NL1014078C2 - Afsluiter voor een drukhouder en drukhouder voorzien van een dergelijke afsluiter. - Google Patents

Afsluiter voor een drukhouder en drukhouder voorzien van een dergelijke afsluiter. Download PDF

Info

Publication number
NL1014078C2
NL1014078C2 NL1014078A NL1014078A NL1014078C2 NL 1014078 C2 NL1014078 C2 NL 1014078C2 NL 1014078 A NL1014078 A NL 1014078A NL 1014078 A NL1014078 A NL 1014078A NL 1014078 C2 NL1014078 C2 NL 1014078C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
inner part
neck
valve
vessel
barrel
Prior art date
Application number
NL1014078A
Other languages
English (en)
Inventor
Willem Terpstra
Jeroen Alexander T Pper
Original Assignee
Dispense Systems Internat B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dispense Systems Internat B V filed Critical Dispense Systems Internat B V
Priority to NL1014078A priority Critical patent/NL1014078C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1014078C2 publication Critical patent/NL1014078C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/0829Keg connection means
    • B67D1/0831Keg connection means combined with valves
    • B67D1/0838Keg connection means combined with valves comprising means for preventing blow-out on disassembly of the spear valve

Landscapes

  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)

Description

Afsluiter voor een drukhouder en drukhouder voorzien van een dergelijke afsluiter
De uitvinding heeft betrekking op een afsluiter voor een drukhouder, zoals bijvoorbeeld een vat voor frisdrank of bier, volgens de kop van conclusie 1.
Een dergelijke afsluiter is bijvoorbeeld bekend uit 5 US-A-4,509,663, EP-B-0 592 641 en GB-B-2 192 621. Bij deze afsluiters wordt het binnendeel, zoals bijvoorbeeld een zogenaamde tapstang, van de afsluiter in de vatnek (ook wel aangeduid als kegneck of nekring) vastgehouden door een borgring. Indien deze borgring wordt verwijderd terwijl er 10 een overdruk in het vat heerst, wordt het binnendeel omhoog gedrukt en op een zekere hoogte geblokkeerd door een nok aan de binnenzijde van de vatnek. In deze toestand wordt de drukontlastingsopening gevormd door de ten gevolge van de speling ontstane spleet tussen de binnenzijde van de vatnek 15 en de buitenzijde van het binnendeel. Volgens GB-B-2 192 621 bedraagt deze spleet 0,02 tot 1,0 mm, hetgeen in principe genoeg is voor een voldoende snelle drukontlasting.
Het gevaar bestaat echter dat de afdichtring die zich in de genoemde spleet bevindt, deze spleet afdicht 20 doordat de afdichtring tijdens de beweging van het binnendeel in de eerste trap naar boven wordt gedrukt en zich in de spleet vastzet. Weliswaar is bij de afsluiter volgens het Britse octrooischrift een extra nok aan de binnenzijde van de vatnek aangebracht die het genoemde 25 verschijnsel tenminste gedeeltelijk zou moeten voorkomen, doch in de praktijk blijkt dat in sommige situaties, met name bij hoge drukken, de afdichtring de doorvoer tussen de vatnek en het binnendeel toch zodanig afsluit dat de drukontlasting wordt belemmerd. Hierdoor kan het voorkomen 30 dat de druk in het vat niet of niet snel genoeg afbouwt en t 014 078 2 kan het binnendeel bij verwijdering omhoogschieten en schade of letsel veroorzaken.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding dit probleem op te lossen, dan wel aanzienlijk te verminderen.
5 Hiertoe wordt de afsluiter volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de binnenwand van de vatnek is voorzien van ten minste één omloopkanaal dat de afdichtring tijdens de drukontlasting overbrugt.
Door deze maatregel kan het gas uit het vat 10 ontsnappen door de spleet tussen de vatnek en het binnendeel, zelfs als de afdichtring tijdens de beweging van het binnendeel in de eerste trap naar boven wordt gedrukt.
