NL1016159C2 - Kettingtransporteur. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Kettingtransporteur.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een kettingtransporteur met verbeterde geleidingsinrichting.

5 Uit het Italiaanse octrooi 1.272.734 van aanvraagster is een kettingtransporteur bekend, die is voorzien van een band met dwarsstaven en een eerste en een tweede ketting in lengterichting evenwijdig opgesteld en langs een desbetreffende langsrand van de band met dwarsstaven bevestigd en schuivend ondersteund door desbetreffende 10 in lengterichting verlopende schuifgeleidingen die van elkaar zijn gescheiden door een aantal dwars verlopende afstandsorganen.

Iedere in langsrichting verlopende schuifgeleiding is op een zodanige wijze gevormd als de wrijving welke deze opwekt met de desbetreffende ketting gedurende beweging van de transporteur minimaal 15 te maken.

In het bijzonder is iedere schuifgeleiding samengesteld uit een eerste en een tweede geleiding en bezit het profiel voor een desbetreffende ketting, op zijn beurt ondersteund door een enkel geextrudeerd profiel uit geanodiseerd aluminium. Het eerste ge-20 leidingsprofiel in een gegoten of geextrudeerd kunststof materiaal is zo verticaal opgesteld als de dwarsbeweging van de band op te nemen. Het tweede geleidingsprofiel, in een gegoten of geextrudeerd kunststof materiaal, is horizontaal en naar de buitenzijde van de band opgesteld en wordt gebruikt als een steun voor de verticale schakels van de 25 ketting.

De geleidingsinrichting is zodoende samengesteld uit een aantal delen die ieder zijn vervaardigd door een specifiek giet- of extrusieproces.

Het oogmerk van de huidige uitvinding is dat van het 30 verschaffen van een geleidingsinrichting voor een kettingtransporteur welke, ofschoon grote prestaties handhavend structureel vereenvoudigd en dientengevolge ook goedkoper is.

Een ander oogmerk van de huidige uitvinding is dat van het verschaffen van een geleidingsinrichting voor een kettingtransporteur, 35 welke economisch is, doordat hij gevormd wordt door onderdelen, die door eenvoudige en goedkope processen of zelfs door processen van 10 16 159 2 eenvoudig afwerken van delen welke gebruikelijk beschikbaar zijn op de markt wordt geproduceerd.

Deze oogmerken worden verkregen door een ketting-transporteur voorzien van een belasting dragende structuur van de 5 transporteur; een transportband voorzien van twee in lengterichting evenwijdige kettingen, ieder gevormd door een opeenvolging van afwisselende horizontale en verticale schakels, die met elkaar zijn verbonden door een aantal dwarsstaven die de horizontale en respectievelijk verticale schakels van een ketting vast verbinden met 10 overeenkomstige horizontale en respectievelijk verticale schakels van de andere ketting; een geleidingsinrichting welke op zijn beurt voor iedere ketting een in lengterichting verlopende geleidingsinrichting omvat waarlangs de ketting schuift; een in lengterichting verlopend steunelement van het geleidingselement; een aantal dwars tussen de 15 twee geleidingselementen opgestelde afstandsorganen bevestigd aan de belasting dragende structuur van de transportband; gekenmerkt doordat ieder geleidingselement is gevormd als een integraal deel van een in lengterichting verlopende profiel staaf, welke op zijn beurt is voorzien van een centrale verticale kern van de profielstaaf, zijdelings 20 en inwendig opgesteld ten opzichte van de desbetreffende ketting op zodanige wijze als een schouder te verschaffen voor het onder controle houden van de dwarsbeweging van de desbetreffende ketting; een eerste in hoofdzaak horizontale vin van de profielstaaf, welke zich vanaf het ondereinde van de centrale kern van de profielstaaf uitstrekt naar de 25 buitenzijde van de transporteur op zodanige wijze als een steunbasis te verschaffen voor de verticale schakels van de desbetreffende ketting; en een tweede gevormde vin van de profielstaaf welke in samenwerking met de centrale kern van de profielstaaf voorziet in een huis voor aangrijpen op het geleidingselement met het overeenkomstige 30 steunelement.

