NL1012861C2

NL1012861C2 - Ventilation assembly for cavity wall of building, uses steel lattice and grilles set into base of cavity

Info

Publication number: NL1012861C2
Application number: NL1012861A
Authority: NL
Inventors: Gerardus Hendrikus Wegkamp
Original assignee: Gerardus Hendrikus Wegkamp
Priority date: 1999-08-19
Filing date: 1999-08-19
Publication date: 2001-02-20

Abstract

The assembly (1) is installed between the inner load bearing wall (20) and the outer wall (10). The wall has a broad recess (11) in which the steel lattice structure (40) is installed. Below the lattice is a void (62). Air can access the void through grilles (60, 61) between the frame (21) of the lattice and a central body (92).

Description

Titel: Ventilatie-inrichting en gevelgedeelte met een venti-latie-voorzieningTitle: Ventilation device and facade section with a ventilation device

De uitvinding heeft betrekking op een ventilatie-inrichting volgens het inleidende gedeelte van conclusie 1 alsemde op gevelgedeeltes met ventilatie-voorzieningen als neergelegd in conclusies 17 en 18.The invention relates to a ventilation device according to the introductory part of claim 1, as well as to facade sections with ventilation facilities as laid down in claims 17 and 18.

5 Een dergelijke ventilatie-inrichting en dergelijke ge velgedeeltes met ventilatie-voorzieningen zijn bekend uit de internationale octrooiaanvrage WO 93/09327. Hierin is beschreven een ventilatie-inrichting langs een buitenrand van een raamkozijn in een gevelopening aan te brengen.Such a ventilation device and such facade sections with ventilation facilities are known from international patent application WO 93/09327. It is described herein to provide a ventilation device along an outer edge of a window frame in a facade opening.

10 Deze ventilatie-inrichting vormt een variant op beken de, kastvormige ventilatie-inrichtingen die in een kozijn zijn geïntegreerd of in de dag van een kozijn zijn geplaatst. Evenals het toepassen van deze andere ventilatie-inrichtingen brengt het toepassen deze ventilatie-15 inrichtingen het bezwaar met zich mee, dat deze ten koste gaan van de ruimte die beschikbaar is voor een ruit of dergelijke, waardoor het beschikbare glasoppervlak afneemt. Een verder bezwaar van dergelijke ventilatie-inrichtingen is, dat deze nadrukkelijk zichtbaar zijn en het uiterlijk van 20 een bouwwerk verstoren, in het bijzonder indien sommige ramen wel zijn voorzien van een ventilatie-inrichting en andere niet, dit geldt in het bijzonder indien de ventilatie-inrichting is uitgevoerd als zogenaamde sus-kast voor het tegengaan van het doordringen van geluid door het ventila-25 tie-kanaal.This ventilation device is a variant of the box-shaped ventilation devices that are integrated in a frame or placed in the day of a frame. As with the use of these other ventilation devices, the use of these ventilation devices entails the drawback that they are at the expense of the space available for a window pane or the like, so that the available glass surface decreases. A further drawback of such ventilation devices is that they are clearly visible and disturb the appearance of a building, in particular if some windows are provided with a ventilation device and others are not, this applies in particular if the ventilation The device is designed as a so-called sus box for preventing the penetration of sound through the ventilation channel.

Het is een doel van de uitvinding genoemde bezwaren te ondervangen.It is an object of the invention to obviate said drawbacks.

Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een ventilatie-inrichting uit te voeren overeen-30 komstig conclusie 1. De uitvinding voorziet verder in een gevelgedeelte, waarvan ten minste een gedeelte is uitgevoerd overeenkomstig conclusie 17 of conclusie 18.This object is achieved according to the present invention by designing a ventilation device according to claim 1. The invention further provides a facade part, at least a part of which is designed according to claim 17 or claim 18.

101 2 8 6 1 -2-101 2 8 6 1 -2-

Doordat bij toepassing van de uitvinding het ventila-tie-kanaal achter neggen van een gevel-opening verloopt en, althans visueel gezien, in de muur is verwerkt, is de venti-latie-inrichting niet binnen de in de muur uitgespaarde ge-5 vel-opening gelegen, zodat deze de verschijningsvorm van een gebouw niet verstoort en geen wezenlijk uiterlijk verschil bestaat tussen gevel-openingen die zijn voorzien van een ventilatie-inrichting en gevel-openingen die niet zijn voorzien van een ventilatie-inrichting. Voorts vermindert de 10 ventilatie-inrichting de maximaal mogelijke, effectieve dag-maat van een kozijn in een gevel-opening niet.Since, in the application of the invention, the ventilation channel runs behind a facade opening and is, at least visually, incorporated into the wall, the ventilation device is not within the wall recessed in the wall. opening, so that it does not disturb the appearance of a building and there is no essential external difference between facade openings that are equipped with a ventilation device and facade openings that are not provided with a ventilation device. Furthermore, the ventilation device does not reduce the maximum possible, effective day dimension of a frame in a facade opening.

