NL1015785C2

NL1015785C2 - Trekstang met snelkoppeling.

Info

Publication number: NL1015785C2
Application number: NL1015785A
Authority: NL
Inventors: Pieter Koornneef; Jacobus Levinus De Jager
Original assignee: Hordijk Verpakkingsind Bv; Hoop Terneuzen B V De
Priority date: 2000-07-24
Filing date: 2000-07-24
Publication date: 2002-01-25

Description

I ·*

Trekstang met snelkoppeling

De uitvinding heeft betrekking op een trekstang en op een daarmee te gebruiken tegenhouder voor het stabiliseren van bekistingen, met name voor het stabiliseren van bekistingen voor funderingen. Met name kunnen de trekstang en de te-5 genhouder volgens de uitvinding worden toegepast bij EPS-funderingsbekistingen.

In de praktijk dienen funderingsbekistingen, en met name funderingsbekistingen van EPS ("expanded polystyrene"; geëxpandeerd polystyreen), voordat beton er in wordt ge-10 bracht, te worden voorzien van stabiliseringsmiddelen om te voorkomen dat de zijwanden naar buiten toe worden gedrukt door het gewicht van het enigszins vloeibare beton. Daardoor zou de bekisting namelijk kunnen scheuren of breken. Hiertoe worden op de bekisting metalen dwarsliggers aangebracht, wel-15 ke aan hun voorbij de zijwanden uitstekende uiteinden een profiel omvatten waarin een lat o.i.d. kan worden gelegd (Figuur 1). Hierdoor wordt voorkomen dat de zijwanden van de funderingsbekisting naar buiten toe worden gedrukt.

Deze manier van werken heeft een aantal nadelen.

20 Wanneer de bekistingen relatief hoog zijn kunnen de wanden van de bekisting, ondanks de bovenop liggende dwarsliggers, door het enigszins vloeibare beton naar buiten toe worden gedrukt. Dit kan slechts worden beperkt door de wanden van de bekisting zeer dik uit te voeren. Verder worden de dwarslig-25 gers gemaakt van staal waarop na het vullen van de bekisting betonresten achterblijven. Ook de latten raken tijdens het gieten veelal met beton vervuild, waardoor ook de latten niet voor hergebruik geschikt zijn, zodat deze na slechts eenmalig gebruik als afval worden afgevoerd. Dit brengt aanzienlijke 30 kosten met zich mee, zowel vanuit oogpunt van materiaalkosten van de dwarsliggers en de latten, als afvalkosten.

De uitvinding heeft derhalve tot doel een verbeterd middel te verschaffen waarmee bekistingen, en met name EPS-funderingsbekistingen, op eenvoudige en snelle wijze kunnen 35 worden gestabiliseerd. Daartoe verschaft de uitvinding een

Iflistfr-V

2 trekstang als in de aanhef genoemd, bestaande uit een door de bekisting te voeren staaf van een inert materiaal, welke is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aan de staaf bevestigen van tegenhouders, welke tegen de buitenzijde van de 5 bekisting aan worden gelegd.

Met de trekstang volgens de uitvinding wordt een aanzienlijk voordeel verkregen. Bovendien heeft de trekstang het voordeel, anders dan de bovenbeugels van de stand der techniek, dat deze geschikt is voor het variabel afschoren 10 van de bodem tot de top van de bekisting. Doordat de trekstang van een inert materiaal, bijvoorbeeld van kunststof, is vervaardigd is het niet noodzakelijk om deze, na het gieten van het beton, uit de bekisting te verwijderen. Er is namelijk geen reactie tussen het inerte materiaal en het beton 15 mogelijk, waardoor de sterkte e.d. van het beton negatief wordt beïnvloed. Volgens de uitvinding wordt derhalve veel minder afval veroorzaakt dan volgens de stand der techniek. Voorts is, in het geval van een kunststof trekstang, deze veel goedkoper te vervaardigen, wat tot aanzienlijke kosten-20 besparingen leidt. Met "inert materiaal" wordt volgens de uitvinding elk materiaal bedoeld dat geen reactie met beton of één van de bestanddelen ervan aangaat, waardoor de kwaliteit van het beton zou worden verslechterd.

