NL1014990C2 - Samenstel van enerzijds een pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een terugslagklep. - Google Patents
Samenstel van enerzijds een pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een terugslagklep. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1014990C2 NL1014990C2 NL1014990A NL1014990A NL1014990C2 NL 1014990 C2 NL1014990 C2 NL 1014990C2 NL 1014990 A NL1014990 A NL 1014990A NL 1014990 A NL1014990 A NL 1014990A NL 1014990 C2 NL1014990 C2 NL 1014990C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- pipe
- tube
- sector
- pipe part
- valve
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K15/00—Check valves
- F16K15/02—Check valves with guided rigid valve members
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K15/00—Check valves
- F16K15/02—Check valves with guided rigid valve members
- F16K15/03—Check valves with guided rigid valve members with a hinged closure member or with a pivoted closure member
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K27/00—Construction of housing; Use of materials therefor
- F16K27/02—Construction of housing; Use of materials therefor of lift valves
- F16K27/0209—Check valves or pivoted valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J11/00—Devices for conducting smoke or fumes, e.g. flues
- F23J11/02—Devices for conducting smoke or fumes, e.g. flues for conducting smoke or fumes originating from various locations to the outside, e.g. in locomotive sheds, in garages
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23L—SUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
- F23L11/00—Arrangements of valves or dampers after the fire
- F23L11/005—Arrangements of valves or dampers after the fire for closing the flue during interruption of burner function
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J2211/00—Flue gas duct systems
- F23J2211/20—Common flues for several combustion devices
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J2213/00—Chimneys or flues
- F23J2213/70—Safety arrangements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Valve Housings (AREA)
Description
Samenstel van enerzijds een pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een terugslagklep.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel van enerzijds een 5 pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een terugslagklep.
Wanneer men meerdere verbrandingsinstallaties, zoals centrale verwarmingsin-stallaties of in meer algemene zin warmwaterinstallaties, op een gemeenschappelijke rookgasafvoer aansluit, dan kunnen zich problemen voordoen wanneer niet alle verbrandingsinstallaties in bedrijf zijn. Wanneer één van de verbrandingsinstallatie niet in 10 bedrijf is, bestaat er de kans dat rookgassen vanuit het gezamenlijke rookgasafvoerka naal via de rookgasafvoervoorziening van de desbetreffende buiten bedrijf zijnde verbrandingsinstallatie die verbrandingsinstallatie in stromen. Wanneer het een zogenaamd gesloten systeem is waarbij de verbrandinginstallaties met z'n allen op een gezamenlijke verbrandingsluchttoevoer zijn aangesloten, dan kan dit tot gevolg hebben dat de 15 rookgassen, die de buiten bedrijf zijnde verbrandingsinstallatie ingestroomd zijn, via de luchttoevoervoorziening van die verbrandingsinstallatie in het gezamenlijke lucht-toevoerkanaal terechtkomen en vervolgens via dat gezamenlijke luchttoevoerkanaal toegevoerd worden naar de in bedrijf zijnde verbrandingsinstallaties. Het moge duidelijk zijn dat dit ongunstig is voor de bedrijfsvoering van die in bedrijf zijnde verbran-20 dingsinstallaties. Wanneer het een zogenaamd open systeem betreft, bestaat het risico dat de ruimte waar de buiten bedrijf zijnde verbrandingsinstallatie staat opgesteld met rookgassen gevuld, raakt hetgeen tot gevaarlijke situaties, kan leiden. Indien de verbrandingsinstallaties in een gezamenlijke ruimte staan opgesteld, dan bestaat er bovendien de mogelijkheid dat de in bedrijf zijnde verbrandingsinstallaties in plaats van be-25 trekkelijk schone lucht met rookgassen verontreinigde lucht gaan aanzuigen.