De aanwezigheid van het omloopkanaal heeft bovendien geen nadelig effect op de werking van de afsluiter.
15 Het omloopkanaal kan zeer eenvoudig en effectief vormgegeven worden indien het een uitsparing in de binnenwand omvat. Deze uitsparing bestaat bij voorkeur in hoofdzaak uit een sleuf welke zich uitstrekt in de lengterichting van de vatnek en waarvan de lengte groter is 20 dan de dikte van de afdichtring.
Het omloopkanaal wordt bij voorkeur verkregen door de binnenwand van de vatnek naar buiten te persen. De omloopkanalen volgens de uitvinding kunnen ook in bestaande en reeds gebruikte vatnekken aangebracht worden.
25 Tijdens drukontlasting kan het binnendeel kantelen, waardoor het kan voorkomen dat de spleet tussen de binnenzijde van de vatnek en de buitenzijde van het binnendeel juist ter plaatse van het omloopkanaal wordt gereduceerd. Indien de binnenwand van de vatnek is voorzien 30 van ten minste twee omloopkanalen blijft altijd ten minste één omloopkanaal geheel vrij, met name wanneer ten minste twee van de omloopkanalen diametraal tegenover elkaar gelegen zijn.
1 0 14 0 7 8 3
Voorts is het nog zeer gunstig indien in het binnendeel ten minste één doorlaatopening is aangebracht op een plaats onder het zittinggedeelte in het binnendeel, welke doorlaatopening via het binnendeel een (extra) door-5 gang verschaft tussen de houder en de drukontlastings- opening. Als gevolg van deze doorlaatopening of doorlaat-openingen kan het gas direct vanuit het inwendige van het binnendeel door een relatief ruime doorlaatopening naar de bredere tussenruimte tussen de vatnek en het binnendeel en 10 vervolgens door het omloopkanaal en de ringvormige spleet naar buiten stromen.
Volledigheidshalve zij opgemerkt dat het Nederlandse octrooi 1008828 op naam van aanvraagster een afsluiter beschrijft waarbij een drukontlastingsopening is 15 aangebracht door de wand van de vatnek heen. Met een dergelijke constructie wordt een zeer effectieve drukontlasting verkregen. Echter, voor bepaalde typen drukhouders worden openingen door de wand van de vatnek door sommige gebruikers onwenselijk geacht. De onderhavige 20 uitvinding voorziet in een degelijk alternatief, waarbij dergelijke openingen niet nodig zijn.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een drukhouder voorzien van de bovenbeschreven afsluiter en op een vatnek bestemd voor gebruik in deze afsluiter of 25 drukhouder.De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de figuren, die een uitvoeringsvoorbeeld van de afsluiter volgens de uitvinding weergeven.
Figuur 1 toont een verticale doorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van de afsluiter volgens de uitvinding 30 in een op een drukhouder gemonteerde stand.
Figuur 2 toont een verticale doorsnede van de vatnek in de afsluiter volgens figuur 1.
Figuur 3 toont een horizontale doorsnede van de vatnek volgens figuur 2 langs het vlak A-A.
1 014078 4
Figuur 4 toont een met figuur 1 overeenkomende doorsnede, waarbij het binnendeel van de afsluiter is weergegeven in een stand na de eerste trap van de verwijdering van het binnendeel uit de vatnek.
5 Opgemerkt wordt dat in deze tekst wordt gesproken over boven en onder in relatie tot een rechtop staande afsluiter. Bij liggende afsluiter wijzigen deze termen zich dienovereenkomstig.
De figuren tonen een uitvoeringsvoorbeeld van de 10 afsluiter volgens de uitvinding zoals deze op een drukhouder is gemonteerd. Een bovenste gedeelte van deze drukhouder is schematisch met verwijzingscijfer 1 aangeduid. Deze drukhouder bestaat bij voorkeur uit een biervat of een vat voor andere, in het bijzonder koolzuurhoudende dranken, doch kan 15 ook bedoeld zijn voor het opnemen van andere onder druk staande vloeistoffen of gassen.
