NL1013545C1 - Babyvervoersysteem. - Google Patents

Description

995188/HJB

Korte aanduiding: Babyvervoersysteem.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het vervoeren van baby's, waarbij met name baby's met een leeftijd van minder dan l jaar worden bedoeld alhoewel de uitvinding niet tot die leeftijdscategorie beperkt is.

5 In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het vervoer van baby's met een fiets en met name op het probleem dat wanneer een baby met de fiets wordt vervoerd er meestal ook een moment zal zijn dat de fiets wordt gestald en de volwassende lopend verder gaat, 10 bijvoorbeeld om boodschappen te doen, waarbij dan ook de baby verder moet worden vervoerd.

Voor de hiervoor beschreven situatie zijn een aantal oplossingen bekend.

In DE 298 17 908 is beschreven om op een fiets een 15 steunconstructie aan te brengen waar een babyzitje op kan worden geplaatst. Het babyzitje is daarbij een algemeen bekend zitje dat vooral bestemd is voor het vervoer van de baby in de auto en voor het in de hand van een volwassene dragen van het zitje. Hiertoe is een zwenkbare 20 handdraagbeugel aan het zitje aangebracht. In combinatie met dit bekende zitje kan een van wielen voorziene buggy worden gebruikt, die door de lopende volwassene kan worden voortgeduwd, welke buggy eveneens in een speciale houder op een fiets kan worden vervoerd.

25 Nadeel van dit bekende vervoersysteem is met name dat de steunconstructie voor het zitje complex is, veel ruimte inneemt, waardoor de fiets bijvoorbeeld amper in een stalling past, en het uiterlijk van de fiets ernstig aantast. Tevens is het in de hand dragen van het zitje met 30 de baby relatief zwaar. Het meenemen van de buggy is ook niet altijd handig en vereist aanpassingen aan de fiets.

Een andere bekende oplossing om een baby op de fiets te vervoeren is dat de baby in een draagzak wordt vervoerd, waarbij de draagzak voor de romp van de fietser hangt. Deze 35 oplossing is vanuit veiligheidsoverwegingen sterk af te '1 C ' ’r l 5 - -2- raden, maar wordt helaas toch vaak benut. De baby is in de draagzak nagenoeg onbeschermd bij een valpartij of aanrijding en de kans is aanzienlijk dat de baby, zelfs bi; een op zich onschuldige val, bekneld raakt onder de 5 fietser. Verder is het niet gemakkelijk om te fietsen met een baby voor het lichaam.

In EP 0 832 811 is een zitje voor montage op het stuur van een fiets beschreven, waarbij de zitting verstelbaar is ten opzichte van de steunconstructie zodanig dat ook een 10 baby kan worden vervoerd. Deze publikatie beschrijft echtei geen oplossing voor het vervoer van de baby als de fiets is gestald en de volwassene te voet verder gaat.

De onderhavige uitvinding beoogt volgens een eerste aspect daarvan een vervoersysteem voor een baby te 15 verschaffen, waarmee een baby veilig kan worden vervoerd op de fiets en na het stallen van de fiets verder kan worden vervoerd door een lopende volwassene.

De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een babyvervoersysteem volgens de aanhef van conclusie 1, dat 20 is gekenmerkt doordat de babydrager voor het lopend vervoeren van de baby een aan de romp van de volwassene bevestigbare draagzak is, en doordat de steunconstructie is ingericht voor het daarin plaatsen van de draagzak of een deel daarvan, zodanig dat de draagzak of het betreffende 25 deel van de draagzak ten minste een deel van de zitting voor de baby vormt.

Met andere woorden gesteld voorziet het eerste aspect van de uitvinding erin dat de draagzak, ten minste een deel daarvan, dubbel wordt gebruikt namelijk als draagzak en als 30 zitting in het babyzitje. Dit betekent dat de volwassene die de baby op de fiets wil vervoeren de baby daarna gemakkelijk in de draagzak kan meenemen.

Het zal duidelijk zijn dat het dubbele gebruik van de draagzak buitengewoon praktisch is. Verder is het zo 35 mogelijk een comfortabel zitje voor de baby te verschaffen. Tevens levert de uitvinding in beginsel een kostenbesparing op ten opzichte van de aanschaf van een compleet babyzitje 1013545 -3- en een aparte draagzak. Ook hoeft men bij het fietsen nu weinig mee te nemen. Verder is een voordeel dat als de fiets gestald is en de baby met de draagzak wordt vervoerd, alleen de steunconstructie achterblijft op de fiets.

5 Zodoende wordt meteen voorkomen dat de door de draagzak gevormde zitting nat wordt, vervuild of zoek raakt dan wel gestolen wordt.

Opgemerkt wordt dat het begrip zitting in het kader van de onderhavige aanvrage niet betekent dat de baby perse een 10 zittende houding in het babyzitje heeft, het heeft zelfs de voorkeur dat de draagzak of het betreffende deel ervan de baby in een liggende of min of meer liggende houding ondersteunt in het babyzitje.