Dit terugstromen, dat wil zeggen het vanuit een gemeenschappelijk rookgasafvoerkanaal een buiten bedrijf zijnde verbrandingsinstallatie instromen van rookgassen, is tegen te gaan door de rookgasafvoer van elke verbrandingsinstallatie, nog voor aansluiting hiervan op de gemeenschappelijke rookgasafvoer, te voorzien van een terug-30 slagklep. Probleem hierbij is echter dat dit ofwel dient te gebeuren door het inbouwen van een terugslagklep in de verbrandingsinstallatie zelf, ofwel door het verbindingska-naal tussen de verbrandingsinstallatie en de gemeenschappelijke rookgasafvoer ingrijpend aan te passen. Nadeel van de eerst oplossing is dat een dergelijke terugslagklep bij 1014990 2 verbrandingsinstallaties die zijn aangesloten op een voor die installatie afzonderlijke rookgasafvoer in het geheel niet nodig zijn. Een dergelijke terugslagklep standaard meeleveren bij ook dergelijke verbrandingsinstallaties is onpraktisch, daar de terugslagklep als zodanig een object van storingen kan zijn en dan in de verbrandingsinstal-5 laties ingebouwd en slecht toegankelijk is. Bovendien leidt het standaard inbouwen van een terugslagklep in de verbrandingsinstallaties tot meer kosten die lang niet bij alle verbrandingsinstallaties nodig zijn. Het aanpassen van het verbindingskanaal tussen de verbrandingsinstallatie en de gemeenschappelijke rookgasafvoer stuit eveneens op bezwaren, daar het zal leiden tot het gebruik van speciaal ontworpen en vervaardigde ver-10 bindingskanalen. Dit is uit kosten- overwegingen en voorraadoverwegingen buitengewoon onpraktisch. Een verder probleem van speciaal ontwikkelde verbindingskanalen is dat dit weer afwijkende wijzen van installatie en plaatsing van de verbindingskanalen met zich mede zal brengen.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een oplossing voor 15 voomoemde problematiek met behulp van een terugslagklep waarbij het aantal speciale onderdelen tot een minimum beperkt wordt.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een samenstel van enerzijds een pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een terugslagklep, waarbij de terugslagklep geheel in het pijpdeel opneembaar is, een buisachtig lichaam met een klepzitting om-20 vat en een ten opzichte van de klepzitting beweegbaar kleporgaan omvat, waarbij het buisachtige lichaam, althans een gedeelte daarvan, een uitwendige omtreksvorm en uitwendige omtreksafmetingen heeft, welke in wezen overeenkomen met de inwendige omtreksvorm en omtreksafmetingen van het pijpdeel, althans een bevestigingszone van dat pijpdeel, zodanig dat het buisachtige lichaam in wezen vormsluitend in dat pijpdeel 25 past.
Door de terugslagklep geheel in het pijpdeel opneembaar uit te voeren en het buisachtige lichaam, althans een gedeelte daarvan, uitwendige omtreksdimensies te geven die in wezen overeenkomen met de inwendige omtreksdimensies van het pijpdeel, althans een zone daarvan waar de terugslagklep bevestigd moet worden of is, 30 wordt het mogelijk te volstaan met één extra onderdeel, namelijk de terugslagklep, terwijl het pijpdeel een ook als gewoon conventioneel bruikbaar pijpdeel kan zijn. De bevestiging van de terugslagklep in dat pijpdeel kan bijvoorbeeld door middel van lijm of een ander kleefmiddel gebeuren om de vormsluitende passing tussen het buisachtige 1014990 3 lichaam van de terugslagklep en de bevestigingszone van het pijpdeel te fixeren, maar ook is het niet alleen denkbaar maar ook zeer voordelig om het buisachtige lichaam met een klempassing in het pijpdeel, althans de bevestigingszone daarvan, te bevestigen. Ook een bevestiging van de terugslagklep aan het pijpdeel door een kracht- gesloten 5 passing van het buisachtige lichaam in het pijpdeel, althans een bevestigingszone daarvan, behoort tot de mogelijkheden. Alhoewel het pijpdeel een al bekend standaard pijpdeel kan zijn, kan het van voordeel zijn, bijvoorbeeld met het oog op de bevestiging van de terugslagklep in het pijpdeel, om het pijpdeel specifiek voor dit doel in ontwerp aan te passen. Aanpassing van het pijpdeel zal dan bij voorkeur zodanig zijn 10 dat dit pijpdeel ook als gewoon conventioneel pijpdeel los van een terugslagklep bruikbaar is.
Echter, volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding zullen de inwendige dimensies, zoals de inwendige omtreksvormen en de inwendige omtreksaf-metingen, van het pijpdeel vooraf bepaald zijn, en zullen de uitwendige dimensies, zo-15 als de uitwendige omtreksvorm en de uitwendige omtreksafmetingen, van het buisachtige lichaam zijn aangepast aan die vooraf bepaalde inwendige omtreksdimensies van het pijpdeel. Onder voorafbepaald wordt hierbij in het bijzonder verstaan conventioneel of standaard. Bij voorkeur zal overeenkomstig de uitvinding het pijpdeel als zodanig een vooraf bepaald, dus conventioneel of standaard, pijpdeel zijn.
