NL1013332C2 - Asafdichting voor een pomp of compressor, in het bijzonder voor gebruik in compressoren voor koelinrichtingen. - Google Patents

Description

Asafdichting voor een üomp of compressor, in het bijzonder voor gebruik in compressoren voor koelinrichtingen.

De onderhavige aanvrage betreft een afdichting, in het bijzonder een asafdichting voor 5 een pomp of een compressor.

Meer in het bijzonder betreft de aanvrage een asafdichting voor een compressor voor ammoniak of een ander koudemiddel, zoals bijvoorbeeld wordt toegepast in koel-, vries- en airconditioning-installaties.

Het gebruik van ammoniak als koudemiddel in koel- en vriesinrichtingen biedt 10 verschillende voordelen. Zo is het - vergeleken met koelmiddelen zoals CFC’s, HCFC’s en/of HFC’s - minder belastend voor het milieu, heeft het goede thermodynamische en gebruiks-eigenschappen, maakt het koelinstallaties met een laag energieverbruik mogelijk, en is het in verhouding goedkoop.

Koelinstallaties die werken met ammoniak als koudemiddel - zoals de chillers van de 15 huidige “DX-serie” en “FX-serie” van aanvraagster - zijn in de handel verkrijgbaar.

Dergelijke koelinrichtingen bestaan in het algemeen uit een compressor voor de compressie van het koudemiddel en ten minste een warmtewisselaar. Afhankelijk van de wijze waarop de warmteoverdracht plaatsvindt kunnen deze koelinrichtingen nader worden ingedeeld in directe expansiesystemen en “natte” (“flooded evaporation”) systemen. Directe 20 expansiesystemen - zoals de “DX-serie” - kunnen zijn voorzien van een schroef- of zuigercompressor en bijvoorbeeld een verdamper of condensor van het plaattype. Verder wordt bij directe expansiesytemen de hoeveelheid ingespoten koudemiddel (in de verdamper) geregeld op basis van de oververhitting aan de uittrede van de verdamper.

Natte- of “fluid”-systernen kunnen zijn voorzien van een compressor van het schroef-25 of zuigertype, een (bad)verdamper voor het verzamelen/opvangen van het koudemiddel en bijvoorbeeld van een warmtewisselaar van het “shell and tube” type of “shell and plate” type (een zg. “Q plate”). Verder wordt de hoeveelheid ingespoten koudemiddel bij de natte verdampers geregeld op basis van het koudemiddel-niveau in de verdamper.

Een nadeel van ammoniak als koelmiddel is dat het - wanneer het eventueel zou 30 vrijkomen - een penetrante geur geeft en irriterend kan werken op de huid, de lucht wegen en de ogen. Fabrikanten van koelinstallaties met ammoniak als koudemiddel nemen derhalve zeer stringente maatregelen om het ontsnappen van ammoniak uit het koelsysteem te voorkomen.

1013332 2

Zo wordt in compressoren van het hermetisch afgesloten type de compressor ondergebracht in een in wezen hermetisch afgesloten omkasting of (buiten)behuizing. Het nadeel hiervan is dat de compressor zeer moeilijk toegankelijk kunnen worden voor reparatie en onderhoud, waardoor service niet mogelijk of te duur wordt.

5 In compressoren van het semi-hermetische type is de aandrijvende motor direct verbonden met de compressor op een dusdanige wijze dat er geen roterende as uit de motor-compressor steekt. Hierbij zal de motor vaak nog wel demonteerbaar zijn voor service-doeleinden. Compressoren van het semi-hermetische type worden over het algemeen echter gekoeld met het koudemiddel, wat een aanzienlijke daling van het compressorrendement 10 geeft. Ook is de hiervoor vereiste uitvoering van de compressor in het algemeen duurder.

Alternatief kan een compressor van het zogenaamde “open” type worden toegepast.

Bij het gebruik van dergelijke compressoren moet echter aandacht worden besteed aan die plaatsen van/in het koelsysteem waar constructie-elementen door de behuizing steken en derhalve een afdichting vragen.

15 Een belangrijk voorbeeld hiervan is de afdichting van de krukas van de compressor.

Hiervoor worden zeer betrouwbare asafdichtingen gebruikt, die speciaal kunnen zijn ontworpen voor gebruik met ammoniak als koudemiddel.