Bij voorkeur zijn de draagzak, ten minste het de 15 steunconstructie plaatsbare deel daarvan, en de steunconstructie voorzien van samenwerkende bevestigingsmiddelen voor het ten minste op een plaats verschaffen van een rechtstreekse bevestiging van de draagzak aan de steunconstructie. Met deze rechtstreekse 20 bevestiging kan bijvoorbeeld worden voorkomen dat de baby zich al dan niet met draagzak en al in een ongewenste positie in de steunconsctructie brengt. Bij voorkeur wordt deze bevestiging ten minste gerealiseerd ter hoogte van de billen/heupen van de baby.

25 In een voordelige uitvoeringsvorm is erin voorzien dat de draagzak, die gewoonlijk grotendeels uit een of meer flexibele materialen zoals doek en vullingmateriaal is samengesteld, ten minste het in de steunconstructie bevestigbare deel daarvan, een in hoofdzaak vormvast 30 verstevigingsorgaan omvat, dat is ingericht voor het ondersteunen van de billen en bij voorkeur ook de onderrug en de dijbenen van de baby. Hierbij is het verder voordelig dat de steunconstructie en het verstevigingsorgaan van de draagzak zijn voorzien van samenwerkende 35 bevestigingsmiddelen voor het verschaffen van de eerder genoemde rechtstreekse bevestiging van het verstevigingsorgaan aan de steunconstructie.

1013545' ----------------------------------------------!----- -4-

Bij voorkeur is de steunconstructie verder voorzien vai een of meer gordels voor het vastzetten van de baby ten opzichte van de steunconstructie. In een variant kan erin zijn voorzien dat de een of meer draagbanden van de 5 draagzak en de steunconstructie zodanig zijn uitgevoerd dat de baby met die band of banden van de draagzak kan worden vastgezet aan de steunconstructie. Door de hiergenoemde maatregelen kan worden gewaarborgd dat de baby niet uit het zitje kan vallen, zelfs niet als de fiets overhelt of de 10 fietser met fiets ten val komt.

Bij voorkeur vormt de steunconstructie een stabiele bescherming rondom de vervoerde baby, zodat bij een eventuele valpartij de baby niet in aanraking komt met de grond of bekneld kan raken.

15 In een voordelige uitvoering omvat de steunconstructie een van boven open kuip, welke kuip is ingericht voor het daarin losneembaar bevestigen van de draagzak. De kuip kan bijvoorbeeld een kunststof onderdeel zijn. Bij voorkeur heeft de kuip een stroomlijnvorm, overeenkomstig de contour 20 van een op zijn rug liggende baby.

Met voordeel is de kuip voorzien van een of meer openingen, bij voorkeur zodanig dat zich geen regenwater in de kuip verzamelt.

In een voordelige uitvoering is erin voorzien dat de 25 draagzak in de kuip tegen de kuipwand ligt. Bij voorkeur is er daarbij in voorzien dat het rugpand van de draagzak, dat zich ten minste achter de rug en bij voorkeur ook achter het hoofd van de baby uitstrekt, is voorzien van een zachte voering dat als kussen dient tussen de baby en de kuip.

30 In een mogelijke uitvoering omvat de steunconstructie een overkapping, die zich ten minste over het hoofd van de baby uitstrekt. De overkapping is bij voorkeur zodanig stevig dat deze de baby, met name het hoofd, beschermt als de fiets omvalt. Die beschermingsfunktie kan bijvoorbeeld 35 worden vervuld met een stabiele beugel over het gedeelte van de steunconstructie waar zich gewoonlijk het hoofd van de baby bevindt. In een mogelijke uitvoering is de 1013545' -5- overkapping beweegbaar, bijvoorbeeld zwenkbaar, aan de steunconstructie bevestigd om zo het plaatsen en uitnemen van de baby te vergemakkelijken. De overkapping kan tevens dienen als bescherming van de baby tegen weersinvloeden, 5 zoals regen en wind. Om het mogelijk te maken dat de fietser de baby ziet is die overkapping bij voorkeur ten minste bij het hoofd van de baby doorzichtig, bijvoorbeeld uit een sterke en vormvaste doorzichtige kunststof.

In een variant is erin voorzien dat de steunconstructie 10 is ingericht voor het daarin losneembaar bevestigen van de draagzak, zodanig dat dat deel van de draagzak als een soort hangmat in de steunconstructie hangt. Hierdoor is het eenvoudig mogelijk de baby te beschermen tegen trillende en schokkende bewegingen van de fiets.

15 Bij voorkeur is de steunconstructie verend en eventueel dempend uitgevoerd om de baby bij het fietsen tegen overmatige schokken en trillingen te beschermen.

Bij voorkeur is erin voorzien dat de steunconstructie is ingericht voor montage op het stuur van de fiets.

