NL1013541C2 - Afscherming en afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan gebouwen of civiele werken. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Afscherming en afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan gebouwen of civiele werken

De uitvinding heeft betrekking op een afscherming volgens het inleidende deel van conclusie 1 alsmede op een afschermsysteem volgens het inleidende deel van conclusie 11.

5 In de praktijk worden zowel in de bouw als bij reno vatie- en schilderwerkzaamheden afschermingen toegepast die althans delen van het in opbouw of behandeling verkerende werk tegen weersinvloeden beschermen. Dit maakt het mogelijk bij ongunstigere weersomstandigheden door te werken dan zon-10 der een dergelijke afscherming het geval zou zijn. Ook als de weersomstandigheden niet zodanig zijn dat een dergelijke afscherming volstrekt onontbeerlijk zou zijn, maakt een dergelijke afscherming bovendien een betere en constantere kwaliteit van het geleverde werk haalbaar. Verder bieden derge-15 lijke afschermingen een bescherming tegen hitte, koude, zon, regen, en wind aan de personen die de bouw- en schilderwerkzaamheden uitvoeren.

Dergelij ke systemen worden ook wel aangeduid als doorwerksystemen. In de praktijk worden deze systemen in het 20 algemeen gevormd door een gordijnvormige baan van bijvoorbeeld kunststof gaas die langs de af te schermen werkplek wordt aangebracht, bijvoorbeeld door de gordijnvormige baan op diverse posities aan een steiger vast te binden met touwen, riemen of zogenaamde tie-straps van plastic.

25 Een bezwaar van deze bekende afschermingen is dat de ze niet snel en eenvoudig aangebracht en verwijderd kunnen worden, en dat bij het verwijderen vaak de gordijnvormige baan beschadigd raakt. Daarbij is het op maat maken van de afscherming omslachtig en lastig, waardoor deze vaak niet 30 goed functioneert. Ook is moeilijk dergelijk afschermingen strak en klappervrij te installeren, waardoor hinderlijke geluidsproductie en door schavielen slijtage wordt veroorzaakt .

1013541 -2-

Daarnaast hinderen de bekende afschermingen na te zijn aangebracht de toegang tot de afgeschermde werkplek, waardoor het aanvoeren van bijvoorbeeld materialen bemoeilijkt wordt.

5 Het is een doel van de uitvinding beoogt een oplos sing te verschaffen waarmee deze bezwaren worden ondervangen of althans zich in mindere mate voordoen.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een afscherming volgens conclusie 1. De uitvinding kan tevens zijn beli-10 chaamd in een afschermsysteem volgens conclusie 11 dat speciaal is ingericht om het de gebruiker mogelijk te maken daaruit een afscherming volgens conclusie 1 samen te stellen .

Doordat de afscherming en het afschermsysteem een 15 gordijndeel en koppelelementen voor het aan elkaar koppelen van dergelijke gordijndelen bevatten, kan uit het afscherm-systeem snel een afscherming in een van vele verschillende afmetingen worden samengesteld. Hierdoor kan het afschermsysteem worden aangepast voor het effectief afschermen var 20 een werkplek. Bij beschadiging of versleten raken van een gordijndeel kan dit eenvoudig worden vervangen door een ar-der gordijndeel, zonder dat grote nog intacte delen van het afschermmateriaal onnodig als afval verwijderd hoeven te worden of omslachtige reparaties aan het afschermmateriaal 25 hoeven te worden uitgevoerd.

Bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in de afhankelijke conclusies.

De genoemde en verdere doelen, aspecten, effecten en voordelen alsmede details van de uitvinding worden verder 30 toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de tekening, waarin: fig. 1 een afscherming volgens de uitvinding toont, fig. 2 een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 toont, 35 fig. 3 een dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III van een in fig. 1 getoond koppelelement toont,

101354A

-3- fig. 4 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1 toont, fig. 5 een gordijndeel van de afscherming volgens fig. 1 toont, en 5 fig. 6 een dwarsdoorsnede volgens de lijn VI-VI van fig. 1 toont.

Het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een afscherming volgens de uitvinding omvat een eerste gordijndeel 20 aan de bovenzijde waarvan een koppelelement 10 10 is gekoppeld. Aan de onderzijde van het gordijndeel 20 is een bovenzijde van een tweede koppelelement 30 gekoppeld.