Een dergelijke asafdichting wordt in de regel gevormd door de krukas en/of een of meer hierop gemonteerde, met de as mee-roterende elementen; en een of meer delen van de 20 behuizing en/of hierop gemonteerde elementen. Zo omvat de afsluiting volgens een ontwerp naast de behuizing (die doorgaans deel uitmaakt van de behuizing van de compressor) en de krukas (die door de behuizing steekt en ten opzichte van de behuizing kan roteren) een of meer met de behuizing verbonden afsluitelementen, die in glijcontact tegen de (kruk)as aandrukken en aldus voor de mechanische afsluiting zorgen. Volgens een ander ontwerp 25 wordt de (kruk)as voorzien van een of meer met de as mee-roterende elementen (zoals een ring) en drukken een of meer met de behuizing verbonden afsluitelementen in glijcontact tegen deze roterende elementen aan. Ook gecombineerde en/of alternatieve constructies zijn mogelijk, zoals het door aanvraagster toegepaste “rotary shaft seal”, waarvoor wordt verwezen naar de van aanvraagster verkrijgbare produktinformatie, 30 De afsluitelementen zijn hierbij gemaakt van een materiaal dat geschikt is voor glijcontact met (bijvoorbeeld) de roterende as en/of de mee-roterende elementen. Voorbeelden zijn koolstof, keramiek of kunststof. Verder dienen de afsluitelementen tijdens bedrijf goed op de as aan te (blijven) sluiten. Dit wordt doorgaans bereikt door het gebruik van een flexibel materiaal (zoals rubber), door het ontwerp van het afsluitelement (bijvoorbeeld als een 101 33 32 3 verende constructie); door in de afsluitelementen een of meer veerelementen op te nemen; of een combinatie hiervan. Ook kunnen combinaties van een of meer afsluitelementen of typen afsluitelementen worden toegepast, die bijvoorbeeld opeenvolgend op de as aansluiten, en/of op de as en de ring.

5 Daarnaast worden dergelijke afdichtingen in de regel voorzien van een olie c.q. zijn opgenomen in een olie kringloop, zodanig dat een afsluitende en smerende oliefïlm op de glijvlakken (en eventueel op een of meer binnengelegen oppervlakken van de afsluiting) wordt verkregen. Hiertoe kan (de ruimte rondom) de afdichting worden gevuld met de olie, en/of er kan een constante stroom olie over/door de afdichting worden geleid, bijvoorbeeld als 10 onderdeel van een oliekringloop die de afdichting tevens kan smeren en/of koelen.

Een aspect probleem dat zich voordoet bij compressoren voor koudemiddelen is dat de olie hierbij in contact komt/kan komen met het koudemiddel, waarbij de olie na enige tijd kan oplossen of zelfs kan worden aangetast. Een oplossing voor dit probleem is het gebruik van speciale oliën die niet of nauwelijks oplossen in het koudemiddel. Alternatief kan er een olie 15 worden gekozen die zich kan mengen met/kan oplossen in het koudemiddel, met als doel dat de olie die de compressor verlaat met de koudemiddelstroom, ook weer wordt teruggevoerd, met dezelfde koudemiddelstroom. Om dit te bewerkstelligen moet de olie oplosbaar zijn in het koudemiddel. Op deze manier blijft de vervuiling van de installatie met de olie beperkt met als resultaat een onverminderde warmteoverdracht.

20 Hoewel met de hierboven beschreven technieken al een zeer betrouwbare afsluiting kan worden bereikt, is het mogelijk dat kleine hoeveelheden koudemiddel in de olie worden opgenomen en de levensduur van de afdichting verminderen.

Fabrikanten van (compressoren voor) koelinrichtingen zijn derhalve voortdurend op zoek naar verbeterde asafdichtingen, en met name naar afdichtingen met een verbeterde 25 levensduur. Gevonden is nu dat een dergelijke verbeterde afdichting kan worden verschaft door tenminste een binnengelegen oppervlak van de afdichting te bekleden met een lage wrijvingsbekleding of -deklaag ("low friction coating").

De uitvinding betreft derhalve in een eerste aspect een asafdichting, omvattende: - een behuizing; 30 - een as die kan roteren ten opzichte van de behuizing, en eventueel een of meer met deze as verbonden en met deze as mee-roterende elementen; en - een of meer afsluitelementen, die verbonden zijn met de behuizing en die tegen de as en/of de met de as meeroterende elementen aandrukken (d.w.z. in glijcontact); 1013332 4 met het kenmerk, dat de asafdichting op ten minste een binnengelegen oppervlak is voorzien van een lage wrijvingsbekleding.

