NL1015733C2 - Klemorgaan. - Google Patents

Description

Klemorgaan.

De uitvinding heeft betrekking op een klemorgaan voor het in een sleuf van een wand klemmen van een instal-latiebuis, bestaande uit een keglichaam met een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede en althans aan één zijvlak, 5 zowel bij het brede (boven) einde als bij het smalle (onder) einde een scherpe rand, waarbij het keglichaam van kunststof vervaardigd is.

Een dergelijk klemorgaan is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 188.376. Het is in het algemeen 10 gebruikelijk om elektrische leidingen in gebouwen pas aan te leggen nadat het ruwe bouwwerk gereed is. Wanneer leidingen in de muren van het bouwwerk verzonken dienen te worden aangebracht, worden sleuven voor het opnemen van de leidingbuizen in de muur uitgehakt of gefreesd, waarbij 15 deze sleuven na het aanbrengen van deze buizen met cement of gips worden dichtgestreken. De sleuven worden dikwijls in dwarsdoorsnede gezien scheef ten opzichte van het voorvlak van de muur gefreesd, teneinde te beletten dat de buizen al te gemakkelijk uit de sleuven kunne komen. Om te 20 voorkomen dat de buis uit de sleuf komt voordat de sleuf is dichtgestreken, gebruikt men een tijdelijk borging in de vorm van een keglichaam, dat in de sleuf wordt geslagen waardoor de buis vastgeklemd wordt, en tijdens afwerking op zijn plaats ten opzichte van de voorzijde van de sleuf 25 blijft. Hoewel het bekende klemorgaan effectief is, is 2 toch gebleken dat er in sommige gevallen ongewenste verplaatsing van de buis kan optreden.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een klemorgaan te verschaffen dat een betere borging van 5 de buis bewerkstelligt.

Hiertoe wordt een klemorgaan van de boven beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het zijvlak aan het ondereinde voorzien is van ten minste • één sleuf.

10 Bij voorkeur is een kopse kant van het kegli- chaam aan het ondereinde voorzien is van tenminste één sleuf.

Door het verschaffen van ten minste één sleuf aan het ondereind van het keglichaam worden aanvullende 15 scherpe randjes gevormd, die enerzijds in de muur en anderzijds in de buis aangrijpen en dus de grip en borging van de buis in de sleuf van de muur verbeteren. Kanteling van het keglichaam om een as die loodrecht op de buis en min of meer evenwijdig aan de muur loopt wordt hiermee 20 effectief tegengegaan. Een onregelmatig oppervlak van de sleuf in de muur heeft minder invloed op de grip van het keglichaam daarop.

Overige voordelige verdere ontwikkelingne van het klemorgaan volgens de uitvinding zijn omschreven in de 25 volgconclusies, waarvan de inhoud als hier inbegrepen moet worden beschouwd.

De uitvinding zal hierna aan de hand van een in de tekening weergegeven voorbeelduitvoering nader verduidelijkt worden. Hierin toont: 30 Figuur 1 een dwarsdoorsnede van een sleuf in een muur met een daarin aangebrachte buis met klemorgaan,

Figuur 2 een bovenaanzicht van een klemorgaan volgens de uitvinding,

Figuur 3 een vooraanzicht van een klemorgaan 35 volgens de uitvinding,

Figuur 4 een onderaanzicht van een klemorgaan volgens de uitvinding, .0 1 Q ‘7 -* *· 3 !

Figuur 5 een aanzicht in perspectief van een klemorgaan volgens de uitvinding, en

Figuur 6 een zijaanzicht van een klemorgaan volgens de uitvinding.

5 Zoals aangegeven in figuur 1 is in een muur 1 onder een bepaalde hoek ten opzichte van het oppervlak van de muur 1 een sleuf 2 gefreesd. Een buis 3 voor bijvoorbeeld elektrische geleiders is in de sleuf 2 aangebracht.

Om de buis 3 in de sleuf 2 vast te zetten wordt een kunst-10 stof klemorgaan 4 aangebracht. Het is gebruikelijk dat de doorsnede van de sleuf 2 iets groter is dan de doorsnede van de buis 3 waardoor een ruimte tussen de buis en de wand 6 van de sleuf 2 aanwezig is. In deze ruimte wordt het klemorgaan gedreven, een uitvoeringsvoorbeeld waarvan 15 in verschillende aanzichten in de figuren 2 tot en met 6 is weergegeven.

Het smalle einde van het klemorgaan is begrensd door twee onderling nagenoeg evenwijdige, vlakke deelop-pervlakken 12 met aan het ondereinde scherpe langsranden 20 8. Naar boven toe gaat elk deeloppervlak 12 over in een hellend vlak deeloppervlak 15. Aan het brede boveneinde is aan elke zijde van het klemorgaan een rug 7 met scherpe randen 13 en 14 aanwezig. In hoofdzaak is het klemorgaan voorzien van op verdikkingen gelegen scherpe randen 8 en 25 13.

