NL1013699C2 - Geluidsisolerende ondervloer voorzien van een patroon ten behoeve van het leggen van tegels. - Google Patents

Description

-1-

Geluidsisolerende ondervlber voorzien van een patroon ten behoeve van het leggen van tegels.

De uitvinding heeft betrekking op een isolerende ondervloer die in hoofdzaak bestaat uit een isolerende laag welke voorzien is van een patroon ten behoeve van het zetten of leggen van tegels met tenminste een aantal opstaande ran-5 den, waarbij de randen onderling verbonden zijn en volgens een al dan niet regelmatig patroon één of meer veelhoeken insluiten.

Een dergelijke ondervloer is op zich bekend uit DE-A-198 19 10 468. Het doel van de uitvinding is in een verdere verbete ring van een dergelijke ondervloer te voorzien. Dit wordt bereikt door er verder in te voorzien dat de laag een ge-luidsisolerende laag is waarbij in de laag of tegen de onderzijde van de laag een elektrisch verwarmingsorgaan 15 aangebracht is.

De ondervloer volgens de uitvinding biedt naast de mogelijkheid om snel en makkelijk een tegelvloer op een bestaande ondergrond te kunnen leggen de verdere voordelen 20 dat naast een voor een tegelvloer noodzakelijke geluidsisolatie tegelijkertijd ook in een vloerverwarming voorzien wordt. De ondervloer is bij voorkeur van een enigszins elastische kunststof gemaakt, zoals bijvoorbeeld zacht polyvinylchloride, waardoor bijzonder goede geluidsisole-25 rende eigenschappen verkregen worden. Daarbij is afhankelijk van de dikte van de ondervloer in combinatie met tegels een geluidsisolatie, waarbij het om kontaktgeluid gaat, volgens DIN 52210 te bereiken in de orde van 8-10 dB. Hiermee blijft men ruimschoots binnen de in de verschillen-30 de bouwvoorschriften gestelde normen voor kontaktgeluid.

De vloerverwarming bestaat bij voorkeur uit een elektrisch verwarmingsorgaan hetgeen nauwelijks van invloed is op de totale dikte van de ondervloer. Een dergelijke verwarmings-35 orgaan heeft een uniforme dikte, die bijvoorbeeld in de orde van 1 millimeter ligt. Hierdoor kan ook geen versto- 1013699· -2- ring van het draagvlak optreden.

Door de ondervloer van een zachte elastische kunststof te maken is deze ook bijzonder geschikt voor het leggen van 5 een tegelvloer en is het zonder meer mogelijk om de tegels los te kunnen leggen. Derhalve zonder dat deze met lijm, cement of ander bevestigingsmiddel vastgezet dienen te worden, waarbij het patroon met de opstaande randen er voor zorgdraagt dat de tegels goed opgesloten worden en dan ook 10 in het geheel niet kunnen verschuiven.

Een dergelijke ondervloer voor het kunnen leggen van tegelvloeren heeft behalve het voordeel dat deze snel en eenvoudig te leggen zijn en dat een geluidsisolatie verkregen kan 15 worden die makkelijk binnen de aan het dempen van kontakt-geluid gestelde norm valt, het verdere voordeel dat een op deze wijze gelegde tegelvloer zonder enig probleem verhuis-baar is. Dit maakt dat het systeem vooral een uitkomst is voor mensen met huurwoningen en dan met name etagewoningen 20 of woningen in flatgebouwen, waarbij een belangrijke eis is dat de woning weer in oorspronkelijke staat opgeleverd moet worden en dat de vloerbedekking niet zodanig mag zijn dat het kontaktgeluid boven de gestelde norm uitkomt. Daarbij moet verder bedacht worden dat het verhuizingspercentage in 25 de flatgebouwen in de grote steden hoog is en kan oplopen tot 70% in 3 jaar.

Een ondervloer volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm zal bij voorkeur langwerpig uitgevoerd worden met een lengte 30 die overeenkomt met de algemeen aangehouden "kamerbreed" lengte. De breedte van de ondervloer is dan aanzienlijk kleiner waardoor stroken verkregen worden, die bij het voorgestelde zachte polyvinylchloride makkelijk opgerold geleverd kunnen worden en die zich in de woning ook weer 35 makkelijk laten uitrollen.

