NL1013526C1 - Toestel voor het opleggen van vishengels. - Google Patents

Description

Toestel voor het opleggen van vishengels.

De uitvinding heeft betrekking op een toestel voor het opleggen van vishengels.

5 Tot de huidige stand der techniek behoren verstelbare hengelstatieven (Rod-Pods), die uit buis- en staafmuterialen bestaan en als gemonteerde frames met drie of vier poten of voeten vervaardigd zijn.

Aan een horizontale drager is voor en achter telkens een loodrechte steun bevestigd en wel bovenop de horizontale drager.

io Aan het boveneinde van deze steunen bevindt zich telkens een dwarsstaaf.

De voorste dwarsstaaf draagt de beetverklikkers en de achterste dwarsstaaf draagt V-vormige hengelsteunen.

Aan de onderkant van de horizontale dragers zijn drie of vier poten bevestigd om het hengelstatief te kunnen opstellen.

i s De verstelmogelijkheid van de opliggende hengels vanuit een horizontale positie in een hellende stand kan bij de tot de huidige stand der techniek behorende hengelstatieven slechts zeer beperkt plaatsvinden, namelijk door telescoopachtig in- en uitschuiven van de voorste of achterste verticale steun.

De bij de huidige stand der techniek behorende hengelstatieven hebben bovendien het 20 nadeel, dat het leiescoopachtig uitschuifbare rondmateriaal wankelbaar verdraait en exacte positionering slechts moeizaam mogelijk is. Bovendien zijn deze hengelstatieven kostbaar in de fabricage, aangezien gecompliceerde verbindingsonderdelen tussen dragers, steunen en poten noodzakelijk zijn.

De bij de huidige stand van de techniek behorende hengelstatieven hebben bovendien het 25 nadeel, dat ze ten behoeve van het transporteren gedemonteerd moeten worden. Afzonderlijke onderdelen raken hierbij gemakkelijk zoek.

De veel ruimte innemende onderdelen blijven ondanks demontage omvangrijk en daardoor transportonvriendelijk.

Aan de uitvinding ligt het technische probleem ten grondslag om een toestel voor het 30 opleggen van vishengels te vervaardigen, die een grote hoekverstelbaarheid voor de opliggende vishengels vertoont, die bovendien dooreen kleine omvang transportvriendelijk is, en die verder eenvoudig en voordelig in de fabricage is.

Dit technische probleem wordt door de kenmerken van conclusie 1 opgelost.

1013526 2

Doordat het toestel tenminste één geleidingsdeel en tenminste één oplegdeel vertoont, die op één punt draaibaar met elkaar verbonden zijn, is het mogelijk dat tenminste één geleidingsdeel en tenminste één oplegdeel in relatie tot elkaar bewogen worden.

Tenminste één geleidingsdeel en tenminste één oplegdeel zijn boogvormig vervaardigd, 5 waarbij de bogen in tegengestelde richting tot elkaar opgesteld zijn, zodat bij beweging van tenminste één geleidingsdeel en tenminste één oplegdeel om het draaipunt, de uiteinden van de bogen van tenminste één geleidingsdeel en één oplegdeel naar elkaar toe of van elkaar af bewogen worden.

Om het oplegdeel in een bepaalde positie te fixeren, is in tenminste één geleidingsdeel of in in het oplegdeel een schroef, een bout, een stift of iets dergelijks voorzien waarop het andere deel steunt.

Bij een voordelige vormgeving van de uitvinding zijn twee geleidingsdelen voorzien, welke plat vervaardigd zijn en welke over hun lengtezijden gebogen vervaardigd zijn.

Tussen de geleidingsdelen is een oplegdeel voorzien, dat eveneens plat en over zijn is lengtezijde gebogen vervaardigd is. De geleidingsdelen en het oplegdeel zijn op één draaipunt met elkaar verbonden, waarbij het draaipunt op voordelige wijze in de buurt van de uiteinden van de geleidingsdelen en het oplegdeel geplaatst is.

De geleidingsdelen vertonen op voordelige wijze een langgat, hetgeen zich aan de kromming van de boog aanpast.

20 Door de langgaten van de geleidingsdelen steekt een schroef, een bout, een stift of iets dergelijks. Hel oplegdeel rust op de schroef, de bout of de stift. De schroef, de bout of de stift kunnen in het langgat verschoven worden.