De as is met name een krukas van een compressor, meer in het bijzonder een krukas van een compressor van het “open” type voor de compressie van koudemiddelen, en in het 5 bijzonder voor ammoniak als koudemiddel. Echter, ook de afdichting van/voor andere assen kunnen volgens de uitvinding van een lage wrijvingsbekleding worden voorzien, zoals bijvoorbeeld de as van een oliepomp voor een compressor voor koudemiddelen.

Onder "binnengelegen oppervlak” worden die oppervlakken van de afdichting verstaan die tijdens bedrijf in contact komen met de olie en/of die tijdens bedrijf ten opzichte 10 van elkaar bewegen (in het bijzonder roteren).

Dit zijn met name de as, de met de as mee-roterende elementen, de binnenwanden van de afdichting/behuizing, de eventueel aanwezige ring, en eventueel de afsluitelementen (hoewel dit niet de voorkeur verdient), of een combinatie hiervan. Deze kunnen geheel of gedeeltelijk worden bekleed: zo kan de gehele as worden bekleed, of alleen die delen van de 15 as die in (glij)contact staan met de behuizing en/of de afsluitelementen. Ook kan de gehele (binnenzijde van) behuizing worden bekleed, of alleen die delen/oppervlakken van de behuizing die in contact (kunnen) komen met roterende as en/of de met de as mee-roterende elementen.

Met name worden volgens de uitvinding de loop- en/of glijvlakken bekleed, 20 waaronder zowel de loop- en/of glijvlakken van/op de behuizing worden bedoeld als de loop-en/of glijvlakken van/op de as en/of de met de as mee-roterende elementen.

Hierbij wordt de bekleding zodanig op deze binnengelegen oppervlakken, aangebracht dat tijdens bedrijf een (blijvende) verlaging van de looptemperatuur van de afdichting wordt verkregen, vergeleken met dezelfde afdichting onder dezelfde bedrijfsomstandigheden zonder 25 de bekleding, dan wel vergeleken met asafdichtingen waarin alternatieve loopmaterialen zijn toegepast. Deze verlaging van de looptemperatuur tijdens bedrijf kan eenvoudig worden vastgesteld door het meten van de temperatuur van/bij de loopvlakken, bijvoorbeeld met een thermokoppel in of nabij het basismateriaal of aan de hand van de temperatuur van de circulerende afsluitolie.

30 De gebruikte bekleding is van een materiaal dat, wanneer het wordt aangebracht op ten minste een binnengelegen oppervlak van een afdichting, en met name een loop- en/of glijvlak, leidt tot een (blijvende) verlaging van de looptemperatuur tijdens bedrijf, vergeleken met een afdichting van hetzelfe type. soort of ontwerp onder dezelfde bedrijfsomstandigheden zonder de bekleding, of met alternatieve materialen op de glijvlakken (niet zijnde lager 1013332 5 wrijvingsbekledingen). Hierbij dient de deklaag verder verenigbaar te zijn met de te gebruiken olie en met het koudemiddel, en tevens verenigbaar te zijn met - en een goede hechting te vertonen op - de te bekleden oppervlakken van de afdichting. De bekleding is verder bij voorkeur goed bestand tegen belasting onder glijcontact, met name de glijbelasting die 5 optreedt wanneer compressor in bedrijf is.

Volgens de uitvinding worden met name de zogenaamde lage wrijvingsbekledingen (“low friction coatings”) toegepast, zoals bijvoorbeeld bekend zijn voor gebruik in rol-, glij-en/of wentellagers. Geschikte bekledingen zijn bijvoorbeeld - maar zijn niet beperkt tot -bekledingen van (of op basis van) PTFE (Teflon), M0S2 of een combinatie hiervan, zoals de 10 PTFE/M0S2 bekledingen die door Dowty, Eeonyx and Dow Coming (onder de naam

Molykote®) in de handel worden gebracht; als ook keramische lage-wijvingsbekledingen, bijvoorbeeld op basis van silicium, zoals siliciumcarbide, siliciumnitride, siliciumboride of een combinatie hiervan.

Verdere geschikte materialen zullen aan de deskundige duidelijk zijn. Deze zullen in 15 het algemeen in een wrijvingscoëfïicient vertonen van minder dan minder dan 0,1 in een op zichzelf bekende “pen op schijf’ test.