20 Overeenkomstig een met het oog op in het bijzonder de montage voordelige uit voeringsvorm van de uitvinding, bevindt de klepzitting zich aan een langseind van het buisachtige lichaam en strekt de klepzitting zich over de omtrek van het buisachtige lichaam uit, is het buisachtige lichaam aan zijn tegenoverliggende andere langseind voorzien van een zich over de uitwendige omtrek van het buisachtige lichaam uitstrek-25 kende, al dan niet onderbroken, klemribbe, waarvan de uitwendige omtreksmaat tenminste ongeveer 0,1 mm en ten hoogste 1 mm, bij voorkeur ten hoogste 0,5 mm, zoals ongeveer, 0,25 mm, groter is dan de inwendige omtreksmaat van dat pijpdeel, althans aan de bevestigingszone van dat pijpdeel. Aldus wordt een door middel van een klem-verbinding in het pijpdeel bevestigbare terugslagklep verkregen. De klemming wordt 30 hierbij tot stand gebracht middels de klemribbe die een iets grotere buitenmaat heeft dan de binnenmaat van het pijpdeel, althans van de bevestigingszone van dat pijpdeel. Het buisachtige lichaam zal dan aan enige vervorming onderworpen worden, daar het van de klemribbe voorziene eind iets in binnenwaartse richting gedeformeerd zal wor- 101499Ö 4 den. Daar de klepzitting aan het tegenoverliggende andere langseind is aangebracht zal dit niet tot vervorming van de klepzitting en aldus een verminderde afsluiting bij op de klepzitting liggend kleporgaan leiden. Dit niet deformeren van de klepzitting onder invloed van de geringe deformaat ter plaatse van de klemribbe is volgens de uitvinding 5 in het bijzonder verzekerd, wanneer de axiale afstand tussen de klemribbe en de klep-' zitting tenminste 10 mm bedraagt.
Alhoewel overeenkomstig de uitvinding het pijpdeel zeer wel een recht pijpdeel met een over de lengte daarvan constant, inwendig dwarsdoorsnede oppervlak kan zijn en de terugslagklep dan in dit pijpdeel bevestigbaar is, bijvoorbeeld op voordelige 10 wijze aan één eind hiervan in het geval van een klempassing, is het overeenkomstig de uitvinding in het bijzonder van voordeel wanneer het pijpdeel bij een verwijding overgaat van een nauwere pijpsector in een verwijde pijpsector, zoals bijvoorbeeld een, al dan niet vooraf bepaald, verloopstuk dat bij een verwijding overgaat van een nauwere pijpsector in een verwijde pijpsector, waarbij de verwijde pijpsector zich dan voortzet 15 tot aan één van de langseinden van het pijpdeel, en waarbij het buisachtige lichaam met speling in de verwijde pijpsector past en althans een gedeelte van dat buisachtige lichaam vormsluitend in de nauwere pijpsector past. Bij een dergelijke uitvoering is de montage van de terugslagklep in het pijpdeel relatief eenvoudig althans een juiste montage is op relatief eenvoudige wijze verzekerbaar. Een verder belangrijk voordeel 20 is dat bij een dergelijke uitvoeringsvorm de doorstroombaarheid van het pijpdeel voor rookgassen zeer goed blijft, in de zin dat de door de terugslagklep geïntroduceerde weerstand voor de passerende rookgassen minimaal is. Het buisachtige lichaam zelf kan namelijk worden uitgevoerd met een inwendige diameter die slechts zeer gering van die van de inwendige diameter van de nauwere pijpsector verschilt. Dit is te berei-25 ken door de wanddikte van het buisachtige lichaam niet meer dan 1 a 3 mm te laten bedragen, bijvoorbeeld 2 mm of minder. Het kleporgaan zal om te kunnen afsluiten de doorstroomdoorsnede van het buisachtige lichaam geheel moeten kunnen overlappen in op de klepzitting aanliggende toestand. Dit brengt met zich mee dat de dwarsdoorsnede van het kleporgaan, dwars op de axiale richting van het pijpdeel beschouwd, ongeveer 30 even groot, of in het bijzonder iets groter, moet zijn dan de doorstroomdoorsnede van het buisachtige lichaam. Dit heeft tot gevolg dat de rookgassen om het kleporgaan te kunnen passeren bij het kleporgaan in radiale richting moeten kunnen uitwijken. Dit radiale uitwijken is in het bijzonder goed mogelijk in de verwijde pijpsector, waarin bij 1014990 5 gemonteerde toestand van de terugslagklep de klepzitting en het kleporgaan zich bevinden. Om te verzekeren dat men bij de montage de klepzitting niet te laag in de nauwere pijpsector kan positioneren, verdient het bij deze uitvoeringsvorm volgens de uitvinding de voorkeur wanneer het buisachtige lichaam een buisdeel omvat dat in de 5 nauwere pijpsector past en een van de klepzitting voorzien verbreedt en/of verdikt buisdeel met een uitwendige omtreksafineting, die enerzijds groter is dan de inwendige omtreksafmeting van de nauwere pijpsector en die anderzijds past in de verwijde pijpsector. Het verbrede en of verdikte buisdeel kan zijn gerealiseerd door middel van een zich over de gehele omtrek van het buisdeel uitstrekkende verbreding en of verdikking, 10 maar kan ook zeerwel worden bereikt door één of meer uitsteeksels, die zich in buitenwaartse richting uitstrekken vanaf het buisdeel. Het verbrede en of verdikte buisdeel zorgt ervoor dat de klepzitting niet in de nauwere pijpsector kan verdwijnen.