Gunstig voorziet bij de huidige uitvinding een enkele profielstaaf in een geleiding voor schuiven en onder controle houden voor ieder van de kettingen van de transporteur.

In een nog voordeligere wijze is iedere profielstaaf 35 geschikt om te worden ondersteund door een eenvoudig rechthoekig 1016159 3 paneel, dat kan worden verkregen uit normaal in de handel beschikbare platen uit roestvast staal.

Het gebruik van een steun van de geleiding in roestvast staal in plaats van geanodiseerd aluminium garandeert ook betere 5 hygiëne, hetgeen in het bijzonder noodzakelijk is indien de transporteur wordt gebruikt voor het transporteren van voedingsstoffen.

Deze en andere aspecten zullen duidelijker worden uit de hieronder volgende beschrijving van een de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding, aan de hand van een in de figuren 10 weergegeven niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van een ketting-transporteur, die is opgesteld binnen een kamer voor het behandelen van te transporteren materiaal.

Figuur 2 is een vooraanzicht van de kettingtransporteur van 15 de huidige uitvinding.

Figuur 3 toont op grotere schaal een langsaanzicht van een gedeelte van de geleidingsprofiel staaf van de huidige uitvinding.

Figuur 4 is een dwarsdoorsnede van het gedeelte van de in figuur 3 weergegeven geleidingsprofielstaaf.

20 Figuur 5 is een vooraanzicht van het gedeelte van de geleidingsprofielstaaf van figuur 3.

Figuur 6 is een vergroot langsaanzicht van het centrale afstandsorgaan dat is opgesteld tussen de geleidingen van de huidige uitvinding.

25 Figuur 7 is een vooraanzicht van het afstandsorgaan van figuur 6.

Figuur 1 toont een kettingtransporteur binnen een kamer 2 voor behandeling van het getransporteerde produkt, welke kamer bijvoorbeeld een cel voor diepvriezen, voor koken of van ander type kan 30 zijn en waarin een verwarmings- of koelsysteem 3 kan zijn opgesteld.

De transportband verloopt in een spiraalvorm vanaf een inlaat 4 voor het produkt naar een op hetzelfde niveau of op een ander niveau opgestelde uitlaat 5. De transportband verloopt dan ook met overlappende windingen 6 en 7, die behoren tot het stijgende gedeelte 35 en tot het dalende gedeelte van de transporteur 1.

1016 159 4

Figuur 2 toont gedeeltelijk de steunstructuur van de kettingtransporteur 1, welke steunstructuur is voorzien van een aantal staanders 8, die zijn opgesteld in twee tegenover elkaar gelegen rijen staanders, de een opgesteld aan de rechter zijde en de ander aan de 5 linker zijde van de kettingtransporteur 1.

Iedere staander 8 wordt gevormd door een metalen profiel-staaf, welke een U-vormige dwarsdoorsnede heeft, die aan de voorzijde een parallelle voorzijde (niet weergegeven) en een parallelle achterzijde 9 van de staander 8 en zijdelings een inwendige zijde 10 van de 10 staander 8 vormt.

Binnen de onderste basis van iedere staander 8 is een plaat 11 horizontaal vastgezet, bijvoorbeeld gelast, voor het ondersteunen van een voet 12.

De voet 12 wordt gevormd door een horizontale steunbasis 13 15 vanaf welke een van schroefdraad voorziene stang 14 zich verticaal omhoog uitstrekt. De stang is daarbij ingestoken door een gat in de plaat 11. Op de van schroefdraad voorziene stang 14 van de voet 12 zijn een tweetal moeren 15 en 16 geschroefd, waartussen de plaat 11 is opgesloten. Deze opstelling maakt een hoogteregeling van de voet 12 20 mogelijk door oplossen van de bovenste moer en verdraaien van de onderste moer totdat de vereiste hoogte is bereikt, waarna de bovenste moer weer kan worden aangedraaid.

