NL1016081C2 - Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal. Download PDF

Info

Publication number
NL1016081C2
NL1016081C2 NL1016081A NL1016081A NL1016081C2 NL 1016081 C2 NL1016081 C2 NL 1016081C2 NL 1016081 A NL1016081 A NL 1016081A NL 1016081 A NL1016081 A NL 1016081A NL 1016081 C2 NL1016081 C2 NL 1016081C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vane
blade
measuring
positions
end part
Prior art date
Application number
NL1016081A
Other languages
English (en)
Inventor
Alexander Van Der Lely
Adrianus Maria Seerden
Pieter Jacob Van Der Waal
Original Assignee
Lely Entpr Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Entpr Ag filed Critical Lely Entpr Ag
Priority to NL1016081A priority Critical patent/NL1016081C2/nl
Priority to EP01203142A priority patent/EP1183925A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1016081C2 publication Critical patent/NL1016081C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C17/00Fertilisers or seeders with centrifugal wheels
    • A01C17/006Regulating or dosing devices
    • A01C17/008Devices controlling the quantity or the distribution pattern
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C17/00Fertilisers or seeders with centrifugal wheels
    • A01C17/001Centrifugal throwing devices with a vertical axis

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Fertilizing (AREA)

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET VERSPREIDEN VAN KORREL-EN/OF POEDERVORMIG MATERIAAL, EN HOUDER VOOR HET BEVATTEN VAN EEN DERGELIJK MATERIAAL
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, bevattende ten minste één schoep, waarbij het tweede schoepdeel voorzien is van een 5 in hoogte verstelbaar einddeel.
Een dergelijke inrichting is bekend uit EP-A-0655187. In deze bekende inrichting is het einddeel zwenkbaar aangebracht teneinde voor de verspreiding van een bepaalde soort kunstmest geschikte positie in te kunnen nemen.
10 De uitvinding heeft als doel een inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal te verschaffen waarmee op eenduidige en eenvoudige wijze snel een gewenste positie van het einddeel in te stellen is.
Hiertoe wordt een inrichting van de boven 15 beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het einddeel door einddeelaandrijfmiddelen aandrijfbaar is. Een dergelijk aangedreven einddeel heeft het voordeel dat handmatige instelling van de positie van het einddeel overbodig wordt. De door handmatige instelling veroorzaakte 20 instelfouten worden aldus vermeden.
Bij voorkeur is de inrichting voorzien van hoogtemeetmiddelen voor het meten van de hoogte van het verstelbare einddeel. De resultaten verkregen door de hoogtemeetmiddelen kunnen bijvoorbeeld voor controle-25 doeleinden gebruikt worden.
Bij voorkeur is het einddeel uitsluitend in een beperkt aantal posities vergrendelbaar. Hoewel het mogelijk is de hoogte-instelling traploos te laten zijn, vereist een dergelijke traploze instelling een goede vergrendeling in de 30 ingestelde positie. De constructie van bijvoorbeeld de vergrendelingmiddelen voor het einddeel wordt eenvoudiger 2 wanneer het einddeel slechts in een beperkt aantal posities vergrendelbaar is.
Een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding heeft betrekking op een schoep, waarbij de 5 schoep een eerste en een tweede schoepdeel omvat, waarbij het eerste en het tweede schoepdeel telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn, waarbij ten minste één van de schoepdelen longitudinaal ten opzichte van het andere schoepdeel instelbaar en in verscheidene posities 10 vergrendelbaar is. Hierdoor kan in afhankelijkheid van de soort materiaal en de gewenste werkbreedte het ene schoepdeel in een bepaalde positie vastgezet worden. Hiertoe is het uit EP-A-0655187 bekend een aantal markeringen te voorzien die mogelijke instelbare posities aanduiden. Het vastzetten van 15 het ene schoepdeel gebeurt handmatig door middel van bijvoorbeeld een vleugelmoer. Hoewel in de bekende inrichting het ene schoepdeel in de uiterste posities relatief eenduidig te vergrendelen is, is dit in tussenposities minder eenduidig mogelijk. Volgens de uitvinding heeft het voordeel wanneer 20 het ene schoepdeel uitsluitend in een beperkt aantal posities vergrendelbaar is. Hierdoor is het in tegenstelling tot de stand der techniek niet mogelijk de twee schoepdelen in een onderlinge positie te plaatsen die niet tot het beperkte aantal posities behoort.
