NL1014257C2 - Werkwijze voor het datatransport over een decentraal netwerk. - Google Patents
Werkwijze voor het datatransport over een decentraal netwerk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1014257C2 NL1014257C2 NL1014257A NL1014257A NL1014257C2 NL 1014257 C2 NL1014257 C2 NL 1014257C2 NL 1014257 A NL1014257 A NL 1014257A NL 1014257 A NL1014257 A NL 1014257A NL 1014257 C2 NL1014257 C2 NL 1014257C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- station
- communication
- relay
- stations
- telegram
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04L—TRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
- H04L45/00—Routing or path finding of packets in data switching networks
- H04L45/02—Topology update or discovery
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04B—TRANSMISSION
- H04B3/00—Line transmission systems
- H04B3/54—Systems for transmission via power distribution lines
- H04B3/58—Repeater circuits
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04L—TRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
- H04L45/00—Routing or path finding of packets in data switching networks
- H04L45/44—Distributed routing
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04B—TRANSMISSION
- H04B2203/00—Indexing scheme relating to line transmission systems
- H04B2203/54—Aspects of powerline communications not already covered by H04B3/54 and its subgroups
- H04B2203/5462—Systems for power line communications
- H04B2203/5479—Systems for power line communications using repeaters
Description
i
BESCHRIJVING
Werkwijze voor datatransport over een decentraal netwerk
TECHNISCH GEBIED
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van het dataverkeer bij voorkeur» via spanningsnetten op laag-, middel- en hoogspanningsniveau. Zij gaat uit van 5 een werkwijze voor dataoverdracht volgens de aanhef van conclusie 1.
STAND VAN DE TECHNIEK
Een dergelijke werkwijze is uit EP-B-0 388 672 bekend. Daar wordt een werkwijze voor overdracht van datapak-10 ketten of telegrammen in een netwerk met een hoofdstation, ten minste een deelnemerstation en een gemeenschappelijk da-takanaal geopenbaard. Ieder deelnemerstation beluistert het dataverkeer, bepaalt de overdrachtskwaliteiten en bericht deze terug naar het hoofdstation. Het hoofdstation berekent 15 centraal uit de overdrachtskwaliteiten de dataroutering, dat wil zeggen de voor een datapakket geschikte relais- of ver-sterkerstations, en geeft deze met het telegram mee. Nieuwe deelnemerstations worden door een speciale oproep van het hoofdstation of een plaatsvervangend station in het bestaande 20 netwerk opgenomen. Een dergelijk centraal gestuurd netwerk heeft als wezenlijk nadeel dat de communicatiebehoeften tussen hoofd, plaatsvervanger en deelnemerstation groot en de effectief beschikbare dataruimte overeenkomstig beperkt is. Bovendien is het netwerk niet flexibel aangezien de deelne-25 mers geen invloed op de configuratie en sturing hebben.
Volgens EP-A-0 524 909 is het bovendien stand van de techniek datapakketten niet op een voorafbepaald communica-tiepad, maar door een meervoudige herhaling in relaisstations boomvormig vertakt uit te zenden. Te dien einde heeft ieder 30 datapakket een herhalingsgetal door welke het aantal nog uit te voeren herhalingen door relaisstations is vastgelegd. Een 1014257 t 2 dergelijke netbelasting kan in het bijzonder bij grote data-snelheden partiële signaalverliezen veroorzaken, die bitfout-niveaus verhogen en de totale beschikbaarheid beperken.
BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
5 Doelstelling van de onderhavige uitvinding is een verbeterde werkwijze voor dataverkeer te verschaffen, bij welke communicatiepaden zonder centraal routeerstation bepaald worden en een overbelasting van het net door redundante meervoudige herhaling van telegrammen wordt vermeden. Deze 10 doelstelling wordt volgens de uitvinding door de kenmerken van de hoofdconclusie bereikt.
De uitvinding bestaat erin dat in een netwerk met ten minste telkens een hoofdstation, buitenstations en in voorkomend geval versterkende relaisstations, in ieder stati-15 on lijsten ter besturing van het netwerk gevoerd worden en telegrammen aan de hand van deze lijsten en een adressering selectief naar hun doelstation verder geleid worden. De lijsten houden informatie over de in het netwerk aangemelde stations en worden door ieder station zelfstandig aangelegd 20 en geactualiseerd. Door de verspreid opgeslagen lijsten is een eenvoudige adressering en verzending van telegrammen en een decentrale, flexibele besturing van de netwerkstations realiseerbaar. De gunstige communicatiepaden worden niet door een centraal station berekend en in telegrammen opgeslagen, 25 maar verdeeld door de lokale stations bepaald en ter verdere geleiding toegepast. De werkwijze is in het bijzonder voor informatietransport over veranderlijke en aan storing onderhevige leidingen in energienetten geschikt.