Bij voorkeur worden zogenaamde DLC-bekleding ("Diamond Like Carbon") toegepast. Een geschikte bekleding van het DLC-type is bijvoorbeeld de “diamondlike nanocomposite coating’'’ die op de wordt markt gebracht door Bekeart Dymonics onder de 20 handelsnaam Dylyn®.

De dikte van de bekleding is niet essentieel, zolang de gewenste verlaging van de looptemperatuur wordt bereikt en de bekleding de afsluitende werking van de afdichting niet nadelig beïnvloedt. Zo kan de bekleding een dikte hebben tussen 0.1 en 100 pm, waarbij een dikte tussen 1 en 50 pm, in het bijzonder tussen 1 en 15 pm de voorkeur verdient.

25 De bekleding kan op een op zichzelf bekende wijze worden aangebracht, zowel handmatig of machinaal, bijvoorbeeld door besproeien, bestrijken, onderdompelen, opbrengen met een roller, strijkmes of rakel, of door sputteren of beschieten met deeltjes, eventueel na een geschikte behandeling van het te bekleden oppervlak, zoals reinigen ol' een voorbehandeling voor het verbeteren van de hechting. De bekleding kan dan daarna worden 30 uitgehard en eventueel verder worden verwerkt - zoals door polijsten en dergelijke - op een op zichzelf bekende wijze. De afdichting wordt vervolgens geassembleerd, d.w.z. als onderdeel van het fabrikageproces van de pomp of compressor, en is dan gereed voor gebruik.

De afdichting wordt hierbij verder voorzien van de olie, bijvoorbeeld door de ruimte rondom de afsluiting te vullen met de olie (en de olie eventueel op geregelde tijden bij te 1013332 6 vullen of te vervangen). Alternatief - en bij voorkeur - wordt de afdichting voorzien van een oliekringloop waarmee een constante stroom olie door/over de afdichting wordt gevoerd, en dergelijke kringlopen/afdichtingen zullen aan deskundigen bekend zijn.

Als olie kan iedere op zichzelf bekende (afsluit)olie worden gebruikt, zolang deze 5 verenigbaar is met koudemiddel, d.w.z. dat deze niet of slechts in geringe mate in het koudemiddel oplost. De voorkeur verdienen polyalkyleenglycololiën (“PAG-oliën), minerale oliën, polyolesteroliën (“POE-oliën”), polyalphaolefïne-oliën (“PAO-oliën) en alkylbenzeen-oliën (“AB-oliën); of een geschikte combinatie hiervan.

Het gebruik van een lage wrijvingsbekleding leidt tot een verbeterde levensduur van 10 de afdichting, en met name van de afsluitelementen en/of de afsluitolie. Hoewel de uitvinding niet tot een specifieke verklaring is beperkt, wordt aangenomen dat de bekleding leidt tot een lagere bedrijfstemperatuur (looptemperatuur) van de afdichting, waardoor onder meer de aantasting van de afdichting - en met name opnieuw van de afsluitelementen en/of de afsluitolie - door het koudemiddel wordt tegengegaan. Zo is gebleken dat door gebruik van 15 een lage wrijvingsbekleding de looptemperatuur van bijvoorbeeld 150-160 °C tot ongeveer 80-90 °C kan worden teruggebracht. De lagere looptemperatuur vermindert ook het “uitdampen” van ammoniak, en de aantasting/”verbranding”van de olie.

Verder wordt aangenomen dat de bekleding zorgt voor een betere verdeling en minder verstoring van de oliefilm tijdens gebruik, en tevens geluid en vibratie kan verminderen.

20 De afdichting en de elementen waaruit deze is opgebouwd (zoals de as, de ring, de afsluitelementen en/of de behuizing) kunnen uit alle bekende materialen voor afdichtingen bestaan, waaronder - voor de as, de ring en/of de behuizing - staal (met inbegrip van gietstaal, roestvrij staal en lagerstaal) als ook - voor de ring en/of de afsluitelementen - rubber of een ander flexibel materiaal, koolstof, kunststoffen en/of keramische materialen; of een geschikte 25 conbinatie hiervan. Hierbij kunnen - zoals aan de deskundige bekend - zogenaamde "hard/hard" als ook "hard/zacht" afsluitingen/afdichtingen kunnen worden verkregen.