De afsluiter is in het weergegeven geval voorzien van een al dan niet permanent aan de houder 1 te bevestigen vatnek 2 en een verwijderbaar binnendeel 3. Dit binnendeel 3 20 bevat een afsluitorgaan 4 (hier in de vorm van een terugslagklep) en een daaraan gemonteerde stijgbuis/dompelpijp 5 en sluitveer 6. Op de afsluiter kan een koppeling van een tapinstallatie, bijvoorbeeld een zogenaamde tapkop, worden aangesloten. Deze onderdelen zijn 25 op zichzelf bekend en zullen niet nader worden toegelicht.
In sommige gevallen is het gewenst het binnendeel 3 van de afsluiter te verwijderen, bijvoorbeeld bij reiniging of vervanging van het binnendeel 3. Ten behoeve hiervan is het binnendeel 3 losneembaar gemonteerd. Het binnendeel 3 is 30 normaal in de vatnek 2 geborgd door een borgring 7 die in een inwendige omtreksgroef 8 in de vatnek 2 is opgenomen. Voor het opheffen van de borging door de borgring 7 kan deze met een speciaal gereedschap uit de inwendige omtreksgroef 8 1014078 5 geduwd of getrokken worden, waarna het binnendeel 3 naar buiten kan bewegen.
Daar bij dit verwijderen van het binnendeel 3 druk in de houder aanwezig kan zijn, is een veiligheidsvoorzie-5 ning aangebracht die voorkomt dat het binnendeel 3 na het opheffen van de borging met kracht uit de vatnek 2 schiet en beschadigingen of verwondingen veroorzaakt. Hiertoe zijn samenwerkende koppelingsdelen aan de vatnek 2 en aan het binnendeel 3 aangebracht die zodanig samenwerken dat, na het 10 opheffen van de borging van het binnendeel 3 door de borg-ring 7, het binnendeel 3 slechts in twee gescheiden trappen uit de vatnek 2 kan worden verwijderd, waarbij een drukont-lasting van het inwendige van de houder 1 plaatsvindt tijdens de eerste trap van de verwijdering. De koppelings-15 middelen bestaan in het weergegeven geval uit ten minste één aan de binnenzijde van de vatnek 2 uitstekende nok 9 (die in figuur 1 door het binnendeel 3 aan het gezicht wordt onttrokken, maar die duidelijk te zien is in figuur 2), een uitwendig aan het binnendeel 3 gevormde, eerste axiale groef 20 waar de nok 9 in valt (en die eveneens aan het gezicht is onttrokken), een op de onderzijde van de axiale groef aangesloten omtreksgroef 10 en een aan de buitenzijde van het binnendeel 3 gevormde tweede axiale groef (niet getoond) die aan de onderzijde is geopend en aan de bovenzijde op de 25 omtreksgroef 10 aansluit en in omtreksrichting over een hoek is versprongen ten opzichte van de eerste, bovenste axiale groef. De drie groeven vormen een getrapte baan voor de nok 9, waar deze zich doorheen kan bewegen bij een eerste axiale beweging van het binnendeel 3, een daarop volgende draaiing 30 van het binnendeel 3 en vervolgens een tweede axiale beweging. Na de eerste trap stuit de nok 9 tegen de onderzijde van de omtreksgroef 10 en in deze stand van het binnendeel 3 dient de druk uit de houder 1 te kunnen ontsnappen.
1014078 6
In de gemonteerde toestand vindt een gas- en vloeistofdichte afdichting van de ruimte tussen de vatnek 2 en het binnendeel 3 plaats met behulp van een afdichtring 11, in dit geval een rubber O-ring, die is opgesloten tussen 5 samenwerkende zittinggedeelten 12 en 13 in de vatnek 2, resp. het binnendeel 3. De zittinggedeelten 12, 13 in de beide delen 2 en 3 bestaan uit, in de gemonteerde toestand, tegenover elkaar gelegen vlakken die een ringvormige ruimte begrenzen waarin de afdichtring 11 wordt samengedrukt, 10 zodanig dat een goede afdichting wordt bewerkstelligd. Op het zittinggedeelte 12 aan de binnenzijde van de vatnek 2 sluit een divergerend wandgedeelte 14 aan, waar de binnen-diameter van de vatnek 2 vanaf het zittinggedeelte 12 bovenwaarts toeneemt.