25 Bij voorkeur is het ene schoepdeel automatisch, mechanisch in een beperkt aantal posities vergrendelbaar. Hierbij wordt met automatisch, mechanisch vergrendelbaar bedoeld dat er geen tussenkomst van een persoon nodig is om de daadwerkelijke actie van het vergrendelen, zoals het 30 vastdraaien van een vleugelmoer, uit te voeren.
Teneinde op eenvoudige wijze te voorkomen dat het ene schoepdeel gepositioneerd wordt tussen twee van het beperkte aantal posities in, of in een ongewenste positie, bevat de inrichting bij voorkeur voorspanningorganen voor het 35 naar ten minste één van het aantal posities dwingen van het 3 ene schoepdeel. Aldus wordt het ene schoepdeel te allen tijde in één van het beperkte aantal posities geplaatst.
Teneinde het handmatig verschuiven van het ene schoepdeel overbodig te maken, en om aldus hierdoor ontstane 5 instelfouten te vermijden, bevat de inrichting bij voorkeur aandrijfmiddelen voor het aangedreven naar een positie verschuiven van het ene schoepdeel.
Teneinde eenvoudig het ene schoepdeel in een gewenste positie te verschuiven, bevat een voorkeurs-10 uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding stuurmiddelen, bij voorkeur elektronische stuurmiddelen, voor het sturen van de aandrijfmiddelen.
Bovendien is door het continu bedienen van de aandrijfmiddelen het ene schoepdeel in een gewenste positie 15 houdbaar, dus vergrendelbaar, is, hoewel hier een continue bediening voor vereist is.
Automatisch, mechanische , vergrendelingmiddelen worden in een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding gevormd doordat het eerste respectievelijk 20 tweede schoepdeel voorzien is van een rij gaten, en het tweede respectievelijk eerste schoepdeel voorzien is van van een ingetrokken naar een uitstekende positie plaatsbare nok die in een gat plaatsbaar is.
Alternatief of aanvullend is het eerste 25 respectievelijk tweede schoepdeel voorzien van een langwerpig sleufgat met zijwaartse uitsparingen, en het tweede respectievelijk eerste schoepdeel voorzien van van een ingetrokken naar een uitstekende positie beweegbare pen die in een uitsparing plaatsbaar is.
30 Teneinde geen rechtstreekse, bij voorbeeld mechanische, pneumatische of hydraulische, verbinding tussen stuurmiddelen en aandrijfmiddelen nodig te hebben, bevatten de stuurmiddelen bij voorkeur een zender voor het verzenden van stuursignalen, een ontvanger voor het ontvangen van de 35 stuursignalen en een door de ontvanger in afhankelijkheid van 101 o 0 o i 4 de ontvangen stuursignalen bediend activeringsorgaan voor de aandrijfmiddelen voor het verschuiven van het ene schoepdeel. Bij voorkeur is de zender door een bestuurder van de inrichting bedienbaar.
5 Een uiterst nauwkeurige en gebruiksvriendelijke inrichting wordt verschaft wanneer de stuurmiddelen een computer bevatten, voorzien van een invoermiddel voor het invoeren van gegevens en van een rekenorgaan voor het berekenen van stuursignalen behorende bij de ingevoerde 10 gegevens voor het verschuiven van het ene schoepdeel.
Ten einde invoerfouten zo veel als mogelijk te beperken ^bevatten de invoermiddelen een scaninrichting voor een code, in het bijzonder een streepjescode, waarbij de streepjescode in te voeren gegevens representeert.
15 In een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding bevat de inrichting positiemeetmiddelen bevat voor het meten van de positie van het eerste schoepdeel ten opzichte van het tweede schoepdeel. Dergelijke positiemeetmiddelen verschaffen de mogelijkheid om continu de 20 ingestelde en vergrendelde positie waar te nemen.
Op zich is uit EP-A-0665187 een inrichting bekend, waarbij de hoek die de schoep ten opzichte van een werpschijf inneemt door hoekinstelmiddelen instelbaar is. Volgens de uitvinding heeft het opnieuw voordeel wanneer de 25 hoekinstelmiddelen aangedreven zijn. Bij voorkeur is de inrichting voorzien van hoekmeetmiddelen voor het meten van de hoek van de schoep, in het bijzonder ten opzichte van de werpschij f.