Onder het begrip neg wordt in deze beschrijving verstaan het vlak ongeveer dwars op de gevel dat voor een terugspringend kozijn ligt aan de exterieur zijde of het vlak 15 ongeveer dwars op het binnenwandoppervlak dat achter een terugspringend kozijn ligt aan de interieur zijde.In this description, the term neg is understood to mean the plane approximately transverse to the facade which lies in front of a recessed frame on the exterior side or the plane approximately transverse to the inner wall surface which lies behind a recessed frame on the interior side.

Bij voorkeur is in de ventilatie-inrichting tevens een latei-structuur voor het dragen van een boven een gevel-opening gelegen gedeelte van ten minste een binnen- of een 20 buitenblad van een gevel verwerkt, zodat de ventilatie- inrichting tevens als latei kan dienen en op een ruimtebe-sparende en weinig in het zicht gelegen wijze boven een gevel-opening kan worden aangebracht. Plaatsing boven een gevel-opening is voordelig, omdat dan in een vertrek achter de 25 gevel-opening binnentredende lucht langs het plafond of althans hoog in de ruimte binnen kan treden, zodat een goede menging met in het vertrek aanwezige lucht wordt verkregen en tegen wordt gegaan dat bij lage buitentemperaturen de verse, relatief koude lucht een comfortverminderende, koude 30 luchtlaag langs de vloer vormt.Preferably, the ventilation device also incorporates a lintel structure for supporting a portion of at least an inner or an outer leaf of a facade located above a facade opening, so that the ventilation device can also serve as a lintel and can be arranged above a facade opening in a space-saving and little-visible manner. Placement above a facade opening is advantageous, because air entering the room behind the facade opening can then enter via the ceiling or at least high into the room, so that a good mixing with air present in the room is obtained and counteracted. At low outside temperatures, the fresh, relatively cold air forms a comfort-reducing, cold air layer along the floor.

Door de latei-structuur uit te voeren met ten minste een stalen profiel, neemt de latei-structuur weinig ruimte in, zodat veel ruimte voor het ventilatie-kanaal overblijft en in het algemeen geen perforatie van de latei-structuur 35 nodig is.By designing the lintel structure with at least one steel profile, the lintel structure takes up little space, so that much space remains for the ventilation channel and generally no perforation of the lintel structure is required.

10 12 8 61 -3-10 12 8 61 -3-

De latei-structuur is bij voorkeur voorzien van een binnengelegen ligger voor het steunen van een gedeelte van een binnenmuur boven een gevel-opening, een buitengelegen ligger voor het steunen van een gedeelte van een buitenmuur 5 boven een gevel-opening en isolatiemateriaal tussen de liggers. Daarbij strekt het ventilatie-kanaal zich bij voorkeur uit door het isolatiemateriaal, zodat met een eenvoudige constructie een effectieve thermische isolatie en een demping van geluid is het ventilatie-kanaal wordt verkregen.The lintel structure is preferably provided with an inner beam for supporting a part of an inner wall above a facade opening, an outer beam for supporting a part of an outer wall 5 above a facade opening and insulating material between the beams . The ventilation channel preferably extends through the insulating material, so that with a simple construction an effective thermal insulation and a damping of sound is obtained.

10 Door het isolatiemateriaal op te bouwen uit een tegen de buitengelegen ligger bevestigde buitenlaag, een tegen de binnengelegen ligger bevestigde binnenlaag en een daartussen gelegen tussenlaag, wordt een modulair systeem verkregen dat door een geschikte keuze of aanpassing van de dikte van de 15 tussenlaag gebruikt kan worden voor gevels met verschillende diktes en in het bijzonder verschillende spouwdiktes.By building up the insulating material from an outer layer fixed against the outer beam, an inner layer fixed against the inner beam and an intermediate layer situated between them, a modular system is obtained which can be used by a suitable choice or adjustment of the thickness of the intermediate layer are used for facades with different thicknesses and in particular different cavity thicknesses.

Voor het verkrijgen van een efficiënte constructie is het verder voordelig indien de tussenlaag de centrale aan-sluitstructuur draagt. De tussenlaag met de aansluit-20 structuur voor aansluiting op een kozijn of een stelkozijn kan dan eenvoudig als module aangepast aan de dikte van de muur tussen de lateien geplaatst worden.In order to obtain an efficient construction it is furthermore advantageous if the intermediate layer carries the central connecting structure. The intermediate layer with the connecting structure for connection to a frame or an adjustable frame can then simply be placed as a module adapted to the thickness of the wall between the lintels.

Voor het verschaffen van een in het werk eenvoudig te realiseren bevestiging van een rooster dat ten minste een 25 gedeelte van de interieur-neg of van de exterieur-neg vormt, is het rooster in gemonteerde toestand bij voorkeur aan de latei-structuur bevestigd. De latei-structuur en de roosters kunnen dan voor het leggen van de desbetreffende verbinding voorbereid zijn, bijvoorbeeld door deze te voorzien van sa-30 menwerkende kliknokken en -uitsparingen.In order to provide an easily realizable fixing of a grate which forms at least a part of the interior neg or of the exterior neg, the grille is mounted in the mounted state preferably on the lintel structure. The lintel structure and the grids can then be prepared for making the respective connection, for example by providing them with cooperating click lugs and recesses.

