NL1015445C2 - Inrichting en werkwijze voor het selectief verpakken van producten. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het selectief verpakken van producten

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het verpakken van geselecteerde producten welke gevonden zijn in een stroom van een meervoud van producten. Meer in het 5 bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een inrichting en werkwijze welke een bindende of hechtende bewerking en een verpakkende bewerking combineert in een enkele bewerking welke de stroom producten verdeelt in ten minste twee additionele stromen producten, bijvoor-10 beeld een stroom producten welke verpakt moeten worden en een stroom producten welke niet verpakt moeten worden, waarna de verdeelde stromen producten weer verenigd worden in een enkele stroom producten in een gewenste productie-volgorde, zoals demografische volgorde.

15 Tijdens het bewerken van magazines, nieuwsbla den, boeken, periodieken of andere bladmateriaalproducten of artikelen is het soms gewenst om geselecteerde artikelen te verpakken met, bijvoorbeeld, papier of conventionele bandverpakking - of plastic film welke een polymeer of 20 polyethyleen plastic film kan zijn. Er zijn vele verschillende redenen voor het selectief verpakken van bepaalde artikelen uit een serie artikelen. Deze flexibiliteit is belangrijk voor het voldoen aan de eisen van een bepaalde markt of geografische bestemming. Bijvoorbeeld kan het 1015445 2 wenselijk zijn om bepaalde klanten of abonnees verschillende kenmerken of geselecteerde advertenties te bieden afhankelijk van hun bijzondere interesse, inkomen of beroep. Evenzo kan het relevant zijn om het producten - of 5 dienstenaandeel aan te passen aan de koopgeschiedenis van een klant. Bijvoorbeeld kan een publicatie één demo-editie voor ouders van pasgeboren kinderen welke vroeger babypro-ducten hebben gekocht, een andere editie voor boeren welke geïnteresseerd zijn in de laatst agrarische uitrusting en 10 nog een andere editie voor recente kopers van trainingsap-paratuur uitgeven. In elke situatie kan een uitgever verschillende vormen van aanpassing gebruiken zoals "blown-in card feeding", facturering, invoering van advertentiemateriaal, verlengingsberichten en invoegingen, 15 zowel als verschillende typen van contact- of contactloos drukken. Resulterend is het gewoonlijk wenselijk om de producten te verpakken met één of meer van deze items om zulke losse items in te sluiten.

In het algemeen wordt begrepen dat magazines of 20 andere producten zodanig kunnen worden ingepakt om maximaal voordeel te behalen met postkortingen. Bijvoorbeeld kwalificeert het groeperen van een bepaald aantal producten en het zenden van deze producten naar abonnees welke een gemeenschappelijke vijf-cijferige postcode hebben in 25 dezelfde route de pakketten voor een lager posttarief waardoor de uitgever geld bespaart. Daarom is het van voorkeur dat een binderij artikelen in een volgorde produceert welke sorteren en verpakken mogelijk maakt om postkortingen te maximaliseren.

30 Tegenwoordig maken collationering- en bind- (transport)lijnen voor hechters magazines, catalogi, brochures, periodieken, etcetera in een volgorde welke sorteren en verpakken vergemakkelijkt om zulke postkortingen te krijgen. Elke productbindlijn omvat typisch een 35 invoeger met een meervoud van signatuurvoeders, een collationerende ketting of transporteur, en aanpassend station, een hechter, een trimmer, een labelstation, een ondeugde- 1 01 5445 3 lijke boektransporteur, een opstapelaar en een vastbinder, zoals bekend aan de vakman. Wanneer de producten geassembleerd en verpakt zijn in een gewenste volgorde worden de producten typisch afgeleverd bij een postkantoor voor 5 verdere aflevering aan hun uiteindelijke bestemming. Om geen vertraging in de algehele productie van de producten te creëren zijn verpakkende lijnen in het algemeen gescheiden van bindlijnen. Zoals hiervoor aangeduid is het soms wenselijk producten aan te passen met bepaald adver-10 tentie- of promotiemateriaal. Het is ook soms gewenst om de verschijning van de producten te behouden. Het aanpassen van bepaalde producten met additioneel materiaal of het beschermen van bepaalde producten tegen beschadiging vereist dat deze producten verpakt worden met een bescher-15 mende verpakking. Verpakkingsmachines brengen traditioneel een transparant "polywrap" materiaal of papierverpakkings-materiaal of bandverpakkingsmateriaal aan rondom elk afzonderlijk product welke door een respectievelijke verpakkingslijn wordt gestuurd. Zoals de bindlijnen produ-20 ceren de verpakkende lijnen de producten in een volgorde welke sorteren en verpakken vergemakkelijkt om eveneens bepaalde postkortingen mogelijk te maken.

Eén probleem bij het gescheiden en onderscheidenlijke bind- en verpakkingslijnen is dat bundels produc-25 ten geproduceerd door elke afzonderlijke lijn geleverd worden aan het toepasselijke postkantoor en deze bundels typisch overlappende postcodes hebben waardoor niet volledig de totale besparingen benut worden welke gerealiseerd zouden kunnen worden door postkortingen. Daarom zou het 30 nuttig zijn een inrichting en een werkwijze te verschaffen welke in staat zijn een bindlijn en een verpakkende lijn te combineren om postkortingen te maximaliseren door het elimineren van zulke overlappende postcodes. Echter omdat de productieprocessen tussen een bindlijn en een verpak-35 kende lijn in het algemeen niet compatibel zijn is het combineren van deze twee systemen in een enkel systeem tot nu toe moeilijk te bereiken. Als resultaat worden bundels ^ Λ cr β ê Γ 3 J l) ^ !v ^ 4 van bindlijnen en verpakkende lijnen vaak handmatig gecombineerd om overlappende postcodes te elimineren. Echter is deze handmatige bewerking in het algemeen niet acceptabel omdat postkortingen verkregen door het verpakken van de 5 producten volgens passende postcodes worden overtroffen door de kosten verbonden met de handenarbeid benodigd om de bundels te organiseren.

Dienovereenkomstig verschaft de onderhavige uitvinding het voordeel van het geschikt en efficiënt 10 combineren van een bindlijn met een verpakkende lijn om de behoefte aan gescheiden en onderscheidenlijke bindende- en verpakkende bewerkingen te elimineren, daardoor productie-en arbeidskosten reducerend terwijl tegelijkertijd postkortingen gemaximaliseerd worden. De onderhavige uitvin-15 ding verschaft eveneens een inrichting en een werkwijze welke een grotere mate van productaanpassing verschaffen. Verder verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting en een werkwijze welke selectief afzonderlijke producten verpakken gevonden in een stroom producten en toch ook in 20 staat zijn de verpakte en niet verpakte producten te combineren in een gewenste productie om postkortingen te maximaliseren.

In één aspect verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting voor het verpakken van geselecteerde 25 producten uit een meervoud van producten. De producten worden geassembleerd op een transportlijn volgens gecodeerde informatie. Het meervoud producten beweegt continu in een stroom producten naar een verpakkend samenstel welke werkzaam verbonden is met de transportlijn. Een 30 afleidinrichting gepositioneerd langs de stroom producten verdeelt de stroom producten in ten minste twee additionele stromen producten. De onderhavige uitvinding beschouwt het selectief afleiden van bepaalde producten volgens gecodeerde informatie of naar een verpakkende lijn waar 35 producten worden verpakt of naar een niet verpakkende lijn waar producten niet worden verpakt. De onderhavige uitvinding beschouwt verder het verenigen van de verpakte pro- 1015445 5 ducten en niet verpakte producten in een andere transportlijn volgens een voorafbepaalde productievolgorde waarna de stroom producten aan verpakkende uitrusting wordt toegevoerd voor verzending naar een postkantoor.

5 De onderhavige uitvinding kan verder gekenmerkt worden doordat een regelsysteem geschikt is om gecodeerde informatie te ontvangen van elk te produceren product voor de start van het productieproces. Het regelsysteem bewerkt de gecodeerde informatie om te bepalen welke producten van 10 het meervoud aan producten verpakking behoeven. Gebaseerd op de gewenste uiteindelijke demografische productievolgorde en gebaseerd op de informatie over welke producten uit het meervoud producten verpakking behoeven bepaalt het regelsysteem de volgorde van assemblage voor elk van het 15 meervoud producten. Het regelsysteem communiceert dan met de toepasselijke componenten van de bindende bewerking en de verpakkende bewerking om te verzekeren dat de juiste productievolgorde van producten wordt verkregen.

De onderhavige uitvinding kan eveneens geken-20 merkt worden doordat de verpakkende lijn een voor-buffer-zone omvat, een verpakkende inrichting en een na-bufferzo-ne. De afleidende inrichting beweegt de geselecteerde producten welke verpakt moeten worden naar de voor-buffer-zone van de verpakkende lijn. Een voorafbepaald aantal 25 producten wordt verzameld in de voor-bufferzone voordat zulke producten worden geleverd aan de verpakkende inrichting. Volgens één aspect van de onderhavige uitvinding worden te verpakken producten continu toegevoerd aan de verpakkende inrichting om de gehele werking van de verpak-30 kende inrichting te verbeteren. De voor-bufferzone is geschikt om producten te verzamelen en toe te voeren aan de verpakkende inrichting om een continue translatie van te verpakken producten te verzekeren. De na-bufferzone verzamelt de verpakte producten voordat de verpakte pro-35 ducten geleverd worden aan een verdere bestemming.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding is de verpakkende lijn ontworpen om verpakte

1 'Π. i R ƒ y H

β producten toe te voeren aan een stroomafwaartse transportlijn zodat de verpakte producten zich verenigen of zich vermengen met de niet verpakte producten welke waren afgeleid in de niet verpakkende lijn. Op deze manier staat 5 de onderhavige uitvinding verpakte producten toe zich te verenigen met niet verpakte producten om een voorafbepaalde volgorde van de producten te produceren.