Aan de onderzijde van het tweede koppelelement 30 is op zijn beurt de bovenzijde van een tweede gordijndeel 40 gekoppeld. Aan de onderzijde van het tweede gordijndeel is de bovenzij-15 de van een derde koppelelement 50 gekoppeld. Aldus kunnen door het afwisselend aan elkaar koppelen van koppelelementen en gordijndelen zeer snel afschermingsbanen van vele verschillende lengtes worden samengesteld. De gordijndelen kunnen alle eenzelfde lengte hebben of verschillende lengtes 20 hebben, bijvoorbeeld volgens een modulair maatstelsel, zodat enerzijds grotere lengtes snel gevormd kunnen worden en anderzijds toch een voldoende nauwkeurige aanpassing van de lengte van de baan aan de benodigde hoogte (of breedte als de afschermingsbanen horizontaal verlopen) van de afscher-25 ming kan worden verkregen.

Doordat de koppelelementen 10, 20, 30 in een lengterichting langwerpig zijn en buigstijf zijn uitgevoerd en de opening en de holte zich elk in lengterichting van het bijbehorende koppelelement uitstrekken, steunen de koppelele-30 menten de gordijndelen gelijkmatig over de breedte van de afschermingsbaan en vormen deze aldus een extra stabilisatie van de afschermingsbaan die klapperen en uitwaaien van de baan tegengaat.

De koppelelementen 10, 20, 30 zijn uitgevoerd als 35 langwerpige profielen die elk aan een eerste langszijde voorzien zijn van een aangrijpingsgedeelte 2 voor het aangrijpen op een randgedeelte van een gordijndeel 20, 40. Dit 1013541 -4- aangrijpingsgedeelte 2 wordt gevormd door een eerste arm 3 en een tweede arm 4 die zich uitstrekken vanuit het lijf van het profiel en naar elkaar verlopende uiteindegedeeltes hebben, daarbij een ruimte 5 begrenzen en een vernauwde opening 5 6 vrijlaten via welke de ruimte 5 met de omgeving communi ceert. De ruimte 5 en de opening 6 vormen groeven in de langsrichting van het koppelelement 10, 30, 50.

Doordat de twee aangrijpingsgedeeltes worden gevormd door een holte met een opening voor het opnemen en omgrijpen 10 van een randgebied van een gordijndeel, worden de verbinding tussen de gordijndelen en de koppelelementen op eenvoudige wijze gerealiseerd, zonder dat van de koppelelementen uitstekende delen nodig zijn die gevaar voor verwonding en beschadiging opleveren en zelf ook kwetsbaar zijn.

15 De profielvormige uitvoering van de koppelelementen biedt het voordeel dat deze tegen lage kosten, eendelig kunnen worden uitgevoerd en dat een robuuste constructie word: verkregen.

Het koppelelement 10 is aan een tweede, tegenoverge--20 legen langszijde voorzien van een tweede aangri jpingsgedee..-te 7, dat op overeenkomstige wijze is uitgevoerd als het eerste aangrijpingsgedeelte. Het tweede aangrijpingsgedeelie 7 heeft een eerste arm 8 en een tweede arm 9 die zich uitstrekken vanaf het lijf van het profiel en convergerende 25 uiteinden hebben, daarbij een ruimte 11 en een vernauwde opening 12 definiërend.De koppelelementen 10, 30, 50 zijn verder elk voorzien van een aantal openingen 13, 14, 15 die telkens verdeeld over de lengte van het koppelelement 10, 30, 50 zijn aangebracht in een middensectie van het profiel 30 dat het koppelelement 10, 30, 50 vormt. Hierdoor kunnen bevestigingsmiddelen zoals bijvoorbeeld een koord of bout worden gestoken die bijvoorbeeld aangrijpen op een buis van een steiger. Bij wijze van voorbeeld is in fig. 2 een steiger-pijp 80 getoond, die onderdeel uitmaakt van een steiger 35 waaraan de afscherming is bevestigd. Een koord 81 is om de steigerpijp 80 geslagen en door de opening 13 van het koppelelement 30 geregen. Aan de buitenzijde van de afscherming 1013541 -5- grijpt een klem 82 aan op het koord 81. Hierdoor is het kop-pelelement 30 bevestigd aan de steigerpijp 80. Op overeenkomstige wijze is zijn de koppelelementen 10 en 30 via de respectieve openingen 13, 14, 15 verbonden met de ondersteu-5 nende steiger. Overigens kan de bevestiging ook worden uitgevoerd met andere bevestigingsmiddelen, zoals bouten, haken en dergelijke. Het heeft de voorkeur de bevestiging eenvoudig losneembaar uit te voeren, zodat de koppelelementen snel kunnen worden aangebracht op en worden losgenomen van de on-10 dersteuningsstructuur.