Teneinde de ventilatie-inrichting op een onopvallende wijze in te kunnen bouwen is het voordelig indien ten minste een van de doorlaten zich door een van beide neggen uitstrekt. Indien de neggen zich langs de bovenzijde van de ge-35 vel-opening uitstrekken wordt daarbij verder het voordeel verkregen dat de doorlaten omlaag gekeerd zijn, waardoor hetIn order to be able to install the ventilation device in an inconspicuous manner, it is advantageous if at least one of the passages extends through one of the two studs. If the nugs extend along the top of the facade opening, the advantage is further obtained that the passages are turned downwards, so that the

Uns '5 -4- binnendringen van vuil in het ventilatie-kanaal wordt tegengegaan.Uns' 5 -4- ingress of dirt into the ventilation channel is prevented.

Voor het verkrijgen van een in het algemeen strak uiterlijk van een gevel-opening, waarbij bovendien het kozijn 5 binnen een ruime marge in verschillende meer of minder binnen- of buitenwaarts gelegen posities geplaatst kan worden, is de centrale aansluit-structuur bij voorkeur voorzien van een aansluit-oppervlak dat in hoofdzaak in eenzelfde vlak is gelegen als de exterieur-neg en bij voorkeur ook in hoofd-10 zaak in eenzelfde vlak is gelegen als de interieur-neg.In order to obtain a generally sleek appearance of a facade opening, wherein the frame 5 can moreover be placed within a wide margin in various more or less inward or outwardly located positions, the central connecting structure is preferably provided with a connecting surface which is situated substantially in the same plane as the exterior neg and preferably also substantially lies in the same plane as the interior neg.

Teneinde aan de binnenzijde van een raam of dergelijke een raambekleding aan te kunnen brengen zonder dat deze het diep doordringen van via het ventilatie-kanaal toegetreden buitenlucht in een vertrek achter de gevel-opening belem-15 mert, is het voordelig indien de interieur-neg tussen ten minste een van de doorlaten aan een interieurzijde van het ventilatie-kanaal en de centrale aansluit-structuur is gelegen. In een door die interieur-neg bepaalde zone langs het raam kan de raambekleding aangebracht worden. De doorlaten 20 bevinden zich dan in gebruik aan de interieur-zijde van de raambekleding, waardoor de binnengetreden lucht zich vrij in het vertrek achter de gevel-opening kan verdelen.In order to be able to apply a window covering on the inside of a window or the like without this hindering the deep penetration of outside air entering via the ventilation channel into a room behind the facade opening, it is advantageous if the interior nec is located between at least one of the passages on an interior side of the ventilation channel and the central connecting structure. The window covering can be applied in a zone along the window determined by the interior nec. The passages 20 are then in use on the interior side of the window covering, so that the air that has entered can distribute freely in the room behind the facade opening.

Voor een effectieve verwerveling van binnentredende buitenlucht in een ruimte achter de gevel-opening is het 25 verder voordelig indien de, ten minste ene doorlaat aan de interieur-zijde van het ventilatie-kanaal van de centrale aansluit-structuur af gericht is en, meer in het bijzonder, indien de, ten minste ene doorlaat aan de interieur-zijde van het ventilatie-kanaal in hoofdzaak horizontaal is ge-30 richt.For an effective turbulence of entering outside air in a space behind the facade opening, it is further advantageous if the, at least one passage on the interior side of the ventilation channel is directed away from the central connection structure and, more in especially if the at least one passage on the interior side of the ventilation channel is oriented substantially horizontally.

De ventilatie-inrichting kan op voordelige wijze zijn uitgevoerd als een suskast, omdat achter de neggen van een gevel-opening relatief veel inbouwdiepte beschikbaar is om deze op onopvallende wijze, en in het bijzonder zonder uit-35 stekende behuizingsdelen, in te bouwen. Hiertoe is de venti- 1012861 -5- latie-inrichting bij voorkeur voorzien van dempingsmateriaal dat wanden van het ventilatie-kanaal vormt.The ventilation device can advantageously be designed as a sump box, because a relatively large installation depth is available behind the nugs of a facade opening to allow it to be built in discreetly, and in particular without protruding housing parts. For this purpose, the ventilation device is preferably provided with damping material which forms walls of the ventilation channel.

De achter de neggen van een gevel-opening beschikbare ruime inbouwdiepte wordt volgens een andere uitwerking van 5 de uitvinding benut voor het in het ventilatie-kanaal aanbrengen van een luchtdoorlaat-regeleenheid.According to another elaboration of the invention, the ample built-in depth available behind the seams of a facade opening is utilized for arranging an air passage control unit in the ventilation channel.

Een verdere mogelijkheid volgens de uitvinding om de achter de neggen van een gevel-opening beschikbare ruime inbouwdiepte te benutten wordt gevormd door het voorzien in 10 een kamer achter ten minste een van de doorlaten, met daarin een drager met een optrekbare raambekleding, welke raambe-kleding zich in neergelaten toestand door ten minste een van de doorlaten uitstrekt.A further possibility according to the invention to utilize the ample installation depth available behind the seams of a facade opening is formed by providing a chamber behind at least one of the passages, containing a support with a retractable window covering, which window covering Lowered clothing extends through at least one of the passages.