De bevestigingsmiddelen om de tegenhouders aan de 25 trekstang te bevestigen kunnen elke geschikte bevestigingsmiddelen zijn. In de regel bestaan deze uit een profilering op de trekstang, bij voorkeur uit schroefdraad. Indien de tegenhouders zijn voorzien van een doorgaande opening met inwendig schroefdraad dat kan samenwerken met het uitwendige 30 schroefdraad op de trekstang kunnen op beide, buiten de bekisting uitstekende, uiteinden van de trekstang tegenhouders worden geschroefd, zodanig dat deze tegen de buitenzijde van de bekisting aanliggen. Hierdoor wordt voorkomen dat de wanden van de bekisting bij het vullen met beton naar buiten toe 35 worden gedrukt.

In plaats van schroeven kan men een zodanige profilering toepassen, waarbij de tegenhouders door klemming worden geborgd aan de buitenzijde van de bekisting.

1 V- < , : 3

Voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding staan in de volgconclusies weergegeven. Verdere voordelen van de uitvinding zullen uit de hierna volgende beschrijving duidelijk worden.

5 De uitvinding zal aan de hand van de tekeningen na der worden verduidelijkt.

Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm volgens de stand der techniek.

Fig. 2 toont een trekstang en een tegenhouder vol-10 gens de uitvinding.

Fign. 3a en 3b tonen een nader detail van een tegenhouder volgens de uitvinding,

Fig. 4 toont een bekisting welke is voorzien van een trekstang en tegenhouders volgens de uitvinding.

15

In fig. 1 wordt getoond hoe een bekisting 1, en met name een bekisting 1 van geëxpandeerd polystyreen, door middel van stabiliseringsmiddelen 2, 3 in vorm wordt gehouden bij het daarin gieten van beton 4. Deze stabiliseringsmidde-20 len 2, 3 moeten in positie worden gehouden totdat het beton 4 •voldoende is uitgehard. De stabiliseringsmiddelen bestaan uit dwarsliggers 2 en latten 3. De latten zorgen ervoor dat de dwarsliggers 2 hun positie over de bekisting 1 behouden, zodat deze, ten gevolge van het gewicht van het in de bekisting 25 1 gegoten beton 4, niet naar buiten toe uitzakt. De dwarslig gers worden vervaardigd van staal, wat er toe leidt dat deze dwarsliggers 2 in hun geheel moeten worden verwijderd nadat het beton 4 is uitgehard. Het staal staat namelijk in direct contact met de omgeving, waardoor het uiteindelijk kan leiden 30 tot corrosie van het staal, gewoonlijk bekend als betonrot. Doordat de dwarsliggers 2 tijdens het gieten en het uitharden van het beton vervuild zijn geraakt, worden deze in de regel niet opnieuw gebruikt. Ook de latten 3 raken in het algemeen vervuild, waardoor ook deze veelal na eenmalig gebruikt als 35 afval worden afgevoerd.

Volgens de uitvinding wordt een geheel nieuw type stabiliseringsmiddel verschaft. De uitvinding verschaft een trekstang 5 en daarmee samen te werken tegenhouders 6. De 1015785 i 4 trekstang 5, zoals getoond in fig. 2, bestaat uit een staaf 5 welke van een inert materiaal, bijvoorbeeld van kunststof, is gemaakt. Deze staaf wordt door de wanden van een bekisting gevoerd. Vervolgens kan de trekstang 5 door een centrale ope-5 ning 7 van de tegenhouder 6 worden gevoerd. Dit kan zeer geschikt worden gedaan door de trekstang 5 te voorzien van uitwendige profilering, bijvoorbeeld een schroefdraad, en de opening 7 van de tegenhouder 6 te voorzien van daarmee samenwerkende inwendige profilering, bij voorkeur een schroef-10 draad.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de tegenhouder 6 is getoond in fig. 3a en 3b. Hier is de tegenhouder 6 voorzien van een nok 8. De nok is nabij de centrale opening 7 aan één zijde van de tegenhouder aangebracht. De nok 8 omvat tevens 15 een opening 7' welke in lijn ligt met en aansluit op de opening 7 van de tegenhouder 6. Ook de opening 7' omvat de inwendige profilering, bij voorkeur een schroefdraad, analoog aan dat van de tegenhouder 6.