20 Hierdoor heeft de fietser zicht op de baby, waarbij het de voorkeur heeft dat de baby met het hoofd naar voren wijdt en met het gezicht naar de fietser is gericht.

De montage op het stuur heeft tevens het voordeel dat bij stuurbewegingen de daaruit resulterende bewegingen voor 25 de baby gering zijn. Dit laatstgenoemde effect alsmede de balansverstoring voor de fietser wordt minimaal indien, zoals de voorkeur heeft, de steunconstructie is ingericht voor montage op het stuur van de fiets, zodanig dat de heupen/billen van de baby zich nabij de as van de stuurpen 3 0 bevindt.

Het eerste aspect van de uitvinding betreft tevens een babyfietszitje waar een draagzak of een deel van een draagzak in kan worden bevestigd als zitting voor de baby, bijvoorbeeld als kussen onder de rug en eventueel langs het 35 hoofd van de baby.

Het eerste aspect van de uitvinding betreft tevens een draagzak die kennelijk bestemd is om behalve aan de romp 1013545 -6- van een volwassene te worden bevestigd ook bestemd is om (geheel of gedeeltelijk) te worden gebruikt als zitting in een fietszitje. Een dergelijke draagzak kan bijvoorbeeld zijn gekenmerkt door de aanwezigheid van 5 bevestigingsmiddelen om de draagzak of een deel daarvan als zitting voor de baby in een fietszitje te kunnen bevestigen.

Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft 10 het eerder genoemde probleem dat de uit EP 0 832 811 bekende fietszitjes een nadelige invloed hebben op het rijden met de fiets. Tevens hebben de uit die publikatie bekende opstellingen van het zitje het nadeel dat de baby bij het rijden met de fiets fors heen en weer zwaait als 15 gevolg van stuurbewegingen.

De onderhavige uitvinding voorziet er volgens een tweede aspect in dat een aan het stuur van een fiets monteerbaar babyzitje zodanig is uitgevoerd dat de baby zich met zijn heupen/billen in de nabijheid van de as van 20 de stuurpen bevindt. Dit betekent in de praktijk bij voorkeur dat de baby zich met zijn de heupen/billen boven de stuurpen van het stuur van de fiets bevindt. Deze opstelling is met name voordelig indien de baby zich in een min of meer liggende houding bevindt.

25

Een derde aspect van de onderhavige uitvinding betreft een draagzak voor het dragen van een baby met een of meer om het lichaam van de volwassene aan te brengen draagbanden, waarbij in het onderste deel van de draagzak 30 een verstevigingsorgaan is aangebracht voor het ondersteunen van ten minste de billen de baby. Hierbij is een van de draagbanden een heupband, die is ingericht om ter hoogte van de heupen om de volwassene te worden aangebracht. Verder zijn de heupband en het 35 verstevigingsorgaan voorzien van samenwerkende bevestigingsmiddelen voor het verschaffen van een losneembare rechtstreekse bevestiging van het 1013545' -7- verstevigingsorgaan aan de heupband. Hierdoor kan worden bereikt dat het grootste deel van het gewicht van de baby in de draagzak via het verstevigingsorgaan afsteunt op de heupband en dan op de heupen van de volwassene. Dit is 5 aanmerkelijk comfortabeler voor de volwassene dan bekende draagzakken, waarbij het gewicht van de baby nagenoeg volledig op de schouders van de volwassene wordt overgebracht.

10 Bij voorkeur is erin voorzien dat de draagbanden, inclusief de heupband, een soort harnas vormen dat aan de romp van de volwassene kan worden aangebracht, waarbij dan vervolgens het uit een of meer panden gevormde babyopnemende deel van de draagzak losneembaar aan dat 15 harnas kan worden bevestigd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de draagzak twee panden, die samen een zaklichaam vormen waar een baby in past. Bij voorkeur is het zaklichaam voorzien van openingen 20 voor het hoofd en de ledematen van de baby.

In een voordelige uitvoering omvatten de draagbanden van de draagzak tevens twee schouderbanden, die aan de voor- en achterzijde van de romp van de volwassene aan de 25 heupband bevestigd of bevestigbaar zijn en elk over een schouder van de volwassene lopen.

Volgens een vierde aspect verschaft de onderhavige uitvinding de combinatie van enerzijds een draagzak voor 30 het dragen van een baby, welke draagzak een zaklichaam omvat waar een baby in past, alsmede een of meer om het lichaam van de volwassene aan te brengen draagbanden, en anderzijds een losneembaar over het zaklichaam passende winterzak.

35 Bij voorkeur is de winterzak samengesteld uit meerdere van elkaar losneembare lagen. Bijvoorbeeld is de winterzak samengesteld uit een laag thermisch isolerend materiaal, ï 0 ï 3 5 4 5 ’ -8- bijvoorbeeld fleece, en een waterdichte, bij voorkeur dampdoorlatende laag, bijvoorbeeld in de handel onder de merknaam Goretex.