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het selectief verpakken van 10 bepaalde producten van een stroom producten volgens gecodeerde informatie. De werkwijze omvat het invoeren van gecodeerde informatie in een regelsysteem welke de informatie verwerkt om te bepalen welke producten verpakking behoeven. De werkwijze omvat verder het genereren van een 15 assemblagevolgorde voor de producten, rekening houdend met het vullen van de voor- en na-bufferzones zodat de productie van de producten in een gewenste volgorde zal zijn, zoals demografische volgorde. De werkwijze omvat eveneens het continu bewegen van de stroom producten langs een 20 eerste baan en het verdelen van de stroom producten in ten minste twee additionele stromen producten, één omvattende die producten welke verpakt moeten worden en de andere omvattende die producten die niet verpakt moeten worden. De werkwijze omvat een manier voor het weer verenigen van 25 de twee additionele stromen producten in een gecombineerde stroom waardoor de producten opgesteld worden in de voorafbepaalde productievolgorde zoals origineel ingevoerd in het regelsysteem. Het is daarom een kenmerk van de onderhavige uitvinding een inrichting en een werkwijze te 30 verschaffen welke de kenmerken en voordelen omvatten zoals hierin toegelicht en welke veel eenvoudiger in ontwerp zijn.

Het is een ander kenmerk van de onderhavige uitvinding een inrichting en een werkwijze te verschaffen 35 welke de aanpassende capaciteit voor hoge snelheidsdemo-grafische binders en omslagen verbetert. Specifiek kunnen nu volgens de onderhavige uitvinding voorheen afzonderlij- ( G 1 -i! ^ 7 ke bindende en verpakkende bewerkingen gecombineerd worden tot een enkele verwerkende bewerking welke selectief verpakken toestaat van bepaalde producten en een productie van producten welke verpakte en niet verpakte producten 5 omvat en, toch postkortingen eveneens maximaliseert.

Het is een ander kenmerk van de onderhavige uitvinding een inrichting en werkwijze te verschaffen welke het selectief verpakken toestaan van producten van een meervoud van producten en welke in het bijzonder 10 veelzijdig zijn en in staat zijn bestaande systemen te verbeteren.

Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden voor de vakman uit de volgende gedetailleerde beschrijving, conclusies, en figuren waarin 15 dezelfde verwijzingscijfers worden gebruikt om dezelfde elementen aan te duiden.

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een bewer-kingslijn voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

20 Figuren 2-6 zijn stroomschema's welke de selec tieve verpakkende werkwijze volgens de onderhavige uitvinding illustreren.

Voordat één uitvoeringsvorm van de uitvinding in detail wordt uitgelegd dient begrepen te worden dat de 25 uitvinding niet beperkt is in zijn toepassing tot de details van de constructie en de opstellingen van de componenten beschreven in de volgende beschrijving of getoond in de figuren. De uitvinding kan andere uitvoe ringsvormen hebben en kan uitgeoefend of uitgevoerd worden 30 op verschillende manieren. Ook wordt begrepen dat de fraseologie en terminologie welke hierin gebruikt zijn voor het doel van beschrijving zijn en niet beschouwd dienen te worden als limiterend. Het gebruik van letters om stappen van een werkwijze of proces te identificeren is 35 eenvoudigweg voor identificatie en is niet bedoeld om aan te geven dat de stappen in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd.

1015445 8

Getoond in figuur 1 is een gealigneerd verwerkingssysteem 10 volgens de onderhavige uitvinding voor het verwerken van producten of artikelen welke nieuwsbladen, magazines, boeken of dergelijke kunnen omvatten. Het 5 verwerkingssysteem 10 omvat een hechtregelaar of assembla-geregelaar 12, een assemblagelijn 14, een binder of hechter 16, een trimmer 18, een greeptransporteur 20 welke producten van de trimmer 18 transporteert naar een toe-voertransporteur 22 of een afwerptafel 24, een verpakkend 10 samenstel 26 welke een voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 omvat, een verpakker 30, een na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 32, en een verpakkerregelaar 34, een langs de verpakker omleidende transporteur 36 welke geselecteerde producten 15 transporteert van de toevoertransporteur 22 naar een posttafel 38, en verder verwerkende uitrusting zoals verpakkende uitrusting 40. Verschillende inktjeteenheden, printertoevoerinrichtingen, toevoervakken en productafleiders kunnen gepositioneerd worden op verschillende plaat-20 sen langs het verwerkingssysteem 10 zoals benodigd en/of zoals gewenst zoals verder besproken zal worden. Het verwerkingssysteem 10 volgens de onderhavige uitvinding combineert een assemblagebewerking 42 met een verpakkende bewerking 44 in een enkel gealigneerd verwerkend systeem 25 10 welke een productiestroom van producten verschaft bestemd voor levering aan bijvoorbeeld een Amerikaans postkantoor.

Een kenmerk van het systeem 10 is de capaciteit van het systeem om geselecteerde producten afzonderlijk te 30 verpakken. Een product kan afzonderlijk verpakt worden wanneer bijvoorbeeld het product zoals een magazine de eerste uitgave is welke naar een klant of abonnee gaat en een factuur in de verpakking moet worden bijgevoegd. Andere producten hoeven geen factuur te bevatten en zouden 35 daarom niet behoeven te worden verpakt. Wanneer een product niet verpakt moet worden wordt het product opgenomen door de verpakker omlooptransporteur 36 welke om het ^ i " 0 li’ ^·~·' 9 verpakkende samenstel 26 heen gaat en de producten laat vallen bij de posttafel 38. Die producten waarvan het de bedoeling is dat ze worden ingepakt worden doorgestuurd naar het verpakkende samenstel 26. De te verpakken produc-5 ten worden in de voor de verpakker geplaatste accumule rende transporteur 28 gehouden totdat een voorafbepaald voldoend aantal producten verzameld is. Nadat een bepaald aantal producten geaccumuleerd is in de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 worden de pro-10 ducten naar de verpakker 30 geleid voor individuele verpakking. Nadat de producten verpakt zijn worden de producten getransporteerd naar de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 32. De producten worden dan in de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 15 32 gehouden totdat de producten aansluiten bij en zich verenigen met de omgeleide producten welke langs de verpakker omlooptransporteur 36 gaan bij de posttafel 38 om de gewenste productievolgorde te produceren. Een kenmerk van de onderhavige uitvinding is om selectief verpakken 2 0 toe te staan van bepaalde producten en het produceren van een gecombineerde gewenste volgorde van verpakte en niet verpakte producten.

Om de onderhavige uitvinding verder te illustreren zal de uitvinding nu beschreven worden onder verwij-25 zing naar het stroomschema getoond in de figuren 2-6 in samenhang met de inrichting getoond in figuur 1. Elke verwijzing naar een uitrustingsstuk in het verwerkingssysteem 10 zal getoond zijn in figuur 1. Elke verwijzing naar een blok zal corresponderen met een processtap gevonden in 30 het stroomschema getoond in de figuren 2-6.

Om te beginnen wordt een label file omvattende bijvoorbeeld abonneenamen, codes, adressen, boodschappen, etcetera verzonden of toegevoerd aan de hechtregelaar 12 (vak 46) . De labelfile omvat informatie welke overeenkomt 35 met elk afzonderlijk artikel of product van een set door het systeem 10 te verwerken producten. In het algemeen omvat de labelfile: gecodeerde informatie (een product- V"' ^ 10 bouwbeschrijver) welke de afzonderlijke toevoerinrichtin-gen welke geactiveerd moeten worden langs de bindlijn 14 aanduidt om elk product te bouwen (dat zijn de bijzondere componentkenmerken van het product),* indicaties van de 5 identiteit en adres van de abonnee voor welke elk product wordt geassembleerd; en aangepaste informatie, bijvoorbeeld een afzonderlijk bericht om geprint te worden in elk product, aandrijfindicaties voor een kaartinvoeger, een aanbrenginrichting of dergelijke. Zulke aanpassingsinfor-10 matie kan eveneens een gecodeerde aanduiding omvatten (productselectieregelveld) welke producten identificeert voor welke aangepaste verpakking geëffectueerd moet worden, dat zijn de afzonderlijke "onsert" afgeefeenheden welke aangedreven moeten worden, en wanneer printers of 15 inktjeteenheden gebruikt moeten worden.

Naar de ingevoerde labelfile wordt verwezen als de originele labelfile. De labelfile wordt verzonden naar de hechtregelaar 12 in een bijzondere volgorde welke bij voorkeur de gewenste productievolgorde van de door het 20 systeem 10 te verwerken producten representeert. In andere woorden kunnen de producten ontvangen worden door de posttafel 38 en doorgezonden worden naar de verpakkende uitrusting 40 volgens de volgorde aangeduid in de originele labelfile. De labelfile kan verzonden worden naar de 25 hechtregelaar 12 op een willekeurig aantal bewezen manieren zoals bijvoorbeeld een magnetische tape of diskette of door elk willekeurig ander bekend elektronisch middel. Belangrijk is dat de labelfile een identif icator omvat voor elk product dat verpakking behoeft. De hechtregelaar 30 12 kan elk type geschikte regelaar zijn welke algemeen bekend is aan de vakman, zoals een FCS 1000 of een FCS 2000 inktjetregelaar van Quad/Tech, Inc., of Sussex, Wisconsin, welke in het bijzonder geschikt is voor gebruik volgens de onderhavige uitvinding.