Navolgend worden verdere doelen, uitvoeringen, effects ten en voordelen van de uitvinding beschreven en toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een ven-tilatie-inrichting volgens de uitvinding in gemonteerde toe-20 stand, fig. 2 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een tweede ventilatie-inrichting volgens de uitvinding, fig. 3 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een derde ventilatie-inrichting volgens de uitvinding en 25 fig. 4 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een ven tilatiesysteem volgens de uitvinding.Next, further objects, embodiments, effects and advantages of the invention are described and elucidated on the basis of some exemplary embodiments, with reference to the drawing. 1 shows a cross-sectional side view of a ventilation device according to the invention in mounted condition, fig. 2 shows a cross-sectional side view of a second ventilation device according to the invention, fig. 3 shows a side view in cross section of a third ventilation device according to the invention and fig. 4 shows a side view in cross section of a ventilation system according to the invention.

De in fig.1 getoonde ventilatie-inrichting 1 is weergegeven in een in een muur 5 aangebrachte toestand. De muur 5 vormt een gevel van een gebouw met een buitenspouwblad 10 30 en een op afstand daarvan gelegen binnenspouwblad 20, gescheiden door een spouw 30. In de muur 5 is een gevel-opening 6 aangebracht voor het opnemen van een raamkozijn.The ventilation device 1 shown in Fig. 1 is shown in a position mounted in a wall 5. The wall 5 forms a facade of a building with an outer cavity leaf 10 and a spaced inner cavity leaf 20, separated by a cavity 30. A wall opening 6 is provided in the wall 5 for receiving a window frame.

De gevel-opening 6 wordt gevormd door overeenkomstige ope-ningen in het buitenspouwblad 10 en het binnenspouwblad 20. 35 De rand van de opening in het buitenspouwblad 10 is aan de naar de spouw 30 gekeerde zijde voorzien van een uitsparing 1012 861 -6- 11, en een vlak 12 dat de gevel-opening 6 begrenst; grenst aan en dwars gericht is op het van de spouw 30 afgekeerde buitenvlak van het buitenspouwblad 10. Op overeenkomstige wijze vertoont het binnenspouwblad 20 een uitsparing 21 en 5 een vlak 22. Als het binnenspouwblad 20 ruw gemetseld is en door stucadoren wordt afgewerkt, is het in het algemeen voordeliger in plaats van de uitsparing 21 eenvoudigweg het binnenspouwblad ter hoogte van het horizontale deel van het lateiprofiel 21 op te laten houden en als begrenzing van de 10 gevelopening een vulstuk uit houtwolcementplaat of dergelijke toe te passen dat bij het stucadoren mee afgewerkt wordt. Het binnengelegen verticale been van het profiel 21 kan dan komen te vervallen.The facade opening 6 is formed by corresponding openings in the outer cavity leaf 10 and the inner cavity leaf 20. 35 The edge of the opening in the outer cavity leaf 10 is provided with a recess 1012 861 -6- 11 on the side facing the cavity 30. and a face 12 defining the facade opening 6; is adjacent to and transverse to the outer surface of the outer cavity leaf 10 remote from the cavity 30. Correspondingly, the inner cavity leaf 20 has a recess 21 and 5 a surface 22. If the inner cavity leaf 20 is roughly masoned and finished by plasterers, it is in general it is more advantageous instead of simply having the recess 21 hold the inner cavity leaf at the level of the horizontal part of the lintel profile 21 and to use a filler piece of wood wool cement board or the like as a boundary of the facade opening, which is also finished with the plasterers . The inner vertical leg of the profile 21 can then be omitted.

Aan de bovenzijde van de gevel-opening 6 is een latei-15 structuur 40 gelegen voor het dragen van een boven de gevel-opening 6 gelegen gedeelte van de muur, bestaande uit een buitengelegen ligger 41 en een binnengelegen ligger 42, die elk zijn uitgevoerd als een stalen profiel. Door de liggers 41, 42 van de latei-structuur 40 uit te voeren als stalen 20 profielen, neemt de latei-structuur 40 weinig ruimte in.At the top of the facade opening 6 there is a lintel structure 40 for supporting a part of the wall situated above the facade opening 6, consisting of an outer beam 41 and an inner beam 42, each of which is designed as a steel profile. By designing the beams 41, 42 of the lintel structure 40 as steel profiles, the lintel structure 40 takes up little space.

De buitengelegen ligger 41 is zodanig van vorm dat deze de uitsparing 11 in het buitenspouwblad 10 volgt en aanligt tegen de naar de spouw 30 gekeerde zijde van het buitenspouwblad 10. Hierdoor steunt de buitengelegen ligger 41 25 het boven de gevel-opening 6 gelegen gedeelte van het buitenspouwblad 10 terwijl de ruimte van de uitsparing vrijwel geheel vrij wordt gelaten en naar binnen en naar omlaag open is. De binnengelegen ligger 42 is zodanig van vorm dat de binnengelegen ligger 42 de uitsparing 21 volgt en aanligt 30 tegen de naar de spouw 30 gekeerde zijde van het binnenspouwblad 20. Hierdoor steunt de binnengelegen ligger 42 het boven de gevel-opening 6 gelegen gedeelte van het binnenspouwblad 20 en wordt ook vrijwel de gehele uitsparing 21 naar de spouw 30 en naar omlaag vrij en open gelaten.The outer beam 41 is of such a shape that it follows the recess 11 in the outer cavity leaf 10 and rests against the side of the outer cavity leaf 10 facing the cavity 30. As a result, the outer beam 41 supports the part of the facade opening 6 situated above the facade opening 6. the outer cavity leaf 10 while leaving the space of the recess almost completely free and open inwards and downwards. The inner beam 42 is shaped in such a way that the inner beam 42 follows the recess 21 and rests 30 against the side of the inner cavity leaf 20 facing the cavity 30. As a result, the inner beam 42 supports the part of the facade opening 6 situated above the facade opening 6. inner cavity leaf 20 and virtually the entire recess 21 towards the cavity 30 and down is also left free and open.