5

Een vijfde aspect van de uitvinding betreft een verbetering van de tot op heden bekende draagzakken voor het vervoeren van een baby of kind.

10 Uit EP 0 087 063 is een draagzak bekend waarin het kind in spreidzit wordt vervoerd. Bij. die bekende draagzak is in het onderste deel van de draagzak, dat de billen en de bovenbenen van de baby ondersteunt, een verstevigingsorgaan aanwezig. Om de benen in een spreidstand te houden, hetgeen 15 uit medisch oogpunt wenselijk wordt geacht, wordt bij deze bekende draagzak het gedeelte van de zak dat zich tussen de benen bevindt apart gespannen en zo breed gehouden. Hiertoe zijn additionele ogen aanwezig waar een om het lichaam van de volwassene lopende band doorheen steekt. Deze oplossing 20 is omslachtig in het gebruik, reduceert het draagcomfort voor de volwassene en vereist telkens weer het afstellen van de band die de benen uiteen houdt.

De uitvinding stelt meerdere oplossingen voor om dit 25 probleem op te lossen.

Een oplossing voorziet erin dat de draagzak een of meer wikkeldoeken omvat. Een wikkeldoek is bij voorkeur een langwerpige baan van doek die aan een einde is vastgezet 30 aan de draagzak. Bij voorkeur zijn twee banen van doek aangebracht nabij de onderzijde van de draagzak, bijvoorbeeld elke baan nabij een opening van de draagzak waardoor een been van het kind naar buiten steekt. De wikkeldoek of doeken kunnen dan worden gebruikt om de benen 35 van het in de draagzak zittende kind aan weerszijden langs het lichaam van de volwassene te draperen, bijvoorbeeld door de doeken om de heupen van de volwassenen te leggen en 1013545 -9- aan elkaar te knopen.

De wikkeldoek of doeken kunnen overigens ook voor een ander doel zijn aangebracht, bijvoorbeeld om de benen van de baby of het kind in te wikkelen, bijvoorbeeld in de 5 winter of bij slecht weer.

Een andere oplossing voor het verschaffen van een spreidzit van het kind voorziet erin dat - bij een draagzak van het type dat in het onderste deel van de draagzak is 10 voorzien van een stijf verstevigingsorgaan voor het ondersteunen van ten minste de billen en de dijbenen van het kind of de baby - een centrale verhoging is aangebracht in het verstevigingsorgaan, welke verhoging zich tussen de bovenbenen bevindt, zodat de benen niet naast elkaar kunnen 15 worden gebracht.

De diverse aspecten van de onderhavige uitvinding zijn uiteraard ook in allerlei combinaties toepasbaar welke eveneens binnen het kader van de onderhavige aanvrage 20 vallen, ook als deze niet expliciet zijn genoemd.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 in zijaanzicht schematisch en deels in doorsnede een 25 uitvoeringsvoorbeeld van een op een fietsstuur gemonteerd babyzitje volgens de uitvinding, waarbij een baby is weergeven, fig. 2 in perspectief het op het stuur gemonteerde babyzitje van figuur 1, waarbij in het zitje een draagzak 30 met een winterzak is geplaatst, fig. 3 het aanzicht overeenkomstig figuur 2, waarbij de winterzak ontbreekt, fig. 4 in doorsnede een deel van figuur 1, fig. 5a een volwassene met het harnas van de draagzak 35 volgens de uitvinding, fig. 5b een volwassene met aan het harnas bevestigd zaklichaam en een daarin vervoerde baby, 1013545 -10- fig. 5c schematisch in perspectief het verstevigingsorgaan van de draagzak van figuur 5b, fig. 6 een volwassene met een andere draagzak volgens de uitvinding en een daarin vervoerd kind, en 5 fig. 7 een variant van het verstevigingsorgaan van fig. 5c.

In de figuren 1,2 en 3 is met verwijzingscijfer 1 een stuur van een fiets weergegeven, waarbij voor de duidelijkheid in figuur 1 alleen de stuurpen 2 zichtbaar is 10 terwijl het deel 3 met de handvatten 4 is weggelaten. Zoals bekend is de stuurpen 2 verbonden met het voorwiel van de fiets en draaibaar gelagerd ten opzichte van het frame van de fiets.

15 Aan de stuurpen 2 is een montageblok 5 bevestigd, bijvoorbeeld geklemd, met aan weerszijden van de stuurpen 2 een insteekopening voor een nog te beschrijven steunconstructie 6 van babyzitje 7. De steunconstructie 6 omvat hier twee gebogen metalen stangen 8, 9, die in de 20 insteekopeningen van het montageblok 5 kunnen worden gestoken en bij voorkeur ten opzichte van het montageblok 5 kunnen worden geborgd, bijvoorbeeld met een slot.