De afsluitelementen kunnen iedere op zichzelf bekende constructie hebben, zoals een verende constructie (bijvoorbeeld een O-ring), en/of van een of meer veerelementen zijn voorzien.

30 De uitvinding kan bij alle op zichzelf bekende (as)afdichtingen worden toegepast, maar is het in het bijzonder geschikt voor toepassing in (as)afdichtingen voor pompen en compressoren voor vloeibare of gasvormige media.

De uitvinding is met name geschikt voor toepassing bij pompen of compressoren voor koudemiddelen, in het bijzonder voor ammoniak als koudemiddel. Dit kunnen zowel zuiger- 1013332 7 als schroefcompressoren, als ook één of meertrapscompressoren zijn. Zoals hierboven beschreven worden dergelijke compressoren bijvoorbeeld toegepast in airconditioning apparatuur, chillers, koel- of vriesapparatuur (zowel huishoudelijk als industrieel, bijvoorbeeld voor de procestechniek); en zowel in systemen op basis van directe expansie als 5 natte systemen. De (as)afsluiting kan hierbij iedere geschikte grootte hebben, afhankelijk van de grootte van de compressor, dikte van de as en dergelijke.

Een type asafdichting waarbij de uitvinding met bijzonder voordeel kan worden toegepast is de “rotary shaft seal” zoals toegepast door aanvraagster, en/of de asafdichtingen die worden toegepast in de compressoren van de DX- en FX-serie van aanvraagster.

10 De uitvinding betreft verder een (as)afdichting, die op ten minst één binnengelegen oppervlak is voorzien van lage wrijvingsbekleding zoals hierboven omschreven. De uitvinding betreft verder een pomp of compressor - in het bijzonder voor ammoniak of een ander koudemiddel- die van een dergelijke een dergelijke asafdichting is voorzien.

De uitvinding betreft tevens koel- en/of vriesapparatuur - met inbegrip van van chillers 15 en airconditioningsapparatuur - die zijn voorzien van een pomp of compressor die een afdichting volgens de uitvinding omvat. De koel- en/of vriesapparatuur werkt bij voorkeur met ammoniak als koudemiddel.

In verdere aspecten betreft de uitvinding de toepassing van een lage wrijvingsbekleding op ten minste een binnengelegen oppervlak van een asafdichting, in het 20 bijzonder voor het verlagen van de looptemperatuur van de afdichting en/of het verlengen van de levensduur en/of de service intervallen van de asafdichting en/of de hierin toegepaste afsluitolie.

Een ander aspect van de uitvinding betreft de toepassing van een asafdichting zoals hierin beschreven in een compressor, in het bijzonder een compressor van het “open” type, 25 voor het comprimeren van een koudemiddel, in het bijzonder voor het comprimeren van ammoniak als koudemiddel. Hierbij is de asafdichting bij voorkeur tevens is voorzien van een afsluitolie, die bij voorkeur als een stroom door of over de afdichting en/of de ruimte rondom de afsluiting wordt geleid, bij voorkeur als onderdeel van een oliekringloop, en waarbij de olie(kringloop) tevens kan dienen voor het koelen en/of het smeren van de afdichting.

30 De uitvinding betreft tenslotte een werkwijze voor het pompen van een koudemiddel, en in het bijzonder van ammoniak als koudemiddel, onder toepassing van een compressor zoals hierboven omschreven.

1013332

Claims (15)

1. Asafdichting, in het bijzonder voor een compressor voor het comprimeren van een koudemiddel, omvattende: 5. een behuizing; - een as die kan roteren ten opzichte van de behuizing, en eventueel een of meer met deze as verbonden en met deze as mee-roterende elementen; en - een of meer afsluitelementen, die verbonden zijn met de behuizing en die tegen de as en/of de met de as meeroterende elementen aandrukken (d.w.z. in glijcontact); 10 met het kenmerk, dat de asafdichting op ten minste een binnengelegen oppervlak is voorzien van een lage wrijvingsbekleding.

2. Asafdichting volgens conclusie 1, waarbij de loop- en/of glijvlakken van de behuizing, de loop- en/of glijvlakken van de as en/of de loop- en/of glijvlakken van de 15 eventuele met de as mee-roterende elementen met de lage wrijvingsbekleding zijn bekleed.

3. Asafdichting volgens een der conclusies 1-2, die tevens is voorzien van een olie ter (verdere) afsluiting van de asafdichting.