In een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld worden in ieder 30 station een hoorbaarheidslijst van het volgende naburige station, in ieder relaisstation een relaislijst van de versterkende buitenstations en in ieder hoofdstation een koppellijst van de in haar deelnet of communicatieveld ondergeschikte stations gehouden.
35 In een verder uitvoeringsvoorbeeld worden in de lijsten de overdrachtskwaliteit naar de volgende nabuurstati-ons en voor ieder station een communicatieveld van de afstand 014257 3 tot het hoofdstation of het communicatievlak gehouden om in ieder relais en buitenstation aanduidingen over de optimale communicatiepaden voor de telegramverzending ter beschikking te stellen.
5 In andere uitvoeringsvoorbeelden omvat de netwerkbe- sturing naast het verzenden van telegrammen, de opname van nieuwe stations, de herschikking van bestaande stations binnen een communicatieveld en de wisseling van een station tussen twee communicatievelden.
10 Verdere uitvoeringen, voordelen en toepassingen van de uitvinding volgen uit de afhankelijke conclusies alsook uit de thans volgende beschrijving aan de hand van de figuren.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENING
15 Als voorbeeld wordt getoond in fig. 1 een communicatienetwerk volgens de uitvinding met twee overlappende communicatievelden; in fig. 2 de opname van nieuwe stations in een communicatieveld en de wisseling van een buitenstation naar een 20 nieuw relaisstation; en in fig. 3 de wisseling van een station tussen twee communicatievelden.
In de figuren zijn gelijke delen met gelijke verwij-zingscijfers voorzien.
25 VORMEN VAN TOEPASSING VAN DE UITVINDING
Fig. 1 toont een voorbeeldnetwerk met hoofdstations MS, relaisstations RSX, . . ., RSe en buitenstations ASX, . . ., AS3, die typischerwijze in een als datakanaal werkzaam span-ningverdeelnet over de actueel beste (doorgetrokken lijn) of 30 over redundante (gestreepte lijn) communicatiepaden met elkaar verbonden zijn. De voorgestelde werkwijze dient ter verzending van telegrammen tussen een hoofdstation MS en een buitenstation AS en in voorkomend geval over relaisstations RS, waarbij iedere directe verbinding door haar overdrachts-35 kwaliteit wordt gekarakteriseerd en de telegrammen een adres 1014257 4 met aanduiding over het doelstation AS, MS hebben. De communicatie kan daardoor weergegeven worden dat een buitenstation AS op een aanvraag van het hoofdstation MS antwoordt of zelf spontaan zendt. In de relaisstations RS worden de telegrammen 5 door het weer uitzenden herhaald om grote overdrachtsafstanden en/of sterk gestoorde datakanalen te overbruggen. Voor de data-uitwisseling kan ieder tussengeschakeld relaisstation RS ook zelf buitenstation AS zijn. De hoofdstations MS vormen over geschikte telecommunicatiekanalen de verbinding naar een 10 leidplaats LS of naar de buitenwereld.
Ieder station MS, RS, AS kent haar eigen eenduidige stationsnummer. De routering of de telegramverzending wordt door een voor de stations MS, RS, AS in principe eenduidig voorschrift bestuurd. Een hoofdstation MS kan ook relaissta-15 tion RS of buitenstation AS zijn. Een relaisstation RS heeft een hiërarchisch dieper gelegen buitenstation AS nodig.
Volgens de uitvinding worden in ieder station MS, RS, AS lijsten HL, RL, VmL ter besturing van het netwerk gehouden en telegrammen in het netwerk verzonden en door verge-20 lijking van hun adressen met de lijsten HL, RL, VmL selectief naar hun doelstation AS, MS verder geleid. De netwerkbestu-ring omvat het management van de telegramverzending en de configurering van het netwerk. Bij voorkeur worden de volgende lijsten aangelegd: in ieder station MS, RS, AS een hoor-25 baarheidslijst HL die alle in een gedefinieerd tijdsinterval hoorbare volgende nabuurstations MS, RS, AS omvat, in ieder relaisstation RS een relaislijst RL die alle ondergeschikte buiten- of relaisstations AS, RS omvat voor welke de relaisstation RS als versterker functioneert, en in het hoofdstati-30 on MS een koppellijst VmL die alle in haar communicatieveld MS ondergeschikte stations AS, RS omvat. In het bijzonder worden de lijsten HL, RL, VmL op grond van het beluisterde telegramverkeer permanent bijgehouden.