De gordijndelen 20 en 40 zijn gemaakt van een dun en soepel materiaal zoals bijvoorbeeld kunststof of gaas. Een bijzonder geschikt materiaal voor dergelijke gordijndelen is relatief dicht geweven kunststof gaas, dat een goede be-15 schutting biedt tegen wind, regen en zon en daarbij wel ademend, voldoende licht- en luchtdoorlatend, en licht van gewicht, sterk en duurzaam is.

Het gordijndeel 20 is in hoofdzaak rechthoekig van vorm waarbij de uiteinden zijn voorzien van respectievelijk 20 zomen 21 en 24. De zoom 21 wordt gevormd door het omslaan van het betreffende uiteinde van het gordijndeel en deze door middel van een verbinding 22 aan het gordijndeel te bevestigen. De verbinding 22 kan bijvoorbeeld door stikken, lijmen, lassen of nieten zijn verkregen. In de holle ruimte 25 die door de zoom 21 wordt omsloten kan is een vulling ter verdikking in de vorm van een koord 23 gebracht. Op overeenkomstige wijze is de zoom 26 aan het andere uiteinde aangebracht, door lokaal het gordijndeel terug te slaan en door middel van verbinding 25 te bevestigen. Het gordijndeel 40 30 is op overeenkomstige wijze uitgevoerd met zomen. In plaats van een koord kunnen ook andere opvullingen als verdikking gebruikt worden, zoals staven, pezen of een serie opdik-kingslichamen zoals kogels. Verder kan de vulling ook uitgevoerd zijn als een de rand van het gordijndeel vormende 35 strook of rij van sleden of dergelijke die aan het eigenlijke flexibele materiaal van het gordijndeel is bevestigd.

1 013541 -6-

De zijranden van het gordijndeel 20 zijn eveneens voorzien van zomen 61, 64. Deze zomen 61, 64 worden op een met de zomen 21 en 26 overeenkomstige wijze gevormd. De respectieve uiteinden van de zomen 61, 64 zijn nabij de zomen 5 21 en 26 voorzien van respectieve openingen 62, 63, 65, 66 via welke de door de zomen 61, 64 omsloten ruimte in verbinding staat met de omgeving.

Het aantal en de lengte van de gordijndelen kan binnen het afschermsysteem volgens de uitvinding vrij worden 10 gekozen, al naar gelang de toepassing. Bijvoorbeeld bij toepassing in de hoogbouw kan een lengte van een gordijndeel van in de orde van 10 meter nuttig zijn.

In bedrijf wordt een koppelelement aan een gordijndeel bevestigd door de bovenste of onderste zoom 21, 24 van 15 het gordijn 20 in een van de groeven 5, 6, dan wel 11, 12 te schuiven. Het is ook mogelijk de zoom zonder de opdikking door de opening 6 of 12 te steken en vervolgens de opdikking 23 met een diameter die bij voorkeur groter is dan de opening 6, 12 door de zoom te geleiden. Het randgebied van het 20 gordijndeel wordt aldus in het koppelelement opgesloten zoals is getoond in fig. 4. Vervolgens kan op overeenkomstige wijze een ander koppelelement bevestigd worden aan de andere rand van het gordijndeel. Een volgend gordijndeel kan dan worden bevestigd aan het koppelelement enzovoort, totdat een 25 afschermingsbaan van de gewenste lengte is verkregen.

De aldus samengestelde afscherming kan dan worden aangebracht op de werkplek, bijvoorbeeld op de hiervoor aen de hand van fig. 2 beschreven wijze.

Aan de onderzijde van het onderste gordijndeel 40 30 kunnen spanners zoals scheerlijnen 90 worden aangebracht cie de afscherming strak trekken. De scheerlijnen 90 zijn elk door middel van een musketonhaak 91 aan de onderzijde van het koppelelement 50 gekoppeld en door middel van een haring 92 in de bodem onder het gordijn verankerd. Door het spanren 35 van de scheerlijnen 90 kan de afscherming op spanning worcen gebracht. Doordat een snel en eenvoudig losneembare verbir-ding in de vorm van de musketonhaak 91 wordt gebruikt tussen 1013541 -7- het koppelelement en de scheerlijnen kan het onderste gor-dijndeel snel worden losgenomen. Hoewel in dit voorbeeld de musketonhaken worden bevestigd aan het onderste koppelelement 50 is de uitvinding niet hiertoe beperkt, en voorziet 5 de uitvinding tevens in een niet getoonde uitvoeringsvorm waarin een rand van het onderste gordijndeel is voorzien van openingen voor het opnemen van de musketonhaken 91. Dit heeft tot voordeel dat de afscherming naar beneden toe kan worden afgespannen zonder de noodzaak van een extra koppel-10 element.

