NL1014899C2 - Snijinrichting geschikt voor het afsnijden van ten minste een gedeelte van de steel van een groente alsmede een dergelijke werkwijze. - Google Patents

Description

\ I

Korte aanduiding: Snijinrichting geschikt voor het afsnijden van ten minste een gedeelte van de steel van een groente alsmede een dergelijke werkwijze.

5 De uitvinding heeft betrekking op een snijinrichting geschikt voor het afsnijden van ten minste een gedeelte van een steel van groenten zoals bijvoorbeeld paddestoelen, welke snijinrichting is voorzien van ten minste een mes, een restbak voor de afgesneden gedeeltes en een opvangbak voor de afgesneden groenten.

10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze geschikt voor het afsnijden van ten minste een gedeelte van een steel van een groente zoals bijvoorbeeld paddestoelen met behulp van een mes.

Bij het handmatig oogsten van paddestoelen zoals bijvoorbeeld paddestoelen worden naast de bedden waarop de paddestoelen 15 worden geteeld, bakken geplaatst in een bij voorkeur verrijdbaar rek. Een persoon duwt dit rek langs het paddestoelenbed. Op een gewenste plaats waar hij de paddestoelen uit het bed wil verwijderen laat hij het rek staan en pakt met een hand een paddestoel uit het bed. In zijn andere hand heeft hij een mes waarmee hij het gedeelte van de paddestoel afsnijdt dat de 20 wortels bevat. Hierbij wordt ook ten minste een gedeelte van de steel van de paddestoel eraf gesneden. Het afgesneden gedeelte valt in een restbak terwijl de persoon de afgesneden paddestoel in een opvangbak plaatst of laat vallen. De opvangbak kan een kistje, bakje of doosje zijn welke de eindverpakking of een tussenverpakking vormt. Nadat de persoon de binnen 25 handbereik zijnde paddestoelen heeft verwerkt, wordt het rek naar een andere plaats naast het bed verplaatst alwaar de persoon wederom met een hand de paddestoel uit het bed plukt en met een andere hand de gewenste gedeeltes van de paddestoel afsnijdt.

Een nadeel van deze werkwijze is dat de herhalende 30 snijbewegingen met behulp van het mes een relatief hoge belasting op de arm van de persoon uitoefent. Bovendien is de hoeveelheid groente die per tijdseenheid door de persoon kan worden verwerkt relatief gering.

De uitvinding beoogt een snijinrichting te verschaffen waarbij de hierboven aangegeven nadelen worden vermeden.

35 Dit doel wordt bij de snijinrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de snijinrichting verder is voorzien van een 1014899 I · 2 boven de afvalbak uitmondend afvoerkanaal, waarbij het mes zich nagenoeg horizontaal uitstrekt boven een van de afvalbak afgekeerde zijde van het afvoerkanaal.

Door het met het afvoerkanaal verbonden mes, hoeft de 5 persoon het mes niet meer zelf vast te houden. Hierdoor zijn beide handen van de persoon beschikbaar voor het bij voorkeur simultaan plukken van de groenten zoals paddestoelen en het vervolgens nagenoeg simultaan langs het mes verplaatsen van de paddestoelen. De van de paddestoelen afgesneden gedeeltes vallen in het afvoerkanaal en worden via het afvoerkanaal 10 afgevoerd naar de afvoerbak.

De afgesneden paddestoelen kunnen vervolgens door de persoon in de bak worden gelegd.

Doordat de persoon met beide handen tegelijkertijd paddestoelen kan plukken en kan afsnijden kan een grotere hoeveelheid 15 groente worden verwerkt dan indien de persoon de paddestoelen met een in zijn hand gehouden mes afsnijdt.

Een uitvoeringsvorm van de snijinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat onder het mes in het afvoerkanaal een steel aanslag is gelegen.

20 De af te snijden groente wordt tegen de steel aanslag gepositioneerd waarna het vervolgens langs het mes wordt afgesneden. Door de afstand tussen het mes en de steel aanslag wordt de lengte waarover de groente wordt afgesneden bepaald.

Een verdere uitvoeringsvorm van de snijinrichting 25 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de steel aanslag en het mes ten opzichte van elkaar instelbaar zijn.

Doordat de afstand tussen de steel aanslag en het mes instelbaar is, is de lengte waarover de groente wordt afgesneden afhankelijk van de gewenste eisen eveneens instelbaar.

30 Een nog verdere uitvoeringsvorm van de sni jinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de snijinrichting verder is voorzien van een groenteafvoerkanaal dat is voorzien van een invoeropening die aan een van het afvoerkanaal afgekeerde zijde van het mes is gelegen.