In het netwerk kunnen meerdere hoofdstations MS met 35 disjuncte, overlappende of redundante communicatievelden KF zijn voorzien. Verder ligt voor ieder hoofdstation MS ieder ondergeschikt station RS, AS van haar communicatieveld M in ten minste een communicatievlak die door het aantal tussenge-schakelde relaisstations RS bepaald is.
1 n 1 a o ς 7 5
Voor een bijzonder efficiënte netwerkbesturing moeten in de lijsten de volgende gegevens opgeslagen worden: in de hoorbaarheidslijst HL de overdrachtskwaliteit naar de volgende nabuurstations MS, RS, AS, in de relaislijsten RL het 5 communicatievlak van de ondergeschikte stations AS, RS en in de koppellijst VmL van ieder station AS, RS het communicatievlak en het direct voorgeschakelde relaisstation RS. Door wetenschap van de overdrachtskwaliteiten kunnen de communica-tiepaden geoptimaliseerd worden. Door wetenschap van de com-10 municatievlakken kan het aantal actueel nodige herhalingen van een telegram bestuurd worden. Daaruit volgt een optimale telegramversturing in het netwerk.
In detail delen de stations MS, RS, AS elkaar successievelijk hun overdrachtskwaliteit naar de volgende na-15 buurstations MS, RS, AS, hun communicatieveld (en) M en hun communicatievlak(ken) mee. Dan worden deze in hun hoorbaar-heidslijsten HL successievelijk voor ieder volgend nabuursta-tion MS, RS, AS, hun communicatieveld(en) M, communicatievlak (ken) en communicatiekwaliteit naar hun hoofdstation(s) 20 MS ingebracht. Tenslotte kunnen zij hun communicatiekwaliteit (en) naar ten minste een hoofdstation MS bepalen, een optimaal communicatiepad kiezen en hun volgende nabuurstation MS, RS, AS meedelen. In het bijzonder kent ieder hoofdstation MS de actueel gebruikte communicatiepaden in haar communica-25 tieveld M of kan zij deze naar behoefte uit de koppellijst VmL berekenen.
Ter optimale benutting van het netwerk moeten in de telegramadressen een communicatierichting (binnenwaarts; buitenwaarts) en een teller H voor het aantal door te lopen com-30 municatievlakken en/of het communicatieveld (M) , het als ontvanger of zender actieve buitenstation AS en in voorkomend geval doeltoepassingen aangegeven worden. De doeltoepassingen kunnen bijvoorbeeld een telleraflezing, schakelaarcontrole en -activering, motorsturing en dergelijke betreffen, die door 35 het ontvangstation AS of MS uitgevoerd of in aangeschakelde apparaten verlangd worden.
In het bijzonder geldt voor de telegramverzending in buitenwaartse richting dat het telegram in een relaisstation RS herhaald wordt in geval het ontvangers tat ion TVS in de re- 101A?R7 \ 6 \ laislijst RL staat en de met één opgehoogde communicatievlak- \ teller H gelijk aan het communicatievlak van het relaisstati-on RS is, en dat het telegram door het ontvangerstation AS geïdentificeerd en verder verwerkt wordt. Bij telegramverzen-5 ding in binnenwaartse richting dient te gelden dat het telegram in een relaisstation RS herhaald wordt in geval het zen-derstation AS in de relaislijst RL staat en de som van de met één opgehoogde communicatievlakteller H en het communicatievlak van het relaisstation RS gelijk aan het communicatievlak 10 van het zenderstation AS is, en dat het telegram door het hoofdstation MS ontvangen en verder verwerkt wordt in geval het zenderstation AS in de koppellijst VmL staat.