35 Nadat de hechtregelaar 12 de originele labelfile ontvangt scant de verpakkerregelaar 34 de originele labelfile zoekend naar verpakkeridentificatoren om te bepalen 1015445 11 welke producten verpakking behoeven. De verpakkerregelaar 34 kan eveneens elk type geschikte regelaar zijn welke algemeen bekend is aan de vakman. Echter zijn de regelaars welke hierboven geïdentificeerd zijn en beschikbaar zijn 5 van Quad/Tech in het bijzonder geschikt voor gebruik volgens het onderwerp van de uitvinding. De hechtregelaar 12 en de verpakkerregelaar 34 zouden in staat moeten zijn om elektronisch met elkaar te communiceren. Wanneer de verpakkerregelaar 34 de originele labelfile gevonden in de 10 hechtregelaar 12 scant, creëert de verpakkerregelaar 34 een zusterlabelfile (vak 48) . De zusterlabelfile omvat de informatie voor die producten van de originele labelfile waarvan het de bedoeling is dat ze verpakt worden.

Nadat de verpakkerregelaar 34 de zusterlabelfile 15 genereert, genereert de verpakkerregelaar 34 eveneens een loopfile welke sequentieel in een lijst de volgorde van de producten zoals ze geassembleerd zullen worden in de assemblagelijn 14 (vak 50) vermeldt. Zoals verder hieronder uitgelegd zal worden houdt de loopfile rekening met de 20 accumulatie van de producten in de voor- en na-bufferzo-nes. De volgorde van de producten in de loopfile correleert bij voorkeur dus niet met de volgorde van de producten in de originele labelfile. Wanneer de loopfile eenmaal gegenereerd is en de verpakkerregelaar 34 communiceert met 25 de hechtregelaar 12 begint het vervaardigingsproces (vak 52) .

De hechtregelaar 12 regelt het assemblageproces van de individuele producten wanneer de producten door de assemblagebewerking 42 bewegen. Het eerste gedeelte van 30 het vervaardigingsproces omvat het assembleren van de producten in de assemblagelijn 14 welke is gemaakt van een collationeringlijn en/of een bindlijn zoals getoond in figuur 1. De producten worden geassembleerd in de assemblagelijn 14 volgens de volgorde aangeduid in de loopfile. 35 Eén of meer printertoevoerinrichtingen 54 kunnen gepositioneerd zijn langs de assemblagelijn 14 om selectief invoegsels/"onserts" toe te voeren zoals facturen, 1 0 1 5445 12 reclamemateriaal etcetera in de geselecteerde producten of magazines zoals welbekend in de stand van de techniek. Eén of meer inktjeteenheden of printers 56 kunnen eveneens gepositioneerd zijn langs de assemblagelijn 14 om selec-5 tief te printen op individuele signaturen wanneer de signaturen langs de inktjeteenheden 56 lopen zoals eveneens welbekend is uit de stand van de techniek. Data van de originele labelfile zal identificeren welke producten invoegsels/"onserts" ontvangen of selectief bedrukt wor-10 den. De hechtregelaar 12 zal elektronisch communiceren met de printertoevoerinrichtingen 54 en/of inktjeteenheden 56 en/of andere soortgelijke inrichtingen om te identificeren wanneer selectief invoegen/"onserting" of bedrukken gewenst is voor een gegeven product dat geassembleerd wordt. 15 Nadat individuele signaturen zijn geassembleerd tot gecollationeerde producten worden de producten gebonden door een binder of hechter 16. Wanneer gebonden, worden de individuele producten door de trimmer 18 gezonden. Zoals in het algemeen begrepen wordt door de vakman 20 functioneert de trimmer 18 om overtollig materiaal van elk product te trimmen of te snijden en poogt om één pagina van het product te doen aansluiten bij de volgende.

Na de trimmer 18 is een sensor samenstel 59 geschikt gepositioneerd bij of rond verwijzingscijfer 60 om 25 te bepalen of elk product acceptabel is om verder te gaan door het verwerkingssysteem 10 (vak 62) . De sensor van het sensorsamenstel, ook een kort boekoog genoemd, kan een elektronische sensor, een infraroodsensor of elk ander type sensor zijn waarin bij voorkeur een emitter en een 30 ontvanger worden gebruikt. Wanneer na getrimd te zijn een product niet goed geschikt is of bijvoorbeeld te kort of te lang is zal het sensorsamenstel 59 aanduiden dat het product onacceptabel is verder te gaan door het verwerkingssysteem 10. Typisch werkt het sensorsamenstel op zo 35 een manier dat wanneer de emitter en de ontvanger van het sensorsamenstel tegelijkertijd geblokkeerd zijn het product gewoonlijk acceptabel is. Wanneer de sensorogen niet 1 0 1 5445 13 tegelijkertijd geblokkeerd zijn is het product gewoonlijk niet in een conditie om verder te gaan.

Wanneer het product acceptabel is bij sensors-amenstel 59 wordt een signaal door het sensorsamenstel 59 5 gezonden naar de hechtregelaar 12 zodat een afleidpoort (niet getoond) gepositioneerd langs de trimmerlijn 64 bij of rond verwijzingscijfer 66 geopend wordt en het product in de grijptransporteur 20 of grijptransporteur 1 geleid wordt zodat het product verder kan gaan door het verwer-10 kingssysteem 10 (vak 68) . Wanneer het product niet acceptabel is bij sensorsamenstel 59 wordt een signaal door het sensorsamenstel 59 gezonden naar de hechtregelaar 12 zodat de afleidpoort gesloten wordt en het product verwijderd wordt uit het verwerkingssysteem 10 door geschikte uit-15 werpmechanismen (niet getoond) (vak 70) . De hechtregelaar 12 communiceert elektronisch met de afleidpoort, de poort instruerend te openen of sluiten zoals benodigd.

Er zijn vele verschillende configuraties van assemblagelijnen, printertoevoerinrichtingen, inktjet-20 eenheden, hechters, trimmers, sensoren en afleidpoorten bekend aan de vakman welke direct verkrijgbaar zijn van talrijke commerciële bronnen en welke in staat zijn tot gebruik volgens de principes van de onderhavige uitvinding. De wijze van assembleren, invoegen, printen, binden 25 en trimmen van de producten is welbekend in de stand van de techniek en speelt onafhankelijk geen belangrijke rol bij de onderhavige uitvinding.

Opgemerkt moet worden dat de assemblagebewerking 42 bewaakt kan worden voor het optreden van fouten op elk 30 willekeurig aantal bekende manieren. Sensors of codeeror-ganen kunnen gelegen zijn op strategische plaatsen in de assemblagebewerking 42 en/of verpakkende bewerking 44 om de aanwezigheid van acceptabele of niet acceptabele producten op te sporen. De regelaars 12 en 34 zullen communi-35 ceren met de geschikte mechanismen om een niet acceptabel product op een gekozen plaats te verwijderen.

Verdergaand door het systeem 10 worden producten 101 ü 4 i 3 14 die de afleidpoort in de trimmerlijn 64 passeren opgenomen door de greeptransporteur 20 welke de assemblagebewerking 42 met de algehele verpakkende bewerking 44 verbindt. De greeptransporteur 2 0 kan elk type transporteur zijn ge-5 schikt voor gebruik volgens de principes van de onderhavige uitvinding welke algemeen bekend is aan de vakman en direct beschikbaar is uit talrijke commerciële bronnen. Echter is een enkele-kopie greeptransporteur zoals een NP-200 verkrijgbaar bij Heidelburg Finishing Systems, Ine., 10 of Dayton, Ohio, geschikt voor gebruik volgens de onderhavige uitvinding. Op dit punt zullen producten verder gaan door het systeem 10 met of de ruggegraat/rug voorop of de kop/voet voorop door de rest van het systeem 10. De originele labelfile omvat gecodeerde informatie welke de hecht-15 regelaar 12 zal informeren of de producten in een set producten zullen voortbewegen met de ruggegraat/rug voorop of de kop/voet voorop door de verpakkende bewerking 44. Gebaseerd op deze informatie zal de hechtregelaar 12 de greeptransporteur 20 instrueren hoe de producten verder 20 zullen gaan door het systeem 10 (vak 72).

Bij voorkeur zullen voor een gegeven set producten alle producten met of de ruggegraat/rug voorop of de kop/voet voorop door de verpakkende bewerking 44 lopen, niet een combinatie van de twee. Zoals getoond werpt de 25 greeptransporteur 20 de producten af of bij punt A of bij punt B. Wanneer de producten met de kop/voet voorop door het systeem 10 moeten lopen worden de producten afgeworpen bij punt A op de afwerptafel 24 (vak 74) . Wanneer de producten met de ruggegraat/rug voorop door het systeem 10 30 moeten lopen worden de producten afgeworpen bij punt B op de toevoertransporteur 22 (vak 76) . De afwerptafel 24 kan een "lugged" transporteur zijn welke algemeen bekend is aan de vakman en commercieel verkrijgbaar is uit talrijke bronnen. De toevoertransporteur 22 kan elk willekeurig 35 type transporteur zijn geschikt voor gebruik volgens de principes van de onderhavige uitvinding, zoals een "lugged" transporteur van het zelfde type als de afwerptafel 10 1 544 5 24.

15

Wanneer de producten langs de toevoertranspor-teur 22 bewegen moet bepaald worden of het de bedoeling is dat een product verpakt wordt of niet (vak 78). De zuster-5 labelfile identificeert welke producten in de stroom van producten bestemd zijn voor de verpakker 30. De verpakker-regelaar 34 volgt de positie van elk product welke langs de toevoertransporteur 22 beweegt door het bij voorkeur gebruiken van een conventioneel codeerorgaan 79 gepositio-10 neerd langs de transportlijn 22. De verpakkerregelaar 34 zal de verpakker omlooptransporteur 36 instrueren welke producten uit de stroom producten moeten worden genomen en welke producten moeten worden doorgelaten. Hoewel niet getoond kan een afleidpoort gepositioneerd zijn bij of 15 rond verwijzingscijfer 77 om die producten die niet bestemd zijn voor de verpakker 3 0 in de langs de verpakker omleidende transporteur 36 te leiden.

