniek. De lagermiddelen dienen voor het steunen en geleiden van het zaagbewegingsmechanisme tijdens het op- en neergaan van het zaagblad.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een decoupeerzaag met verbeterde 15 constructie voor het lageren van het zaagbewegingsmechanisme .

Daartoe is volgens de onderhavige uitvinding de decoupeerzaag gekenmerkt doordat het stijve lagerelement is gevormd door een dwars op de wanden van de behuizing 20 aangebracht dunwandig en omgebogen plaatelement. Een dergelijke dunwandige constructie vormt samen met de wanden van de behuizing een stijve doosvormige constructie, waardoor de wanden van de behuizing zwakker kunnen worden uitgevoerd. In een gebruikssituatie wordt 25 derhalve de gewenste stijfheid verschaft om te verzekeren dat het zaagbewegingsmechanisme toereikend wordt gelagerd.

Bij voorkeur omvat het zaagbewegingsmechanisme een drijfstang, die aan zijn ondereind een houder voor 30 een zaagblad draagt, en omzettingsmiddelen voor het omzetten van een roterende beweging van de motor in een heen- en weergaande beweging van de drijfstang, welke omzettingsmiddelen een tandwieloverbrenging omvatten waarvan een tandwielas aan weerszijden van het tandwiel 101 6426 2 in het omgebogen plaatelement wordt gelagerd. Het stijve lagerelement in de vorm van het omgebogen plaatelement verschaft een positionering van de tandwielas ten opzichte van de behuizing.

5 Daarnaast wordt de uitgaande as van de elektromotor bij voorkeur op afstand van de tandwielas in het omgebogen plaatelement gelagerd. Hierdoor is verzekerd dat ook de posities van de uitgaande as van de elektromotor en de tandwielas ten opzichte van elkaar in 10 de behuizing vastliggen.

De lagermiddelen omvatten verder bij voorkeur een wiel voor het ondersteunen van het zaagblad. Tijdens het zagen wordt een kracht op het zaagblad uitgeoefend, die tegengesteld aan de zaagrichting is gericht. Het wiel 15 zorgt dan voor het ondersteunen van het zaagblad tijdens het zagen.

Bij voorkeur is het wiel tussen twee flenzen gelegen om het zaagblad in een richting dwars op de zaagrichting te ondersteunen.

20 Bij voorkeur zijn de flenzen onderdeel van een ten opzichte van de behuizing zwenkbare gaffel. Een dergelijke gaffel is een uit de stand van de techniek bekend onderdeel van een pendelmechanisme, dat dient voor het opwekken van een in zaagrichting verlopende heen- en 25 weergaande beweging van het vrije eind van het zaagblad.. Met behulp van een pendelmechanisme kan extra zaagwerking worden verkregen door tijdens de zaagslag (opgaande slag) van het zaagblad in voorwaartse zaagrichting op het zaagblad te drukken.

30 Bij voorkeur is het plaatelement voortgezet in een verend element, dat in contact is met de drijfstang van het zaagblad. Op voordelige wijze is gebruik gemaakt van het dunwandige materiaal van het plaatelement ter verkrijging van een verend lagerelement. Het verende 35 lagerelement drukt de drijfstang met zaagblad enerzijds tegen het boven in de behuizing gelegen tandwiel en anderzijds tegen het onder of onderin de behuizing gelegen lagerwiel aan.

101 6426 3

Tenslotte is het omgebogen plaatelement bij voorkeur vervaardigd van metaal teneinde de warmteontwikkeling van de lager(s) van de tandwielas af te kunnen voeren. Om extra warmte af te voeren kan een 5 luchtstroom langs het omgebogen plaatelement worden opgewekt.

De onderhavige uitvinding zal nu aan de hand van de bijgevoegde tekening nader worden verduidelijkt.

In de tekeningen toont: 10 Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van de binnenzijde van een eerste uitvoeringsvorm van een decoupeerzaag volgens de uitvinding,·

Figuur 2 een aanzicht van de decoupeerzaag volgens Figuur l in een andere werkstand, en 15 Figuur 3 een aanzicht volgens Figuur 1 van een tweede uitvoeringsvorm van een decoupeerzaag volgens de uitvinding.