Het is bij de uitvoeringsvorm met een verwijdend pijpdeel volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer het buisachtige lichaam uitwendig is voorzien van een 15 omtrekssector met een overeenkomstig de verwijding verwijdend uitwendige omtreks-vlak, dat tot vlakke aanligging op het inwendige omtreksvlak van het pijpdeel ter plaatse van de verwijding is te brengen, en wanneer de verwijding en omtrekssector bij voorkeur taps verlopen. Aldus is wederom de betrouwbaarheid van een goede montage beter te verzekeren. Een verder voordeel is dat bij de vlakke aanligging tevens een af-20 dichting is te verschaffen, welke afdichting zich eventueel verder laat verbeteren door tussen de vlak aanliggende vlakken een kleefmiddel of een afdichtmateriaal te voorzien.
Onder een terugslagklep wordt binnen het kader van deze aanvrage in ruime zin verstaan één klep die in eenrichting doorlaat, namelijk in de rookgasafvoerrichting, en 25 die bij doorstroming in de tegenovergestelde richting vanzelf sluit. Bij voorkeur zal de klep zijn van het type dat al vanzelf sluit bij het ontbreken van doorstroming in de doorlaatrichting. Dit minimaliseert namelijk de kans dat rookgassen tegenovergesteld aan doorlaatrichting de klep kunnen passeren. Dergelijke terugslagkleppen kunnen van velerlei principe zijn. Men kan bijvoorbeeld denken aan een bolvormig kleporgaan dat 30 zich door de rookgassen uit de klepzitting laat optillen. De doorlaatrichting zal hierbij een verticale opwaartse richting zijn.
Het is volgens de uitvinding echter in het bijzonder van voordeel wanneer het kleporgaan een plaat is, die langs tenminste drie, aan het buisachtige lichaam ge- 1014990 6 fixeerde, zich in axiale richting uitstrekkende pennen op en neer beweegbaar is, en wanneer de pennen zich bij voorkeur met speling door in de plaat gevormde pendoor-gangen uitstrekken. Een dergelijke plaat kan licht zijn uitgevoerd en zal bij voorkeur worden toegepast in een systeem waarin de doorlaatrichting verticaal omhoog is. De 5 met speling door de pendoorgangen stekende pennen verzekeren dat de plaat nauwe- * lijks of geen wrijving langs de pennen zal ondervinden en verkleinen bovendien de kans dat de plaat ten gevolge van aanhechtende vervuiling op de pennen blijft hangen en niet meer zijn gesloten stand kan bereiken.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het van voordeel wan-10 neer het kleporgaan een plaat is, die middels lijnschamiermiddelen aan het buisachtige lichaam bevestigd of althans bevestigbaar is, waarbij de lijnschamiermiddelen een schamieras omvatten die met radiale speling gelagerd is. Het scharnier zal hierbij bovendien van een aanslag zijn voorzien die de maximale openingsstand van de klep begrenst, zodanig dat de klep niet door een verticale stand heen kan gaan en ook geen 15 verticale stand kan bereiken, daar dit het onder invloed van de zwaartekracht weer sluiten van de klep zou verhinderen. De radiale speling heeft tot voordeel dat de wrijving in het scharnier minimaal is en dat de kans dat de klep ten gevolge van aanhechtende vervuiling niet meer goed functioneert wordt geminimaliseerd.
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van in de tekening 20 schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht. Hierin toont:
Fig. 1 een schematische weergave van drie in een kelderruimte opgestelde, op een gemeenschappelijke rookgasafvoer aangesloten verbrandingsinstallaties, elk uitgerust met een samenstel volgens de uitvinding; 25 Fig. 2 een schematische weergave van drie verbrandingsinstallaties aangesloten op enerzijds een gemeenschappelijke verbrandingsluchttoevoer en anderzijds een gemeenschappelijke rookgasafvoer, welke installaties zijn voorzien van een samenstel volgens de uitvinding;
Fig. 3 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, op een terugslagklep voor een 30 samenstel volgens de uitvinding;
Fig. 4 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een samenstel volgens de uitvinding met een terugslagklep volgens Fig. 3; 1014990 7
Fig. 5 een aanzicht overeenkomstig dat van Fig. 4, echter thans met het samenstel volgens de uitvinding aangesloten op een verder gedeelte van de rookgasafvoerkanaal en met de terugslagklep in een geopende toestand;
Fig. 6 een langsdoorsnedeaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een sa-5 menstel volgens de uitvinding; en
Fig. 7 een bovenaanzicht volgens pijl VII in Fig. 6 op het in het Fig. 6 getoonde samenstel.