Zoals verder uit de figuren blijkt omvat de kettingtransporteur 1 een tweetal kettingen 17, die in lengterichting even-25 wijdig aan de spiraal vormige transportbaan zijn opgesteld.

De twee kettingen 17 zijn gevormd uit horizontale schakels 19 en afwisselend daarmee opgestelde verticale schakels 20. Verder zijn de kettingen onderling verbonden door dwarsstaven 18, die de horizontale schakels 19 respectievelijk verticale schakels 20 van een 30 ketting 17 vast verbinden met corresponderende horizontale schakels 19 respectievelijk verticale schakels 20 van de andere ketting 17.

De dwarsstaven 18, welke corresponderende horizontale schakels 19 van de twee kettingen 17 met elkaar verbinden hebben gebogen eindgedeelten, die gelast zijn aan het uitwendig gebogen 35 gedeelte van de horizontale schakel 19, terwijl de dwarsstaven 18, die overeenkomstige verticale schakels 20 van de twee kettingen 17 met 1016 159 5 elkaar verbinden, gebogen eindgedeelten hebben, die gelast zijn aan het bovenste rechtlijnige gedeelte van de verticale schakel 20.

De dwarsstaven 18 worden ondersteund door de horizontale en verticale kettingschakels 19 respectievelijk 20 op een enkel niveau, 5 dat ten opzichte van het ligvlak van de kettingen 17 hoger is gelegen.

Het vlak van de kettingtransporteur voor het ondersteunen van het te transporteren produkt kan zijn gevormd door een modulair netwerk van door de dwarsstaven 18 ondersteunde schakels.

Iedere ketting 17 van de transporteur wordt schuivend 10 ondersteund door een desbetreffende geleiding 21, welke een integraal deel vormt van een in lengterichting verlopende profiel staaf 22 uit gegoten of geextrudeerd kunststof materiaal.

De profiel staaf 22 wordt in feite gevormd door een aantal in lengterichting verlopende gedeelten 35 waarvan een langseinde een 15 uitstekend deel 36 bezit en een ander langseinde een met het uitstekend deel 36 overeenkomend inspringend deel 37 voor het verschaffen van een mechanische koppeling van het mannetjes/vrouwtjestype tussen opvolgende gedeelten 35.

De profiel staaf 22 heeft een centrale verticale kern 23, 20 een eerste in hoofdzaak horizontale onderste vin 24, welke zich vanaf het ondereinde van de centrale kern 23 uitstrekt naar de buitenzijde van de transporteur, een tweede gevormde vin 25, welke zich vanaf het boveneinde van de centrale kern 23 uitstrekt aan de zijde tegengesteld aan die van de eerste vin 24, en een derde horizontale vin 26, welke 25 zich vanaf het boveneinde van de centrale kern 23 aan dezelfde zijde uitstrekt als de eerste vin 24.

De geleiding 21 van de ketting 17 wordt gevormd door de eerste onderste horizontale vin 24 van de profiel staaf 21, welke dienst doet als een basis voor het ondersteunen van de verticale 30 schakels 20 van de ketting 17, door de centrale kern 23 van de profiel staaf 22, wiens naar de buitenzijde van de transporteur gekeerd oppervlak een schouder vormt voor het onder controle houden van de dwarsbeweging van de ketting 17 en door de derde vin 26, welke omhoog bewegen van de ketting 17, in het bijzonder bij de bochten in de baan 35 van de transporteur, verhindert.

1016 159 6

De tweede gevormde vin 25, welke voorzien is van een eerste horizontaal gedeelte 27 en een tweede verticaal gedeelte 28, dat zich uitstrekt in de richting van de verlenging van de door de eerste vin 24 bepaalde as wordt gebruikt voor het bevestigen van de profielstaaf 5 aan een desbetreffende steun.

De steun van de profielstaaf 22 is in feite een rechthoekig paneel 29, dat kan worden verkregen uit een gebruikelijk op de markt beschikbare plaat uit roestvast staal.