15 Ten behoeve van de drukontlasting zijn volgens de uitvinding in de binnenwand van de vatnek 2, in dit geval vrijwel direct boven het divergerende wandgedeelte 14, één of meer omloopkanalen 15 aangebracht die moeten waarborgen dat, na de eerste trap van de verwijdering van het 20 binnendeel 3, gas uit de drukhouder 1 kan ontsnappen. In dit specifieke geval worden de omloopkanalen 15 gevormd door twee sleuven die in de wand van de vatnek 2 zijn gedrukt en die een lengte hebben die ongeveer gelijk is aan viermaal de dikte van de afdichtring 11.
25 Voorts zijn door de wand van het binnendeel 3 doorlaatopeningen 16 gevormd. Het binnendeel 3 is zodanig uitgevoerd, dat de onderzijde daarvan open is en derhalve het inwendige van het binnendeel met het inwendige van de houder 1 in verbinding staat.
30 In figuur 4 is de stand van het binnendeel 3 te zien na de eerste trap van de verwijdering daarvan uit de vatnek 2 en met pijlen P is de weg aangeduid waarlangs gas uit de houder 1 naar buiten kan ontsnappen. Te zien is dat de afdichtring 11 door de druk vanuit de houder 1 uit het 1014 078 7 zittinggedeelte 12, maar ook uit het zittinggedeelte 13 is gedrukt tot in een vernauwing tussen het binnendeel 3 en de vatnek 2, waardoor de spleet tussen de delen 2 en 3 grotendeels is afgesloten. Dankzij de omloopkanalen 15 in de 5 vatnek 2 kan toch gemakkelijk gas uit de houder 1 ontsnappen, namelijk via het inwendige van het binnendeel 3 (in dit geval door doorlaatopeningen 16) of via de spleet tussen dat deel van het binnendeel 3 en de vatnek 2 dat onder de omloopkanalen 15 ligt en vervolgens via de 10 tussenruimte tussen het binnendeel 3 en de vatnek 2, de omloopkanalen 15 (langs de afdichtring 11) en de spleet tussen dat deel van het binnendeel 3 en de vatnek 2 dat boven de omloopkanalen 15 ligt.
Ook in het geval de afdichtring 11 ter plaatse van 15 het zittinggedeelte 12 van de vatnek 2 zou blijven zitten, kan gas uit de houder 1 ontsnappen doordat de bovenzijde van de doorlaatopeningen 16 in het binnendeel 3 in de stand volgens fig. 2 op een hoger niveau ligt dan de bovenzijde van het zittinggedeelte 12 vermeerderd met de dikte van de 20 afdichtring 11, waardoor gas bovenlangs de afdichtring 11 kan ontsnappen. Door het divergerende wandgedeelte 14 ontstaat in de ruimte tussen de vatnek 2 en het binnendeel 3 in het gebied tussen de bovenzijde van de doorlaatopeningen 16 en de onderzijde van de omloopkanalen 15 een zodanig 25 radiaal brede ringvormige ruimte dat deze niet door de afdichtring 11 in enigerlei stand kan worden afgesloten en hoe dan ook een goede drukontlasting kan worden gewaarborgd. Het bovenste vlak van het zittinggedeelte 13 in het binnendeel 3 bevindt zich na de eerste verwijderingstrap 30 boven de onderzijde van de omloopkanalen 15, zodat het zittinggedeelte 13 van het binnendeel 3 zich ongeveer tegenover de omloopkanalen 15 bevinden.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een afsluiter, c.q. koppelingsaansluiting voor 1 014078 8 een drukhouder verschaft, die uitblinkt door veiligheid en een betrouwbare werking.
De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uit-5 voeringsvoorbeeld dat op verschillende manieren binnen het kader van de conclusies kan worden gevarieerd. Zo kunnen de koppelingsdelen van de vatnek 2 en het binnendeel 3 onderling worden verwisseld. Ook kunnen extra groeven en/of nokken zijn aangebracht, of andere elementen worden benut.
10 Het binnendeel 3 kan ook uit meerdere onderdelen zijn gevormd. Het is verder mogelijk de omloopkanalen voort te zetten door het divergerend wandgedeelte 14 van de vatnek 2 i.e. tot direct boven het zittinggedeelte 12 in de vatnek 2.
.1 014 0 7 3