Het telegram heeft derhalve in haar adresdeel een telegram-kenmerk dat naast een doelstation-kenmerk (= doel-15 station AS, MS en doeltoepassing) een richtingsvlag en informatie over het communicatieveld en het communicatievlak van het zendende of ontvangende buitenstation AS heeft. De telegrammen kunnen derhalve naar communicatierichting, communicatieveld of communicatievlak gegroepeerd worden. Deze vorm van 20 adressering is wezenlijk eenvoudiger dan de vooruitberekening van het communicatiepad door een centraal routingstation en de opslag van het gehele pad in ieder telegram.
Ter vermijding van collisie wordt in een communicatieveld M op ieder tijdstip ten hoogste een telegram verzon-25 den. In plaats van collisiedetectie kan een carrier sense mechanism (CSMA = "carrier sense multiple access") in ieder station MS, RS, AS voorzien zijn, die informatie verschaft of het lokale deel van het datakanaal vrij is. Daardoor is ook gewaarborgd dat een datapakket op een bepaald tijdstip 30 slechts door een enkel relaisstation RS wordt herhaald. Een overbelasting van het datakanaal door meervoudige herhaling van het telegram wordt op deze wijze in het algemeen vermeden. In geval een telegramontvangst volgens de communicatievlakteller H te diep ligt, heeft het telegram communicatie-35 vlakken gemist. In dit geval wordt een collisie daardoor voorkomen dat het doelstation AS, MS voor ieder tijdsverloop een zendverbod houdt, welk overeenkomt met de reguliere ver-zendingstijd door het mankerende communicatievlak.
Door de toepassing van centraal bijgehouden lijsten 1014257 7 HLf RL, VmL is daarenboven ter decentrale, efficiënte besturing van de telegramverzending een flexibele zelfconfiguratie van het netwerk realiseerbaar. De zelfconfiguratie betreft het aanmelden, afmelden, ommelden en uitscheiden van een sta-5 tion RS, AS in een communicatieveld M van een hoofdstation MS en verloopt door inbreng of wissen van het station RS, AS in de desbetreffende lijst HL, RL, VmL. Het hoofdstation MS stuurt de netwerkaguisitie-activiteiten, in het bijzonder het zoeken naar nieuwe stations RS, AS, of delegeert deze activi-10 teiten naar een ondergeschikt station RS, AS. Een ondergeschikt station RS, AS kan ook zelfstandig bij het hoofdstation MS afmelden in geval de overdrachtskwaliteit van de direct voorgeschakelde relaisstation(s) RS onder een voorafbepaalde waarde ligt. Verder kan een ondergeschikt station RS, AS bij 15 een onderbreking of na afloop van een vooringestelde tijdslimiet zonder telegramontvangst automatisch uit het communicatieveld worden geschakeld.
Fig. 2 toont een uitvoeringsvoorbeeld ter opname van de stations Slf ...» S4 in het communicatieveld Ml van het 20 hoofdstation Μβχ. De communicatiepaden zijn met 1, 5 ge nummerd. De telegramadressen worden in een volgens de uitvinding bepaalde vorm MHOD aangegeven, waarbij M het communicatieveld is, H de communicatievlakteller, O het doelobject-kenmerk en D de communicatierichting. De bevelen, antwoorden 25 of informatie worden in het datadeel verzonden.
MS2 zendt een ConnectRequest-instructie MIHOOODout, waarna S2 met een ConnectRequest-antwoord MIHOOlDin zich meldt. Sx wordt met de gemeten overdrachtskwaliteit in de hoorbaarheidslijst HL en koppellijst VmL van MSX ingebracht.
3 0 Voor het zoeken van nieuwe stations delegeert MSj^ zijn acquisitiebevoegdheid aan Sx met een InitConnect-instructie MIHOOlDout. Sx genereert een ConnectRequest-instructie MIHlOODout. In dit telegram zijn de identificatie van Si en de overdrachtskwaliteit tussen Sx en MSX gecodeerd. S2 antwoordt 35 met het ConnectRequest-antwoord MlH0O2Din. S2 hoeft door S2 niet direct geadresseerd te worden, aangezien een ConnectRequest op een tijdstip slechts door precies één hoofdstation MS of gedelegeerd station RS, AS uitgevoerd kan worden. Si neemt S2 in de hoorbaarheidslijst HL en de relaislijst RL op, 1014257 8 converteert het Connect-Request-antwoord in een InitConnect-antwoord MIHOOlDin en zendt deze aan MS!. In het datadeel deelt Sx aan MS! informatie met betrekking tot het gevonden station S2 mee. MS3 ontvangt de melding en brengt S2 als bui-5 tenstation met communicatievlak 1 en direct voorgeschakeld relaisstation Si in haar koppelüjst VmL in. Volgens het gelijke principe worden S3 en S4 in het communicatieveld Ml van het hoofdstation MSj. opgenomen.