De meetmiddelen bieden de mogelijkheid de daardoor 30 gemeten grootheden te controleren. Op voordelige wijze zijn de meetmiddelen voorzien zijn van zendorganen voor het aan de stuurmiddelen verzenden van meetresultaten. Op deze wijze is het mogelijk dat de stuurmiddelen de gemeten grootheden kunnen controleren en indien nodig een signaal afgeven 35 wanneer er een ongewenste situatie optreedt. Hiertoe is het 5 voordelig wanneer de stuurmiddelen voorzien zijn van vergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van de ingevoerde gegevens (dat is de gewenste positie) met de meetresultaten (dat is de ingestelde positie).
5 De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal in welke werkwijze een inrichting volgens een der voorgaande conclusies gebruikt wordt, in welke werkwijze korrel- en/of poedervormig, materiaal in houders aan de 10 inrichting toegevoerd wordt, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap bevat van het plaatsen van een code op de houder, welke code gegevens met betrekking tot de inhoud van de houder representeert. Op deze wijze kan de code gebruikt worden voor het verschuiven van het ene schoepdeel.
15 In een voorkeursuitvoering bevat de werkwijze volgens de uitvinding de stap dat voor de code een streepjescode gebruikt wordt en de stap van het door middel van de scaninrichting lezen van de streepjescode op de houder. Hierdoor wordt het invoeren van de code 20 vereenvoudigd, waardoor invoerfouten althans grotendeels voorkomen worden.
Bij. voorkeur hebben de gegevens betrekking op ten minste één van de eigenschappen behorende tot de groep bestaande uit het gewicht, de spreiding in gewicht, de 25 korrelgrootte, de spreiding in korrelgrootte.
De uitvinding heeft verder betrekking op een houder voor korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, geschikt voor gebruik in een werkwijze volgens de uitvinding, met het kenmerk dat de houder voorzien is van een 30 streepjescode, welke streepjescode gegevens met betrekking tot de inhoud van de houder representeert. Bij voorkeur hebben de gegevens betrekking op ten minste één van de eigenschappen behorende tot de groep bestaande uit het gewicht, de spreiding in gewicht, de korrelgrootte, de 35 spreiding in korrelgrootte.
6
De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Hierin toont: 5 Figuur 1 een schematisch zijaanzicht van een aan een tractor bevestigde kunstmeststrooiinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 een schematisch bovenaanzicht van een kunstmeststrooiinrichting volgens de uitvinding; 10 Figuur 3 een schematisch aanzicht in doorsnede van een deel van een uitvoering van een schoep;
Figuur 4 een schematisch aanzicht ih doorsnede van een deel van een alternatieve uitvoering van een schoep, en
Figuur 5 een schematisch aanzicht van stuurmiddelen 15 te gebruiken in een kunstmeststrooiinrichting volgens de uitvinding.
De uitvinding zal nader verduidelijkt worden aan de hand van een kunstmeststrooier als inrichting voor het 20 verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. Het zal echter duidelijk zijn dat de uitvinding toepassing heeft op inrichting voor het verspreiden van ander korrel- en/of poedervormig materiaal, zoals strooizout, zand, bestrijdingsmiddelen en dergelijke.
25 De uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van op een werpschijf aangebrachte schoepen. Het zal echter duidelijk zijn dat ook zelfdragende schoepen of op andere wijze gemonteerde schoepen in de uitvinding toepasbaar zijn.
30 In figuur 1 wordt schematisch in perspectief een kunstmeststrooier 30 getoond, die gedragen wordt door een tractor 31. De kunstmeststrooier 30 bevat een voorraadbak 32 voor kunstmesti Onder de voorraadbak 32 is een werpschijf 1 geplaatst dragende ten minste een schoep 2. Door rotatie van 35 de werpschijf 1, zal uit de voorraadbak 32 komend kunstmest 10 ' -ï' 7 tegen de schoep 2 komen, en hierdoor verspreid worden. De mate van spreiding, ook wel het werkbereik genoemd, hangt onder meer af van het gewicht en de korrelgrootte van de kunstmest, de rotatiesnelheid van de werpschijf, de lengte 5 van de schoep, de hoekpositie van de schoep op de werpschijf, en de hoogte-instelling van het uiteinde van de schoep ten opzichte van de werpschijf.