De stangen 8, 9 dragen een kuip 10, die deel uitmaakt 25 van de steunconstructie en die met geschikte middelen 11, 12 op de stangen 8, 9 is vastgezet. De kuip 10 is aan de bovenzijde open en heeft een bodem en opstaande zijwanden rondom de bodem.

30 Bij voorkeur heeft de kuip 10 een stroomlijnvorm en is de kuip 10 voorzien van openingen zodat zich geen regenwater in de kuip 10 kan verzamelen als de fiets buiten is geparkeerd.

35 De kuip 10 kan bijvoorbeeld uit een stevige en slagvaste kunststof zijn vervaardigd.

1 0 1 3 5 4 «5 -11-

De kuip 10 heeft zodanige afmetingen dat een baby, in het bijzonder een baby jonger dan 1 jaar, op zijn rug liggend in de kuip 10 kan worden vervoerd. Bij voorkeur is daarbij de hellingshoek van de bodem van de kuip, waar de 5 baby met zijn rug op ligt, geringer dan 30°.

De baby ligt met het hoofd in de rijrichting en met het gezicht naar de fietser, zodat oogcontact mogelijk is.

10 De kuip 10 is ingericht voor het daarin plaatsen van een deel van een draagzak 15, met daarin de baby, zodanig dat de draagzak 15, in het bijzonder rugpand 16 daarvan (zie fig. 4), dient als kussen tussen de baby en de kuip 10. Hiertoe is het het rugpand 16, dat zich langs de romp 15 en bij voorkeur ook achter het hoofd van de baby uitstrekt, voorzien van een zachte voering.

In de doorsnede van figuur 4 is tevens te herkennen dat de dijbenen van de baby worden ondersteund tot iets voorbij 20 de knie.

De kuip 10 is voorzien van een of meer gordels 18, die dienen voor het vastzetten van de baby ten opzichte van de kuip 10. Bij voorkeur zijn twee gordels 18 voorzien die 25 over de schouders van de baby lopen en samenkomen bij een gemeenschappelijk slotmechanisme voor het vastzetten van de gordels.

De draagzak 15 omvat hier een zaklichaam voor het 30 opnemen van een baby, welk zaklichaam is gevormd door het rugpand 16 en een voorpand 17, dat zichtbaar is in figuur 3. Het zaklichaam heeft openingen 27 voor de armen, openingen 29 voor de benen en een opening 28 voor het hoofdje van dé baby.

35

Tot de draagzak 15 behoort verder een door banden gevormd harnas, welke banden om de romp van de volwassene 1013545' -12- bevestigbaar zijn. Het harnas is in figuur 5 getoond en omvat een stabiele op de heupen afsteunende heupband 31, alsmede twee schouderbanden 32, 33.

Op nog nader te beschrijven wijze kan het zaklichaam van de 5 draagzak 15 worden bevestigd aan het harnas, zodat de lopende volwassene de baby voor de romp bevestigd kan dragen. Hierbij heeft de volwassene de handen vrij.

De uitvinding voorziet er derhalve in dat de baby, 10 gehuld in het zaklichaam van de draagzak 15, in de kuip 10 kan worden vastgezet en zo op de fiets worden vervoerd. Bij aankomst kan de baby met het zaklichaam uit de kuip 10 worden genomen en eenvoudig aan het harnas worden bevestigd, zodat de baby verder lopend kan worden vervoerd. 15

Het zaklichaam van de draagzak 15 en de kuip 10 zijn voorzien van samenwerkende bevestigingsmiddelen, waarmee in dit voorbeeld het zaklichaam in het gebied van de billen/heupen van de baby rechtstreeks wordt bevestigd aan 20 de kuip 10.

In het zaklichaam is hier een stijf, vormvast verstevigingsorgaan 20 aangebracht, waarvan een voorbeeld in figuur 5c is getoond. Het verstevigingsorgaan 20 is 25 bijvoorbeeld vervaardigd van kunststof.

Het verstevigingsorgaan 20 heeft een zitvlak 21 voor het ondersteunen van de billen en de dijbenen van de baby en een rugleuningdeel 22 voor het ondersteunen van de 30 onderrug van de baby. Verder heeft het verstevigingsorgaan 20 een bevestigingsmiddel 23, dat zodanig is uitgevoerd dat het enerzijds kan samenwerken met een bij de kuip 10 behorend bevestigingsmiddel 24, 25 en anderzijds met een aan de heupband 31 aangebracht bevestigingsmiddel 34.

35

In dit voorbeeld is het bevestigingsmiddel 23 van het verstevigingsorgaan 20 niet meer dan een aan het zitvlak 21 10 1 3 f» i 5" -13- gevormde lip die is voorzien van een sleufopening 35. Het bevestigingsmiddel 34 is dan bijvoorbeeld een gebogen lip die door de sleuf 35 past, eventueel met een klikverbinding.