Wanneer een product niet verpakt hoeft te worden wordt dat product opgenomen door de langs de verpakker o-20 mleidende transporteur 36. Wanneer een product verpakt moet worden wordt dat product naar het verpakkingssamen-stel 26 (vakken 8 0 en 82) geleid. Die producten welke in de langs de verpakker omleidende transporteur 36 of grijp-transporteur 2 geleid zijn zullen uiteindelijk geleverd 25 worden aan de posttafel 38 zoals verder hieronder uitgelegd zal worden. De langs de verpakker omleidende transporteur 3 6 kan elk type transporteur zijn geschikt voor gebruik volgens de principes van de onderhavige uitvinding. Echter een transporteur zoals een greeptransporteur 30 20 is geschikt voor gebruik volgens de onderhavige uitvin ding.

Het eerste gedeelte van het verpakkersamenstel 26 omvat een eerste afleidtransporteur 84, de voorverpak-ker accumulerende transporteur 28, en een tweede afleid-35 transporteur 86. De voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 of accumulerende transporteur nummer 1 omvat bij voorkeur twee verbinders, een bovenste * 0 I O H · j- 16 transporteurverbinder 88 en een onderste transporteurver-binder 90. Het doel van het verschaffen van ten minste twee verbinders zal hieronder meer volledig uitgelegd worden. Overwogen wordt dat de voor de verpakker geplaats-5 te accumulerende transporteur 28 een indexerende transporteur omvat welke samenwerkt met een koppelingssamenstel om een cel of een gleuf te indexeren of telkens één cel voort te bewegen zoals benodigd, of wanneer een product geplaatst wordt om afgeleverd te worden aan de transpor-10 teur 28. De eerste afleidinrichting of afleidtransporteur 84 is direct stroomopwaarts gelegen van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28. De afleidtransporteur 84 leidt producten in één of de andere van de verbinders 88 en 90 afhankelijk van welke verbinder 88 of 15 90 producten accepteert.

Direct stroomafwaarts van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 bevindt zich de tweede afleidinrichting of afleidtransporteur 86. Deze afleidtransporteur 86 transporteert producten van één of 20 de andere van de verbinders 88 en 90 in het tweede gedeelte van het verpakkersamenstel 26 of verpakker 30 afhankelijk van welke verbinder 88 of 90 producten leegt. De afleidinrichtingen kunnen elk algemeen bekend afleidsamen-stel zijn maar afleidtransporteurs ontworpen om een enkele 25 stroom producten te scheiden in een meervoud van stromen producten of een meervoud van stromen producten te combineren in een enkele stroom producten zijn bijzonder geschikt voor gebruik volgens de principes van de onderhavige uitvinding. De algehele samenwerking tussen de afleid-30 transporteurs 84 en 86, voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 en de verpakker 30 zal hieronder vollediger worden vermeld.

In een typisch vervaardigingsproces worden producten geassembleerd, gebonden en getrimd met een 35 snelheid van ongeveer 200-300 producten per minuut. De snelheid van de hechter 16 of assemblagebewerking 42 bepaalt in het algemeen de snelheid waarmee producten 1015445 17 worden geassembleerd, gebonden en getrimd. De greeptrans-porteur 20, de afwerptafel 24, de toevoertransporteur 22, de langs de verpakker omleidende transporteur 36, de afleidtransporteur 84, de afleidtransporteur 92 (hieronder 5 beschreven), en de posttafel 38 werken bij voorkeur met dezelfde snelheid als de hechter 16 of assemblagebewerking 42. Bij voorkeur valt de snelheid van de verbinder 88 of 90 welke producten accepteren samen met de snelheid van de hechter 16 of assemblagebewerking 42 (vak 94) . Op deze 10 manier zullen successievelijke producten welke de toepasselijke verbinder 88 of 90 in gaan niet botsen met elkaar. Wanneer botsing zou optreden zou dit het gehele systeem 10 kunnen doen verstoppen wat zou vereisen dat het systeem 10 gestopt wordt om de verstopping op te heffen.

15 Zoals verder uitgelegd zal worden is slechts één verbinder 88 of 90 geschikt om producten op een bepaald tijdstip te accepteren. Verpakkerregelaar 34 zendt een signaal naar afleidtransporteur 84 om de afleidtransporteur 84 te instrueren naar welke verbinder 88 of 90 hij 20 producten dient te leiden. Producten bestemd voor de verpakker 30 worden toegevoerd in de geselecteerde verbinder 88 of 90 voor zo lang als de geselecteerde verbinder 88 of 90 additionele accumulerende ruimte heeft (vak 96) . Wanneer de verbinder 88 of 90 producten accepteert zal de 25 verbinder 88 of 90 de volgende open cel indexeren totdat de verbinder 88 of 90 vol is (Vak 98) . Een scanner zoals een scanner welke een emitter en een ontvanger gebruikt welke algemeen bekend is aan de vakman en gemakkelijk verkrijgbaar van talrijke commerciële producenten, kan 30 passend gepositioneerd zijn langs de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 om een signaal te zenden naar de verpakkerregelaar 34 wanneer de verbinder 88 of 90 welke producten accepteert vol is.

Wanneer bekend wordt dat de verbinder 88 of 90 35 welke producten accepteert vol is, zendt de verpakkerregelaar 34 een signaal naar de af leidtransporteur 84 om de afleidtransporteur 84 te instrueren om de volgende lijn 1 ά 1 r J 41 ίκ ’ w s. xi -»· 4 18 producten in de andere of lege verbinder 88 of 90 (vak 100) te leiden. Deze voorheen lege verbinder 88 of 90 gaat door met het accepteren van producten voor zo lang het additionele accumulerende ruimte heeft of totdat het vol 5 is en dan wisselt de afleidtransporteur 84 weer op dezelfde wijze als hierboven om de volgende lijn producten af te leiden in de andere of nu lege verbinder 88 of 90. Bij voorkeur leegt wanneer één verbinder 88 of 90 producten accepteert, de andere verbinder 88 of 90 producten in de 10 verbinder 30.

Wanneer verbinder 88 of 90 vol is en een signaal gezonden is naar de verpakkerregelaar 34 zendt de verpak-kerregelaar 34 een signaal naar de volle verbinder 88 of 90 om de snelheid van de volle verbinder 88 of 90 te 15 veranderen om de snelheid van de verpakker 30 te volgen (vak 102). Voor dezelfde redenen dat de verbinder 88 of 90 welke producten accepteert met dezelfde snelheid moet lopen als de hechter 16 of assemblagebewerking 42, zou de verbinder 88 of 90 welke producten aan de verpakker 30 20 toevoert met dezelfde snelheid moeten lopen als de verpakker 30. In het algemeen zal een verpakker 30 niet zo snel lopen als een hechter 16 of assemblagebewerking 42. De verpakkers 88 en 90 van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 worden dus bij voorkeur 25 onafhankelijk aangedreven om met verschillende snelheden te lopen omdat de verpakker 30 in het algemeen op een andere snelheid werkt dan de assemblagebewerking 42.

Wanneer de snelheid van de volle verbinder 88 of 90 veranderd is om overeen te komen met die van de verpak-30 ker 30 wordt de volle verbinder 88 of 90 gezet om producten te leveren aan de verpakker 30 en kan het verpakkende proces beginnen (vak 104) . De verpakker 30 kan elk type verpakker zijn bekend aan de vakman welke verenigbaar is met de principes van het onderwerp van de uitvinding. De 35 verpakker 30 brengt in het algemeen een transparante plastic film of papierverpakking of bandverpakking, etcetera, aan om elk product welke gezonden is naar het ver- 10 1 544 5 19 pakkersaraenstel 26. De verpakker 30 zou in staat moeten zijn rondom elk product een kunststofachtige of papierachtige beschermende film of verpakking te omwikkelen, doorsnijden, verwarmen en af te sluiten. Eén zo een verpakker 5 welke geschikt is voor gebruik volgens de onderhavige uitvinding is een L80-750 poly-verpakker, verkrijgbaar bij Sitma U.S.A. Corp., van St. Paul, Minnesota.

Een kenmerk van de onderhavige uitvinding is een aantal producten door de verpakker 30 te zenden, bij 10 voorkeur de een na de ander in plaats van de producten intermitterend door een verpakker te zenden. Het kunststof filmverpakkermateriaal gebruikt door een verpakker kan moeilijk te beheersen zijn zoals beaamd kan worden door de vakman. Het verpakkingsmateriaal is erg dun en extreem 15 kwetsbaar. Daarom is het wenselijk de spanning van het verpakkingsmateriaal te regelen. Een continue verpakkende bewerking of ten minste een verpakkende bewerking welke werkt om sets van een meervoud van producten op een continue wijze te verpakken leidt tot betere controle over het 20 verpakkingsmateriaal ten opzichte van een intermitterende bewerking. Ook gebruiken verpakkers gewoonlijk messen om het verpakkingsmateriaal te snijden en verhitters om de film of kunststof of kleefmiddel te verhitten om het verpakkingsmateriaal af te dichten. De temperatuur van de 25 messen en verhitters beïnvloedt de algehele werking van een verpakker. Het continu of ten minste continu over perioden bedrijven van een verpakker staat betere controle toe over de temperaturen van de messen en verhitters waardoor de werking van een verpakker verder verbeterd 3 0 wordt.

Langs de verpakkerlijn 106 en/of de verpakkerom-looplijn 108 kunnen één of meer inkt jet eenheden 110 en/of één of meer printertoevoerinrichtingen 112 soortgelijk aan die zoals hiervoor beschreven met betrekking tot de assem- 35 blagelijn 14 gepositioneerd zijn. Additioneel kunnen eveneens toevoervakken 114 langs de verpakkerlijn 106 gepositioneerd zijn. Toevoervakken 114 zijn algemeen t Π ? .·' . ,'·! r > \.J ’j .. V ···.