Teneinde de lengte van de schoep in te kunnen stellen is het bekend dat de schoep 2; 2' ; 2" een eerste 3; 10 3'; 3" en een tweede 4; 4'; 4" schoepdeel omvat, waarbij het eerste schoepdeel 3; 3'; 3" en het tweede schoepdeel 4; 4'; 4" schoepdeel telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn. Hierbij is ten minste één 4; 4'; 4" van de schoepdelen longitudinaal ten opzichte van het andere 3; 15 3'; 3" schoepdeel instelbaar en in verscheidene posities vergrendelbaar.
Zoals aan de hand van de in figuur 2, 3 en 4 schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeelden is getoond, is het ene schoepdeel 4; 4'; 4" uitsluitend in een beperkt 20 aantal posities vergrendelbaar is. Hierdoor wordt het instellen van de lengte van de schoep sterk vereenvoudigd, waardoor instelfouten althans grotendeels voorkomen kunnen worden. ^
In het uitvoeringsvoorbeeld weergegeven in figuur 2 25 heeft het tweede schoepdeel 4 een rij gaten 8. Het eerste schoepdeel 3 is voorzien van een beweegbare nok 9 (zie figuur 3) die van een ingetrokken naar een uitstekende positie beweegbaar is. Aldus is deze nok 9 in een gat 8 plaatsbaar, en vergrendelt aldus de onderlinge positie. De nok 9 kan 30 vergeleken worden met de nok in een uitschuifbare paraplu, of een cilinderslot met sluitpennen. Natuurlijk zijn andere vergrendelingmiddelen mogelijk, en is het tevens mogelijk dat het eerste schoepdeel de gaten bevat, en het tweede schoepdeel de nok. Verder kunnen de gaten in gewenste wanden 35 van de schoepdelen aangebracht zijn.
8
Alternatief kan het tweede 4' schoepdeel voorzien zijn van een langwerpig sleufgat 10 met zijwaartse uitsparingen 11, en is het eerste 3' schoepdeel voorzien van een pen 12, die van een ingetrokken naar een uitstekende 5 positie beweegbaar is. Aldus is de pen 12 in een uitsparing 11 plaatsbaar, en vergrendelt daardoor aldus de onderlinge positie. Ook hier zijn weer andere vergrendelingmiddelen denkbaar, ën is het sleufgat ook in het andere schoepdeel plaatsbaar.
10 Het in positie plaatsen van de vergrendelingmiddelen geschiedt bijvoorbeeld door veerkracht, hoewel dit ook pneumatisch, hydraulisch, of elektromagnetisch kan geschieden.
De vergrendeling van het ene schoepdeel in het 15 beperkte aantal posities vindt dan ook automatisch, mechanisch plaats. De vakman heeft talloze middelen tot zijn beschikking om dit te realiseren.
Zoals in figuur 3 bij wijze van voorbeeld aan de hand van een uitvoering is weergegeven, dwingen 20 voorspanningorganen 5 het schoepdeel 4 naar ten minste één van het beperkte aantal posities. Deze voorspanningorganen 5, in het weergegeven voorbeeld een veer, hoewel andere middelen, pneumatisch, hydraulisch elektromagnetisch eveneens mogelijk zijn, zorgen ervoor dat de onderlinge positie van de 25 schoepdelen steeds één van het beperkte aantal is.
Het verschuifbare schoepdeel kan handmatig in één van het beperkte aantal posities getrokken of geduwd worden, waarbij door het inklikken van de nok of de pen de positie vergrendeld wordt.
30 Figuur 4 toont schematisch een uitvoering waarin de inrichting aandrijfmiddelen 6 bevat voor het aangedreven naar een positie verschuiven van het ene schoepdeel 4". Hierdoor is handmatige plaatsing niet meer nodig, hetgeen bovendien een extra beveiliging voor de bedienend persoon betekent. De 35 aandrijfmiddelen 6, ook hier weer bijvoorbeeld pneumatisch, 9 hydraulisch of elektromagnetisch van aard, worden bestuurd door stuurmiddelen 7, bij voorkeur elektronische stuurmiddelen.
Dergelijke stuurmiddelen zijn schematisch in figuur 5 5 weergegeven. Ze bevatten een zender 13 voor het verzenden van stuursignalen. De stuursignalen worden ontvangen door een ontvanger 14. De ontvanger 14 is verbonden met een activeringsorgaan 15 voor de aandrij fmiddelen 6. Het activeringsorgaan 15 activeert de aandrijfmiddelen 6 in 10 afhankelijkheid van de ontvangen stuursignalen. Aldus wordt het ene schoepdeel 4" verschoven in afhankelijkheid van de verzonden stuursignalen.