35 Een rand van de buitengelegen ligger 41 die nabij het vlak 12 is gelegen, is door middel van een koppelprofiel 50 10 t X 3 $ *; -7- verbonden met een ventilatierooster 60. Het ventilatieroos-ter 60 ligt en het vlak 12 liggen nagenoeg in hetzelfde vlak. Aan de tegenovergelegen zijde is op overeenkomstige wijze een rand van de binnengelegen ligger 42 nabij de rand 5 22 door middel van een koppelprofiel 51 verbonden met een ventilatierooster 61. Dit ventilatierooster 61 en het vlak 22 liggen nagenoeg in hetzelfde vlak. De ventilatieroosters 60, 61 kunnen zijn voorzien van een regelbare doorlaat opening. De naar elkaar toegekeerde randen van de ventilatie-10 roosters 60, 61 zijn met elkaar verbonden door een aansluit-profiel 90.An edge of the outer beam 41 which is located near the surface 12 is by means of a coupling profile 50 10 x 3 * *; -7- connected to a ventilation grating 60. The ventilation grating 60 and the plane 12 lie substantially in the same plane. On the opposite side, an edge of the inner beam 42 near the edge 22 is correspondingly connected by means of a coupling profile 51 to a ventilation grille 61. This ventilation grille 61 and the surface 22 are substantially in the same plane. The ventilation grids 60, 61 can be provided with an adjustable passage opening. The facing edges of the ventilation grids 60, 61 are connected to each other by a connecting profile 90.

De opening 6 wordt aldus begrensd door gedeeltes 12, 22 van de wanden 10, 20, door het ventilatierooster 60, 61 en door het aansluitprofiel 90. In de opening 6 is een ko-15 zijn gelegen, waarvan in de tekening alleen een bovenste ko-zijndeel 92 schematisch is getoond. Het aansluitprofiel 90 is ingericht voor bevestiging tegen het kozijndeel 92. In deze gemonteerde toestand wordt een exterieur neg gevormd door het vlak 12, een oppervlaksdeel van het koppelprofiel 20 50 en een deel van het ventilatierooster 60 dat niet wordt afgedekt door het kozijndeel 92. Een interieur neg wordt gevormd door het vlak 22, een oppervlaksdeel van het koppelprofiel 51 en het ventilatierooster 61 en een deel van het aansluitprofiel 90 dat niet wordt afgedekt door het kozijn-25 deel 92.The opening 6 is thus delimited by parts 12, 22 of the walls 10, 20, by the ventilation grille 60, 61 and by the connecting profile 90. In the opening 6 there is located a co-15, of which in the drawing only an upper co its part 92 is shown schematically. The connecting profile 90 is adapted for mounting against the frame part 92. In this mounted condition, an exterior nec is formed by the surface 12, a surface part of the coupling profile 20 50 and a part of the ventilation grille 60 which is not covered by the frame part 92. A interior nec is formed by the surface 22, a surface part of the coupling profile 51 and the ventilation grille 61 and a part of the connecting profile 90 which is not covered by the frame part 92.

De ventilatieroosters 60, 61 vormen uiteinden van een ventilatie-kanaal 62. Dit kanaal 62 loopt door de uitsparingen 11, 21 en door de spouw 30. Het kanaal 62 wordt begrensd door isolatiemateriaal 91 dat is aangebracht op het aan-30 sluitprofiel 90, door isolatiemateriaal 13 aangebracht in een aan de buitengelegen ligger 41 grenzend deel van de uitsparing 11, door isolatiemateriaal 23 in een aan de binnengelegen ligger 42 grenzend deel van de uitsparing 21, en door isolatiemateriaal 31 aangebracht tussen de binnengele-35 gen ligger 42 en de buitengelegen ligger 41 op afstand van het aansluitprofiel 90 en het daartegen aangebrachte isola- 10 1 286 1 -8- tiemateriaal 91. De naar het kanaal gekeerde zijden van het isolatiemateriaal 13, 23, 31, 91 zijn zodanig gevormd dat het kanaal 62 een vloeiend verloop heeft, waardoor lucht met geringe weerstand door het kanaal 62 kan stromen.The ventilation grids 60, 61 form ends of a ventilation channel 62. This channel 62 passes through the recesses 11, 21 and through the cavity 30. The channel 62 is bounded by insulating material 91 which is provided on the connecting profile 90, by insulating material 13 arranged in a part of the recess 11 adjacent to the outer beam 41, by insulating material 23 in a part of the recess 21 adjacent to the inner beam 42, and arranged by insulating material 31 between the inner beam 42 and the outer beam 41 at a distance from the connecting profile 90 and the insulating material 91 arranged against it. The sides of the insulating material 13, 23, 31, 91 facing the channel are formed such that the channel 62 has a smooth course. which allows low resistance air to flow through channel 62.