Door de openingen 62, 63, 65, 66 en de zomen 61, 64 wordt een geleidingskoord 70, 71 gevoerd. Aan de hand van fign. 1 en 2 zal de werking van de koorden 70, 71 worden uiteengezet. Via de openingen 63, 66 treden de koorden 70, 15 71 naar buiten en deze zijn bevestigd aan het koppelelement 30, bijvoorbeeld door middel van een musketonhaak. Overigens kunnen de koorden 70, 71, in plaats van aan het koppelelement 30, ook aan een ander onderdeel, zoals bijvoorbeeld een ondersteunende steiger of aan een haring in de bodem worden 20 bevestigd. De koorden kunnen zo nodig zeer strak worden getrokken, waardoor de afschermbaan goed op zijn plaats kan worden gehouden zonder dat een groot aantal verbindingen met de steiger of dergelijke nodig is.

Via de bovengelegen openingen 62, 65 treden de koor-25 den 70, 71 eveneens vanuit de zoom 61 naar buiten en verloopt deze vervolgens via opening 13, 15 in het koppelelement 10. Hier is voorzien in verstelbare stoppers 73, waarmee de koorden 70 vast kunnen worden gezet. Door via de verstelbare stopper 73 het koord 70 strakker of losser te span-30 nen kan het gordijndeel 20 zodanig worden afgesteld dat het de juiste spanning heeft voor het tegengaan van klapperen door de wind, op een wijze die overeenkomt met het spannen van een achterlijk van een zeil van een zeilboot.

De koorden 70 en 71 kunnen tevens worden gebruikt 35 voor het optrekken van de afscherming. De koorden 70, 71 zijn verbonden met het koppelelement 30 en verlopen via de zoom 61 door het koppelelement 10. Door nu de musketonhaken 1 013541 -8- 91 van de scheerlijnen 90 los te maken en vervolgens aan ce bovenzijde van de afscherming de koorden 70 op te trekken wordt eerst het gordijndeel 40 naar boven bewogen en de dcor dit gordijndeel 40 afgesloten ruimte vrijgegeven. Als men de 5 afschermbaan verder op wil trekken moeten eerst verbindincen tussen het koppelelement 30 en de ondersteuningsstructuur los worden gemaakt, zodat het koppelelement 30 opgetrokker kan worden. De gordijndelen 20, 40 stropen zich op tijdens de hijsactie. Desgewenst kan door middel van de verstelbaie 10 stoppers 73 de afschermbaan in de opgetrokken stand vastgezet worden. Hierdoor kan de afscherming op eenvoudige wijze snel voor korte tijd worden opgetrokken. Dit is in het bijzonder voordelig bij toepassingen in laagbouw, waarbij voer werkzaamheden benodigde materialen in het algemeen door mid-15 del van een buiten de afscherming aanwezige inrichting zoals bijvoorbeeld een shovel worden aangevoerd. Bij aanvoer van materiaal kan de afscherming eenvoudig worden opgetrokken om de bevoorrading te doen plaats hebben. Ook in andere omstandigheden heeft een dergelijk optreksysteem voordelen, bij-20 voorbeeld om wind of zonlicht toe te laten om een droogpre-ces versneld te doen plaatsvinden dan wel om in geval van zeer zware storm omwaaien van de steiger of schade aan de afscherming tegen te gaan. Om het gordijndeel 40 weer neer te laten worden de verstelbare stoppers 73 weer losgemaakt 25 en worden de koorden 70, 71 uitgegeven waarbij de afscher-mingsbaan weer naar beneden zakt.

Voor zover de koorden 70, 71 uitsluitend dienen als ophijsmiddelen en de functie van het tegengaan van klapperen van zijranden van de gordijndelen niet van belang is, is het 30 voordelig de koorden uitsluitend door de openingen 62, 63, resp. 65, 66 te rijgen, maar niet door de zoom.-Het aanbrengen van de koorden is dan eenvoudiger en het ophijsen gaat dan gemakkelijker.