35 De persoon kan de afgesneden groente eenvoudig in de invoeropening van het groenteafvoerkanaal laten vallen waarna het door 1014899 3 het groenteafvoerkanaal naar de opvangbak wordt geleid.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin: fig. IA en 1B respectievelijk een zijaanzicht en 5 bovenaanzicht van een snijinrichting volgens de stand van de techniek tonen, fig. 2A en 2B respectievelijk een zijaanzicht en bovenaanzicht van een snijinrichting volgens de uitvinding tonen, fig. 3 een uitvergroot zijaanzicht van de in fig. 2A 10 en 2B weergegeven snijinrichting toont, fig. 4A-4C een verdere uitvergroting in respectievelijk zijaanzicht, bovenaanzicht en detail van de in fig. 2A en 2B weergegeven snijinrichting tonen.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien 15 van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. IA en 1B tonen een zijaanzicht en bovenaanzicht van een snijinrichting 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een rek 2, in het rek 2 geplaatste opvangbakken 3, een op de grond geplaatste restbak 4 en een mes 5. De snijinrichting 1 wordt bijvoorbeeld gebruikt 20 voor het plukken van paddestoelen 6 welke in een bed 7 worden gekweekt. Het uit het bed 7 verwijderen en vervolgens afsnijden van de paddestoelen 6 gaat als volgt. Een persoon 8 gaat langs het bed staan en neemt in zijn rechterhand 9 het mes 5. Vervolgens pakt hij met zijn linkerhand 10 een paddestoel 6 uit het bed 7 waarna hij de wortels en een gedeelte van de 25 steel van de paddestoel 6 met het mes 5 eraf snijdt. Dit gedeelte valt in een onder de rechterhand 9 gepositioneerde restbak 4. De afgesneden paddestoel plaatst de persoon 8 in een opvangbak 3. Doordat de persoon 8 slechts met een enkele hand paddestoelen uit het bed plukt zal hij de paddestoelen gebruikelijk volgens een lijn LI uit het bed 7 verwijderen, 30 welke lijn LI zich nagenoeg dwars op de lengterichting van het bed 7 uitstrekt.

Fig. 2A-4C tonen diverse aanzichten van een snijin-richting 11 volgens de uitvinding. De snijinrichting 11 omvat een plaatvormig zich nagenoeg horizontaal uitstrekkend mes 12 dat met een 35 snijrand 13 boven een zich nagenoeg verticaal uitstrekkend restafvoerka-naal 14 is gelegen. Het mes 12 is aan een van de snijrand 13 afgekeerde 101 489.0 0 4 zijde met een wand 15 van het restafvoerkanaal verbonden. Onder de snijrand 13 is in het restafvoerkanaal 14 een zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende stang 16 gelegen die een steel aanslag vormt. De stang 16 is in verticale richting verplaatsbaar. Hiertoe is de wand 15 van het 5 restafvoerkanaal 14 voorzien van een aantal openingen (niet zichtbaar) door welke de stang 16 zich kan uitstrekken. De sni jinrichting 11 is verder voorzien van een paddestoel afvoerkanaal 17 dat aan een van de snijrand 13 afgekeerde zijde van het mes 12 is gelegen. Het paddestoel afvoerkanaal 17 strekt zich aan weerszijden van het restafvoerkanaal 14 uit. Om 10 verstoppingen in het paddestoel afvoerkanaal 17 te vermijden zijn nabij de ingang 18 van het paddestoel afvoerkanaal 17 twee platen 19 in een dakvormige opstelling aangebracht (zie fig. 4C) met behulp waarvan de afgesneden paddestoelen eenvoudig in het linker- of rechtergedeelte van het paddestoel afvoerkanaal 17 terechtkomen. Het paddestoel afvoerkanaal 17 15 mondt aan een van de ingang 18 afgekeerde zijde uit in een afvoerope-ning 20. Nabij de afvoeropening 20 is een borstel 21 opgesteld. De bodemwand 22 van het paddestoel afvoerkanaal 17 is van perforaties voorzien.