5 Onder invloed van in het algemeen in een gebouw heer sende onderdruk ten opzichte van de omgeving, kan via het rooster 60 lucht binnentreden in het kanaal 62 en via het rooster 61 de ruimte achter de muur bereiken. Desgewenst kan in het ventilatie-kanaal 62 een regelaar worden aangebracht 10 om de luchtstroom te regelen of een ventilator om geforceerd te ventileren.Under the influence of underpressure generally prevailing in a building relative to the surroundings, air can enter the channel 62 via the grate 60 and reach the space behind the wall via the grate 61. If desired, a regulator 10 can be arranged in the ventilation channel 62 to regulate the air flow or a fan for forced ventilation.

Bij voorkeur heeft het isolatiemateriaal naast thermische isolerende eigenschappen ook geluiddempende eigenschappen zodat de ventilatie-inrichting 1 gelijk als suskast kan 15 fungeren. Eventueel kunnen daartoe op zich bekende voorzieningen als een labyrint en resonantiekamers toegepast worden.In addition to thermal insulating properties, the insulating material preferably also has sound-damping properties, so that the ventilation device 1 can function as a sus box. Possibly known per se facilities such as a labyrinth and resonance chambers can be used.

De plaatsing van de ventilatie-inrichting 1 boven de gevel-opening 6 is voordelig omdat daarmee een betere men-20 ging van verse lucht en reeds aanwezige lucht wordt verkregen. Daarmee wordt tegengegaan dat bij lage buitentemperaturen de verse koude lucht die binnentreedt een comfortvermin-derende, koude luchtlaag langs de vloer vormt.The placement of the ventilation device 1 above the facade opening 6 is advantageous because it provides a better mixture of fresh air and air already present. This prevents the fresh cold air entering at low outside temperatures forming a comfort-reducing, cold layer of air along the floor.

De binnen- en buitengelegen liggers 41, 42, het aan-25 sluitprofiel 90, de roosters 60, 61, en de koppelprofielen 50, 51, zijn voor het leggen van verbindingen daartussen voorbereid, onder meer door deze te voorzien van samenwerkende kliknokken en -randen en bijbehorende uitsparingen. Voor elke toepassing van een ventilatie-inrichting als voor-30 gesteld kan een geschikte afmeting van elk onderdeel worden gekozen, en de gewenste combinatie van onderdelen worden samengesteld. Hierdoor wordt een modulair systeem verkregen dat door een geschikte keuze of aanpassing van de dikte van de tussenlaag gebruikt kan worden voor gevels met verschil-35 lende diktes, in het bijzonder verschillende spouwdiktes, en ίο i i -~ - -9- verschillende posities van het kozijn vlak ten opzichte van het binnenblad 10 en het buitenblad 20.The inner and outer beams 41, 42, the connecting profile 90, the grids 60, 61, and the coupling profiles 50, 51, are prepared for making connections between them, inter alia by providing them with cooperating click lugs and - edges and associated cutouts. For each application of a ventilation device as suggested, a suitable size of each part can be selected, and the desired combination of parts assembled. This results in a modular system which can be used by suitable selection or adjustment of the thickness of the intermediate layer for facades with different thicknesses, in particular different cavity thicknesses, and different positions of the frame flush with respect to inner leaf 10 and outer leaf 20.

De roosters 60, 61 zijn naar beneden gekeerd en daardoor onopvallend. Tevens wordt hierdoor het voordeel verkre-5 gen dat het binnendringen van vuil in het ventilatie-kanaal 62 wordt tegengegaan.The grids 60, 61 face down and are therefore inconspicuous. This also provides the advantage that the penetration of dirt into the ventilation channel 62 is prevented.

Doordat de centrale aansluit-structuur 90 is voorzien van een aansluit-oppervlak dat in hoofdzaak in eenzelfde vlak is gelegen als de exterieur-neg en ook in hoofdzaak in 10 eenzelfde vlak is gelegen als de interieur-neg, kan het kozijn 92 binnen een ruime marge in verschillende meer of minder binnen- of buitenwaarts gelegen posities geplaatst worden, en wordt ondanks de aanwezigheid van ventilatievoorzie-ningen een in het algemeen strak uiterlijk van de gevel-15 opening verkregen.Since the central connecting structure 90 is provided with a connecting surface which is situated substantially in the same plane as the exterior nec and also substantially lies in the same plane as the interior nec, the frame 92 can be arranged within a wide margins are placed in various more or less inward or outward positions, and despite the presence of ventilation facilities, a generally sleek appearance of the facade opening is obtained.