De decoupeerzaag is voorzien van een behuizing 1 waarvan een deel in de tekening is weggebroken om zicht 20 te krijgen op de binnenzijde van de decoupeerzaag. In de behuizing 1 is een elektromotor 2 aangebracht voor het aandrijven van een drijfstang 3, die aan zijn ondereind een houder 4 voor een zaagblad 5 draagt. De elektromotor 2 is voorzien van een motoras 6. Tussen de motoras 6 en 25 de drijfstang 3 voor het zaagblad 5 zijn omzettingsmidde- len 7 voor het omzetten van de roterende beweging van de elektromotor 2 in een heen- en weergaande beweging van het zaagblad 5 aangebracht. De omzettingsmiddelen 7 omvatten een tandwieloverbrenging 8, bestaande uit een 30 met de motoras 6 verbonden eerste tandwiel 9 en een daarmee samenwerkend tweede tandwiel 10, en een op het tweede tandwiel 10 aangebracht excentriek 11. Het excentriek 11 werkt samen met de drijfstang 3 om de roterende beweging van het tweede tandwiel 10 over te 35 brengen in een heen- en weergaande beweging van het zaagblad 5.

Het tweede tandwiel 10 is door middel van een tandwielas 12 draaibaar in de behuizing 1 ondersteund. De 101 6426 4 tandwielas 12 wordt aan weerszijden van het tweede tandwiel 10 draaibaar gelagerd in lagers 13. Hierbij strekt de tandwielas 12 zich door een in de drijfstang 3 aangebrachte opening 14 uit. Deze opening 14 is sleufvormig, 5 zodat een lagering van de drijfstang 3 op de tandwielas 12 wordt verkregen.

Verder is de decoupeerzaag voorzien van een stijf lagerelement 15 dat wordt gevormd door een dwars op de wanden van de behuizing l aangebracht dunwandig en 10 omgebogen plaatelement. Het plaatelement 15 is voorzien van twee op een lijn gelegen openingen voor het doorvoeren van de tandwielas 12. Daarnaast bevat het plaatelement 15 een derde opening voor het doorvoeren van de uitgaande as 6 van de elektromotor 2. Aan de voorzijde 15 van de behuizing 1 is het plaatelement 15 voortgezet in een verend lagerelement 16, dat in contact is met de drijfstang 3 van het zaagblad 5.

Verder omvatten de lagermiddelen een wiel 17 voor het ondersteunen van het zaagblad 5. Het wiel 17 is 20 tussen twee flenzen 18, die onderdeel zijn van een ten opzichte van de behuizing 1 zwenkbare gaffel 19, gelegen. De gaffel 19 vormt een deel van het pendelmechanisme voor het opwekken van een in zaagrichting heen- en weergaande beweging van het zaagblad 5. Naast de gaffel omvat het 25 pendelmechanisme verder een stoter 20, die aan de bovenzijde in contact staat met een op het tandwiel 10 aangebracht excentriek 21. Het ondereind van de stoter 20 is voorzien van twee schouders 22, die in contact kunnen worden gebracht met het bovenvlak 23 van de gaffel 19, en 30 een uitsteeksel 24, dat in een opening in het bovenvlak 23 van de gaffel 19 is gestoken. De stoter 20 is tenslotte voorzien van een gat 25 voor het ongestoord doorlaten van de motoras 6.

In zaagrichting wordt de stoter 20 aan de 35 bovenzijde tussen het tandwiel 10 en het plaatelement 15 en aan de onderzijde middels uitsteeksel 24 in de opening in het bovenvlak 23 van de gaffel 19 opgesloten. Doordat de stoter 20 is verbonden met het excentriek 21 en in 101 6426 5 zaagrichting is opgesloten, zal hij dwars daarop een schommelbeweging uitvoeren, waarbij de stoter 20 telkens met zijn schouders 22 op het bovenvlak 23 van de gaffel 19 drukt. Hierbij zal de gaffel 19 een zwenkbeweging 5 uitvoeren rondom een draaipunt 26, door middel waarvan de gaffel 19 draaibaar aan de behuizing 1 is bevestigd.