Volgens een nadere uitwerking is er daarbij in voorzien dat de hoofdlijnen van het door de opstaande randen bepaalde patroon in hoofdzaak evenwijdig aan één of meer randen van 1013699· -3- de strook verlopen of daar een voorafbepaalde hoek mee maken. In veruit de meeste gevallen zullen evenwijdig aan de lengte- en breedterichting verlopende opstaande randen waarmee de tegels evenwijdig aan de lengterichting van de 5 kamer gelegd kunnen worden de voorkeur hebben. Echter voor de gevallen waarin een diagonaal patroon gewenst is kan ook voorzien worden in platen waarbij de opstaande randen onder een hoek ten opzichte van de ondervloer aangebracht zijn. Dit heeft het voordeel dat de platen niet diagonaal gelegd 10 hoeven te worden, waarbij grote snijverliezen kunnen ontstaan, maar dat deze normaal in de breedterichting van de kamer gelegd kunnen worden.

De afzonderlijke platen of stroken kunnen tegen elkaar aan 15 gelegd worden waarbij het wel aanbeveling verdient om de stroken ten opzichte van elkaar te fixeren. Een eenvoudige manier zou bijvoorbeeld zijn om de stroken vast met de draagbodem te verbinden, hetgeen met spijker, nagel, lijm of met vergelijkbare ander middel kan plaatsvinden. Dit 20 heeft echter geenszins de voorkeur aangezien daarmee de verhuisbaarheid van platen of stroken met de tegels aanzienlijk verminderd wordt en bovendien het gevaar bestaat dat het verwarmingsorgaan beschadigd kan raken.

25 Volgens de uitvinding wordt er dan ook in voorzien dat langs tegenovergelegen randen van een ondervloer delen van een complementair verbindingssyteem aangebracht zijn voor het onderling kunnen verbinden van opeenvolgende stroken ondervloer. Bij toepassing van kamerbrede stroken is het 30 alleen noodzakelijk om langs de zijden in de lengterichting de delen van het complementaire verbindingssysteem aan te brengen. Het verbindingssysteem is bij voorkeur een systeem waarbij de delen in elkaar grijpen en tenminste verschuiving dwars op de lengterichting onmogelijk gemaakt wordt.

35

Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm van een dergelijk systeem is er in voorzien dat het complementaire verbindingssysteem bestaat uit in dwars op de lengterichting gezien in hoofdzaak L-vormige uitsparingen, waarbij langs 1013699· -4- een eerste langsrand van een ondervloerstrook een eerste deel van de uitsparing zich aan de bovenzijde van de ge-luidsisolerende laag bevindt en het tweede deel van de uitsparing loodrecht op het bovenvlak staat en zich op 5 afstand van de langsrand bevindt en waarbij langs een tweede langsrand van de ondervloerstrook een eerste deel van de uitsparing zich aan de onderzijde van de geluidsiso-lerende laag bevindt en het tweede deel van de uitsparing loodrecht op het ondervlak staat en zich op afstand van de 10 langsrand bevindt.

Met dergelijke L-vormige uitsparingen kunnen opeenvolgende stroken voldoende stevig in elkaar grijpen om beweging dwars daarop ten alle tijde te kunnen voorkomen. Verschui-15 ving in de lengterichting van de stroken wordt voorkomen door enerzijds het aanliggen van de stroken tegen tegenovergelegen muren of wanden en anderzijds door het totale gewicht van de strook en de daarop gelegde tegels.

20 Teneinde te voorkomen dat de eerste en/of de laatste strook aan de buitenste zijde ter hoogte van een vrije L-vormige groef niet ondersteund wordt, kan van een eerste strook de groef afgesneden worden en indien dat uitkomt eveneens van de laatste strook. Behalve dat dit extra snijwerk oplevert 25 en dan nog wel over de gehele lengte van een strook, waarbij het bovendien nog zo kan zijn dat het aan de andere zijde net verkeerd kan uitkomen, namelijk dat de strook met vrije groef precies pas ligt, wordt er volgens de uitvinding bij voorkeur nog voorzien in een opvulstrip die aan-30 sluit op de delen van het complementaire verbindingssys-teem. Bij symmetrische L-vormige uitsparingen kan één opvulstrip voor het opvullen van beide uitsparingen dienen.

