NL1014936C2 - Koppelsysteem. - Google Patents

Description

Koppelsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een koppelsysteem voor een kar van het type CC.

Een dergelijke kar, ook wel Deense kar genoemd, is bekend uit de praktijk, wordt volgens TWS 1992 nr. 92/3, 5 p. 67 geproduceerd door de Deense firma Variant Systemet A/S, en gedistribueerd door een andere Deense onderneming, Container Centralen A/S. Deze kar is in gebruik bij toeleveranciers voor veilingen van bloemen en planten. Een dergelijke Deense kar wordt door dergelijke toeleveranciers in een poulesysteem 10 toegepast, zodat de kar onder de gebruikers daarvan kan rouleren.

In de praktijk bestaat er behoefte aan om de Deense kar te koppelen aan de zogeheten veilingkarren die ter plaatse op de veiling in gebruik zijn. Bekend is wel om de karren 15 aan elkaar aan de onderzijde te koppelen. Dat vergt echter extra voorzieningen, aangezien de veilingkarren onderling ongeveer op heuphoogte gekoppeld zijn. Koppeling van de Deense kar op deze hoogte is echter niet mogelijk, aangezien de belastingen die ontstaan bij het verplaatsen van de kar dan tot 20 destructie daarvan zouden leiden. Verder is het wenselijk dat de Deense kar gebruikt kan worden tijdens de veiling zelf, in welke situatie telkens een enkele kar langs de veilingklok dient te worden getransporteerd. De bekende Deense kar leent zich niet voor deze toepassing.

25 Het is nu doelstelling van de uitvinding om een kop pelsysteem te verschaffen waarmee de bestaande Deense kar of CC-kar zowel aan de bestaande veilingkarren kan worden gekoppeld, alsook dat gebruik van deze Deense kar tijdens de veiling, wanneer deze individueel langs de veilingklok dient te 30 worden gevoerd, mogelijk wordt gemaakt.

In een eerste aspect van de uitvinding wordt daartoe een koppelsysteem voor de CC-kar voorgesteld, dat een voor-frame en een achterframe omvat die plaatsbaar zijn op de voorzijde respectievelijk de achterzijde van de kar, en in 35 geplaatste toestand omstreeks hun bovenzijde met elkaar kop-pelbaar zijn. Hiermee wordt aan de essentie van het probleem 1 01 49 3 6*« 2 tegemoet gekomen dat koppeling van de Deense kar op gelijke wijze als geschiedt bij bekende veilingkarren, namelijk ongeveer op heuphoogte, kan geschieden zonder dat de Deense kar daardoor wordt kapot getrokken.

5 Dit laat zich eenvoudig en tegen lage kosten reali seren in de uitvoeringsvorm die erdoor gekenmerkt is dat het voorframe en het achterframe voorzien zijn van koppelelemen-ten, zoals tuidraden, voor de koppeling van het voorframe en het achterframe aan elkaar.

10 In een verder aspect van de uitvinding is het kop- pelsysteem erdoor gekenmerkt, dat het voorframe een pen heeft welke in hoogte stelbaar is tussen een lage positie waarin de pen geschikt is om te koppelen aan een kettingbaan zoals gebruikt in veilingen, en een geheven positie waarin de pen 15 vrij is van een dergelijke kettingbaan. Hiermee wordt mogelijk gemaakt dat de Deense kar individueel langs de veiling-klok wordt gevoerd, waarbij gebruik gemaakt wordt van de bestaande voorzieningen in de veiling, te weten de in de vloer opgenomen kettingbaan.

20 In weer een ander aspect van de uitvinding is het koppelsysteem erdoor gekenmerkt, dat het achterframe is voorzien van een trekbeugel die koppelbaar is met een voorframe dat is aangebracht op een andere kar. Dit biedt op eenvoudige wijze de gewenste koppelbaarheid van de Deense kar op heup-25 hoogte aan een overeenkomstige andere Deense kar of een vei-lingkar.

De trekbeugel laat zich dan geschikt zo uitvoeren dat deze aan één uiteinde is voorzien van een oog dat geschikt is voor doorvoer van een met een andere kar gekoppelde 3 0 pen.

Voor een adequate en verzekerde plaatsing van het achterframe en voorframe op de Deense kar is wenselijk dat deze zijn voorzien van laaggeplaatste uitsteeksels die zijn ingericht om samen te werken met staanders van de kar. Boven-35 dien is het wenselijk dat het achterframe en voorframe zijn voorzien van hooggeplaatste uitsteeksels welke zijn ingericht om samen te werken met staanders van de kar ter verhindering van zijdelingse verplaatsing van het achterframe en voorframe : Γ -:K.> 3 ten opzichte van de kar.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, welke in fig. 1 het koppelsysteem volgens de uitvinding in 5 gemonteerde toestand en in perspectivisch zicht toont; en in fig. 2 t/m 4 het koppelsysteem volgens de uitvinding in gemonteerde toestand respectievelijk in vooraanzicht, zijaanzicht en achteraanzicht toont.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers 10 verwijzen naar dezelfde onderdelen.