20 bekend aan de vakman en zijn gemakkelijk verkrijgbaar van talrijke bronnen. De inktjeteenheden 110 en/of printer-toevoerinrichtingen 112 kunnen een product verpersoonlijken met een invoegsel of een "onsert" zoals een factuur.

5 De toevoervakken 114 kunnen eveneens een product verpersoonlijken met een invoegsel of een "onsert" zoals een reclameproduct welke een CD-ROM schijf of iets dergelijks kan omvatten. Wanneer een invoegsel in of een "onsert" op een afzonderlijk product geplaatst wordt is het belangrijk 10 om het invoegsel of het "onsert" op de correcte positie in of op het product te plaatsen. Een niet goed geplaatst invoegsel of "onsert" kan het verpakkingsproces nadelig beïnvloeden zoals beaamd kan worden door de vakman.

Het continue verpakkingsproces volgens de onder-15 havige uitvinding helpt de goede plaatsing van een invoegsel of een "onsert" te handhaven ten opzichte van de stop en startverpakkingswerkwijze volgens de stand van de techniek. Zoals bekend uit de stand van de techniek zijn sommige van de lagen gevonden op bepaalde producten zoals 20 magazines glanzend en/of glad. Wanneer een invoegsel of een "onsert" zoals een CD-ROM schijf geplaatst wordt in of op een product kan de intermitterende beweging van verpakkerssystemen volgens de stand van de techniek veroorzaken dat het invoegsel of het "onsert" van of uit het product 25 geschud wordt of ten minste verschoven raakt van de originele positie. De soepele continue werkwijze van de verpakker 30 volgens de onderhavige uitvinding minimaliseert de onwenselijke resultaten dat een invoegsel of een "onsert" van of uit een product valt of naar een ongewenste plaats 30 op of in het product verschuift.

De verbinder 88 of 90 welke producten levert aan de verpakker 30 gaat door met het leveren van producten aan de verpakker 3 0 tot dat tijdstip dat de verbinder 88 of 90 leeg is (vak 116) . Wanneer de verbinder 88 of 90 35 volledig geleegd is kan een scanner, zoals de scanner hiervoor beschreven met betrekking tot aanduiding of de verbinder 88 of 90 vol is, geschikt gepositioneerd worden 1 0 1 5445 21 langs de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 om een signaal naar de verpakkerregelaar 34 te zenden zodat de verpakkerregelaar 34 de snelheid van de nu geleegde verbinder 88 of 90 terug verandert naar de snel-5 heid van de hechter 16 of assemblagebewerking 42 zodat de nu geleegde verbinder 88 of 90 gereed is producten te accepteren wanneer de andere verbinder 88 of 90 vol is (vak 118) .

Zoals opgemerkt kunnen, wanneer de producten 10 door de verpakker 30 gaan, de producten selectieve invoeging, "onserting" of bedrukking ondergaan (vak 120) . Deze informatie wordt geregeld door de informatie in de origi-nale labelfile en gekopieerd naar de zusterlabelfile (vak 122). Nadat de verpakker 30 het product verpakt en de film 15 afgedicht wordt door de verpakker 30 bij een afdichtstaaf- sectie 124 worden de producten door een versnellersectie 126 en naar de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 32 of accumulerend transporteur nummer 2 geleid (vak 128) .

20 De na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 32 is een deel van een derde gedeelte van het verpakkersamenstel 26 welke eveneens een eerste afleidende transporteur 130 en de tweede afleidende transporteur 92 omvat. De na de verpakker geplaatste accumulerende trans-25 porteur 32 is soortgelijk aan de voor de verpakker, geplaatste accumulerende transporteur 28 en daarom omvat de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 32 bij voorkeur ten minste twee verbinders, een bovenste transporteurverbinder 132 en een onderste transporteurver-30 binder 134. Het paar afleidtransporteurs 130 en 92 werken samen met de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 32. Bij voorkeur zal, welke verbinder 88 of 90 van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 dan ook producten aan de verpakker 30 35 toevoert, de afleidtransporteur 130 producten in de corresponderende bovenste 132 of onderste 134 verbinder van de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur i r> -i - .·; ,i

3 ^ * O 4 4 O

22 32 leiden. Welke verbinder 132 of 134 ook wordt gevuld, de snelheid van die verbinder 132 of 134 zoals geregeld door de verpakkerregelaar 34 zal overeenkomen met die van de verpakker 30 (vak 136) . De verbinder 132 of 134 welke 5 producten accepteert zal doorgaan met het accepteren van producten zo lang als de geselecteerde verbinder 132 of 134 additionele accumulerende ruimte heeft (vak 138). Wanneer de verbinder 132 of 134 producten accepteert zal de verbinder 132 of 134 indexeren naar de volgende open 10 cel totdat de verbinder 132 of 134 vol is (vak 140).

Een scanner zoals de scanners beschreven met betrekking tot de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 kan geschikt gepositioneerd worden langs de na de verpakker geplaatste accumulerende trans-15 porteur 32 om een signaal te zenden naar de verpakkerrege-laar 34 wanneer de verbinder 132 of 134 welke producten accepteert vol is. Wanneer bekend wordt dat de verbinder 132 of 134 vol is zendt de verpakkerregelaar 34 een signaal naar de afleidtransporteur 130 om de afleidtranspor-20 teur 13 0 te instrueren de volgende lijn van verpakte producten in de andere of lege verbinder 132 of 134 te leiden (vak 142) . Deze vroegere lege verbinder 132 of 134 gaat door met het accepteren van producten zo lang het additionele accumulerende ruimte heeft of vol is en de 25 afleidtransporteur 130 wisselt dan weer op dezelfde wijze als hierboven om de volgende lijn producten af te leiden in de andere of nu lege verbinder 132 of 134. Bij voorkeur is wanneer één verbinder 132 of 134 producten accepteert, de andere verbinder 132 of 134 producten aan het legen 30 zoals verder uitgelegd zal worden.

Wanneer verbinder 132 of 134 vol is en een signaal gezonden is naar de verpakkerregelaar 34 zendt de verpakkerregelaar 34 een signaal naar de volle verbinder 132 of 134 om de snelheid van de volle verbinder 132 of 35 134 te veranderen om de snelheid van de hechter 16 of assemblagebewerking 42 te volgen (vak 144) . De volle verbinder 132 of 134 is nu gereed producten te leveren aan 1 01544 5 23 de posttafel 38 (vak 146). Zoals duidelijk zal moeten zijn worden de verbinders 132 en 134 bij voorkeur onafhankelijk aangedreven.

Totdat de volle verbinder 132 of 134 leeg is 5 (vak 148) levert de verbinder 132 of 134 selectief producten aan de posttafel 3 8 om de lege gleuven te vullen die gevonden worden in de stroom producten wanneer de verpakker omlooptransporteur 36 producten levert aan de posttafel 38 (vak 150) . Het verenigen van de producten van de 10 langs de verpakker omleidende transporteur 36 en de verpakker 30 bij de posttafel 38 zal hieronder verder uitgelegd worden met betrekking tot het hierin verschafte voorbeeld. Wanneer de verbinder 132 of 134 leeg is wordt bij voorkeur een signaal naar de verpakkerregelaar 34 15 gezonden door een scanner overeenkomstig aan die welke voor hierboven verschaft zijn zodat de verpakkerregelaar 34 de snelheid kan veranderen volgens commando van de nu lege verbinder 132 of 134 om terug te keren naar die van de verpakker 30 voor de hierboven vermelde redenen (vak 20 152) .

De posttafel 38 is soortgelijk aan de toevoer-transporteur 22 maar kan van elk type geschikte transporteur zijn voor gebruik volgens de onderhavige uitvinding. De producten zullen bewerkt worden langs de posttafel 38, 25 bij voorkeur volgens de volgorde verzonden in de originele labelfile. Dat wil zeggen dat bij voorkeur de verpakte producten welke door het verpakkersamenstel 26 lopen en de niet verpakte producten welke om het verpakkersamenstel 26 heen lopen door langs de langs de verpakker omleidende 30 transporteur 36 te lopen, gecombineerd worden bij de posttafel 38 volgens de volgorde van de originele labelfile. Wanneer de producten de posttafel 38 bereiken kan een sensorsamenstel, zoals het sensorsamenstel gepositioneerd langs de trimmerlijn 64, geschikt gepositioneerd worden 35 bij of rond verwijzingscijfer 154 om te bepalen of elk product acceptabel is om verpakt te worden voor verzending (vak 156) . Hoewel niet getoond kan een sensor zoals die i fi ‘i ' 2 .

• ^ ü U "S· 4 24 welke zojuist vermeld geschikt geplaatst worden langs de verpakkerlijn 106 om te bepalen of elk product zou moeten verder gaan op of zou moeten worden verwijderd van het verwerkingssysteem 10 in overeenstemming met de lessen van 5 de onderhavige uitvinding.

Wanneer het product acceptabel is bij de postta-fel 38 gaat het product verder naar de verpakkende uitrusting 40. Wanneer het product niet acceptabel is wordt het product afgeleid uit het verwerkingssysteem 10 en wordt 10 een generiek of vervangingsproduct toegevoerd op zijn plaats (vak 158) . Een generiek product of boektoevoerin-richting 160 bekend aan de vakman is gepositioneerd langs de posttafel 3 8 om een generiek product toe te voeren wanneer noodzakelijk. Hoewel niet getoond kan een generie-15 ke producttoevoerinrichting geschikt geplaatst worden langs de trimmerlijn 64 of elke andere passende positie om een generiek product toe te voeren wanneer een product wordt afgeleid van het systeem 10. De originele labelfile resultaten zullen samenvallen met de postproductie, zelfs 20 wanneer een generiek product benodigd is (vak 162).

Hoewel niet getoond kunnen inktjeteenheden, printertoevoerinrichtingen en/of toevoervakken gepositioneerd worden langs de posttafel 38 indien gewenst. In feite kan zulke uitrusting overal geplaatst worden langs 25 het systeem 10 afhankelijk van de gewenste productie.