Bij het demonteren van de afscherming kan telkens een 35 koppelelement aan een gordijndeel bevestigd blijven. Hierdoor kan bijvoorbeeld het gordijndeel om het koppelelement gewikkeld worden hetgeen de opslag kan vereenvoudigen, en 1 013541 -9- opbouw- en demontagetijd bespaart. Het verdient echter wel de voorkeur de verbinding tussen koppelelement en gordijn-deel aan beide zijden van het koppelelement losneembaar uit te voeren, zodat gordijndelen gemakkelijk kunnen worden ver-5 vangen en koppelelementen zo nodig met gordijndelen van verschillende uitvoering en verschillend formaat kunnen worden gecombineerd.

Het zal de deskundige duidelijk zijn, dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoor-10 beeld, maar dat binnen het kader van de uitvinding nog vele andere uitvoeringsmogelijkheden bestaan.

1 013541

Claims (11)

1. Afscherming voor het afschermen van werkzaamheden aan gebouwen of civiele werken, omvattende afschermingsbar.en uit flexibel materiaal, met het kenmerk, dat genoemde af-schermingsbanen zijn samengesteld uit tenminste één gordijn- 5 deel (20, 40) en ten minste twee koppelelementen (10, 30, 50), elk met eerste aangrijpingsgedeeltes (2) die aangrijpen op een dwarsrandgebied (21, 24) van het tenminste ene gor-dijndeel (20, 40) en met tweede aangrijpingsgedeeltes (7) voor het losneembaar aangrijpen op een dwarsrand (21, 24) 10 van een volgend gordijndeel (40).

2. Afscherming volgens conclusie 1, waarbij de twee aangrijpingsgedeeltes (7) worden gevormd door een holte (11) met een opening (12) voor het opnemen en omgrijpen van eer randgebied van een gordijndeel.

3. Afscherming volgens conclusie 2, waarbij de kop pelelementen (10, 30, 50) in een lengterichting langwerpig zijn en buigstijf zijn uitgevoerd en waarbij de opening (12) en de holte (11) zich elk in lengterichting van het bijbehorende koppelelement (10, 30, 50) uitstrekken.

4. Afscherming volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dwarsrand (21, 24) van het tenminste ene gordijndeel· (40) is voorzien van ten minste een verdikking.

5. Afscherming volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste een langwerpige geleider voor 25 het geleiden van het baanvormige materiaal, waarbij het tenminste ene gordijndeel (40) is voorzien van geleidingsmidde-len die op genoemde geleiders aangrijpen.

6. Afscherming volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ook genoemde eerste aangrijpingsgedeeltes (2) van 30 elk van genoemde koppelelementen (10, 30, 50) losneembaar aangrijpen op een rand (21, 24) van het tenminste ene gordijndeel (20, 40) . 1 013541 -11-

7. Afscherming volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene koppelelement (10, 30, 50) is uitgevoerd als een profiel.

8. Afscherming volgens één der voorgaande conclusies, 5 verder omvattende bevestigingsmiddelen (13, 14, 15) voor bevestiging van genoemde koppelelementen (10, 30, 50) aan een ondersteuningsstructuur (80).

9. Afscherming volgens conclusie 8, waarbij de bevestigingsmiddelen gevormd worden door openingen (13, 14, 15) 10 in het koppelelement (10, 30, 50) en bevestigingsorganen (81) die door genoemde openingen reiken.

10. Afscherming volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een zijrand (61, 64) van het tenminste ene gordijndeel (20, 40) voorzien is van een holle zoom (61, 15 64), die is ingericht voor het opnemen van een koord (70, 71) .

11. Afschermsysteem voor het samenstellen van een afscherming voor het afschermen van werkzaamheden aan gebouwen of civiele werken, omvattende baanvormig flexibel afscherm-20 materiaal, met het kenmerk, dat genoemd afschermmateriaal wordt gevormd door ten minste een gordijndeel (20, 40) en ten minste twee koppelelementen (10, 30, 50), elk met eerste aangrijpingsgedeeltes (2) voor aangrijping op een dwarsrand-gebied (21, 24) van het tenminste ene gordijndeel (20, 40) 25 en met tweede aangrijpingsgedeeltes (7) voor het losneembaar aangrijpen op een dwarsrand (21, 24) van een volgend gordijndeel (40) . 1013541