De telegramversturing tussen MSX en S2 verloopt nu in 10 buitenwaartse richting door telegrammen met adressen
MlH0O2Dout respectievelijk na herhaling in S3 MlH102Dout en in binnenwaartse richting door telegrammen met adressen MlH0O2Din en na herhaling in Sx MlH102Din.
Aan de hand van fig. 2 wordt ook een wisseling van 15 het buitenstation S3 naar een nieuw relaisstation S4 toegelicht. Nadat S4 met MS3 verbonden is, stelt S3 door bewaking van de overdrachtskwaliteiten vast dat de communicatie met S4 veel stabieler is dan die met Sx. MS3 zendt aan S4 een Init-Connect-instructie MlH004Dout. Daarop zendt S4 een ConnectRe-20 quest-instructie MIHlOODout. S3 verifieert de betere over-drachtskwaliteit respectievelijk de mindere communicatiekosten met MSX via S4 en antwoordt met een ConnectRequest-antwoord MlH0O3Din. S4 brengt S3 in zijn hoorbaarheidslijst HL en relaislijst RL in en zendt het InitConnect-antwoord MlH0O4Din 25 met opgave via S3 aan MS^ MS3 stelt in haar koppel lijst VmL vast dat S3 voorheen via relaisstation S3 aangemeld was en zendt nu een DisconnectRequest-instructie MIHOOlDout aan welke S3 uit zijn relaislijst RL wist en deze met het DisconnectRequest-antwoord MIHOOlDin aan MS3 bevestigt. Daarmee is 30 het communicatiepad 2 inactief.
Wanneer een relaisstation RS van communicatiepad naar hoofdstation MS wisselt, deelt deze in datadeel van het ConnectRequest of InitConnect aan alle stations RS, AS op het nieuwe pad en het hoofdstation MS alle na haar geschakelde 35 buitenstations AS mee. Deze worden in de desbetreffende re-laislijsten RL ingebracht. Door de DisconnectRequest-instructie van het hoofdstation MS worden alle aangemelde stations RS, AS uit de relaislijsten RL van het oude pad gewist. Mocht een relaisstation RS zowel op het oude alsook op het nieuwe 1n14257 9 pad liggen, dan worden daar de buitenstations AS niet gewist, echter slechts hun nieuwe communicatievlak ingebracht.
In fig. 3 is een wisseling van het communicatieveld M toegelicht. Si communiceert met het hoofdstation MSi· Nadat 5 het hoofdstation MS2 in bedrijf genomen wordt of door een verandering in de netwerkconfiguratie van Sx beter gehoord wordt dan MS1; zal S2 de ConnectRequest-instruct ie van MS2 beantwoorden en door MS2 in de hoorbaarheids lij st HL en koppellijst VmL worden ingebracht. Nu is Sx via MS! en MS2 bereikbaar. In 10 geval dit ongewenst is, beantwoordt Si de volgende (periodiek herhaalde) ConnectRequest van MSX met een DisconnectRequest en wordt daardoor uit de relaislijst RL en de koppellijst VmL van het communicatieveld van MSX gehaald.
Wordt door een verandering van de netwerktopologie 15 het communicatiepad 1 gesperd, dan schakelt Sx na een tijdslimiet zonder telegramontvangst uit het communicatieveld van MS2 en wordt deze in alle lijsten HL, RL, VmL gewist. De tijdslimiet wordt door het hoofdstation MSX en/of het buitenstation Sx bewaakt. Bij de volgende ConnectRequest van MS2 zal zich Sx 20 in dit veld inbrengen. In voorkomend geval kan bijvoorbeeld MS2 de wisseling van S2 aan het hoofdstation MSa door een DisconnectRequest bevestigen.
De werkwijze volgens de uitvinding is in ieder geschikt netwerk toepasbaar. In het bijzonder is dit toepasbaar 25 in netwerken die flexibel configureerbaar moeten zijn en een variabele communicatiekwaliteit hebben. Dergelijke netwerken kunnen draad- of vezelgebonden leidingen en/of draadloze overdrachtsdelen als datakanaal omvatten. Voorbeelden hiervoor zijn spanningsnetten, maar ook (mobiele) telefoon-, com-30 puter- of gerichte omroepnetten. Een toepassing van de werkwijze betreft het bedrijven van een netwerk en de verzending van telegrammen in een netwerk dat spanningsleidingen omvat.