5

Het bevestigingsmiddel 24, 25 wordt in dit voorbeeld gevormd door een orgaan 24 dat aan de gordels 18 is aangebracht en een slotmechanisme 25, dat aan de kuip 10 is aangebracht. Hierbij dient het orgaan 24 door de sleuf 35 10 in het verstevigingsorgaan 21 te worden gestoken om te worden vastgezet in het slotmechanisme 25. Dit is bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de gordels 18 alleen kunnen worden vastgezet aan de kuip 10 als met het bij de gordels 18 behorende orgaan 24 tegelijkertijd het 15 verstevigingsorgaan 20 wordt vastgezet aan de kuip 10. Hierdoor wordt het risico vermeden dat de baby in het zaklichaam min of meer "los" in de kuip wordt gelegd en alleen door de gordels 18 is vastgezet. De baby zou zich in die "losse" toestand namelijk mogelijk in een ongewenste 20 positie kunnen wringen en ook bij een val zou de baby eventueel onder de gordels 18 kunnen uitschieten. Ook levert dit een beveiliging op voor het geval de gordels 18 niet strak genoeg zijn gespannen.

25 De steunconstructie omvat hier verder een overkapping 25, die zich ten minste over het hoofd van de baby uitstrekt. De getoonde overkapping 25 is van doorzichtige robuuste kunststof en kan afneembaar of bijvoorbeeld zwenkbaar zijn uitgevoerd om het plaatsen en uitnemen van 30 de baby te vergemakkelijken.

In plaats van dat het rugpand 16 van de draagzak 15 tegen de kuipwand ligt kan erin zijn voorzien dat dat deel van de draagzak als een hangmat in de kuip 10 hangt.

35

Door de montage op de stuurpen 2 zal de baby meebewegen met de stuurbewegingen. De baby bevindt zich hier met zijn 1013545 -14- heupen/billen nagenoeg boven de as van de stuurpen 2, zodat de balansverstoringen bij het fietsen minimaal zijn en tevens de zijdelingse bewegingen van de baby minimaal zijn.

5 Indien de baby in de kuip 10 wordt vervoerd biedt het voorpand 17 een soort deken, die de baby enigzins beschermt tegen wind en andere weersinvloeden.

Bijvoorbeeld zijn aan de kuip 10 opbergmiddelen 10 voorzien om de draagbanden 31-33 te kunnen wegbergen.

Figuur 6 toont een volwassene met een draagzak 50 voor het dragen van een baby op het lichaam van de volwassene, in het bijzonder voor de borst van de volwassene.

15 De draagzak 50 omvat een deel 51 voor het ondersteunen van ten minste de billen en de romp van de baby, alsmede een of meer om het lichaam van de volwassene aan te brengen draagbanden 52, 53.

20 De draagzak 50 is verder voorzien van twee wikkeldoeken 54, 55, waarbij elke wikkeldoek een langwerpige baan van doek is, die aan een einde is vastgezet. De twee banen van doek 54, 55 zijn aangebracht nabij de onderzijde van de draagzak 50, in dit voorbeeld centraal aan de onderzijde 25 van de draagzak. De wikkeldoeken 54, 55 kunnen zoals is getoond bijvoorbeeld worden gebruikt om de benen van de baby of het kind aan weerszijden langs het lichaam van de volwassene te draperen door de doeken om de heupen van de volwassenen te leggen en bij de rug aan elkaar te knopen.

30 Hierdoor kan de baby met de benen in spreidzit worden vervoerd. Ook zouden de doeken 54, 55 kunnen worden gebruikt om de benen in te wikkelen, bijvoorbeeld in de winter. Bij voorkeur zijn de doeken 54, 55 afneembaar bevestigd.

35

Een verdere mogelijkheid om de baby in spreidzit te vervoeren is getoond in figuur 7. Deze figuur 7 toont een 1013545 »* -15- in een draagzak aan te brengen verstevigingsorgaan 60 voor het ondersteunen van ten minste de billen van de baby, waarbij voor het waarborgen van een spreidpositie van de benen van de baby in de draagzak en ook in het babyzitje 7 5 een centrale verhoging 61 aanwezig in het verstevigingsorgaan 60, welke verhoging 61 zich tussen de bovenbenen van de baby bevindt zodat de baby de benen niet naast elkaar kan brengen.

1013545

Claims (30)

1. Babyvervoersysteem omvattende in combinatie: - een op een fiets monteerbaar babyzitje voor het vervoeren van de baby op de fiets, welk zitje een op de fiets monteerbare steunconstructie en een zitting voor de baby 5 omvat, waarbij de steunconstructie is ingericht voor een steunen van de zitting, en - een babydrager, waarmee een volwassene lopend de baby kan vervoeren, met het kenmerk, dat de babydrager voor het lopend vervoeren van de baby een aan 10 de romp van de volwassene bevestigbare draagzak is, en dat de steunconstructie is ingericht voor het daarin plaatsen van de draagzak of een deel daarvan, zodanig dat de draagzak of het betreffende deel van de draagzak ten minste een deel van de zitting voor de baby vormt. 15

2. Babyvervoersysteem volgens conclusie 1, waarbij de draagzak, ten minste het in de steunconstructie plaatsbare deel daarvan, en de steunconstructie zijn voorzien van samenwerkende bevestigingsmiddelen voor het ten minste op 20 een plaats verschaffen van een rechtstreekse bevestiging van de draagzak aan de steunconstructie.