Typisch wordt het uiteindelijke afleveradres op het product geplaatst langs de posttafel 38 maar kan het geplaatst worden op de binnenzijde van het verpakkingsmateriaal zodat een besteller door de verpakking heen kan 30 kijken om het adres te vinden.

De algehele inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding beschreven hebbend wordt om de uitvinding verder te illustreren een werkwijze volgens de uitvinding beschreven onder verwijzing naar de tabellen I-35 III. In dit voorbeeld omvat de productserie 200 magazines. Tabel I bestaat uit de originele labelfile voor 200 magazines en de informatie welke is gezonden naar de hechtre- 10 1 544 5 25 gelaar 12 (vak 46) waarbij: S# = volgordenummer van het magazine; WI = verpakkingsindicator, waar 0 aanduidt dat het magazine niet verpakt dient te worden en 1 aan-5 duidt dat het magazine verpakt dient te worden; BT = boektype welke geïdentificeerd kan worden met de nummers 1-6 welke verschillende boektypes identificeert, aangepast aan afzonderlijke klanten; en 10 WBT = verpakt boektype welke geïdentificeerd kan wor den met de letters A-D welke verschillende verpakte boektypes aangepast aan afzonderlijke klanten identificeren; 0 duidt aan dat het magazine niet verpakt dient te worden.

1 Ö 1 4 .¾ - 26 -TABEL 1

ORIGINELE LABEL FILE

S# KI BT WBT S# wi BT WBT S# WI BT WBT S# WI BT WBT

1 040 51 020 101 1 1 B 1S1 0 2 0 2 020 52 1 5 C 102 0 3 0 152 0 2 0

3 020 53 030 103 0 2 0 153 1 5 B

4 1 1 D 54 040 104 0 4 o 154 0 3 0 5 0 4 0 55 0 4 0 105 0 4 0 155 0 3 0 6 040 56 030 106 0 3 0 156 0 2 0 2 040 57 030 107 0 4 0 157 ' 0 2 0

8 030 58 1 1 C 108 0 4 0 1S8 1 i D

9 020 59 1 1 B 109 0 3 0 159 0 3 0 10 0 3 0 60 1 1 B 110 0 2 0 160 0 4 0 11 1 5 C 61 1 6 D 111 0 2 0 161 0 4 0

3-2 0 3 0 62 0 3 0 112 1 1 A 162 1 1 A

13 0 4 0 63 0 2 0 113 0 3 0 163 0 4 0 14 0 4 0 64 0 4 0 114 0 4 0 · 164 0 2 0 is 1 6 B 65 0 4 0 115 0 4 0 165 0 4 0 16 0 4 0 66 0 3 0 116 0 4 0 166 0 4 0

17 0 2 0 67 1 1 B 117 1 5 B 167 1 1 C

18 0 3 0 68 O 3 0 118 0 3 0 168 0 3 0 19 0 3 0 69 0 2 0 119 0 3 0 169 0 3 0 20 0 3 0 70 O 2 0 120 0 2 0 170 0 3 0 21 0 3 0 71 1 1 C 121 0 3 0 171 0 2 0

22 0 2 0 72 0 2 0 122 .0 4 0 172 1 1 C

23 0 2 0 73 0 4 0 123 0 2 0 173 0 3 0 24 0 4 0 74 0 4 0 · 124 1 1 D 174 0 4 0

25 1 1 A 75 1 S A 125 0 3 0 175 1 1 A

26 0 3 0 76 0 2 0 126 0 3 0 176 0 2 0 27 0 2 0 77 0 3 0 127 0 2 0 177 0 4 0

28 0 2 0 78 0 2 0 128 0 2 0 178 1 6 D

29 1 1 C 79 0 3 0 129 0 2 0 179 0 4 0

30 0 3 0 80 O 2 0 130 1 1 C 180 1 1 C

31 0 3 0 81 0 3 O- 131 0 3 0 181 0 3 0 32 0 4 0 82 O 3 0 132 0 3 0 182 0 2 0 33 0 4 0 83 0 3 0 133 0 3 0 183 0 2 0

34 0 4 0 84 1 S C 134 1 1 B 184 O 2 O

35 0 3 0 85 O 3 O 135 0 3 0 185 0 2 0 36 O 4 O 86 1 1 C 136 0 4 0 186 0 2 0 37 1 6 D 87 O 4 O 137 0 4 0 187 0 4 0 38 O 2 O 88 1 1 B 138 1 5 C 188 0 3 0 39 O 2 O 89 O 2 O 139 030 189 040

40 O 2 O 90 O 3 O 140 0 2 0 190 1 1 D

410 3 O 910 3 O 1410 4 O 1910 ï O

42 1 6 D 92 O 3 O 142 0 3 0 192 0 4 0 43 O 3 O 93 O 4 O 143 0 3 0 193 0 2 0

44 O 4 O 94 1 6 C 144 0 2 0 194 1 6 B

45 O 3 O 95 O 2 O 145 0 4 0 195 0 3 0 46 O 3 O 96 O 2 O 146 1 1 D 196 0 3 0 47 O 3 O 97 O 2 O 147 1 6 C 197 020 48 O 4 O 98 O 4 O 14 8 0 3 0 198 1 1 0 49 1 1 B 99 O 3 O 149 0 2 0 199 0 3 0 50 O 3 O 100 0 4 0 ISO 0 2 0 200 0 2 0 1015445 - 27 _

Opgemerkt wordt dat de originele label file additionele data zou kunnen bevatten betreffende elk product dan die getoond.

Tabel II bestaat uit de zuster label file gegene-5 reerd door de verpakker regelaar 34 (vak 48) waarin: S#' = zuster label volgordenummer van het magazine; WBT = verpakker boek type; en (OSN) = originele volgorde nummer (S#) van de originele label file

10 TABEL II

ZUSTER LABEL FILE

Sft' WBT (OSN) sa- WBT (OSN) S|_1 WBT (OSN) SU' WBT (OSN) 1 D (4) 11 B (59) 21 B (101) 31 D (158) 2 C (11) 12 B (60) 22 A (112) 32 A (162) 3 B (IS) 13 D (61) 23 B (117) 33 C (167) -i A (25) 14 B (67) 24 D (124) 34 C (172) 5 C (29) 15 C (71) 25 C (130) 35 A (17 S) S D (37) 16 A (75) 26 B (134) 36 D (178) 7 D (42) 17 C (34) 27 C (138) 37 C · (180) 3 B (49) 18 C (96) 28 D (1461 38 O (190) 9 C (52! 19 B (38) 29 C (147) 39 B (194) 10 C ( 58) 20 C (94) 30 3 (153) 40 0 (198)

Zoals uitgelegd identificeert de zuster label file welke magazines van de originele label file verpakt moeten worden. Veertig van de originele 200 magazines zijn dus 15 bedoeld om verpakt te worden.

Tabel III omvat de loopfile gegenereerd door de verpakker regelaar 34 (vak 50) waarin: RFS# = loopfile volgorde nummer van het magazine; PFS# = voor-loopfile volgorde nummer van het magazine 20 (dat is S# of (S#')); en OP# = productienummer van het magazine, welke correspondeert met het originele volgordenummer (S#) van de originele labelfile.

10 1 544 5 - 28 -

TABEL III LOOP FILE

*fS# PFS# OP# RFS# PFS# OP# RFS# PFS# OP# RFS# PFS# OP# 1 U) 4 SI 31 31 101 81 81 151 137 137 2 (2) 11 52 32 32 102 82 82 1S2 139 139 3 (3) 15 53 33 33 103 83 83 153 140 140 4 (4) 25 54 34 34 104 (37) 180 154 141 141 5 (5) 29 SS 35 35 105 85 85 155 142 142 6 (6) 37 SS 36 36 106 (38) 190 156 143 143 7 (7) 42 57 (26) 134 107 87 87 1S7 144 144 8 (8) 49 58 38 38 108 (39) 194 158 145 145 9 (9) 52 59 39 39 109 89 89 159 148 148 10 (10) 58 60 40 40 110 90 90 160 149 149 11 (11) 59 61 41 4 1 111 91 91 161 150 150 12 (12) 60 62 (27) 138 112 92 92 162 151 151 13 (13) 61 63 43 43 113 93 93 163 152 152 14 (14) 67 64 44 44 114 (40) 198 164 154 154 15 (IS) 71 65 45 4S 115 95 95 165 1SS 155 16 (16) 75 66 46 46 116 96 96 166 156 1S6 17 (17) 84 67 47 47 117 97 97 167 157 157 18 (18) 86 68 48 48 118 98 98 168 1S9 159 19 (19) 88 69 (28) 146 119 99 99 169 160 160 20 (20) 94 70 50 50 120 100 100 170 161 161 21 1 1 71 51 51 121 102 102 171 163 163 22 2 2 72 (29) 147 122 103 103 172 164 164 23 3 3 73 S3 53 123 104 104 173 165 165 24 (21) 101 74 54 54 124 105 105 174 166 166 2 S S 5 75 55 55 125 106 106 175 168 16 8 26 6 6 76 56 56 126 107 107 176 169 169 27 7 7 77 57 57 127 108 108 177 170 170 28 8 8 78 (30) 153 128 109 109 178 171 171 29 9 9 79 (31) 158 129 110 110 179 173 173 30 10 10 80 (32) 162 130 111 111 180 174 174 31 (22) 112 81 (33) 167 131 113 113 181 176 176 32 12 12 82 62 62 132 114 114 182 177 177 33 13 13 83 63 63 133 115 115 183 Π9 179 34 14 14 84 64 64 134 116 116 184 181 181 35 (23) 117 85 65 6S 135 118 118 185 182 182 36 16 16 86 66 66 136 119 119 186 183 183 37 17 17 87 (34) 172 137 120 120 187 184 184 36 18 18 88 68 68 138 121 121 188 185 185 39 19 19 89 69 69 139 122 122 189 186 186 40 20 20 90 70 70 140 123 123 190 187 187 41 21 21 91 (3 S) 175 141 125 125 191 188 188 42 22 22 92 72 72 142 126 126 192 189 189 43 23 23 93 73 73 143 127 127 193 191 191 44 24 24 94 74 74 144 128 128 194 192 192 4 5 (24) 124 95 (36) 178 145 129 129 19S 193 193 46 26 26 96 76 76 146 131 131 196 195 195 47 27 27 97 77 77 147 132 132 197 196 196 48 28 28 98 78 78 148 133 133 198 197 197 49 (25) 130 99 79 79 149 135 13S 199 199 199 50 30 30 100 80 BO ISO 136 136 200 200 200 1015445 29