Het pendelmechanisme kan middels bedienings-orgaan 27 worden uitgezet. In de in Figuur 1 getoonde stand is het pendelmechanisme uitgezet doordat het 10 bovenvlak 23 van de gaffel 19 middels bedieningsorgaan 27 uit contact met de schouders 22 van de stoter 20 is gebracht. In Figuur 2 kunnen de schouders 22 aan het ondereind van de stoter 20 op het bovenvlak 23 van de gaffel 19 duwen en zal het zaagblad 5 een pendelende 15 beweging gaan uitvoeren.

In Figuur 3 wordt een tweede uitvoeringsvorm van een decoupeerzaag volgens de uitvinding getoond. Deze verschilt ten opzichte van de eerste uitvoeringsvorm doordat het bedieningsorgaan 27 voor het aan- resp.

20 uitzetten van de pendelbeweging van het zaagblad 5 is gevormd door een gedeeltelijk uit de behuizing l stekende bedieningspen 27a en een in de behuizing l schuifbaar aangebracht bedieningsblok 27b. In de in Figuur 3 getekende stand is het pendelmechanisme aan. Het 25 pendelmechanisme wordt uitgezet door vanuit de stand van Figuur 3 de bedieningspen 27a te verdraaiien waarmee het bedieningsblok 27b naar beneden wordt geschoven. Het bedieningsblok 27b brengt hierbij met zijn ondereind het bovenvlak 23 van de gaffel 19 uit contact met de 30 schouders 22 van de stoter 20, waarop het pendelmechanisme uit is.

Tenslotte is in de behuizing 1 een geleidings-element 28 geplaatst, dat dient voor het geleiden van de drijfstang 3 wanneer geen zaagblad 5 in de houder 4 is 35 geplaatst. Aangezien de drijfstang 3 aan zijn onderzijde niet in de behuizing 1 wordt gelagerd, nu deze lagering is opgevangen door het wiel 17 en de flenzen 18 van de gaffel 19 als een zaagblad 5 met de drijfstang 3 is 1016426 6 verbonden, moet het geleidingselement 28 deze lagering opvangen wanneer geen zaagblad 5 in de machine is geplaatst. Het verende element 16 zorgt ervoor, dat de drijfstang 3 met of zonder zaagblad 5 naar achter toe 5 wordt gedrukt en geleidt daarbij de op- en neergaande beweging van de drijfstang 3.

101 6426

Claims

1. Decoupeerzaag omvattende een behuizing, een daarin opgenomen elektromotor waarvan een uitgaande as is gekoppeld met een zaagbewegingsmechanisme voor het aandrijven van een zaagblad en middelen voor het lageren 5 van het zaagbewegingsmechanisme, waarbij de lagermiddelen omvatten een ten opzichte van de behuizing stijf lagerelement, met het kenmerk, dat het stijve lagerelement is gevormd door een dwars op de wanden van de behuizing aangebracht dunwandig en omgebogen 10 plaatelement.

2. Decoupeerzaag volgens conclusie 1, waarbij het zaagbewegingsmechanisme omvat een drijfstang, die aan zijn ondereind een houder voor een zaagblad draagt, en omzettingsmiddelen voor het omzetten van een roterende 15 beweging van de motor in een heen- en weergaande beweging van de drijfstang, welke omzettingsmiddelen een tandwieloverbrenging omvatten waarvan een tandwielas aan weerszijden van het tandwiel in het omgebogen plaatelement wordt gelagerd.

3. Decoupeerzaag volgens conclusie 2, waarbij de uitgaande as van de elektromotor op afstand van de tandwielas in het omgebogen plaatelement wordt gelagerd.

4. Decoupeerzaag volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de lagermiddelen verder omvatten een wiel 25 voor het ondersteunen van het zaagblad.

5. Decoupeerzaag volgens conclusie 4, waarbij het wiel tussen twee flenzen is gelegen.

6. Decoupeerzaag volgens conclusie 5, waarbij de flenzen onderdeel zijn van een ten opzichte van de 30 behuizing zwenkbare gaffel.

7. Decoupeerzaag volgens een van de conclusies 1-6, waarbij het plaatelement is voortgezet in een verend element dat in contact is met de drijfstang van het zaagblad.

8. Decoupeerzaag volgens een van de conclusies 1-7, waarbij het omgebogen plaatelement is vervaardigd van metaal. 101 6426