Fig. 1 toont schematisch een systeem van drie verbrandingsinstallaties 1,2,3, bijvoorbeeld centrale verwarmingsinstallaties van het HR-type, opgesteld in een ge-10 meenschappelijke stookruimte 7. De stookruimte 7 is van een rooster 10 voorzien via welk rooster verse lucht 8 voor verbranding kan worden toegevoerd. De verbrandingsinstallaties 1,2,3 zijn via elk een aansluitkanaal 5 aangesloten op een gemeenschappelijke rookgasafvoer 4 voor het afvoeren van rookgassen 9. Elk van de aansluitkanalen 5 is voorzien van een samenstel 6 volgens de uitvinding, welk samenstel een pijpdeel met 15 een terugslagklep omvat en aan de hand van de Fig. 3-7 nog nader zal worden toegelicht. Wanneer de samenstellen 6, in de aansluitkanalen 5 zouden ontbreken, dan zou zich de volgende situatie kunnen voordoen indien bijvoorbeeld de verbrandingsinstallaties 1 en 2 aan zijn en de verbrandingsinstallatie 3 uit staat. De verbrandingsinstallaties 1 en 2 zullen vanuit de stookruimte 7, zoals met pijlen 18 aangeduid verbrandings-20 lucht 18 aanzuigen. Via de respectieve aansluitkanalen 5 zullen ze aan hun rookgasvoer 5 rookgassen toevoeren, die bij ontbreken van het samenstel 6 volgens de uitvinding in het aansluitkanaal 5 van het verbrandingsinstallatie 3 via dat aansluitkanaal 5 en de verbrandingsinstallatie 3 in de stookruimte 7 terecht zouden kunnen komen, zoals met gestreepte pijlen 19 is aangeduid.
25 Fig. 2 toont een schematische weergave van een ander systeem met drie verbran dingsinstallaties 11,12,13 van het zogenaamde gesloten type. Deze verbrandingsinstallaties kunnen bijvoorbeeld centrale verwarmingsinstallaties van het zogenaamde HR-type zijn, die in de verwarmingsbehoefte van elk een ander appartement voorzien, welke appartementen direct boven elkaar kunnen liggen. De verbrandingsinstallaties 30 11,12 en 13 zijn elk via een van een samenstel 6 voorzien aansluitkanaal 5 aangesloten op een gemeenschappelijke rookgasafvoer 4 voor het afvoeren van rookgassen 9. De verbrandingsinstallaties 11,12 en 13 zijn verder via aansluitkanalen 15 aangesloten op een gemeenschappelijke verbrandingsluchttoevoer 14 via welke verbrandingslucht 8 1014990 8 wordt toegevoerd. Wanneer de samenstellen 6 volgens de uitvinding zouden ontbreken en verbrandingsinstallatie 12 uit is terwijl de verbrandingsinstallaties 11 en 13 aan zijn, kan zich de situatie voordoen zoals met streeppijlen 19 is aangeduid, dat via achtereenvolgens aansluitkanaal 5 van de verbrandingsinstallatie 12, verbrandingsinstallatie 12 5 en aansluitkanaal 15 voor verbrandingsinstallatie 12 rookgassen in het gemeenschap- ' pelijke luchttoevoerkanaal 8 terecht komen om dan vervolgens daarin meegevoerd te worden en via het luchttoevoer-aansluitkanaal 15 van verbrandingsinstallatie 13 in die installatie 13 terechtkomen alwaar de verbranding dan minder goed zal verlopen.
Zoals hiervoor al aangegeven wordt de ongewenste, zogenaamde terugstroom van 10 rookgassen voorkomen door in de aansluitkanalen 5 voor de af voer van rookgassen samenstellen 6 volgens de uitvinding te voorzien. In het navolgende zal nader worden ingegaan op twee uitvoeringsvormen voor dergelijke samenstellen 6, namelijk de in Fig. 3-5 weergegeven eerste uitvoeringsvorm 20 en de in Fig. 6 en 7 weergegeven tweede uitvoeringsvorm 50.
15 De in de Fig. 3-5 weergegeven eerste uitvoeringsvorm van een samenstel 20 vol gens de uitvinding bestaan uit een zo in de handel verkrijgbaar standaard verloopstuk 21 van diameter 80 mm rond naar 100 mm rond en een daarin geplaatste terugslagklep 25. Het verloopstuk 21 heeft een nauwere pijpsector 22 dat bij een takse verwijding 23 overgaat in een verwijde pijpsector 24.