De werking van de inrichting 11 volgens de uitvinding zal nu nader worden toegelicht. Een persoon 8 neemt naast een bed 7 met 20 paddestoelen 6 plaats. Vervolgens pakt hij met zijn beide handen 9 en 10 paddestoelen 6 uit het bed. Hierbij staat hij bij voorkeur met een langszijde langs het bed 7. Hierdoor kan hij met zijn ene bijvoorbeeld linkerhand 10 verder in het bed 7 gelegen paddestoel 6 bereiken dan met zijn rechterhand 9. Derhalve zal hij de meest veraf gelegen paddestoelen 6 25 met zijn linkerhand 10 pakken en de meest nabijgelegen paddestoelen 6 met zijn rechterhand beetpakken. Om hierbij te vermijden dat hij zich telkens een volledige kwartslag dient te draaien, zal het effect zijn dat de paddestoelen 6 volgens een de lijn L2 van het bed 7 worden verwijderd welke een hoek van bijvoorbeeld 45° met de lengterichting een bed 7 insluit. 30 De in beide handen 9, 10 gehouden paddestoelen 6 worden vervolgens met de onderzijde op de steel aanslag 16 gepositioneerd waarna de paddestoelen 6 tegen de snijrand 13 van het mes 12 aan worden gedrukt en door de snijrand 13 worden afgesneden. Van de paddestoelen 6 afgesneden gedeeltes 23 vallen in de door pijl PI aangegeven richting in het 35 restafvoerkanaal 14 en belanden via het restafvoerkanaal 14 in de daaronder staande restbak 4. De afgesneden paddestoelen 6 worden door de persoon 1014899 5 8 in de ingang 18 van het paddestoel afvoerkanaal 17 losgelaten tengevolge waarvan de paddestoelen 6 in de door pijl P2 aangegeven richting over een vlak 19 in paddestoel afvoerkanaal 17 terechtkomt. Vervolgens glijdt elke paddestoel 6 over de geperforeerde bodemwand 22 waarbij aan de paddestoel 6 5 klevend zand of andere korrels door de geperforeerde bodem 22 heen vallen tengevolge waarvan de paddestoelen 6 gedeeltel ijk worden gereinigd. Elke paddestoel 6 glijdt vervolgens langs de borstel 21 die eveneens een reinigende werking op de paddestoel 6 uitoefent. Uiteindelijk komt de paddestoel 6 via de afvoeropening 20 terecht in een onder de afvoerope-10 ning 20 gelegen opvangbak 3. De met de rechterhand afgesneden paddestoel 6 zal rechts langs het restafvoerkanaal 14 gaan terwijl de met de linkerhand 10 afgesneden paddestoel 6 langs de linkerzijde van het restafvoerkanaal 14 zal gaan. Hierbij wordt op eenvoudige wijze vermeden dat de paddestoelen 6 tegen elkaar aan kunnen botsen waardoor zij elkaar 15 zouden kunnen beschadigen.

Indien gewenst kan de persoon 8 de paddestoelen 6 ook in een boven het mes 12 gepositioneerde opvangbak 3 plaatsen. Indien de persoon 8 alle afgesneden paddestoelen zelf in bakken 3 wenst te plaatsen, kan het paddestoel afvoerkanaal 17 achterwege worden gelaten.

20 De paddestoelen kunnen bijvoorbeeld paddestoelen zijn.

Het is ook mogelijk om als steel aanslag een met bouten in hoogte instelbare rol toe te passen of een kantelbaar plaatje.

Het is uiteraard ook mogelijk om andere groenten met behulp van de snijinrichting te snijden.

1 Π 1 4RQQ

Claims (11)

1. Snijinrichting geschikt voor het afsnijden van ten minste een gedeelte van een steel van groenten zoals bijvoorbeeld 5 paddestoelen, welke snijinrichting is voorzien van ten minste een mes, een restbak voor de afgesneden gedeeltes en een opvangbak voor de afgesneden groenten, met het kenmerk, dat de snijinrichting verder is voorzien van een boven de afvalbak uitmondend afvoerkanaal, waarbij het mes zich nagenoeg horizontaal uitstrekt boven een van de afvalbak 10 afgekeerde zijde van het afvoerkanaal.

2. Snijinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat onder het mes in het afvoerkanaal een steel aanslag is gelegen.

3. Snijinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de steel aanslag en het mes ten opzichte van elkaar instelbaar zijn.

4. Sni jinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snijinrichting verder is voorzien van een groenteafvoerkanaal dat is voorzien van een invoeropening die aan een van het afvoerkanaal afgekeerde zijde van het mes is gelegen.

5. Snijinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 20 dat het groenteafvoerkanaal zich vanaf de invoeropening uitstrekt langs het afvoerkanaal naar een aan een van de invoeropening afgekeerde zijde van het mes gelegen afvoeropening.

6. Sni jinrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het groenteafvoerkanaal ten minste is voorzien van een 25 geperforeerde bodemwand.

7. Snijinrichting volgens een der voorgaande conclusies 4-6, met het kenmerk, dat het groenteafvoerkanaal is voorzien van een nabij de afvoeropening gelegen borstel.

8. Snijinrichting volgens een der voorgaande conclusies 30 4-7, met het kenmerk, dat het groenteafvoerkanaal zich aan weerszijden van het afvoerkanaal uitstrekt.

9. Snijinrichting volgens een der voorgaande conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de opvangbak onder de afvoeropening is gelegen.

10. Werkwijze geschikt voor het afsnijden van ten minste 35 een gedeelte van een steel van een groente zoals bijvoorbeeld paddestoelen met behulp van een mes, met het kenmerk, dat handmatig ten minste een i n 1 4899 « Ip groente wordt beetgepakt en langs een stilstaand mes wordt afgesneden.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een persoon nagenoeg tegelijkertijd met beide handen groenten beetpakt waarna beide groenten nagenoeg tegelijkertijd langs het stilstaande mes 5 worden afgesneden. 1014899