De stuurmiddelen 7 kunnen een computer 16 bevatten, die voorzien is van een invoermiddel 17, 17' voor het 15 invoeren van gegevens. Een rekenorgaan 18 berekent aan de hand van de ingevoerde gegevens stuursignalen behorende bij de ingevoerde gegevens voor het verschuiven van het ene schoepdeel 4". De stuursignalen worden natuurlijk afgegeven aan de zender 13. Hierbij kan het rekenorgaan bijvoorbeeld 20 gebruik maken van een in een geheugen opgeslagen correspondentietabel. De waarden opgenomen in de correspondentietabel kunnen bijvoorbeeld door bepaling aan de hand van proefstrooiingen van kunstmest bepaald zijn. Het invoeren van de gegevens kan handmatig geschieden door 25 gebruik te maken van een toetsenbord, touch screen, of dergelijke.
Zo is het in het laatste geval nodig dat er een beeldscherm 29 aanwezig is. Dit beeldscherm 29 kan gebruikt worden om het invoeren van de gegevens te controleren, maar 30 kan ook gebruikt worden voor het gebruiksvriendelijker maken van de instellingen van bijvoorbeeld de lengte van de schoepen. Zo kan door correcte programmering aan de gebruiker om invoer van de noodzakelijke gegevens gevraagd worden, zodat geen handelingen vergeten worden. Bijvoorbeeld kan op 35 het beeldscherm 29 de vraag verschijnen om het werkbereik in 10 te stellen, de soort en gewicht van de kunstmest in te voeren en dergelijke. Afhankelijk van de correspondentietabel kan de instelling van de schoepen dan volledig computergestuurd plaatsvinden.
5 Het invoeren van gegevens, met name met betrekking tot de kunstmest, vindt eenvoudig plaats wanneer de invoermiddelen een scaninrichting 17' voor een code, in het bijzonder een streepjescode bevatten, welke streepjescode op r een houder, bijvoorbeeld een zak, kunstmest aangebracht 10 wordt. De code representeert gegevens met betrekking tot de inhoud van de houder. De gegevens hebben ten minste betrekking op één van de eigenschappen behorende tot de groep bestaande uit het gewicht, de spreiding in gewicht, de korrelgrootte, de spreiding in korrelgrootte. De 15 scaninrichting 17' wordt dan gebruikt om de streepjescode op de houder te lezen, en de correcte gegevens worden dan automatisch in de stuurmiddelen opgeslagen.
Een dergelijke houder voor kunstmest, voorzien van een streepjescode, welke streepjescode gegevens met betrekking 20 tot de inhoud van de houder representeert-, is dus bevorderlijk voor gebruik bij de kunstmeststrooiinrichting.
Positiemeetmiddelen 21 kunnen voorzien zijn voor het meten van de positie van het eerste schoepdeel 3; 3'; 3" ten opzichte van het tweede schoepdeel 4; 4'; 4". Dergelijke 25 positiemeetmiddelen 21 kunnen vap velerlei aard zijn, zoals bekend bij de vakman, en fotosensoren, schuifcontacten en dergelijke zijn zonder meer mogelijk.
De schoep 2, in het bijzonder het schoepdeel 4, is voorzien van een in hoogte verstelbaar einddeel 19. Dit 30 einddeel 19 is door einddeelaandrijfmiddelen 20 aandrijfbaar, zodat instelling door handmatig schuiven of duwen niet meer nodig is. Instelfouten door handmatige instelling worden aldus vermeden. Hoewel uitsluitend een einddeel 19 voor schoep 2 is getoond zal het duidelijk zijn dat alle schoepen 35 een einddeel hebben.
I Ü i ( ; O i-, ; f ) 11
Hoogtemeetmiddelen . 27 zijn voorzien voor het meten ^an de hoogte van het instelbare einddeel 19. Bij voorkeur is het einddeel 19 uitsluitend in een beperkt aantal posities vergrendelbaar. Hiervoor kunnen verscheidene constructies 5 gebruikt worden, die op zich bij een vakman bekend zijn.
De hoek die de schoep 2 ten opzichte van de werpschijf 1 . inneemt is door hoekinstelmiddelen 22 instelbaar. De hoekinstelmiddelen zijn 22 aangedreven. De kunstmeststrooier is voorzien van hoekmeetmiddelen 23 voor het meten van de 10 hoek van de schoep 2 ten opzichte van de werpschijf 1.
De gemeten instellingen kunnen gebruikt worden voor controle. De meetmiddelen 21, 23, 27 kunnen voorzien zijn van zendorganen 24; 25; 28 voor het aan de stuurmiddelen 7 verzenden van meetresultaten. In dit geval is de zender 13 15 natuurlijk uitgevoerd als zendontvanger. De meetresultaten kunnen aldus op het beeldscherm 29 weergegeven worden. Wanneer de gemeten waardes afwijken van de ingevoerde waardes (via de correspondentietabel) kan er een waarschuwingssignaal afgegeven worden. Hiertoe zijn de Stuurmiddelen 7 voorzien 20 van vergelijkingsmiddelen 26 voor het vergelijken van de ' ingevoerde gegevens met de meetresultaten. In afhankelijkheid van de vergelijkingsresultaten, die aan het rekenorgaan toegevoerd worden, worden bijvoorbeeld alarmsignalen opgewekt.
'i.'