20 De terugslagklep 25 bestaat uit een buisachtig lichaam 26 met een uitwendige diameter B gelijk aan of iets kleiner dan de inwendige diameter C van de nauwere pijpsector 21, zodanig dat het buisachtige lichaam 26 hier in wezen zo doorheen geschoven kan worden. Het buisachtige lichaam 26 is aan zijn onderzijde voorzien van een zich in omtreksrichting uitstrekkende klemribbe 27 met een dikte ten opzichte van het buis-25 achtige lichaam 26 van ongeveer 0,25 mm. Het buisachtige lichaam 26 is aan zijn boveneind voorzien van de tapse verwijding 23 van het verloopstuk 20 volgende verdikking 28 met een maximale uitwendige diameter A gelijk aan of kleiner dan de inwendige diameter D van een verwijde pijpsector 24 zodanig dat de gehele terugslagklep 25 zo van bovenaf volgens pijl V in het verloopstuk 21 is te schuiven. Pas zodra het buis-30 achtige lichaam 26 met zijn ribbe 27 de nauwere pijpsector 22 binnengaat zal ten gevolge van de ribbe 27 een weerstand ondervonden worden. Door de terugslagklep 25 dan volgens pijl V aan te drukken zal het taps verwijde deel 28 van de terugslagklep 25 tot een vlakke aanligging op de tapse verwijding 23 van het verloopstuk 21 kunnen 1014990 9 komen. Een dergelijke vlakke aanligging maakt ook een goede afdichting mogelijk, die eventueel verbeterd kan worden door tussen 23 en 28 een kleefmiddel of afdichtmiddel te voorzien. Het buisachtige lichaam 26 dat in het dunne gedeelte een wanddikte in de orde grootte van 1 a 2 mm heeft, zal ten gevolge van de klemribbe 27 iets deformeren.
5 Een verdikking 28 zorgt er daarbij voor dat deze deformatie niet zal doorwerken op de' klepzitting 29, zodat dat het plaatvormige kleporgaan 30 betrouwbaar op de klepzitting 29 kan afdichten. In plaats van of in aanvulling op de verdikking 28 is het ook mogelijk om tussen de klemribbe 27 enerzijds en de klepzitting 29 anderzijds een voldoende afstand S te verschaffen. Een afstand S van 10 mm blijkt proef ondervindenlijk al te 10 volstaan.
Het plaatvormige kleporgaan 30 is voorzien van vier 90° uitelkaar geplaatste pendoorgangen 31 die met ruime speling pennen 32 met aanslagkoppen 33 opnemen. De pennen 31 dienen als geleidingspen voor het onder invloed van af te voeren rookgassen tegengesteld aan de pijl V omhoog drukken van de afsluitplaat 30. Wanneer in 15 afvoerrichting geen rookgassen door het samenstel 20 worden gevoerd dan zal de sluitplaat 30 onder invloed van de zwaartekracht vanzelf in de klepzitting 29 vallen en hierop afdichten.
Fig. 5 toont dat op het verloopstuk 21 een tweede verloopstuk 35, eveneens standaard in de handel verkrijgbaar, kan zijn aangesloten om de pijpdiameter weer terug te 20 brengen naar dezelfde waarde als die van de nauwere pijpsector 22 van het verloopstuk 21. Tevens is in Fig. 5 bij de geopende stand van de sluitplaat 30 het doorlaten van rookgassen getoond middels pijl 9.
Fig. 6 en 7 tonen een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel 50 volgens de uitvinding. In de Fig. 6 en 7 geven de verwijzingsnummers 50 tot en met 60 in wezen 25 dezelfde delen weer als de verwijzingsnummers 20 tot en met respectievelijk 30 in Fig.
3-5. Nadere toelichting van deze onderdelen is dus overbodig.
Alhoewel het buisachtige lichaam 56 van de terugslagklep 55 aan zijn onderzijde eveneens van een klemribbe (overeenkomstig klemribbe 27 bij terugslagklep 25) zou kunnen zijn voorzien, is deze bij de terugslagklep 55 afwezig. De uitwendige diameter 30 van het buisachtige lichaam 56 is ongeveer gelijk aan de inwendige diameter van de nauwere pijpsector 52, zodanig dat het buisachtige lichaam 56 zonder wezenlijke klemming in de nauwere pijpsector 52 verschoven kan worden. Het buisachtige lichaam 56 is zodanig gedimensioneerd dat de uitwendige vorm daarvan precies paart 1014990 10 met de inwendige vorm van de nauwere pijpsector 52 om hier vormsluitend in te passen. Inwendig, op de in wezen radiale verwijdingsflens 53 is het verloopstuk 51 voorzien van een klevend afdichtmiddel dat zorg draagt dat de terugslagklep 55 afdicht op en klevend is verbonden met het verloopstuk 51.
5 De afsluitklep 55 onderscheidt zich van de afsluitklep 25 in het bijzonder door het kleporgaan 60. Het kleporgaan 60 is wederom een afsluitplaat, echter thans een scharnierende afsluitplaat. De afsluitplaat 60 is via een met speling uitgevoerde schar-nierverbinding 63 scharnierend bevestigd aan een boven op het buisachtige lichaam 56 voorziene flens. De schamierverbinding 63 bestaat uit een aan de sluitplaat 60 beves-10 tigde schamierpen 64 die met speling is opgenomen tussen drie nokparen 65 en 66. De nokken 65 zijn hierbij in hoogte verlengd uitgevoerd teneinde een maximaal openstand, zoals met streep-punt-lijnen in Fig. 6 aangeduid, te kunnen bepalen. Deze maximaal openstand ligt nog voor een eventueel verticale stand van de sluitplaat 60, zodanig dat bij wegvallen van de met pijl 9 aangeduide rookgasstroom de sluitplaat 60 onder in-15 vloed van de zwaartekracht vanzelf kan terugvallen in zijn klepzitting 59 om af te slui ten.