Fig. 3b toont een voorkeursuitvoeringsvorm van de 20 tegenhouder 6, waarbij de nok 8 is voorzien van vier uitsparingen 9, 9' welke van het van de tegenhouder 6 af gekeerde uiteinde tot een positie nabij de tegenhouder 6 lopen. Er kunnen echter ook minder of meer uitsparingen worden aangebracht. Tevens is getoond een cilindervormig orgaan, zijnde 25 een bus 10. De bus 10 kan over de nok 8 worden geschoven. De bus 10 heeft een inwendige diameter die gelijk is aan de buitendiameter van de nok 8. Door de bus 10 over de nok 8 te schuiven, worden de nok 8 en tevens de trekstang 5 geborgd. Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, welke 30 in de praktijk een bijzonder snelle aanbrengen van een tegenhouder op een trekstang mogelijk maakt, is de inwendige diameter van de opening 7, 7' nagenoeg gelijk aan de uitwendige diameter van de trekstang 5. Daardoor kan de tegenhouder 6 over de trekstang 5 heen worden geschoven, derhalve zonder 35 een draaiende beweging welke bij een geleiding over de profilering, bijvoorbeeld de schroefdraad, noodzakelijk zou zijn, en vervolgens met de bus 10 worden geborgd, waardoor de inwendige profilering, bijvoorbeeld schroefdraad, in de opening if si I i 7? 5 1 \ * « 7, 1' in de uitwendige profilering, bijvoorbeeld schroefdraad, op de trekstang 5 wordt geborgd.

Fig. 4 toont de toepassing van de trekstang 5 en de tegenhouders 6 volgens de uitvinding in een bekisting 1. Dui-5 delijk is te zien dat de trekstang 5 eenvoudig door tegenover elkaar liggende wanden 11, 12 van de bekisting 1 heen is gevoerd. Aan de buiten de bekisting 1 stekende delen van de trekstang 5 zijn tegenhouders 6 bevestigd, zodanig dat deze tegen de buitenzijde van de wanden 11, 12 aanliggen. Hierdoor 10 wordt een relatieve verplaatsing van de wanden 11, 12 van elkaar af voorkomen. Opgemerkt wordt dat de afschoorpositie van de trekstang 5 in hoogte variabel is.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot hetgeen bij de beschrijving van de tekeningen is 15 vermeld. Deze geven slechts voorkeursuitvoeringen van de uitvinding weer. De uitvinding wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies.

? r «5 ;·*.

* - «J Λ ·./

Claims

1. Trekstang voor het stabiliseren van bekistingen, bestaande uit een door de bekisting te voeren kunststof staaf, welke is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aan de staaf bevestigen van tegenhouders.

2. Trekstang volgens conclusie 1, waarbij de beves tigingsmiddelen schroefdraad omvatten.

3. Tegenhouder ten gebruike bij een trekstang volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tegenhouders in hoofdzaak schijfvormig zijn, en zijn voorzien van een centrale opening 10 met inwendig schroefdraad voor samenwerking met de trekstang.

4. Tegenhouder volgens conclusie 3, waarbij de tegenhouder in lijn met de centrale opening een, van een doorgaande opening en van inwendig schroefdraad voorziene, nok omvat.

5. Tegenhouder volgens conclusie 4, waarbij de nok in de lengterichting is voorzien van uitsparingen voor het in de richting loodrecht op de as van de trekstang verschaffen van bewegingsvrijheid, zodanig dat de nok door middel van een kleminrichting op de trekstang kan worden geborgd.

6. Tegenhouder volgens conclusie 5, waarbij de borg- inrichting een cilindervormig orgaan is, met een inwendige doorgang, waarbij de inwendige diameter van het cilindervormige orgaan gelijk is aan de uitwendige diameter van de nok.

7. Set van trekstang en tegenhouder, volgens een der 25 voorgaande conclusies, voor gebruik bij het stabiliseren van bekistingen.

8. Werkwijze voor het stabiliseren van een bekisting voor een fundering, waarbij door tegenoverelkaar liggende wanden van de bekisting een trekstang volgens conclusie 1 of 30. wordt gevoerd, waarbij aan de buiten de bekisting liggende delen van de trekstang een tegenhouder volgens conclusie 3-6 wordt bevestigd, zodanig dat de tegenhouder tegen de buitenzijde van de bekisting aanligt, waardoor een buitenwaartse verplaatsing van de bekistingwand wordt tegengegaan. — V