Teneinde aan de binnenzijde van een raam of dergelijke een raambekleding aan te kunnen brengen zonder dat deze het diep doordringen van via het ventilatie-kanaal toegetreden buitenlucht in een vertrek achter de gevel-opening belem-20 mert, kan het ventilatie-kanaal op afstand van de centrale aansluit-structuur uitmonden. In een aldus verkregen zone tussen het kozijn en het ventilatierooster aan de binnenkant daarvan kan dan de raambekleding opgehangen worden. De uitlaten bevinden zich dan aan de interieur-zijde van de raam-25 bekleding, waardoor de binnengetreden lucht zich vrij in het vertrek achter de gevel-opening kan verdelen en niet onder de raambekleding door het vertrek binnenkomt.In order to be able to apply a window covering to the inside of a window or the like without this hindering the penetration of outside air entering via the ventilation channel into a room behind the facade opening, the ventilation channel can be remote from open the central connection structure. The window covering can then be suspended in a zone thus obtained between the frame and the ventilation grille on the inside thereof. The outlets are then located on the interior side of the window covering, so that the air entering can freely distribute in the room behind the facade opening and does not enter through the room under the window covering.

Hoewel in dit uitvoeringvoorbeeld de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding op voordelige wijze is ge-30 integreerd in een latei-structuur, is de uitvinding niet hiertoe beperkt en kan de ventilatie-inrichting ook worden uitgevoerd zonder latei-structuur, bijvoorbeeld voor plaatsing onder een conventionele latei.Although in this exemplary embodiment the ventilation device according to the invention is advantageously integrated in a lintel structure, the invention is not limited thereto and the ventilation device can also be designed without a lintel structure, for instance for placement under a conventional lintel.

In fig. 2 is een tweede uitvoeringsvorm van een venti-35 latie-inrichting volgens de uitvinding in geplaatste toestand getoond. De ventilatie-inrichting 101 is, net als die Ί® ï 2 » a , -10- volgens het voorgaande voorbeeld, aangebracht in een muur met een buitenspouwblad 10 en een binnenspouwblad 120, gescheiden door een spouw 30. De ventilatie-inrichting 101 komt voor wat betreft het gebied aan de buitenzijde van het 5 kozijn 92 overeen met die volgens het voorgaande voorbeeld. De met het eerste voorbeeld overeenkomende onderdelen zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid; kortheidshalve wordt van een gedetailleerde beschrijving naar het voorgaande verwezen.Fig. 2 shows a second embodiment of a ventilation device according to the invention in the placed position. The ventilation device 101, like that Ί® ï 2 »a, -10- according to the previous example, is arranged in a wall with an outer cavity leaf 10 and an inner cavity leaf 120, separated by a cavity 30. The ventilation device 101 the area on the outside of the frame 92 corresponds to that according to the previous example. The parts corresponding to the first example are designated with the same reference numerals; for the sake of brevity, reference is made to the foregoing from a detailed description.

10 De rand van het binnenspouwblad 120 die de opening 106 begrenst is uitgevoerd als een recht vlak 122. De binnengelegen ligger 142 is L-vormig uitgevoerd waarbij een been zich onder het vlak 122 uitstrekt en daarmee het binnenspouwblad 120 ondersteunt. Het andere been van de binnen-15 gelegen ligger 142 is verticaal gericht en ligt tegen de binnenzijde van het buitenspouwblad 120 aan.The edge of the inner cavity leaf 120 delimiting the opening 106 is designed as a straight plane 122. The inner beam 142 is L-shaped, with one leg extending below the plane 122 and thereby supporting the inner cavity leaf 120. The other leg of the inner beam 142 is vertically oriented and abuts the inner side of the outer cavity leaf 120.

Op het aansluitprofiel 90 sluit een in hoofdzaak L-vormig roosterprofiel 161 aan. Een eerste lang been van het roosterprofiel 161 strekt zich uit vanaf het aansluitprofiel 20 90 tot aan een vlak 124 dat in een vlak met het binnenwand- oppervlak van de muur 5 is gelegen. In dit vlak reikt het korte been van het roosterprofiel omhoog tot nabij het vlak 121. In het gebied van het vlak 121 verbindt een koppelpro-fiel 151 de randen van het roosterprofiel 161, van de bin-25 nengelegen ligger 142, en van een afwerkplaat 125 op het binnenspouwblad 120 met elkaar.A substantially L-shaped grid profile 161 connects to the connection profile 90. A first long leg of the grating profile 161 extends from the connecting profile 90 to a surface 124 which is flush with the inner wall surface of the wall 5. In this plane, the short leg of the grating profile extends up to near the plane 121. In the area of the plane 121, a coupling profile 151 joins the edges of the grating profile 161, of the inner beam 142, and of a finishing plate 125 on the inner cavity leaf 120 together.

Het evenwijdig aan het binnenspouwblad 120 verlopende been van het roosterprofiel is voorzien van ventilatieopeningen 163, via welke het ventilatiekanaal 162 in een ver-30 trek achter de gevelopening 106 uitmondt.The leg of the grating profile running parallel to the inner cavity leaf 120 is provided with ventilation openings 163, via which the ventilation channel 162 opens in a distance behind the facade opening 106.

Het ventilatiekanaal 162 loopt door een ruimte tussen enerzijds de binnengelegen ligger 142 en de buitengelegen ligger 41 en anderzijds het kozijn 92. Aan de binnenzijde van het kozijn 92 wordt het kanaal 201 begrensd door een ho-35 rizontaal been van het roosterprofiel 161 en de binnengelegen ligger 142.The ventilation channel 162 runs through a space between the inner beam 142 and the outer beam 41 on the one hand and the frame 92 on the other side. On the inside of the frame 92, the channel 201 is bounded by a horizontal leg of the grating profile 161 and the interior beam 142.