In het bijzonder omvat het netwerk een spanningsverdeelnetwerk, dat ter data-uitwisseling naar buiten en in voorkomend 35 geval tussen deelnetten met een telefoonnet of computernet verbonden is.
Door de werkwijze volgens de uitvinding wordt een decentraal bestuurd, zichzelf configurerend communicatienetwerk verschaft, welke zich door een zeer eenvoudige telegram- I014257 10 adressering onderscheidt en zonder bovengeschikte intelligentie, centrale berekening of externe beïnvloeding optimale communicatiepaden beschikbaar stelt.
VERWIJZINGSClJPERLIJST
5 MS hoofdstation RS relaisstation AS buitenstation HL hoorbaarheidslijst RL relaislijst 10 VmL koppellijst M communicatieveld H communicatievlakteller 0 doelobject-kenmerk (doelstation plus doeltoepassing) D communicatierichting 15 MHOD telegram-kenmerk, adres S station 014257
Claims (11)
1. Werkwijze voor het verzenden van telegrammen tussen een hoofdstation (MS) en een buitenstation (AS) via een gemeenschappelijk datakanaal van een netwerk, dat in voorkomend geval relaisstations (RS) heeft, waarbij iedere directe 5 verbinding door haar overdrachtskwaliteit wordt gekenmerkt en de telegrammen een adres met opgave omtrent het doelstation (AS, MS) hebben, met het kenmerk, dat a) in ieder station (MS, RS, AS) lijsten (HL, RL, VmL) voor de besturing van het netwerk gehouden worden en 10 b) telegrammen in het netwerk verzonden en door vergelijking van hun adressen met de lijsten (HL, RL, VmL) selectief naar hun doelstation (AS, MS) verder geleid worden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 a) ieder station (MS, RS, AS) een hoorbaarheidslijst (HL) aanlegt, die alle in een gedefinieerd tijdsinterval hoorbare volgende nabuurstations (MS, RS, AS) omvat, b) ieder relaisstation (RS) een relaislijst (RL) aanlegt, die alle ondergeschikte buiten- of relaisstations (AS, RS) om- 20 vat, voor welke het relaisstation (RS) als versterker functioneert, c) het masterstation (MS) een koppellijst (VmL) aanlegt, die alle onder haar communicatieveld (M) geschikte stations (AS, RS) omvat en 25 d) in het bijzonder de lijsten (HL, RL, VmL) bij voorkeur op grond van het beluisterde telegramverkeer permanent bijgehouden worden.
3. Werkwijze volgens een der conclusies 1-2, met het kenmerk, dat 30 a) meerdere hoofdstations (MS) met disjuncte, overlappende of redundante communicatievelden (M) voorzien zijn en/of b) voor ieder hoofdstation (MS) ieder ondergeschikt station (RS, AS) in een communicatievlak ligt, die door een aantal tussengeschakelde relaisstations (RS) gegeven is.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 1014257 » a) ieder station (MS, RS, AS) in de hoorbaarheidslijst (HL) de overdrachtskwaliteit tot het volgende nabuurstation (MS, RS, AS) inbrengt en/of b) ieder relaisstation (RS) in de relaislijst (RL) het commu-5 nicatievlak van de ondergeschikte stations (AS, RS) inbrengt en/of c) het hoofdstation (MS) in de koppellijst (VmL) voor ieder station (AS, RS) het communicatievlak en de direct voorgeschakelde relaisstation (RS) inbrengt.
5. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de stations (MS, RS, AS) a) elkaar successievelijk hun overdrachtskwaliteit naar het volgende nabuurstation (MS, RS, AS), hun communicatieveld (en) (M) en hun communicatievlak(ken) meedelen, 15 b) in hun hoorbaarheidslijsten (HL) successievelijk voor ieder volgend nabuurstation (MS, RS, AS) hun communicatieveld (en) (M), communicatievlak(ken) en communicatiekwali-teit naar hun hoofdstation(s) (MS) inbrengen en c) hun communicatiekwaliteit(en) naar ten minste een hoofd-20 station (MS) bepalen, een optimaal communicatiepad kiezen en hun volgende nabuurstation (MS, RS, AS) meedelen.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat in het telegramadres a) een communicatierichting (inwaarts; buitenwaarts) en een 25 teller (H) voor het aantal doorlopen communicatievlakken aangegeven worden en/of b) het communicatieveld (M), de als ontvanger of zender actieve buitenstations (AS) en in voorkomend geval doelap-plicaties aangegeven worden.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat voor de verzending van een telegram in buitenwaartse richting a) het telegram in een relaisstation (RS) gerepeteerd wordt in geval het ontvangerstation (AS) in de relaislijst (RL) 35 staat en de met één opgehoogde communicatievlakteller (H) gelijk aan het communicatievlak van het relaisstation (RS) is en b) het telegram van het ontvangerstation (AS) geïdentificeerd en verder verwerkt wordt. 1014257 ê ·> »
8. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat voor de telegramverzending in binnenwaartse richting a) het telegram in een relaisstation (RS) gerepeteerd wordt in geval het zenderstation (AS) in de relaislijst (RL) 5 staat en de som van de met één opgehoogde communicatie- vlakteller (H) en het communicatievlak van het relaisstation (RS) gelijk aan het communicatievlak van het zenderstation (AS) is en b) het telegram door het hoofdstation (MS) ontvangen en ver- 10 der verwerkt wordt in geval het zenderstation (AS) in de koppellijst (VmL) staat.
9. Werkwijze volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat a) het hoofdstation (MS) nieuwe stations (RS, AS) zoekt of 15 het zoeken naar een ondergeschikt station (RS, AS) dele geert en/of b) een station (RS, AS) van het communicatieveld (KF) zich bij het hoofdstation (MS) afmeldt in geval de overdrachts-kwaliteit naar de direct voorgeschakelde relaisstation(s) 20 onder een voorafbepaalde waarde ligt en/of c) een station (RS, AS) van het communicatieveld (KF) bij een onderbreking of na afloop van een voorafbepaalde tijdslimiet zonder telegramontvangst automatisch buiten het communicatieveld plaatst.
10. Werkwijze volgens een der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het aanmelden, af melden, ommelden en afscheiden van een station (MS, RS, AS) in een communicatieveld (M) door inbreng of wissen van het station (RS, AS) in de desbetreffende lijst (HL, RL, VmL) verloopt.
11. Toepassing van de werkwijze volgens een der con clusies 1-10 voor het bedrijven van een netwerk en ter verzending van telegrammen in een netwerk dat stroomleidingen omvat. I Π 1 4 9K7
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19904358 | 1999-02-04 | ||
DE19904358A DE19904358B4 (de) | 1999-02-04 | 1999-02-04 | Verfahren zum Datenaustausch über ein dezentrales Netzwerk |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1014257A1 NL1014257A1 (nl) | 2000-08-07 |
NL1014257C2 true NL1014257C2 (nl) | 2002-04-23 |
Family
ID=7896309
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1014257A NL1014257C2 (nl) | 1999-02-04 | 2000-02-01 | Werkwijze voor het datatransport over een decentraal netwerk. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE19904358B4 (nl) |
NL (1) | NL1014257C2 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
TW561725B (en) * | 2001-02-14 | 2003-11-11 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | Communications setting method and communications setting system for power line communications system |
DE10321204B3 (de) * | 2003-05-12 | 2005-01-13 | Siemens Ag | Verfahren und Einrichtung zur Funktionsüberwachung von Funkübertragungswegen in einem Gefahrenmeldesystem |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4692761A (en) * | 1985-06-21 | 1987-09-08 | Robinton Products, Inc. | Adaptive communication network and method |