Door het verschuiven van de stift, de bout of de schroef wordt het oplegdeel in het draaipunt gedraaid en kan hierdoor met het uiteinde van de boog, die tegenover het draaipunt ligt, in 25 hoogte versteld worden. De bogen van het oplegdeel en de geleidingsdelen zijn in tegengestelde richting tot elkaar geplaatst om een maximale hoogteverstelling te bereiken.

Bij de verkozen vervaardigingsvorm van de uitvinding zijn de uiteinden voor de geleidingsdelen steeds afgebogen vervaardigd. Aan elk uiteinde is op voordelige wijze een inklapbare pool voorzien. Opdat de poot in ingeklapte toestand parallel tot het geleidingsdeel 30 geplaatst is, is de kniklijn van de uiteinden van de geleidingsdelen horizontaal vervaardigd.

De poten zijn bij voorkeur onder een hoek van 45 ° naar buiten gebogen. Bovendien is tussen de poten, die aan dezelfde uiteinden van de geleidingsdelen aangebracht zijn, eveneens op voordelige wijze een hoek van 45° vervaardigd. Er kunnen ook andere hoeken voorzien worden.

10135 26 3

Aan de uiteinden van het oplegdeel is de eigenlijke vishengelsteun bevestigd, waarbij aan het voorste deel één of meerdere beetverklikkers gemonteerd kunnen worden en aan het achterste deel één of meerdere V-vormige hengelsteunen voorzien zijn.

De hengelsteunen kunnen eveneens inklapbaar vervaardigd zijn.

5 In plaats van het langgat, dat zich aan de kromming van de boog van het geleidingsdeel aanpast, kunnen ook individuele boorgaten voorzien zijn, die op afstand van elkaar in de gebogen geleidingsdelen aangebracht zijn. Hierdoor is geen traploze, maar een getrapte hoogteverstelling mogelijk, die echter al naar gelang de behoefte ook voldoende kan zijn.

to Zijn twee geleidingsdelen met een daartussenliggend geplaatst oplegdeel voorzien en steekt de schroef, de bout of de stift door beide geleidingsdelen, zodanig, dat het oplegdeel op de schroef, de bout of de stift rust, is op voordelige wijze tussen de geleidingsdelen op de schroef, de bout of de stift een afstandshouder aangebracht, zodat bij het fixeren van de schroef, de bout of de stift geen beklemming plaats vindt, maar een parallelle afstand tussen 15 de geleidingsdelen gehandhaafd blijft.

Hierdoor is een goede beweegbaarheid van het oplegdeel om het draaipunt gewaarborgd. Bovendien wordt een betere stabiliteit van het geleidingsdeel bereikt.

Het is ook mogelijk, het langgat of de meerdere boorgaten niet in de geleidingsdelen aan te brengen, maar in het oplegdeel. Door het oplegdeel steekt dan de schroef, de bout of de 2d stift zodanig, dat deze op tenminste één geleidingsdeel rust. De schroef, de bout of de stift kunnen in het oplegdeel van positie worden veranderd, zodat ook hierdoor een verstelbaarheid in hoogte bereikt wordt.

De poten van de vindingrijke hengelsteun zijn voordelig in lengte verstelbaar, bijvoorbeeld telescoopachtig uitschuifbaar vervaardigd. Hierdoor kunnen oneffenheden in het 25 terrein worden gecompenseerd.

Het vindingrijke toestel voor het opleggen van vishengels heeft als voordeel dat een zeergrote hoekverslelbaarheid wordt bereikt.

Bovendien Iaat het toestel zich ten behoeve van het vervoer eenvoudig inklappen, zodat een compacte afmeting wordt verkregen. Voor het transporteren behoeven geen onderdelen so gedemonteerd of van elkaar genomen te worden, zodat onderdelen niet verloren kunnen gaan.

Het vindingrijke toestel is bovendien zeer stabiel en duurzaam. Voorts is het vindingrijke toestel eenvoudig en voordelig in fabricage.

10135 26 4

Het draaipunt tussen tenminste één geleidingsdeel en tenminste één oplegdeel kan eveneens veranderlijk, bijvoorbeeld in de vorm van een langgat of door verzetten van het draaipunt in andere boorgaten gevarieerd worden.

De hengelsteunen zijn bij voorkeur zodanig vervaardigd, dat twee of drie vishengels 5 opgelegd kunnen worden.