De ruimtes opgesloten tussen de opstaande randen zijn 35 zodanig gekozen dat een tegel daar vast in opgesloten ligt. Hoewel tegels een zekere tolerantie hebben in de maatvoering is deze over het algemeen zodanig gering dat deze zonodig met de elasticiteit van de kunststof op te vangen is. De hoogte van de opstaande randen is zodanig gekozen 1013699« -5- dat deze zich steeds op enige afstand beneden het loopvlak van de tegel bevinden. De breedte van de opstaande randen komt overeen met een gebruikelijke voegbreedte van enkele millimeters. Door het nauw aansluiten van de opstaande 5 randen op de tegelranden geven de enigszins verzonken bovenzijden van de opstaande randen een strak ogende voeg te zien die bovendien door breedte en enigszins verzonken positie niet door belopen of anderszins beschadigd kan worden.

10

Behalve bij verhuizen of het van tegel willen veranderen is een verder voordeel van de ondervloer of strook volgens de uitvinding dat het ook zonder enig probleem mogelijk is om één of een aantal tegels te vervangen, indien deze op wat 15 voor manier dan ook beschadigd geraakt mochten zijn.

De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht aan de hand van het in de tekening gegeven voorbeeld, waarin: 20 fig.l een mat toont die uitsluitend bestaat uit krui sende opstaande randen; fig.2 een eerste uitvoeringsvorm toont van een onder vloer met opstaande randen en een daarmee verbonden onderste geluidsisolerende laag; 25 fig.3 een tweede uitvoeringsvorm toont van een onder vloer met opstaande randen en een daarmee verbonden onderste geluidsisolerende laag; fig.4 een derde uitvoeringsvorm toont van een onder vloer met opstaande randen en een daarmee verbon-30 den onderste geluidsisolerende laag; fig.4 een vierde uitvoeringsvorm toont van een onder vloer met opstaande randen en een daarmee verbonden onderste geluidsisolerende laag; fig.6 een gedeeltelijke doorsnede door twee aanliggende 35 ondervloerstroken toont, en fig.7 een opvulstrip toont bedoeld om een uitsparing van een complementair verbindingssysteem op te vullen.

1013699« -6-

De uitvoeringsvorm volgens fig.l toont een mat 1 die uitsluitend bestaat uit onderling loodrecht verlopende opstaande randen 2,3, waarbij de tussen de randen ingesloten ruimtes 4 steeds precies overeenkomen met de afmetingen van 5 een tegel. Een dergelijke mat kan gebruikt worden om bijvoorbeeld tegels op een horizontale vloer of tegen een vertikale of hellende wand aan te brengen, waarbij in ieder geval bij een hellende of vertikale wand de tegels op een daartoe geëigende wijze aan die wand bevestigd dienen te 10 worden. Door de nauwkeurige afmetingen van de mat is ook het precies in rijen en kolommen komen te liggen van de tegels verzekerd.

Voor vloertoepassingen wordt bij voorkeur een uitvoerings-15 vorm gebruikt waarbij een geluidsisolerende laag op de onderzijde van de opstaande randen aansluit. In fig.2 is een strook 5 getoond met een onderste geluidsisolerende laag 6 met opstaande randen 2,3 waarbij langs een deel van de buitenrand van de strook ook nog opstaande randen 7,8,9 20 zijn aangebracht. De opstaande randen zijn aan de tegenovergelegen korte zijden en aan één lange zijde aangebracht. Aangezien opeenvolgende stroken met de lange zijden tegen elkaar aan komen te liggen is slechts aan één zijde van een strook een opstaande rand nodig aangezien anders 25 tussen opeenvolgende stroken een dubbele voeg zou ontstaan, hetgeen visueel bijzonder storend is.

Bij de variant volgens fig.3 verlopen de lange zijden 10,11 van een strook precies halverwege de breedte van een te 30 leggen tegel zodat de tegels langs de randen met de verschillende helften op opeenvolgende stroken komen te liggen.

In fig.4 is een voorbeeld getoond met diagonaal verlopende 35 banen voor vierkante tegels. De langsranden van een rechthoekige strook zijn dan steeds begrensd door diagonaal doorsneden tegelbegrenzingen 12 die bij opeenvolgende stroken precies op elkaar aansluiten.

tof36999 -7-

In fig.5 is nog een voorbeeld gegeven van een strook voor hexagonale tegels. De korte zijden worden in dit voorbeeld afwisselend door hele en halve hexagonale ruimtes 13,14 begrensd en de lange zijden door reeksen halve ruimtes 15.