4. Asafdichting volgens conclusie 3, waarbij de olie als een stroom door of over de afdichting en/of de ruimte rondom de afsluiting wordt geleid, bij voorkeur als onderdeel van een oliekringloop, en waarbij de olie(kringloop) tevens kan dienen voor het koelen en/of het smeren van de afdichting.

5. Asafdichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de olie wordt gekozen uit polyalkyleenglycololiën (“PAG-oliën), minerale oliën, polyolesteroliën (“POE-oliën”), polyalphaolefine-oliën (“POA-oliën) en alkylbenz-[gaarne aanvullen] (“BA-oliën), of een geschikte combinatie hiervan.

6. Asafdichting volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij de lage wrijvingsbekleding een DLC-bekleding is.

7. Asafdichting volgens een der conclusies 1-6, die tijdens bedrijf in contact komt met een koudemiddel, in het bijzonder met ammoniak als koudemiddel. 1013332

8. Pomp of compressor, in het bijzonder voor het comprimeren van ammoniak of een ander koudemiddel, voorzien van een asafdichting volgens een der conclusies 1 -7.

9. Pomp of compressor volgens conclusie 8, zijnde een pomp of compressor van het “open”type.

10. Koel- en/of vriesapparatuur, met inbegrip van chillers en airconditioningsapparatuur, voorzien van een asafdichting volgens een der conclusies 1-7 of 10 een pomp of compressor volgens conclusie 8 of 9.

11. Koel- en/of vriesapparatuur volgens conclusie 10, die werkt met ammoniak als koudemiddel.

12. Toepassing van een lage wrijvingsbekleding op ten minste een binnengelegen oppervlak van een asafdichting, in het bijzonder voor het verlagen van de looptemperatuur van de afdichting en/of het verlengen van de levensduur en/of de service intervallen van de asafdichting en/of de hierin toegepaste afsluitolie.

13. Werkwijze voor het comprimeren van een koudemiddel, en in het bijzonder van ammoniak als koudemiddel, onder toepassing van een compressor volgens conclusie 8 of 9.

14. Toepassing van een asafdichting volgens een der conclusies 1-7 in een compressor, in het bijzonder een compressor van het “open” type, voor het comprimeren van een 25 koudemiddel, in het bijzonder voor het comprimeren van ammoniak als koudemiddel.

15. Toepassing volgens conclusie 14, waarbij de asafdichting tevens is voorzien van een olie, die bij voorkeur als een stroom door of over de afdichting en/of de ruimte rondom de afsluiting wordt geleid, bij voorkeur als onderdeel van een oliekringloop, en waarbij de 30 olie(kringloop) tevens kan dienen voor het koelen en/of het smeren van de afdichting. 101 3332 RAPPORT BETREFFENDE | NIEUWHEIDSONOERZOEK VAN INTERNATIONAAL TYPE IDENTIFIKATIE VAN OE NATIONALE AANVRAGE Kenmerk van O· aanvrager of van de gemachtigde NO 42754 Nederlandse aanvrage nr. Indieningsdatum j 1013332 18 oktober 1999 Ingeroepen voorrangsdatum Aanvrager (Naam) Grasso Products B.V. Datum van het verzoek voor een onderzoek van internationaal'type Door de instantie voor Internationaal Onderzoek USA) aan net ver zoek vonr.een onderzoek van internationaal type toegekend 'nr. SN 34622 NL I. CLASSIFICATIE VAN HET ONDERWERP (bij toepassing van verschillende classificaties.alle dassificatiesymbolen opgevenI Volgens de Internationale classificatie (IPC) lnt.Cl.7: F04B39/04 II. ONDERZOCHTE GEBIEDEN VAN DE TECHNIEK Onderzocnte minimum documentatie _ Classificatiesysteem Classtficatiesymoolen ___ Int.Cl.7: F04B F04D F04C «a Onderzocnte andere documentatie oen de minimum documentatie voor zover dergeiijka documenten in oe onoerrocnte geoieden ztjn oo9*nomen SU. { | GEEN ONDERZOEK MOGELIJK VOOR BEPAALDE CONCLUSIES (oomerkingen oo aanvullingsoiad'_ IV. I l GEBREK AAN EENHEID VAN UITVINDING (oomerkinoen oo aanvullinosbladl l</)“-:---- Form PCT/tSA/20U*l 07.1979