De afstand van de hengelsteunen is vindingrijk zodanig gekozen, dat de eerste ring, gezien vanuit de hengelgreep van de vishengel, nog tussen beide steunen voorzien is. In dit geval wordt de hengel bij een beet van een vis niet van de hengelsteun getrokken. De vis trekt de hengel slechts zover, totdat de eerste ring tegen de beetverklikker stoot en het afglijden van in de hengel hierdoor geblokkeerd wordt.

Het vindingrijke toestel bestaat bij voorkeur uit aluminium of roestvrij staal. Zij kan ook uit gelakt metaal of uit kunststof of uit andere niet-corroderende materialen bestaan.

Verdere details van de uitvinding kunnen aan de volgconclusies ontleend worden.

15

Op de tekeningen worden uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding voorgesteld, en tonen: FIGUUR 1 : een vindingrijk toestel in zijaanzicht; 2u FIGUUR 2 : een aanzicht in de richting van pijl II van figuur 1; FIGUUR 3 : het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 in gewijzigde stand; FIGUUR 4 : een gewijzigd uitvoeringsvoorbeeld; 25 FIGUUR 5 : een gewijzigd uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur I loont een toestel (1) met een geleidingsdeel (2) en een oplegdeel (3). Het 30 geleidingsdeel (2) en het oplegdeel (3) zijn op één punt (47) door middel van een schroef (4) draaibaar met elkaar verbonden. In een langgat (5) van het geleidingsdeel (2) is nog een schroef (6) geplaatst waarop het oplegdeel (3) rust.

Het toestel (1) laat een tweede geleidingsdeel (7) zien, dat identiek is aan het eerste geleidingsdeel (2).

1013526 5

Aan de geleidingsdelen (2, 7) zijn poten (8,9,10, 11) aangebracht die telescoopachtig uitschuifbaar en met schroeven (12, 13,14, 15) zijn vast te zetten.

Op het oplegdeel (3) zijn hengelsteunen (16,17) geplaatst die eveneens inklapbaar vervaardigd zijn.

5 Een op de hengelsteunen (16, 17) geplaatste vishengel (niet afgebeeld) rust met haar as (18) horizontaal op het toestel (1).

Conform figuur 2 zijn de hengelsteunen (16,17) zodanig afgebeeld, dat drie vishengels op totaal drie paar steunpunten (19, 20; 21,22; 23, 24) neergelegd kunnen worden. Conform figuur 3 is de schroef (6) in het langgat (5) van het geleidingsdeel (2, 7) in de H) richting van het midden van de boog van het geleidingsdeel (2) verschoven.

Hierdoor verkrijgt het oplegdeel (3) een andere hellingshoek, zodanig dat de as (18) van de vishengel (niet afgebeeld) vanuit een horizontale in een hellende stand is veranderd.

Figuur 4 toont een toestel (25) met een geleidingsdeel (26) en een oplegdeel (35). Aan het geleidingsdeel (26) zijn poten (27, 28,29,30) bevestigd. Hiertoe zijn de uiteinden van het 15 geleidingsdeel (26) langs een horizontaal gevormde buiging (31, 32) gebogen gevormd.

Aan de gebogen uiteinden zijn de poten (27, 29) bevestigd. Aan de achterzijde van het geleidingsdeel (26) zijn hoeken aangebracht, waaraan wederom de poten (28,30) bevestigd zijn.

Het toestel (25) vertoont een oplegdeel (35), dat met het geleidingsdeel (26) door 20 middel van een schroef (36) draaibaar is verbonden. Het geleidingsdeel (26) vertoont boorgaten (37). Door één van de boorgaten (37) steekt een schroef (38) die synchroon door het oplegdeel (35) steekt. Om het oplegdeel (35) in hoogte te kunnen verstellen vertoont het oplegdeel (35) aanvullend een langgat (39).

In figuur 5 is een toestel (40) met een geleidingsdeel (41) en een oplegdeel (42) 25 afgebeeld. Het oplegdeel (42) vertoont langgaten (43,44).

In het langgat (43) is het draaipunt door middel van een schroef (45) variabel vorm gegeven. De in hoogte verstelbaarheid van het oplegdeel (42) wordt door een schroef (46) gerealiseerd, die in het langgat (44) aangebracht is.

50 1013526 6 VERWIJSGETALLEN.