Claims (24)

1. Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, bevattende ten minste één schoep (2; 2'; 2"), waarbij de schoep (2; 2'; 2") voorzien is van een in hoogte verstelbaar 5 einddeel (19), met het kenmerk, dat het einddeel (19) door einddeelaandrijfmiddelen (20) aandrijfbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is van hoogtemeetmiddelen (27) voor het meten van de hoogte van het verstelbare einddeel (19),
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het einddeel (19) uitsluitend in een beperkt aantal posities vergrendelbaar is.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de schoep (2; 2'; 2") een eerste' (3; 3'; 3") en een tweede (4; 15 4'; 4") schoepdeel omvat, waarbij het eerste (3; 3'; 3") en het tweede (4; 4'; 4") schoepdeel telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn, waarbij ten minste één (4; 4'; 4") van de schoepdelen longitudinaal ten opzichte van het andere (3; 3'; 3") schoepdeel instelbaar en in verscheidene 20 posities vergrendelbaar is, waarbij het einddeel (19) op het tweede schoepdeel (4; 4'; 4") aangebracht is,· met het kenmerk, dat het ene schoepdeel (4; 4'; 4") uitsluitend in een beperkt aantal posities vergrendelbaar is.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 25 het ene schoepdeel (4; 4'; 4") automatisch, mechanisch in een beperkt aantal posities vergrendelbaar is.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de inrichting voorspanningorganen (5) bevat voor het naar ten minste één van het aantal posities dwingen van het ene 30 schoepdeel (4; 4'; 4").
7. Inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de inrichting aandrijfmiddelen (6) bevat voor het aangedreven naar een positie verschuiven van het ene schoepdeel (4; 4'; 4").
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de inrichting stuurmiddelen (7), bij voorkeur elektronische 5 stuurmiddelen, bevat voor het sturen van de aandrijfmiddelen (6).
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 4 tot en met 8, met het kenmerk, dat het eerste (3; 3'; 3") respectievelijk schoepdeel tweede (4; 4'; 4") voorzien is van 10 een rij gaten (8), en het tweede (4; 4'; 4") respectievelijk eerste (3; 3'; 3") schoepdeel voorzien is van van een ingetrokken naar een uitstekende positie beweegbare nok (9) die in een gat (8) plaatsbaar is.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 4 15 tot en met 9, met het kenmerk, dat het eerste (3; 3'; 3" j respectievelijk tweede (4; 4'; 4") schoepdeel voorzien is van een langwerpig sleufgat (10) met zijwaartse uitsparingen (11), en het tweede (4; 4'; 4") respectievelijk eerste (3; 3'; 3") schoepdeel voorzien is van van een ingetrokken naar 20 een uitstekende positie beweegbare pen (12) die in een uitsparing (11),plaatsbaar is.
11. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen (7) een zender (13) voor het verzenden van stuursignalen, een ontvanger (14) voor het ontvangen van de 25 stuursignalen en een door de ontvanger (14) in afhankelijkheid van de ontvangen stuursignalen bediend activeringsorgaan (15) voor de aandrijfmiddelen (6) voor het verschuiven van het ene schoepdeel (4; 4'; 4") bevatten.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 30 de zender (13) door een bestuurder van de inrichting bedienbaar is.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen (7) een computer (16) bevatten, voorzien van een invoermiddel (17, 17') voor het invoeren van 35 gegevens en van een rekenorgaan (18) voor het berekenen van "i i i ; i t stuursignalen behorende bij de ingevoerde gegevens voor het verschuiven van het ene schoepdeel (4; 4'; 4") .