5 Bij deze uitvoeringsvorm sluiten opeenvolgende stroken niet zonder meer op elkaar aan en zullen deze steeds in de lengterichting over een afstand ten opzichte van elkaar verschoven dienen te worden die gelijk is aan de halve afstand tussen twee evenwijdige zijden van een hexagonale 10 tegel.

Fig.6 toont een doorsnede door twee opeenvolgende stroken 16,17 die bij de randen met complementaire delen 18,19 in elkaar grijpen. Op de stroken zijn tegels 20,21,22 aange-15 bracht die tussen de opstaande randen 22,23 opgesloten worden. De opstaande rand 22 is hier precies langs de rand van strook 17 aangebracht en vormt een deel van de opsluiting voor de op de andere strook 16 gelegen tegel 20.

20 De stroken 16,17 zijn bijvoorbeeld van zacht polyvinylchloride, dat in elke gewenste kleur gemaakt kan worden. De meest gangbare kleuren zijn grijs en wit, maar evengoed kan het materiaal in rood, blauw of welke andere kleur maar ook uitgevoerd worden.

25

Voor het verkrijgen van de gewenste geluidsisolatie is een strook dikte van ongeveer 1 cm voldoende. In het gegeven voorbeeld zijn de opstaande randen ongeveer 4 mm hoog bij een dikte van 3 mm. Duidelijk mag zijn dat een hele reeks 30 verschillende maten voor de opstaande randen in afhankelijkheid van de tegelmaten kunnen voldoen.

In fig.7 is tenslotte nog een doorsnede en een aanzicht getoond van een opvulstrip 24, welke te gebruiken is voor 35 het opvullen van een uitsparing in een vrije langszijde.

Vanwege de symmetrie van de uitsparingen van het complementaire verbindingssysteem is ook de opvulstrip symmetrisch en derhalve voor beide uitsparingen te gebruiken.

1013699·

Claims (8)

1. Ondervloer die in hoofdzaak bestaat uit een isolerende laag welke voorzien is van een patroon ten behoeve van het zetten of leggen van tegels met tenminste een aantal opstaande randen, waarbij de randen onderling verbonden zijn 5 en volgens een al dan niet regelmatig patroon één of meer veelhoeken insluiten, met het kenmerk, dat de laag een geluidsisolerende laag is waarbij in de geluidsisolerende laag of tegen de onderzijde van de geluidsisolerende laag een elektrisch verwarmingsorgaan aangebracht is. 10

2. Ondervloer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geluidsisolerende laag vervaardigd is van een kunststof, bijvoorbeeld zacht polyvinylchloride. 15

3.Ondervloer volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat met de geluidsisolerende laag in combinatie met tegels een geluidsisolatie conform DIN 52210 van 8-10 dB bereikt wordt.

4. Ondervloer volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de ondervloer langwerpig of rechthoekig van vorm is waarbij de hoofdlijnen van het door de opstaande randen bepaalde patroon in hoofdzaak evenwijdig aan één of meer randen van de ondervloer verlopen of daar een voorafbepaalde hoek mee 2 5 maken.

5. Ondervloer volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat langs tegenovergelegen randen van een ondervloer delen van een complementair verbindingssysteem aangebracht zijn voor 30 het onderling kunnen verbinden van opeenvolgende delen van de ondervloer.

6. Ondervloer volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het complementaire verbindingssysteem bestaat uit in dwars op 35 de lengterichting gezien in hoofdzaak L-vormige uitsparingen, waarbij langs een eerste langsrand van de ondervloer een eerste deel van de uitsparing zich aan de bovenzijde 4013699« -9- van de isolerende laag bevindt en het tweede deel van de uitsparing loodrecht op het bovenvlak staat en zich op afstand van de langsrand bevindt en waarbij langs een tweede langsrand van de ondervloer strook een eerste deel 5 van de uitsparing zich aan de onderzijde van de isolerende laag bevindt en het tweede deel van de uitsparing loodrecht op het ondervlak staat en zich op afstand van de langsrand bevindt.

7. Ondervloer volgens conclusies 5-6, met het kenmerk, dat verder voorzien is in tenminste één opvulstrip die aansluit op tenminste één van de delen van het complementaire ver-bindingssysteem.

8. Ondervloer volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de opvulstrip in hoofdzaak hoeklijnvormig is. 1013699«