Verwijzend nu eerst naar fig. 1 wordt een kar 1 van het type CC, of ook wel Deense kar, getoond, welke een aantal staanders 2 omvat, een bodem 3, en onder de bodem 3 aangebrachte wielen 4. Het koppelsysteem volgens de uitvinding is 15 op deze kar 1 gemonteerd en omvat een voorframe 5 en een ach-terframe 6. Met een streeplijn 7 is verder in de figuur de koppeling van het voorframe 5 aan het achterframe 6 aangeduid. De hiervoor toegepaste en aan weerszijden van de kar 1 toegepaste tuidraad 7 is duidelijker getoond in fig. 3.

20 Verwijzend nu weer naar fig. 1 en tevens naar fig. 2 is getoond dat het voorframe 5 een pen 8 heeft. Deze pen 8 is in hoogte stelbaar tussen de getoonde geheven positie en een niet-getoonde lage positie, waarin de pen 8 gekoppeld kan zijn aan een kettingbaan zoals deze wordt gebruikt in vei-25 linghallen. Een en ander kan eenvoudig worden uitgevoerd door gebruikmaking van een haak 9, welke na bediening de pen 8 vrijgeeft om te worden bewogen naar de lage positie waarin deze gekoppeld kan zijn aan de eerdergenoemde kettingbaan. De pen 8 is tegen verdraaiing geborgd.

30 Zowel fig. 1 als fig. 4 tonen dat het achterframe 6 is voorzien van een trekbeugel 13. Deze trekbeugel 13 is kop-pelbaar met bijvoorbeeld een voorframe 5 dat is aangebracht op een andere Deense kar, of met een veilingkar. De trekbeugel 13 is daartoe aan één uiteinde voorzien van een oog 10 35 dat geschikt is voor doorvoer van een met een andere kar gekoppelde pen, zoals de pen 8 van het voorframe 5 dat op een andere Deense kar is aangebracht, of een dergelijke pen die deel uitmaakt van een veilingkar. Ook kan de trekbeugel 13 1 01 49 3 6¾ 4 gekoppeld worden aan de zogenaamde verdeeltrekkers die bij -voorbeeld binnen veilingen worden gebruikt.

Zoals het duidelijkst zichtbaar is in fig. 3, zijn het achterframe 5 en voorframe 6 voorzien van laaggeplaatste 5 uitsteeksels 11 die zijn ingericht om samen te werken met staanders 2 van de kar 1. In fig. 1 is duidelijk getoond dat het achterframe 5 is voorzien van hooggeplaatste uitsteeksels 12, die zijn ingericht om samen te werken met staanders 2 van de kar 1 ter verhindering van zijdelingse verplaatsing van 10 het achterframe 5 ten opzichte van de kar 1. Dit is met name van belang wanneer de kar die voorzien is van het koppelsys-teem volgens de uitvinding door een bocht wordt getrokken. Op overeenkomstige wijze en voor de vakman verder wel duidelijk, is het voorframe 6 van dergelijke hooggeplaatste uitsteeksels 15 voorzien.

1 1 v ; ; ...

Claims (9)

1. Koppelsysteem voor een kar (1) van het type CC omvattende een voorframe (5) en een achterframe (6) die plaatsbaar zijn op de voorzijde respectievelijk de achterzijde van de kar, en in geplaatste toestand omstreeks hun boven- 5 zijde met elkaar koppelbaar zijn.

2. Koppelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voorframe (5) en het achterframe (6) voorzien zijn van koppelelementen, zoals tuidraden (7), voor de koppeling van het voorframe (5) en het achterframe (6) aan elkaar.

3. Koppelsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het voorframe (5) een pen (8) heeft welke in hoogte stelbaar is tussen een lage positie waarin de pen (8) geschikt is om te koppelen aan een kettingbaan zoals gebruikt in veilingen, en een geheven positie (fig. 2) waarin de pen 15 vrij is van een dergelijke kettingbaan.

4. Koppelsysteem volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het achterframe (6) is voorzien van een trekbeugel (9) die koppelbaar is met een voorframe dat is aangebracht op een ander kar.

5. Koppelsysteem volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de trekbeugel (9) aan een uiteinde is voorzien van een oog (10) dat geschikt is voor doorvoer van een met een andere kar gekoppelde pen (8).

6. Koppelsysteem volgens een der voorgaande conclu-25 sies, met het kenmerk, dat het achterframe (5) en voorframe (6) zijn voorzien van laaggeplaatste uitsteeksels (11) die zijn ingericht om samen te werken met staanders (2) van de kar (1) .

7. Koppelsysteem volgens een der conclusies 1-6, met 30 het kenmerk, dat het achterframe (5) en voorframe (6) zijn voorzien van hooggeplaatste uitsteeksels (12) welke zijn ingericht om samen te werken met staanders (2) van de kar (1) ter verhindering van zijdelingse verplaatsing van het achterframe (5) en voorframe (6) ten opzichte van de kar (1).

8. Achterframe zoals beschreven als onderdeel van ' O' ' . t * het koppelsysteem volgens een der conclusies 1-7.

9. Voorframe zoals beschreven als onderdeel van het koppelsysteem volgens een der conclusies 1-7. 1 01 49 36¾