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de invoermiddelen een scaninrichting (17') voor een code, in 5 het bijzonder een streepjescode, bevatten.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 4 tot en met 14, met het kenmerk, dat de inrichting positiemeetmiddelen (21) bevat voor het meten van de positie van het eerste schoepdeel (3; 3'; 3") ten opzichte van het 10 tweede schoepdeel (4; 4'; 4").
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de- hoek die de schoep (2; 2'; 2") inneemt door hoekinstelmiddelen (22) instelbaar is, met het kenmerk, dat de hoekinstelmiddelen (22) aangedreven zijn.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is van hoekmeetmiddelen (23) voor het meten van de hoek van de schoep (2; 2'; 2").
18. Inrichting volgens conclusie 2, 15 of 17, met het kenmerk, dat de meetmiddelen (21, 23, 27) voorzien zijn van 20 zendorganen (24; 25; 28) voor het aan de stuurmiddelen (7) verzenden van meetresultaten.
19. Inrichting volgens conclusie 18s, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen (7) voorzien zijn van vergelijkingsmiddelen (26) voor het vergelijken van. de 25 ingevoerde gegevens met de meetresultaten.
20. Werkwijze voor het verspreiden van, korrel- en/of poedervormig materiaal in welke werkwijze een inrichting volgens een der voorgaande conclusies gebruikt wordt, in welke werkwijze korrel- en/of poedervormig materiaal in 30 houders aan de inrichting toegevoerd wordt, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap bevat van het plaatsen van een code op de houder, welke code gegevens met betrekking tot de inhoud van de houder representeert.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat 35 de werkwijze de stap bevat van het gebruiken van een \ ·» t" . streepjescode als code, en de stap van het door middel van de scaninrichting lezen van de streepjescode op de houder.
22. Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat de gegevens betrekking hebben op ten minste één .5 van de eigenschappen behorende tot de groep bestaande uit het gewicht, de spreiding in gewicht, de korrelgrootte, de spreiding in korrelgrootte.
23. Houder voor korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, '-geschikt voor gebruik in een 10 werkwijze volgens een der conclusies 19, 20 of 21, met het kenmerk, dat de houder voorzien is van een streepjescode, welke streepjescode gegevens met betrekking tot de inhoud van de houder representeert.
24. Houder volgens conclusie 23, met het kenmerk, d^t de 15 gegevens betrekking hebben op ten minste één van de eigenschappen behorende tot de groep bestaande uit het gewicht, de spreiding in gewicht, de korrelgrootte, de spreiding in korrelgrootte.
NL1016081A 2000-09-01 2000-09-01 Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal. NL1016081C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016081A NL1016081C2 (nl) 2000-09-01 2000-09-01 Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal.
EP01203142A EP1183925A1 (en) 2000-09-01 2001-08-20 A device for and a method of spreading granular and/or pulverulent material, and a container for containing such a material