De spleet tussen de centrale kern 23 van de profielstaaf 22 10 en het verticale gedeelte 28 van de tweede vin 25 van de profielstaaf 22 heeft een breedte gelijk aan de dikte van het steunpaneel 29, op zodanige wijze als een huis te vormen, dat geschikt is voor het aangrijpen van de profielstaaf 22 op het steunpaneel 29.

Het steunpaneel 29 van de profielstaaf 22 heeft een dwars 15 verlopend doorgaand gat voor het insteken van een bout 31, die zoals duidelijk zal zijn, bestemd is voor het bevestigen van de profielstaaf 22 aan de belasting dragende structuur van de transporteur.

Voor ieder paar rechter en linker tegenover elkaar gelegen staanders van de twee rijen staanders 8, die zijn opgesteld langs de 20 tegenover liggende zijden van de transporteur is een centraal afstandsorgaan 31 aangebracht, dat dwars tussen de steunpanelen 29 van de geleidingen 22 is opgesteld en een rechter en respectievelijk linker zijdelings afstandsorgaan 34, coaxiaal met het centrale afstandsorgaan en opgesteld tussen de inwendige zijde 10 van de 25 rechter respectievelijk linker staander 8 en het naburige steunpaneel 29.

Het centrale afstandsorgaan wordt gevormd door een roestvast stalen buis 31 bij de tegenover elkaar liggende uiteinden waarvan zeshoekige moeren 32 coaxiaal door druk zijn ingestoken. De einden van 30 het afstandsorgaan 31 in een punt buiten het punt waarin de moeren 32 zijn opgesteld, hebben een zeshoekig ingedrukt deel 33 voor het in positie vastzetten van de moeren 32.

De rechter en linker zijdelingse afstandsorganen 34 hebben een eenvoudige buisvormige vorm.

35 De transporteur is aan de belasting dragende structuur bevestigd met een rechter respectievelijk linker dwarshout 30, welke 1016159 7 verloopt door een gat in de binnenzijde 10 van de rechter respectievelijk linker tegenover elkaar gelegen staanders 8.

De steel van de dwarshout 30, welke uitsteekt uit het gat in de binnenzijde 10 van de rechter respectievelijk linker staander is 5 vervolgens ingestoken in de axiale opening van de rechter respectievelijk linker zijde van een desbetreffend afstandsorgaan 34 en verder door een gat in het steunpaneel 29 van de rechter respectievelijk linker profielstaaf 22 en tenslotte met zijn eindgedeelte door het gat in de rechter respectievelijk linker moer 32.

10 Het systeem voor het bevestigen van de transporteur aan de belasting dragende structuur, dat verkregen is onder gebruik maken van een afstandsorgaan met moeren die door druk coaxiaal in de einden van het afstandsorgaan zijn ingestoken en waarin een desbetreffende bout wordt geschroefd is praktischer en goedkoper dan de gebruikelijke 15 structuur waarbij de bouten moeten worden geschroefd in een inwendig en speciaal van schroefdraad voorzien oppervlak van het afstandsorgaan.

1016159

Claims (9)

1. Kettingtransporteur voorzien van een belasting dragende structuur voor de transporteur, van een transportband, welke is 5 voorzien van twee in lengterichting evenwijdige kettingen, die ieder gevormd worden door een opeenvolging van afwisselend horizontale en verticale schakels, die met elkaar zijn verbonden door een aantal dwarsstaven, die de horizontale respectievelijk verticale schakels van een ketting vast verbinden met overeenkomstig horizontale respectieve-10 lijk verticale schakels van de andere ketting, van een geleidings-inrichting, welke op zijn beurt voor iedere ketting is voorzien van een in lengterichting verlopend geleidingselement waarlangs de ketting schuift en in een lengterichting verlopend steunelement voor het geleidingselement, van een aantal dwars tussen de twee geleidings-15 elementen opgesteld aantal afstandsorganen die aan de belasting dragende structuur van de transportband zijn bevestigd, met het kenmerk, dat ieder geleidingelement is gevormd als een integraal deel van een in lengterichting verlopende profielstaaf welke op zijn beurt is voorzien van een centrale verticale kern van de profielstaaf, die 20 zijdelings en inwendig is opgesteld ten opzichte van de desbetreffende ketting op zodanige wijze als een schouder te verschaffen voor het onder controle houden van de dwarsbeweging van de desbetreffende ketting, van een eerste in hoofdzaak horizontale vin van de profielstaaf welke zich vanaf het ondereinde van de centrale kern van de 25 profielstaaf uitstrekt naar de buitenzijde van de transporteur, op zodanige wijze als een basis te verschaffen voor het ondersteunen van de verticale schakels van de desbetreffende ketting, en van een tweede gevormde vin van de profielstaaf, welke in samenwerking met de centrale kern van de profielstaaf voorziet in aangrijping van het 30 geleidingselement op het overeenkomstige steunelement.

2. Kettingtransporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat vanaf het boveneinde van de centrale kern van de profielstaaf een derde horizontale vin voor het tegengaan van omhoog bewegen van de ketting zich vanaf dezelfde zijde als de eerste vin uitstrekt.

3. Kettingtransporteur volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het steunelement van het desbetreffende geleidingselement 10 1 6159 wordt gevormd door een rechthoekig paneel, terwijl de tweede gevormde vin zich vanaf het boveneinde van de centrale kern van de profiel staaf uitstrekt aan de zijde tegenover die van de eerste en van de derde vin en is voorzien van een eerste horizontaal gedeelte met een lengte 5 gelijk aan de dikte van het paneel en een tweede verticaal gedeelte, dat zich uitstrekt naar de verlenging van de hartlijn van de eerste vin, een en ander zodanig, dat tussen de centrale kern van de profiel-staaf en de derde gevormde vin een verticaal verlopend huis is begrensd voor verticaal aangrijpen op het rechthoekig paneel.

4. Kettingtransporteur volgens iedere voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paneel een plaat uit roestvast staal is.

5. Kettingtransporteur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ieder centraal afstandsorgaan tussen de ge-leidingselementen wordt gevormd door een buis, die dwars tussen de 15 steunelementen van de geleidingselementen is opgesteld en welke bij ieder van zijn einden is voorzien van een coaxiaal onder druk ingestoken moer.

6. Kettingtransporteur volgens iedere voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat ieder afstandsorgaan tussen de geleidings- 20 elementen buiten de moeren een ingedrukt gedeelte voor het in positie vergrendelen van de moeren heeft.

7. Kettingtransporteur volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het afstandsorgaan tussen de geleidingselementen uit roestvast staal bestaat.

8. Kettingtransporteur volgens ieder van de conclusies 5 tot 7, waarbij de transporteur is voorzien van een belasting dragende structuur welke twee rijen van naast de transporteur en tegenover elkaar opgestelde staanders bezit, die langs de twee zijkanten van de transporteur zijn opgesteld en waarin tussen ieder paar van tegenover 30 elkaar gelegen staanders een centraal afstandsorgaan coaxiaal uitgelijnd tussen de steunelementen van de geleidingselementen is aangebracht en eveneens coaxiaal uitgelijnde zijdelingse buisvormige afstandsorganen zijn aangebracht tussen ieder steunelement van het geleidingselement en de naburige staander, met het kenmerk, dat in 35 iedere bij het einde van een centraal afstandsorgaan ingestoken moer een eindgedeelte van de steel van een bout is geschroefd, welke bout 1016159 zich uitstrekt door de nabij de moer gelegen staander, het bij de moer gelegen afstandsorgaan en het nabij de moer gelegen steunelement van het geleidingselement en deze elementen bijeenhoudt.

9. Kettingtransporteur volgens ieder van de voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat ieder geleidingselement is samengesteld uit langsgedeelten, waarin een van de tegenover elkaar gelegen langseinden van ieder gedeelte een uitstekend deel bezit en de ander een inspringend deel overeenkomend met de vorm van het uitstekend deel voor bewerkstelligen van mechanische koppeling van het manne-10 tjes/vrouwtjestype tussen opvolgende gedeelten. 1016 159