Claims (10)

1. Afsluiter voor een drukhouder, zoals bijvoorbeeld een vat voor frisdrank of bier, voorzien van een aan de drukhouder te bevestigen vatnek, een met een afsluitorgaan uitgevoerd binnendeel dat in een opening van 5 de vatnek past, borgmiddelen voor het borgen van het binnendeel in de vatnek en ten minste een afdichtring voor het vormen van een afdichting tussen het binnendeel en de vatnek ter plaatse van tegenovergelegen zittinggedeelten in de vatnek en het binnendeel, waarbij het binnendeel en de 10 vatnek zijn voorzien van samenwerkende koppelingsorganen die, na het losnemen van de borgmiddelen, zorgen voor een twee- of meertraps verwijdering van het binnendeel uit de vatnek, waarbij drukontlasting plaatsvindt voor de laatste trap via ten minste een drukontlastingsopening, met het 15 kenmerk, dat de binnenwand van de vatnek is voorzien van ten minste één omloopkanaal dat de afdichtring tijdens de drukontlasting overbrugt.
2. Afsluiter volgens conclusie 1, waarbij het omloopkanaal een uitsparing in de binnenwand omvat.
3. Afsluiter volgens conclusie 2, waarbij de uitsparing in hoofdzaak uit een sleuf bestaat welke zich uitstrekt in de lengterichting van de vatnek en waarvan de lengte groter is dan de dikte van de afdichtring.
4. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, 25 waarbij het omloopkanaal is verkregen door de binnenwand van de vatnek naar buiten te persen.
5. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de binnenwand van de vatnek is voorzien van ten minste twee omloopkanalen. 101*078
6. Afsluiter volgens conclusie 5, waarbij ten minste twee van de omloopkanalen diametraal tegenover elkaar gelegen zijn.
7. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, 5 waarbij in het binnendeel ten minste één doorlaatopening is aangebracht op een plaats onder het zittinggedeelte in het binnendeel, welke doorlaatopening via het binnendeel een (extra) doorgang verschaft tussen de houder en de drukontlastingsopening.
8. Afsluiter volgens conclusie 7, waarbij de bovenzijde van de doorlaatopening of doorlaatopeningen in het binnendeel tijdens de drukontlasting op een hoger niveau ligt dan de bovenzijde van het zittinggedeelte in de vatnek vermeerderd met de dikte van de afdichtring.
9. Drukhouder, in het bijzonder een vat voor frisdrank of bier, voorzien van een afsluiter volgens één der voorgaande conclusies.
10. Vatnek bestemd voor gebruik in de afsluiter volgens één der conclusies 1-8 en/of in de drukhouder 20 volgens conclusie 8, waarbij de binnenwand is voorzien van ten minste één omloopkanaal. .1 OH 078
NL1014078A 2000-01-13 2000-01-13 Afsluiter voor een drukhouder en drukhouder voorzien van een dergelijke afsluiter. NL1014078C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014078A NL1014078C2 (nl) 2000-01-13 2000-01-13 Afsluiter voor een drukhouder en drukhouder voorzien van een dergelijke afsluiter.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014078A NL1014078C2 (nl) 2000-01-13 2000-01-13 Afsluiter voor een drukhouder en drukhouder voorzien van een dergelijke afsluiter.
NL1014078 2000-01-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014078C2 true NL1014078C2 (nl) 2001-07-16

Family

ID=19770598

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014078A NL1014078C2 (nl) 2000-01-13 2000-01-13 Afsluiter voor een drukhouder en drukhouder voorzien van een dergelijke afsluiter.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1014078C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1018206C2 (nl) 2001-06-01 2002-12-03 Dispense Systems Internat B V Afsluiter voor een onder druk te brengen houder.