DE19711958A1 (de) * | 1997-03-21 | 1998-09-10 | Siemens Ag | Netzwerkkommunikation |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH677300A5 (nl) * | 1989-03-21 | 1991-04-30 | Asea Brown Boveri | |
US5032833A (en) * | 1989-04-27 | 1991-07-16 | Schlumberger Industries, Inc. | Adaptive network routing for power line communications |
DE4124227A1 (de) * | 1991-07-22 | 1993-01-28 | Datawatt Bv | Verfahren zum austauschen von daten |
GB9313199D0 (en) * | 1993-06-25 | 1993-08-11 | Remote Metering Systems Ltd | Digital data transmission networks |
IL119753A0 (en) * | 1996-12-04 | 1997-03-18 | Powercom Control Systems Ltd | Electric power supply management system |
-
1999
- 1999-02-04 DE DE19904358A patent/DE19904358B4/de not_active Expired - Fee Related
-
2000
- 2000-02-01 NL NL1014257A patent/NL1014257C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4692761A (en) * | 1985-06-21 | 1987-09-08 | Robinton Products, Inc. | Adaptive communication network and method |
DE19711958A1 (de) * | 1997-03-21 | 1998-09-10 | Siemens Ag | Netzwerkkommunikation |
Non-Patent Citations (2)
Title |
---|
PERKINS C E ET AL: "HIGHLY DYNAMIC DESTINATION-SEQUENCED DISTANCE-VECTOR ROUTING (DSDV)FOR MOBILE COMPUTERS", COMPUTER COMMUNICATIONS REVIEW, ASSOCIATION FOR COMPUTING MACHINERY. NEW YORK, US, vol. 24, no. 4, 1 October 1994 (1994-10-01), pages 234 - 244, XP000477054, ISSN: 0146-4833 * |
RAGHAVAN A R ET AL: "A distance-vector routing protocol with consistency checking for mobile distributed direct-sequence packet radio networks", MILITARY COMMUNICATIONS CONFERENCE PROCEEDINGS, 1999. MILCOM 1999. IEEE ATLANTIC CITY, NJ, USA 31 OCT.-3 NOV. 1999, PISCATAWAY, NJ, USA,IEEE, US, 31 October 1999 (1999-10-31), pages 780 - 784, XP010369785, ISBN: 0-7803-5538-5 * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1014257A1 (nl) | 2000-08-07 |
DE19904358A1 (de) | 2000-08-10 |
DE19904358B4 (de) | 2005-07-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0695059B1 (en) | Wireless LAN to wired LAN bridge | |
US6028857A (en) | Self-organizing network | |
US6977937B1 (en) | Radio network routing apparatus | |
CN101621836B (zh) | Mesh网络中信道切换方法、装置和mesh网络 | |
US7693119B2 (en) | Transmission power control over a wireless ad-hoc network | |
CN102045110B (zh) | 光通信系统及通信频带控制方法 | |
CN107889185B (zh) | 一种电表无线数据采集系统的组网方法 | |
WO2012008735A2 (ko) | 멀티-홉 네트워크에서의 라우팅 경로 설정 방법 및 이를 위한 장치 | |
CA2094409C (en) | Multicast communication tree creation and control method and apparatus | |
WO2004110082B1 (en) | System and method for determining location of a device in a wireless communication network | |
CN102318287A (zh) | 路由器邻居建立方法和设备 | |
KR100418383B1 (ko) | 이동통신 네트워크 및 이동통신 네트워크에서의 데이터전송 방법 | |
US9906434B2 (en) | SMF-type communication method for a MANET network, network node and mobile network which implement this communication method | |
CN105706495A (zh) | 服务器及其通信方法 | |
CN112822643B (zh) | 一种基于ble广播的蓝牙设备多联组网方法和系统 | |
US9178619B2 (en) | Passive optical network (PON)-based system and method for providing handover among optical network terminals (ONTs) | |
GB2342818A (en) | Use of multiple stores for location data to improve call set up | |
CN101395857B (zh) | 用于在带有隐藏节点的自组网络中进行多跳数据传输的方法 | |
NL1014257C2 (nl) | Werkwijze voor het datatransport over een decentraal netwerk. | |
CN217825001U (zh) | 一种基于可信中继的密钥分发网络 | |
WO2007144836A2 (en) | Method for selecting relay in wireless broadcast ad hoc networks | |
KR100733828B1 (ko) | 애드혹 네트워크에서의 멀티캐스트 라우팅 방법 및 주소할당 방법 | |
EP1813123A1 (en) | Intelligent base station comprising all functions relevant to its operation | |
KR20140142138A (ko) | 무선 네트워크에서 멀티캐스트 그룹을 관리하는 장치 및 방법 | |
JP3451569B2 (ja) | 無線リンク及び電気通信ネットワーク確立方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20020220 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
ZD | Corrections to earlier publications |
Free format text: THE PAMPHLET WITH PATENTNO. 1014257, ISSUED 01.07.2002: IS ISSUED WITHOUT TITLE. THE TITLE OF THE INVENTION SHOULD READ: WERKWIJZE VOOR HET DATATRANSPORT OVER EEN DECENTRAAL NETWERK. A NEW FRONTPAGE OF THE PAMPHLET HAS BEEN ISSUED. |
|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050901 |