Bij voorkeur is de originele labelfile in demografische adresvolgorde. Op deze wijze zal de uiteindelijke productie welke samenvalt met de originele labelfile in een volgorde zijn welke de maximale postkortingen toestaat 5 zoals hiervoor uitgelegd. De inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding assembleert de boeken niet in demografische volgorde zoals duidelijk zou moeten zijn onder verwijzing naar de loopfile welke representatief getoond is in tabel III. Het niet hoeven te assemble-10 ren van de boeken in demografische volgorde staat grotere f lexilibiliteit toe in het algehele systeem 10, in het bijzonder, het verpakkende samenstel 26, om verbeterde resultaten toe te staan.

Zoals hiervoor opgemerkt is een kenmerk van de 15 onderhavige uitvinding een verpakkingswerkwijze te verschaffen welke de algehele werking van de verpakker 30 verbetert. Als resultaat wordt wanneer het vervaardigings-proces begint (vak 52) een voorafbepaald aantal producten naar de voor de verpakker geplaatste accumulerende trans-20 porteur 28 gezonden. In dit voorbeeld is de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 28 geschikt om 20 producten te houden, 10 op de bovenste verbinder 88 en 10 op de onderste verbinder 90. Opgemerkt moet worden dat de voor de verpakker geplaatste accumulerende trans-25 porteur 28 aangepast kan worden om meer of minder dan 20 producten te houden afhankelijk van de omstandigheden in elk geval.

Met betrekking tot tabel II zijn er 40 magazines van de lijst van 200 magazines die verpakt moeten worden 3 0 in deze set producten. Met betrekking tot tabel III corresponderen de eerste 20 loopfile magazines met de eerste 20 te verpakken producten zoals geïdentificeerd in tabel II. De eerste 10 magazines van de loopfile worden dus naar de bovenste verbinder 88 van de voor de verpakker ge-35 plaatste accumulerende transporteur 28 gezonden (vakken 96 en 98) . Wanneer verbinder 88 vol is worden de volgende 10 magazines in verbinder 90 geleid (vak 100). Wanneer ver- ÏOI ”.U5 30 binder 90 zich vult leegt verbinder 88 zich door het doorzenden van de eerste 10 producten naar de verpakker 30 (vak 104) . De 10 magazines van verbinder 88 worden, recht achter elkaar, toegevoerd door de verpakker 30 en geleverd 5 aan verbinder 132 van de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 32 waar de producten worden verzameld tot dat tijdstip dat ze geleverd moeten worden aan de posttafel 38 (vak 128). Wanneer verbinder 88 geleegd is en het snelheidsregelingcommando veranderd is zoals hierboven 10 beschreven is verbinder 88 weer gereed om additionele producten te ontvangen nadat verbinder 90 vol is. Bij voorkeur zijn verbinders 132 en 134 ontworpen om hetzelfde aantal producten te accumuleren als verbinders 88 en 90.

Onder verwijzing naar tabel III is wanneer de 15 eerste 20 magazines naar de verpakker 30 gaan, het 21-ste loopfile magazine de volgende in de lijn. Zoals getoond in de loopfile lijst correspondeert het 21-ste loopfile magazine met het eerste originele labelfile magazine en daarom het eerste productie file magazine. Wanneer het 21-20 ste loopfile product door het systeem 10 gaat wordt het, omdat het niet verpakt dient te worden, opgenomen door de langs de verpakker omleidende transporteur 36. De 22-ste en 23-ste loopfile magazines corresponderen respectievelijk met de tweede en derde productiefile magazines, geen 25 van deze is bedoeld om verpakt te worden. Als resultaat worden de 22-ste en 23-ste magazines eveneens opgenomen door de langs de verpakker omleidende transporteur 36. het 24-ste loopfile magazine is aangewezen voor verpakken. Het zal dus de vooraf leeg gemaakte verbinder 88 ingaan. De 30 25-ste tot 30-ste loopfile magazines zullen de verpakker-omlooplijn 108 ingaan. Het 31-ste loopfilemagazine welke aangewezen is voor verpakken, zal de volgende positie ingaan in verbinder 88. Het 32-ste loopfile magazine tot de 34-ste loopfile magazines zullen de verpakkeromlooplijn 35 108 ingaan, enzovoorts.

Wanneer de 24-ste en de 31-ste loopfile magazines verwijderd worden uit de stroom producten op de trans- 1 0 1 544 5 31 portlijn 22 zal een opening gecreëerd worden in de stroom producten welke langs de verpakkeromlooplijn 108 lopen. Wanneer de 21-ste tot 23-ste loopfilemagazines afgezet worden op de posttafel (de eerste, tweede en derde produc-5 tiemagazines) correspondeert het vierde productiemagazine met een verpakt magazine zoals getoond in tabel I. Verwijzend naar tabel III correspondeert het vierde productiefΧίε magazine met het eerste loopfile magazine nu opgestapeld in de bovenste verbinder 132 van de na de verpakker 10 geplaatste accumulerende transporteur 32. Nadat het derde productiemagazine (dat is het 23-ste loopfile magazine) is af gezet op de posttafel 38 door de langs de verpakker o-mleidende transporteur 36 levert de na-accumulerende transporteur 32 het vierde productiemagazine (dat is het 15 eerste loopfile magazine) aan de posttafel 38 welke in lijn valt met de voorheen afgezette producten. Het eerste loopfile magazine zal afgezet worden in de opening gecre-eerd tussen de 23-ste en 25-ste loopfile magazines in de stroom producten welke langs de verpakker omlooplijn 108 20 liepen. Wanneer een nieuwe opening de posttafel 38 bereikt zal het toepasselijke bestemde product in de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur 32 geleverd worden aan de posttafel 38 om de opening te vullen.

Zoals nu begrepen wordt zal het 24-ste loopfile 25 magazine door het verpakkersamenstel 26 lopen en afgezet worden op de posttafel 38 wanneer productiemagazine 101 gepland is om af gezet te worden. Dit magazine zal een opening vullen gecreëerd tussen loopfile magazines 120 en 121. Zoals opgemerkt accepteert de verbinder 88 het 24-ste 30 loopfilemagazine en de volgende negen te verpakken magazi nes (RFS#'s 31, 35, 45, 49, 57, 62, 69, 72 en 78) voor het afleveren van deze producten aan de verpakker 30. Wanneer deze RFS#'s geleverd worden aan de verpakker 30 is verbinder 90 gereed de volgende tien te verpakken producten te 35 ontvangen (RFS#'s 79, 80, 81, 87, 91, 95, 104, 106, 108 en 114) . Het proces gaat verder totdat het laatste magazine is afgezet op de posttafel 38.

32

Ingezien zou moeten worden dat de onderhavige uitvinding de flexibiliteit van aanpassende signaturen in een bind- en verpakkingsysteem belangrijk verhoogt en magazines met verschillende typen aanpassing toestaat 5 geproduceerd te worden voor abonnees in een gegeven post-codegebied. Bijvoorbeeld kan het wenselijk zijn om naar één abonnee een niet verpakt magazine te zenden met persoonlijke berichten en zijn buur, een nieuw abonnee, een verpakt magazine te zenden met een coupon voor gratis/kor-10 ting koopwaar, een welkomstgroet en een monster van een vlak verpakt nieuw product zoals een compactdisk, een zakje shampoo, of iets soortgelijks. Anders dan systemen volgens de stand der techniek welke elke aangepaste publicatie apart verpakken van die publicaties gebonden in een 15 bindsysteem verschaft de onderhavige uitvinding verbeterde selectiviteit door het combineren van een bindlijn met een verpakkingslijn, wat tijd en geld bespaart door het verpakken van alleen voorgeselecteerde producten van een enkele stroom producten, maar biedt toch verdere aanpas-20 sing en optimale sortering.

»'*p ' ' E U b v-1 ^ -·

Claims (26)

1. Inrichting voor het verpakken van geselecteerde producten van een meervoud van producten, welke inrichting omvat: een voor de verpakker geplaatste accumulerende 5 transporteur geschikt om een voorafbepaald aantal van een geselecteerd meervoud van producten van een stroom producten te ontvangen en verzamelen; een verpakker voor het individueel verpakken van elk geselecteerd product met verpakkingsmateriaal, waarbij 10 de verpakker gepositioneerd is stroomafwaarts van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur zodat geselecteerde producten getransporteerd worden van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur naar de verpakker nadat de voor de verpakker geplaatste accumu-15 lerende transporteur het voorafbepaalde aantal geselecteerde producten verzamelt; en een na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur geschikt om de geselecteerde verpakte producten te ontvangen, waarbij de transporteur stroomafwaarts 20 gelegen is van de verpakker en de transporteur geschikt is om de geselecteerde verpakte producten te verzamelen voor verdere zending van de geselecteerde verpakte producten voor verdere bewerking.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 25 voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur een eerste verbinder en een tweede verbinder omvat.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij slechts één van de eerste en tweede verbinders op een bepaald tijdstip geselecteerde producten ontvangt en 30 verzamelt.

4. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij 1 ö 1 5445 slechts één van de eerste en tweede verbinders het vooraf-bepaalde aantal van geselecteerde producten transporteert naar de verpakker op een bepaald tijdstip.

5. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de 5 verbinders te bedrijven zijn met variabele snelheden.

6. Inrichting volgens conclusie 2, welke inrichting verder omvat: een afleidinrichting gepositioneerd stroomopwaarts van de voor de verpakker geplaatste accumulerende 10 transporteur voor het in de toepasselijke eerste of tweede verbinder leiden van producten.

7. Inrichting volgens conclusie 2 welke inrichting verder omvat: een afleidinrichting stroomafwaarts gepositio-15 neerd van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur en stroomopwaarts van de verpakker voor het leiden van producten in de verpakker van de toepasselijke eerste of tweede verbinder.

8. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij de na 20 de verpakker geplaatste accumulerende transporteur een eerste verbinder-en een tweede verbinder omvat.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij op een bepaald tijdstip slechts één van de eerste en tweede verbinders geselecteerde producten ontvangt en verzamelt.

10. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij slechts één van de eerste en tweede verbinders op een bepaald tijdstip de verpakte producten transporteert naar verder bewerkende uitrusting.

11. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de 30 verbinders te bedrijven zijn met variabele snelheden.

12. Inrichting volgens conclusie 8, welke inrichting verder omvat: een afleidinrichting stroomafwaarts gepositioneerd van de verpakker en stroomopwaarts van de na-accumu-35 lerende transporteur voor het leiden van producten in de toepaslijke eerste of tweede verbinder.

13. Inrichting volgens conclusie 8 welke inrich- 1. i ; :-λ - '< J «... > 'v * v V' ting verder omvat: een afleidinrichting gepositioneerd stroomafwaarts van de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur voor het leiden van producten van de toepas-5 lijke eerste of tweede verbinder naar verder bewerkende uitrusting.

14. Inrichting voor het verpakken van geselecteerde producten van een meervoud van producten, welke inrichting omvat: 10 een toevoertransporteur voor het continu bewegen van een stroom van een meervoud van producten langs een toevoerpad; een langs de verpakker omleidende transporteur gepositioneerd langs het toevoerpad geschikt om bepaalde geselecteerde producten van het toevoerpad te leveren aan 15 een verdere bewerkende bestemming; een voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur stroomafwaarts gelegen van het toevoerpad, welke transporteur geschikt is om een voorafbepaald aantal van een geselecteerd meervoud van producten te ontvangen 20 en verzamelen van een stroom producten; een verpakker voor het individueel verpakken van elk geselecteerd product geleverd aan de verpakker met verpakkingsmateriaal, welke verpakker stroomafwaarts gepositioneerd is van de voor de verpakker geplaatste 25 accumulerende transporteur zodat geselecteerde producten getransporteerd worden van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur naar de verpakker nadat de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur het voorafbepaalde aantal geselecteerde producten verzamelt; 3. een na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur geschikt om de geselecteerde verpakte producten te ontvangen, welke transporteur stroomafwaarts gelegen is van de verpakker en welke transporteur geschikt is om de geselecteerde verpakte producten te verzamelen voor 35 het doorzenden van de geselecteerde verpakte producten voor verdere bewerking; een verenigende transporteur stroomafwaarts 1 0 1 5445 gelegen van de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur voor het verenigen van de producten van de langs de verpakker omleidende transporteur en de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur zodat de 5 producten verder gaan langs een uitvoerpad naar verdere bewerkende uitrusting; en een regeleenheid voor het bepalen in een voorbewerkende stap welke producten verpakt zullen worden en daarom door de verpakker gaan en welke producten niet 10 verpakt moeten worden en daarom langs de langs de verpakker omleidende transporteur gaan.

15. Inrichting voor het verpakken van geselecteerde producten uit een veelvoud producten, welke inrichting omvat: een toevoertransporteur voor het continu 15 bewegen van een stroom van een meervoud producten langs een toevoerpad; een langs een verpakker omleidende transporteur die gepositioneerd is langs het toevoerpad en geschikt is om bepaalde geselecteerde producten van het toevoerpad te leveren aan een verdere verwerkingsbestem-20 ming; een verpakker voor het individueel verpakken van in de stroom producten geselecteerde producten; een vóór de verpakker geplaatste accumulerende transporteur met een eerste gedeelte en een tweede gedeelte, waarbij elk van het eerste gedeelte en het tweede gedeelte zich uitstrekt 25 van de toevoertransporteur naar de verpakker, waarbij de eerste en tweede gedeelten van de vóór de verpakker geplaatste accumulerende transporteur afwisselend werken zodat één van de eerste en tweede gedeelten werkt met de snelheid van de toevoertransporteur om de geselecteerde 30 producten te ontvangen van de toevoertransporteur en de andere van de eerste en tweede gedeelten werkt op de snelheid van de verpakker om de geselecteerde producten aan de verpakker te leveren; een na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur omvattende een eerste ge-35 deelte en een tweede gedeelte, waarbij elk van het eerste gedeelte en het tweede gedeelte zich uitstrekt van de verpakker naar de langs de verpakker omleidende transpor- Λ :> *· S ') ..i ·; ··* v> teur waarbij de eerste en tweede gedeelten van de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur afwisselend werken, zodat één van de eerste en tweede gedeelten werkt op de snelheid van de verpakker om de geselecteerde 5 producten van de verpakker te ontvangen en de andere van de eerste en tweede gedeelten werkt met de snelheid van de langs de verpakker omleidende transporteur om de geselecteerde producten te leveren aan de langs de verpakker o-mleidende transporteur; en een regeleenheid voor het in 10 een voor-verwerkende stap bepalen welke producten verpakt zullen worden en daardoor door de verpakker lopen en welke producten niet verpakt zullen worden en daardoor langs de langs de verpakker omleidende transporteur lopen.

16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij het 15 eerste gedeelte van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur een eerste verbinder is en het tweede gedeelte van de voor de verpakker geplaatste accumulerende transporteur een tweede verbinder is.

17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij 20 slechts één van de eerste en tweede verbinders op een gegeven tijdstip de geselecteerde producten ontvangt en verzamelt.

18. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij slechts één van de eerste en tweede verbinders op een 25 gegeven tijdstip de geselecteerde producten transporteert naar de verpakker.

19. Inrichting volgens conclusie 16, verder omvattende: een afleidinrichting welke stroomopwaarts gepositioneerd is van de voor de verpakker geplaatste 30 accumulerende transporteur voor het leiden van de producten in de toepasselijke eerste of tweede verbinder.

20. Inrichting volgens conclusie 16, verder omvattende: een afleidinrichting gepositioneerd stroomaf waarts van de voor de verpakker geplaatste accumulerende 35 transporteur en stroomopwaarts van de verpakker voor het leiden van producten in de verpakker vanuit de toepasselijke eerste of tweede verbinder. 1 0 1 5445

21. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur een eerste verbinder en een tweede verbinder omvat.

22. Inrichting volgens conclusie 21, waarbij 5 slechts één van de eerste en tweede verbinders op een gegeven tijdstip geselecteerde verpakte producten ontvangt en verzamelt.

23. Inrichting volgens conclusie 21, waarbij slechts één van de eerste en tweede verbinders op een 10 gegeven tijdstip de verpakte producten transporteert naar de transporteur.

24. Inrichting volgens conclusie 21, verder omvattende: een afleidinrichting welke stroomafwaarts gepositioneerd is van de verpakker en stroomopwaarts van 15 de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur voor het leiden van de producten in de toepasselijke eerste of tweede verbinder.

25. Inrichting volgens conclusie 21, verder omvattende: een afleidinrichting stroomafwaarts gepositio- 20 neerd van de na de verpakker geplaatste accumulerende transporteur voor het leiden van de producten van de toepasselijke eerste of tweede verbinder naar de transporteur.

26. Werkwijze voor het bewerken van producten 25 welke de stappen omvat van: (a) het invoeren van een eerste lijst met data aan een regelaar in een gewenste productievolgorde, welke data informatie omvat over elk product in een set te bewerken producten met informatie welke identificeert 30 welke producten van de set producten bedoeld zijn om verpakt te worden met verpakkingsmateriaal; (b) het bewerken van een tweede lijst van data uit de eerste lijst data, welke tweede lijst die producten die verpakt moeten worden identificeert van de eerste 35 lijst; (c) het bewerken van een bedrij fslijst uit de eerste en tweede lijsten met data, welke een volgorde f··, 'Ί ^ ij $ C! 3. t '.J *''i identificeert in welke de producten geassembleerd en getransporteerd moeten worden in de werkwijze voor het bewerken van producten, welke bedrijfslijst in verschillende sequentiële volgorde georganiseerd is als de eerste 5 lijst; (d) het assembleren van de producten in een assemblagelijn in sequentiële volgorde volgens de bedrijfslijst daardoor een enkele stroom van een meervoud van producten creërend; 10 (e) het continu bewegen van de stroom van het meervoud producten langs ten minste een eerste pad; (f) het verdelen van de producten in ten minste twee afzonderlijke stromen producten waarbij één stroom producten omvat welke niet verpakt zullen worden en de 15 andere producten omvat welke verpakt zullen worden; (g) het transporteren van de stroom niet te verpakken producten in een langs de verpakker omleidende transporteurinrichting welke de producten van deze stroom producten verder transporteert naar een verdere bestem- 2. ming; (h) het transporteren van de stroom te verpakken producten in een verpakkende inrichting welke de geselecteerde producten verpakt en de producten van deze stroom producten verder transporteert naar een verdere bestem- 25 ming; en (i) het verenigen van de verdeelde stromen producten in een enkele stroom producten in de volgorde zoals origineel aangeduid in de eerste lijst met data. -o-o-o-o-o-o-o-o-o- 30 1015445