3. Babyvervoersysteem volgens conclusie 2, waarbij de draagzak, ten minste het in de steunconstructie 25 bevestigbare deel daarvan, een stijf verstevigingsorgaan omvat, dat is ingericht voor het ondersteunen van de billen en bij voorkeur ook de onderrug en mogelijk ook de dijbenen van de baby, en waarbij de steunconstructie en het verstevigingsorgaan van de draagzak zijn voorzien van 30 samenwerkende bevestigingsmiddelen voor het verschaffen van een rechtstreekse bevestiging van het verstevigingsorgaan aan de steunconstructie.

4. Babyvervoersysteem volgens een of meer van de 35 voorgaande conclusies, waarbij de steunconstructie is 1013545 Λ -17- voorzien van een of meer gordels voor het vastzetten van de baby ten opzichte van de steunconstructie.

5. Babyvervoersysteem volgens conclusies 2, 3 en 4, 5 waarbij het bevestigingsmiddel waarmee de gordel of gordels vastzetbaar zijn aan de steunconstructie tevens deel uitmaakt van de bevestigingsmiddelen voor de rechtstreekse bevestiging van het in de steunconstructie te bevestigen deel van de draagzak aan de steunconstructie. 10

6. Babyvervoersysteem volgens conclusie 2 of 3, waarbij de draagzak een heupband omvat, die is ingericht om ter hoogte van de heupen om de volwassene te worden aangebracht, en dat de heupband en het verstevigingsorgaan zijn voorzien 15 van samenwerkende bevestigingsmiddelen voor het verschaffen van een rechtstreekse bevestiging van het verstevigingsorgaan aan de heupband.

7. Babyvervoersysteem volgens een of meer van de 20 voorgaande conclusies, waarbij de steunconstructie een van boven open kuip omvat en is ingericht voor het daarin losneembaar bevestigen van de draagzak, zodanig dat de draagzak tegen de kuip ligt.

8. Babyvervoersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de draagzak een deel omvat dat zich langs de romp en bij voorkeur ook achter het hoofd van de baby kan uitstrekken, welk deel is voorzien van een zachte voering dat als kussen dient tussen de baby en de 30 steunconstructie, in het bijzonder de kuip.

9. Babyvervoersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de steunconstructie een overkapping omvat, die zich ten minste over het hoofd van 35 de baby uitstrekt.

10. Babyvervoersysteem volgens een of meer van de 1 0 1 3 5 4 5 -18- voorgaande conclusies, waarbij de steunconstructie is ingericht voor het daarin losneembaar bevestigen van de draagzak of deel daarvan, zodanig dat de draagzak of het betreffende deel daarvan als een hangmat in de 5 steunconstructie hangt.

11. Babyvervoersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de steunconstructie is ingericht voor montage op het stuurgedeelte van de fiets, 10 bij voorkeur op de stuurpen.

12. Babyvervoersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de steunconstructie is ingericht voor montage op het stuurgedeelte van de fiets, 15 zodanig dat de baby in het babyzitje zich met zijn heupen nabij de as van de stuurpen bevindt.

13. Babyvervoersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de steuninrichting is 20 ingericht om de baby met het gezicht naar de fietser te plaatsen.

14. Op een fiets monteerbaar babyzitje voor het vervoeren van de baby op de fiets met een op de fiets 25 monteerbare steunconstructie, met het kenmerk, dat de steunconstructie is ingericht voor het daarin losneembaar bevestigen van een draagzak of een deel van een draagzak als zitting voor de baby, welke draagzak of deel daarvan is ingericht voor bevestiging aan de romp van de volwassene 30 voor het lopend vervoeren van de baby.

15. Draagzak voor het vervoeren van een baby, welke draagzak bestemd is om op het lichaam van een volwassene te worden gehangen, met het kenmerk, dat de draagzak kennelijk 35 bestemd is om behalve aan de romp van de volwassene te worden bevestigd ook te worden gebruikt als zitting in een op een fiets moteerbaar zitje. 1013545 « -19-

16. Draagzak volgens conclusie 15, waarbij de draagzak is voorzien van bevestigingsmiddelen om de draagzak of een deel daarvan als zitting voor de baby in een fietszitje te bevestigen. 5

17. Aan het stuur van een fiets monteerbaar babyzitje omvattende een steunconstructie alsmede een door de steunconstrutie te ondersteunen zitting voor de baby, met het kenmerk dat, het babyzitje zodanig is uitgevoerd dat de 10 baby in het zitje zich met zijn heupen in de nabijheid van de as van de stuurpen bevindt.