In gemonteerde toestand wordt de buis 3 door het klemorgaan 4 enigszins afgeplat, zoals blijkt uit figuur 1, terwijl één van de ruggen reikt tot een weinig boven dat gedeelte van het oppervlak van de buis dat naar de 30 open zijde van de sleuf 2 gekeerd is, waardoor de buis niet langs het klemorgaan uit de sleuf 2 verplaatsbaar is.

Anderzijds wordt de andere zijde van het klemorgaan tegen de wand 6 van de sleuf 2 gedrukt als volgens figuur 1, zodat de scherpe rand 13 van de rug 7 en de 35 scherpe rand 8 bij het smalle einde van het klemorgaan zich hier vastsnijden in de ruwe wand 6 van de sleuf 2, waardoor het klemorgaan in de sleuf verankerd is.

4

Het klemorgaan is voorzien van een uitholling 11, welke bij voorkeur complementair is gevormd aan het voor aangrijpen van schroeven bestemde einde van een schroevedraaier. Het aanbrengen van het klemorgaan kan 5 hierdoor op eenvoudige wijze geschieden door een schroevedraaier in de uitholling 11 te steken en het klemorgaan 4 op de schroevedraaier in de ruimte tussen de buis 3 en de wand 6 van de sleuf 2 in de muur 1 te drijven.

Door het voorzien van sleuven 16 aan de zijkant, 10 doorlopend tot in het ondervlak 18, van het klemorgaan, en zich uitstrekkend, enigszins taps lopend, tot in de schuine zijvlakken 15, en het eventueel voorzien van sleuven 9, 10 aan de kopse kanten van het klemorgaan 4, worden aanvullende scherpe randen gevormd die zich snijden in de 15 wand 6 van de muur 1 en in de buis 3, en aldus een betere borging verschaffen. Het materiaal van de wand 6 kan hierbij tussen de door sleuven 9, 10 en 16 gevormde tanden 17 reiken, en aldus de grip verhogen.

De vormgeving met de tanden "17 biedt verder het 20 voordeel van minder materiaalgebruik, bij verhoogde effectiviteit .

Het klemorgaan 4 is vervaardigd van een harde kunststof, bij voorkeur een polypropeen.

Claims (14)

1. Klemprgaan voor het in een sleuf (2) van een wand (1) klemmen van een installatiebuis (3), bestaande uit een keglichaam (4) met een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede met althans aan één zijvlak (12, 15), zowel 5 bij het brede (boven)einde als bij het smalle (onder)einde een scherpe rand (8, 13, 14) , waarbij het keglichaam (4) van kunststof vervaardigd is, met het' kenmerk, dat het zijvlak (12, 15) aan het ondereinde voorzien is van ten minste één sleuf (16).

2. Klemorgaan volgens conclusie 1> waarbij het betreg]ffende zijvlak gevormd is met een aantal tanden (17) ·

3. Klemorgaan volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het keglichaam aan de kopse kanten aan het 15 ondereind voorzien is van onderranden, waarbij althans, een van de onderranden voorzien is van tenminste één sleuf (9, 10) .

4. Klemorgaan volgens conclusie 3, waarbij de kopse kant van het lichaam gevormd is met· een aantal 20 tanden (17).

’ 5. Klemorgaan volgens een der· voorgaande conclu sies, waarbij de sleuf (9,10,16) begrensd is door scherpe randen.

6. Klemorgaan volgens een der voorgaande cön- 25 clusies, waarbij de sleuf (9,10,16) naar boven toe taps toelopend gevormd is.

7. Klemorgaan volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het keglichaam een recht onderste gedeelte bezit, waar de zijvlakken (12) althans nagenoeg evenwijdig 30 liggen.

8. Klemorgaan volgens conclusie 7, waarbij de ' f 0 1 K 7 X 7 sleuf (16) aan het ondereind van het keglichaam zich tot boven het rechte, onderste gedeelte uitstrekt.

9. Klemorgaan voor het in een sleuf (2) van een wand (1) klemmen van een installatiebuis (3) , bestaande 5 uit een keglichaam (4) met een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede en met althans aan één zijvlak (12, 15), zowel bij het brede (boven) einde als bij het smalle (onder) einde een scherpe rand (8, 13, 14), waarbij de scherpe rand (8) aan het ondereind onderbroken is.

10. Klemorgaan volgens conclusie 9, waarbij het keglichaam kopse onderranden bezit, die zijn onderbroken.

11. Klemorgaan volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het klemorgaan dubbelsymmetrisch gevormd is.

12. Klemorgaan volgens een der voorgaande con clusies, vervaardigd, bij voorkeur door spuitgieten, van een harde kunststof, bij voorkeur polypropeen.

13. Klemorgaan volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de scherpe rand (13, 14) aan het boven- 20 einde van het keglichaam (4) zich bevindt op een zich zijwaarts buiten het zijvlak (15) van het keglichaam (4) uitstrekkende verdikking (7)

14. Klemorgaan omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o-AS