1. Toestel 2. Geleidingsdeel 3. Oplegdeel 5 4. Schroef 5. Langgat 6. Schroef 7. Geleidingsdeel 8,9, 10, II Poten K) 12, 13, 14, 15 Schroeven 16, 17 Hengelsteunen 18 As 19, 20, 21,22, 23, 24 Steunpunt voor hengels 25 Toestel 15 26 Geleidingsdeel 27,28,29,30 Poten 31,32 Kniklijnen 33,34 Hoek 35 Oplegdeel -0 36 Schroef 37 Boorgaten 38 Schroef 39 Langgat 40 Toestel 35 41 Geleidingsdeel 42 Oplegdeel 43 Langgat 44 Langgat 45 Schroef 30 46 Schroef 47 Draaipunt 10135 26

Claims (18)

1. Toestel voor het opleggen van vishengels, zodanig: - dat het toestel tenminste één geleidingsdeel en tenminste één oplegdeel vertoont; s - dat tenminste één geleidingsdeel en tenminste één oplegdeel op één punt draaibaar met elkaar verbonden zijn: dat in tenminste één geleidingsdeel of in tenminste één oplegdeel tenminste één boring is voorzien, zodanig dat in de boring van het ene deel een bevestigingsmiddel ontkoppelbaar aangebracht is, hetgeen een grotere breedte vertoont als dit deel en dat het andere deel op m het bevestigingsmiddel steunt, of dat het bevestigingsmiddel in een boring van het andere deel grijpt en dat tenminste één geleidingsdeel of dat tenminste één oplegdeel tenminste één gebogen vervaardigde kant vertoont.

2. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat twee geleidingsdelen (2, 7) en één oplegdeel (3) voorzien zijn.

3. Toestel volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt, dat het oplegdeel (3) tussen de geleidingsdelen (2, 7) aangebracht is.

4. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat tenminste één geleidingsdeel (2, 7,26,41) cn/of dat tenminste één oplegdeel (3,35,42,46) telkens over één lengtekant gebogen vervaardigd zijn.

5. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat de uiteinden van tenminste één geleidingsdeel (2, 7, 26, 41) naar beneden liggend en de uiteinden van tenminste één oplegdeel (3, 35, 42, 46) naar boven liggend geplaatst zijn.

6. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat tenminste één geleidingsdeel (2, 7, 25,41) en tenminste één oplegdeel (3,35,42, 46) door middel van een schroef 25 (4 , 36 , 45), een stift of een bout, draaibaar met elkaar verbonden zijn.

7. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat het ontkoppelbare bevestigingsmiddel (6, 38, 47) als schroef, stift of bout vervaardigd is.

8. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat tenminste één geleidingsdeel (2, 7, 26, 41) en/of dat tenminste één oplegdeel (3, 35, 42,46) telkens meerdere, op afstand 50 van elkaar aangebrachte boorgaten (37) en/of tenminste één Ientegat (5,39,43,44) vertoont, waarbij die boorgaten (37) boogvormig aangebracht zijn en/of dat tenminste één lengtegat (5, 39,43, 44) boogvormig vervaardigd is. 10135 26

9. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat het toestel (1,25,40) tenminste drie poten (8 tot 11,27 tot 30) vertoont, welke aangebracht zijn aan tenminste één geleidingsdeel (2, 7, 26, 41).

10. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat aan de uiteinden van de 5 twee geleidingsdelen (2, 7, 26,41) telkens één poot (8 tot 11,27 tot 30) bevestigd is.

11. Toestel volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt, dat de poten ( 8 tot 11,27 tot 30) inklapbaar vervaardigd zijn.

12. Toestel volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt, dat de poten (8 tot 11,27 tot 30) in ingeklapte toestand parallel aan tenminste één geleidingsdeel l() (2, 7, 26, 41) aangebracht zijn.

13. Toestel volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt, dat de poten (8 tot 11,27 tot 30) in uitgeklapte toestand haaks tot elkaar en haaks tot tenminste één geleidingsdeel (2, 7, 26,41) aangebracht zijn.

14. Toestel volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt, dat de uiteinden van de 15 boog van tenminste één geleidingsdeel (2, 7,26,41) afgebogen gevormd zijn met een horizontaal gebogen zijde (31,32).

15. Toestel volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt, dat de lengte van de poten verstelbaar vervaardigd zijn.

16. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat aan tenminste één 20 oplcgdeel (3, 35,42,46) tenminste één hengelsteun (16,17) geplaatst is.

17. Toestel volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt, dat de hengelsteun (16,17) ontkoppelbaar en/of inklapbaar vervaardigd is.

18. Toestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat de installatie uit aluminium, roestvrij staal, gelakt metaal en/of kunststof bestaat. 1013526