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016081A NL1016081C2 (nl) 2000-09-01 2000-09-01 Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal.
NL1016081 2000-09-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016081C2 true NL1016081C2 (nl) 2002-03-05

Family

ID=19772005

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016081A NL1016081C2 (nl) 2000-09-01 2000-09-01 Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1183925A1 (nl)
NL (1) NL1016081C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0312679A1 (de) * 1987-10-23 1989-04-26 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Schleuderdüngerstreuer zum Verteilen von Düngemitteln und dgl.
DE3935104A1 (de) * 1989-10-21 1991-04-25 Amazonen Werke Dreyer H Schleuderduengerstreuer
DE4105046A1 (de) * 1991-01-18 1992-07-23 Amazonen Werke Dreyer H Verfahren zur ermittlung der streueigenschaften von duenger und eine vorrichtung zur durchfuehrung dieses verfahrens
EP0635196A1 (de) * 1993-07-21 1995-01-25 Rauch Landmaschinenfabrik Gmbh Schleuderstreuer
EP0655187A1 (de) 1993-11-25 1995-05-31 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Schleuderstreuer
EP0824860A1 (en) * 1996-08-22 1998-02-25 Dickey-John Corporation Universal modular control system for mobile material distribution apparatus
EP0988781A2 (de) * 1998-09-24 2000-03-29 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Verfahren zum Einsatz eines Zentrifugaldüngerstreuers

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0312679A1 (de) * 1987-10-23 1989-04-26 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Schleuderdüngerstreuer zum Verteilen von Düngemitteln und dgl.
DE3935104A1 (de) * 1989-10-21 1991-04-25 Amazonen Werke Dreyer H Schleuderduengerstreuer
DE4105046A1 (de) * 1991-01-18 1992-07-23 Amazonen Werke Dreyer H Verfahren zur ermittlung der streueigenschaften von duenger und eine vorrichtung zur durchfuehrung dieses verfahrens
EP0635196A1 (de) * 1993-07-21 1995-01-25 Rauch Landmaschinenfabrik Gmbh Schleuderstreuer
EP0655187A1 (de) 1993-11-25 1995-05-31 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Schleuderstreuer
EP0824860A1 (en) * 1996-08-22 1998-02-25 Dickey-John Corporation Universal modular control system for mobile material distribution apparatus
EP0988781A2 (de) * 1998-09-24 2000-03-29 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Verfahren zum Einsatz eines Zentrifugaldüngerstreuers

Also Published As

Publication number Publication date
EP1183925A1 (en) 2002-03-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4933853A (en) Ultrasonic grade and auger control
US6534728B1 (en) Tractor load weighing device
NL1016080C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal.
NL1016081C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal.
NL8900628A (nl) Elektronisch bestuurde pneumatische zaaimachine.
WO2016142194A1 (en) Method and system for determining the mass of a load in a tipper body
AU2002367893B2 (en) System for measuring material properties from a moving construction vehicle
NL1016082C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal.
NL1016083C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal.
NL1016084C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, en houder voor het bevatten van een dergelijk materiaal.
NL9101732A (nl) Inrichting voor het verspreiden van materiaal.
NL8701715A (nl) Machine voor het strooien van materiaal.
NL1002681C2 (nl) Strooier met gewichtsmeting.
NL8901903A (nl) Machine voor het verspreiden van materiaal.
DE19901563A1 (de) Anordnung zum Wiegen von Nutzlasten
EP1236388A1 (en) A device suitable for use in agriculture and a device for spreading granular and/or pulverulent material
EP1236387A1 (en) A device for spreading granular and/or pulverulent material
EP0463670B1 (en) Am implement for dosing material
US20200131719A1 (en) Determine sonic sensor angle using laser shape
CA2381022C (en) Measurement of moisture of potting soil
EP0974254A1 (en) A closing member for an implement for metering material
NL9000139A (nl) Inrichting voor het verspreiden van strooibaar materiaal.
NL2009069C2 (nl) Inrichting voor poten, planten en/of bemesten.
NL1016944C2 (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
DE19906771A1 (de) Meßvorrichtung

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
ZD Corrections to earlier publications

Free format text: THE PAMPHLETS WITH PATENTNUMBERS 1016080, 1016081, 1016082 ISSUED 01.05.2002: IN THE ABSTRACT THE WORD "BIJ ZONDER" SHOULD BE CHANGED IN: BIJZONDER

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050401