18. Draagzak voor het dragen van een baby, welke draagzak is ingericht voor bevestiging aan de romp van een 15 volwassene, welke draagzak ten minste een pand omvat voor het ondersteunen van de billen en de romp van de baby, alsmede een of meer om het lichaam van de volwassene aan te brengen draagbanden, waarbij in het onderste deel van de draagzak een stijf verstevigingsorgaan is aangebracht voor 20 het ondersteunen van de billen de baby, met het kenmerk, dat een van de draagbanden een heupband is ingericht om ter hoogte van de heupen om de volwassene te worden aangebracht, en dat de heupband en het verstevigingsorgaan zijn voorzien van samenwerkende bevestigingsmiddelen voor 25 het verschaffen van een rechtstreekse bevestiging van het verstevigingsorgaan aan de heupband.

19. Draagzak volgens conclusie 18, waarbij de draagzak tevens twee schouderbanden omvat, die aan de voor- en 30 achterzijde van de romp van de volwassene aan de heupband bevestigd of bevestigbaar zijn en elk over een schouder van de volwassense lopen.

20. Draagzak volgens conclusie 18 of 19, waarbij aan 35 het pand van de draagzak verdere bevestigingsmiddelen zijn voorzien voor het bevestigen van de bovenzijde van het pand van de draagzak aan de volwassene, bij voorkeur aan de 1013545 4 4 -20- schouderbanden.

21. Draagzak volgens een of meer van de conclusies 18- 20, waarbij de draagzak twee panden heeft, die samen een 5 zaklichaam vormen waar een baby in past.

22. Draagzak volgens een of meer van de conclusies 18- 21, waarbij verder is voorzien een losneembaar over het zaklichaam passende winterzak, welke winterzak tevens de 10 benen en armen van de baby kan opnemen.

23. Draagzak volgens conclusie 22, waarbij de winterzak is samengesteld uit meerdere van elkaar losneembare lagen.

24. In combinatie een draagzak voor het dragen van een baby, welke draagzak is ingericht voor bevestiging aan de romp van een volwassene, welke draagzak twee panden heeft, die samen een zaklichaam vormen waar een baby in past, alsmede een of meer om het lichaam van de volwassene aan te 20 brengen draagbanden, en een losneembaar over het zaklichaam passende winterzak.

25. Draagzak voor het dragen van een baby, welke draagzak is ingericht voor bevestiging aan de romp van een 25 volwassene, waarbij de draagzak een deel voor het ondersteunen van ten minste de billen en de romp van de baby omvat, alsmede een of meer om het lichaam van de volwassene aan te brengen draagbanden, met het kenmerk, dat de draagzak verder een of meer wikkeldoeken omvat. 30

26. Draagzak volgens conclusie 25, waarbij aan de onderzijde van de draagzak twee wikkeldoeken zijn voorzien.

27. Draagzak volgens conclusie 25 of 26, waarbij elke 35 wikkeldoek losneembaar aan de draagzak bevestigbaar is.

28. Draagzak voor het dragen van een baby, welke 10 13 5 4 5 * « -21- draagzak is ingericht voor bevestiging aan de romp van een volwassene, waarbij de draagzak een rugpand voor het ondersteunen van ten minste de billen en de rug van de baby omvat, alsmede een of meer om het lichaam van de volwassene 5 aan te brengen draagbanden, waarbij in het onderste deel van de draagzak een stijf verstevigingsorgaan is aangebracht voor het ondersteunen van de billen en de dijbenen van de baby, waarbij middelen zijn voorzien voor het waarborgen van een spreidpositie van de benen van de 10 baby in de draagzak, met het kenmerk, dat de middelen voor het waarborgen van een spreidpositie van de benen van de baby in de draagzak zijn gevormd door een een centrale verhoging van het verstevigingsorgaan, welke verhoging tussen de bovenbenen van de baby bevindt zodat de baby de 15 benen niet naast elkaar kan brengen.

29. Een op een fietsstuur monteerbaar babyzitje voor het vervoeren van de baby op de fiets met een op het stuur monteerbare steunconstructie en een zitting voor de baby, 20 met het kenmerk, dat de zitting is ingericht voor het vervoeren van de baby in een liggende houding, waarbij het rugondersteuningsvlak een hoek van ten hoogste 45°, bij voorkeur ten hoogste 30°, heeft ten opzichte van de horizontaal. 25

30. Een op een fietsstuur monteerbaar babyzitje voor het vervoeren van de baby op de fiets met een op het stuur monteerbare steunconstructie en een zitting voor de baby, met het kenmerk, dat het zitje een overkapping omvat, die 30 ten minste het hoofd van de baby beschermt. 10135 A 5