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2075476A (en) * 1980-04-22 1981-11-18 Alumasc Ltd Valve-type closure for containers
US4363336A (en) * 1981-04-07 1982-12-14 Vending Components, Inc. Keg-tapping structure
US4509663A (en) 1982-03-29 1985-04-09 Draft Systems, Inc. Locking mechanism and valve assembly
GB2158906A (en) * 1984-05-18 1985-11-20 Micro Matic As Valve closure for kegs
GB2192621A (en) 1986-06-18 1988-01-20 Micro Matic As Valve coupling
EP0592641B1 (de) 1992-05-02 1997-06-18 SCHÄFER WERKE GmbH Sicherheitsverschluss für behälteranschlüsse
NL1008828C1 (nl) 1998-04-07 1999-10-08 Dispense Systems International Afsluiter voor een drukhouder.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2075476A (en) * 1980-04-22 1981-11-18 Alumasc Ltd Valve-type closure for containers
US4363336A (en) * 1981-04-07 1982-12-14 Vending Components, Inc. Keg-tapping structure
US4509663A (en) 1982-03-29 1985-04-09 Draft Systems, Inc. Locking mechanism and valve assembly
GB2158906A (en) * 1984-05-18 1985-11-20 Micro Matic As Valve closure for kegs
GB2192621A (en) 1986-06-18 1988-01-20 Micro Matic As Valve coupling
EP0592641B1 (de) 1992-05-02 1997-06-18 SCHÄFER WERKE GmbH Sicherheitsverschluss für behälteranschlüsse
NL1008828C1 (nl) 1998-04-07 1999-10-08 Dispense Systems International Afsluiter voor een drukhouder.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1018206C2 (nl) 2001-06-01 2002-12-03 Dispense Systems Internat B V Afsluiter voor een onder druk te brengen houder.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5431205A (en) Dispensing system for bottled liquids
NL1008828C1 (nl) Afsluiter voor een drukhouder.
US5071020A (en) Radiator neck with radiator cover cap
US4458817A (en) Closure with internal security for bottles and the like
US5415329A (en) Container including a pressure relief valve for use in holding and dispensing soft drink material
EP1646580B2 (en) Retractable spout assembly for bottles
WO2006007638A1 (en) A closure device for a bottle
US3073470A (en) Insertable, self-locking and non-refillable closure for bottles
US20150368084A1 (en) Plastic beer keg
NL1014078C2 (nl) Afsluiter voor een drukhouder en drukhouder voorzien van een dergelijke afsluiter.
WO2002048019A9 (en) Tapping rod
US20030141321A1 (en) Bottle containment cap
US6568566B2 (en) Container closure with horizontal and vertical seals
NL1020202C2 (nl) Samenstel van een tapvat met een nek en een aansluitinrichting en delen daarvoor.
US6705592B2 (en) Closure for a container to be pressurized, as well as such a container
EP0493976A1 (en) Safety device for a keg valve assembly
WO2003026999A1 (en) Container closure with horizontal and vertical seals
GB2158906A (en) Valve closure for kegs
US6024255A (en) Tamper evident closure with push-pull pour spout
GB2436560A (en) Closure for a non-refilling device for a container
US940962A (en) Non-refillable bottle.
US1019317A (en) Faucet.
EP1066215B1 (en) Blow-out preventing device for a spear valve
JPH0912050A (ja) 液体注出ポンプ
GB2192621A (en) Valve coupling

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060801