Voordeel van de terugslagklep volgens de Fig. 6 en 7 is dat wanneer de sluitplaat 60 eenmaal zijn maximaal openstand bereikt heeft, deze met een betrekkelijk geringe rookgasdruk in die maximaal openstand gehouden kan worden en dat de ten gevolge 20 van de sluitplaat 60 door de rookgassen ondervonden weerstand gering is.
1014990 ΙΟχ-i^ v
Claims (10)
1. Samenstel van enerzijds een pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een te-5 rugslagklep, waarbij de terugslagklep geheel in het pijpdeel opneembaar is, een buis- achtig lichaam met een klepzitting omvat en een ten opzichte van de klepzitting beweegbaar kleporgaan omvat, waarbij het buisachtige lichaam, althans een gedeelte daarvan, een uitwendige omtreksvorm en uitwendige omtreksafmetingen heeft, welke in wezen overeenkomen met de inwendige omtreksvorm en omtreksafmetingen van het 10 pijpdeel, althans van een bevestigingszone van dat pijpdeel, zodanig dat het buisachtige lichaam in wezen vormsluitend in dat pijpdeel past.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de inwendige omtreksvorm en inwendige omtreksafmetingen van het pijpdeel voorafbepaald zijn, en waarbij de uitwendige omtreksvorm en uitwendige omtreksafmetingen van het buisachtige lichaam zijn aange- 15 past aan die voorafbepaalde inwendige omtreksvorm en inwendige omtreksafmetingen van het pijpdeel.
3. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klepzitting zich bevindt aan een langseind van het buisachtige lichaam en zich over de omtrek daarvan uitstrekt en waarbij het buisachtige lichaam aan zijn tegenoverliggende andere 20 langseind is voorzien van een zich over de uitwendige omtrek van het buisachtige lichaam uitstrekkende, al dan niet onderbroken, klemribbe waarvan de uitwendige om-treksmaat tenminste ongeveer 0,1 mm en ten hoogste 1 mm, bij voorkeur ten hoogste 0,5 mm, zoals ongeveer 0,25 mm, groter is dan de inwendige omtreksmaat van dat pijpdeel, althans van de bevestigingszone van dat pijpdeel.
4. Samenstel volgens conclusie 3, waarbij de axiale afstand tussen de klemribbe en de klepzitting tenminste 10 mm bedraagt.
5. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het pijpdeel bij een verwijding overgaat van een nauwere pijpsector in een verwijde pijpsector die zich voortzet tot aan een van de langseinden van dat pijpdeel, en waarbij het buisachtige 30 lichaam met speling in de verwijde pijpsector past en althans een gedeelte van dat buisachtige lichaam vormsluitend in de nauwere pijpsector past.
6. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het pijpdeel een voorafbepaald verloopstuk is dat bij een verwijding overgaat van een nauwere pijpsector in 1014990 een verwijde pijpsector die zich voortzet tot aan een van de langseinden van dat pijp-deel, en waarbij het buisachtige lichaam met speling in de verwijde pijpsector past en althans een gedeelte van dat buisachtige lichaam vormsluitend in de nauwere pijpsector past.
7. Samenstel volgens conclusie 5 of 6, waarbij het buisachtige lichaam een buisdeel omvat dat in de nauwere pijpsector past en een van de klepzitting voorzien verbreed en/of verdikt buisdeel omvat met een uitwendige omtreksafmeting, die is groter dan de inwendige omtreksafmeting van de nauwere pijpsector en die past in de verwijde pijpsector.
8. Samenstel volgens een der conclusies 5-7, waarbij het buisachtige lichaam uit wendig is voorzien van een omtrekssector met een overeenkomstig de verwijding verwijdend uitwendig omtreksvlak dat tot vlakke aanligging op het inwendige omtreksvlak van het pijpdeel ter plaatse van de verwijding is te brengen, waarbij de verwijding en omtreksector bij voorkeur taps verlopen.
9. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het kleporgaan een plaat is, die langs tenminste drie, aan het buisachtige lichaam gefixeerde, zich in axiale richtingen uitstrekkende pennen op en neer beweegbaar is, waarbij de pennen zich bij voorkeur met speling door in de plaat gevormde pendoorgangen uitstrekken.
10. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 1 -8, waarbij het kleporgaan 20 een plaat is, die middels lijnschamiermiddelen aan het buisachtige lichaam bevestigd of althans bevestigbaar is, waarbij de lijnschamiermiddelen een schamieras omvatten die met radiale speling gelagerd is. 1014930
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1014990A NL1014990C2 (nl) | 2000-04-20 | 2000-04-20 | Samenstel van enerzijds een pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een terugslagklep. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1014990A NL1014990C2 (nl) | 2000-04-20 | 2000-04-20 | Samenstel van enerzijds een pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een terugslagklep. |
NL1014990 | 2000-04-20 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1014990C2 true NL1014990C2 (nl) | 2001-10-24 |
Family
ID=19771247
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1014990A NL1014990C2 (nl) | 2000-04-20 | 2000-04-20 | Samenstel van enerzijds een pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een terugslagklep. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1014990C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2020035174A1 (de) * | 2018-08-17 | 2020-02-20 | Truma Gerätetechnik GmbH & Co. KG | Anordnung mit zwei brennern |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1474024A (fr) * | 1966-01-21 | 1967-03-24 | Clapet | |
JPS61252979A (ja) * | 1985-05-02 | 1986-11-10 | Kurimoto Iron Works Ltd | 逆止弁 |
DE9203054U1 (de) * | 1992-03-07 | 1992-06-25 | Skoberne, Willi, 6104 Seeheim-Jugenheim | Rückstromsicherungsventil für Abgasleitungen |
DE29619121U1 (de) * | 1995-10-30 | 1996-12-19 | Joh. Vaillant Gmbh U. Co, 42859 Remscheid | Sperreinrichtung |
-
2000
- 2000-04-20 NL NL1014990A patent/NL1014990C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1474024A (fr) * | 1966-01-21 | 1967-03-24 | Clapet | |
JPS61252979A (ja) * | 1985-05-02 | 1986-11-10 | Kurimoto Iron Works Ltd | 逆止弁 |
DE9203054U1 (de) * | 1992-03-07 | 1992-06-25 | Skoberne, Willi, 6104 Seeheim-Jugenheim | Rückstromsicherungsventil für Abgasleitungen |
DE29619121U1 (de) * | 1995-10-30 | 1996-12-19 | Joh. Vaillant Gmbh U. Co, 42859 Remscheid | Sperreinrichtung |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 011, no. 105 (M - 577) 3 April 1987 (1987-04-03) * |
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2020035174A1 (de) * | 2018-08-17 | 2020-02-20 | Truma Gerätetechnik GmbH & Co. KG | Anordnung mit zwei brennern |
CN112585401A (zh) * | 2018-08-17 | 2021-03-30 | 特鲁玛杰拉特技术有限公司 | 具有两个燃烧器的系统 |
CN112585401B (zh) * | 2018-08-17 | 2023-04-18 | 特鲁玛杰拉特技术有限公司 | 具有两个燃烧器的系统 |
US11920785B2 (en) | 2018-08-17 | 2024-03-05 | Truma Gerätetechnik GmbH & Co. KG | Arrangement having two burners |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3814124A (en) | Thermoplastic check valve | |
RU2485383C2 (ru) | Регулирующее клапанное устройство и уплотнение | |
JPH0781650B2 (ja) | 逆流防止装置 | |
NL9500406A (nl) | Gasklep en werkwijze voor het geven van een gaspuls. | |
US5040770A (en) | Device for transforming a laminar fluid flow into drops | |
NL1014990C2 (nl) | Samenstel van enerzijds een pijpdeel voor rookgasafvoer en anderzijds een terugslagklep. | |
CN100547179C (zh) | 止回阀 | |
JPS61145358A (ja) | 緩衝装置 | |
ITMI982265A1 (it) | Adattatore per accoppiare un attuatore ad una valvola | |
CA2455796A1 (en) | Self-venting filter element for a filter arrangement | |
NL8603244A (nl) | Armatuur voor een thermostaatklep. | |
MX2008004568A (es) | Valvula para control de impulso de aire de alta presion. | |
JP2007092859A (ja) | パイロット型電磁弁 | |
US5664939A (en) | Circulator pump check valve | |
RU2252812C2 (ru) | Способ и устройство для очистки фильтра | |
KR200448968Y1 (ko) | 체크밸브가 구비된 수도계량기 | |
CN111981166A (zh) | 止回阀及具有该止回阀的加热装置 | |
BE905438A (nl) | Condensaatafscheidings-en afvoerinrichting. | |
US5360032A (en) | Control valve assembly | |
US7842183B2 (en) | Oil filter assembly | |
KR200176894Y1 (ko) | 이중 역지 밸브 | |
JPH02227555A (ja) | 圧力制御装置 | |
US20220290767A1 (en) | Non-return check valve for vacuum system | |
HU223107B1 (hu) | Rövid építésű emelőszelep | |
EP2431639A1 (en) | Diaphragm valve |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20061101 |