101 2 86 1 -11-101 2 86 1 -11-

Het been van het roosterprofiel 161 dat de openingen 163 draagt is verticaal gericht. Voor een effectieve penetratie en verwerveling van binnentredende buitenlucht is het voordelig indien de uitstroomopeningen 163 in hoofdzaak ho-5 rizontaal gericht zijn.The leg of the grating profile 161 carrying the openings 163 is oriented vertically. For effective penetration and turbulence of the incoming outside air, it is advantageous if the outflow openings 163 are directed substantially horizontally.

In fig. 3 is een verder uitvoeringsvoorbeeld van een ventilatievoorziening volgens de uitvinding in geplaatste toestand afgebeeld. De ventilatie-inrichting volgens dit voorbeeld is gemonteerd in een muur 205 met een buitenspouw-10 blad 210 en een binnenspouwblad 220, gescheiden door een spouw 30. In het buitenspouwblad 210 is een gevel-opening 206 uitgespaard. Deze opening 206 wordt ondersteund door een buitengelegen ligger 241 van een latei-structuur 240. De buitengelegen ligger 241 wordt gevormd door een stalen L-15 profiel.Fig. 3 shows a further exemplary embodiment of a ventilation provision according to the invention in the placed position. The ventilation device according to this example is mounted in a wall 205 with an outer cavity leaf 210 and an inner cavity leaf 220, separated by a cavity 30. In the outer cavity leaf 210, a facade opening 206 is recessed. This opening 206 is supported by an outer beam 241 of a lintel structure 240. The outer beam 241 is formed by a steel L-15 profile.

De opening in het binnenspouwblad 220 heeft een bovenzijde die op een hoger niveau is gelegen dan de opening in het buitenspouwblad 210. De onderrand van het binnenspouwblad 220 heeft een recht oppervlak dat door een binnengele-20 gen ligger 242 van de latei-structuur ondersteund wordt. De binnengelegen ligger 242 is eveneens uitgevoerd als een L-vormig stalen profiel.The opening in the inner cavity leaf 220 has a top that is at a higher level than the opening in the outer cavity leaf 210. The bottom edge of the inner cavity leaf 220 has a straight surface supported by an inner beam 242 of the lintel structure . The inner beam 242 is also constructed as an L-shaped steel profile.

Tegen de onderzijde van de binnengelegen ligger 242 is een vlakke plaat 226 van thermisch isolerend materiaal aan-25 gebracht, die zich dwars op het vlak van het binnenspouwblad 220 uitstrekt vanaf de van de spouw 30 afgekeerde rand van de binnengelegen ligger 242 tot aan de buitengelegen ligger 341. Hiermee wordt de spouw 30 naar omlaag in hoofdzaak luchtdicht afgesloten.A flat plate 226 of thermally insulating material is provided against the underside of the inner beam 242, which extends transversely to the plane of the inner cavity leaf 220 from the edge of the inner beam 242 remote from the cavity 30 to the outer girder 341. This closes the cavity 30 downwards substantially airtight.

30 Het binnenspouwblad 220 is voorzien van een afwerklaag 225, die zich uitstrekt tot en met de kopse rand van de plaat 226. Vanaf de door de afwerklaag 225 en de plaat 226 gevormde hoek, strekt een ventilatierooster 261, voorzien van openingen 263, zich naar beneden uit in hoofdzaak in het 35 vlak van het muuroppervlak aan de binnenzijde van de muur 205. Het ventilatie-rooster 261 is door middel van een kop- 391286 * V t -12- pelprofiel 251 verbonden met de afwerklaag 225 en de plaat 226.The inner cavity leaf 220 is provided with a finishing layer 225, which extends up to and including the end edge of the plate 226. From the corner formed by the finishing layer 225 and the plate 226, a ventilation grille 261, provided with openings 263, extends to from the bottom, substantially in the plane of the wall surface on the inside of the wall 205. The ventilation grille 261 is connected by a coupling profile 251 to the finishing layer 225 and the plate 226.

Aan een van het koppelprofiel 251 afgekeerde zijde is het ventilatie-rooster 261 door middel van een koppelprofiel 5 252 verbonden met een L-vormig profiel 227 van thermisch isolerend materiaal. Een eerste been van het profiel 322 strekt zich verticaal in hoofdzaak in het vlak van het bin-nenspouwblad 220 uit, tot aan het niveau van de bovenkant van de opening 206. Op dit niveau strekt een tweede been van 10 het profiel 227 zich horizontaal in de richting van het bui-tenspouwblad 210 uit, tot nabij de hoek van de buitengelegen ligger 241. Daarbij wordt een doorlaat 260 vrijgelaten. In het gebied nabij de doorlaat 260 is het profiel 22.7 verbonden met een aansluitstructuur 290, waarop een kozijndeel 292 15 van een in de gevel-opening 206 gemonteerd kozijn aansluit. Het profiel 227 is voorzien van een afwerklaag 228.On a side remote from the coupling profile 251, the ventilation grille 261 is connected by means of a coupling profile 252 to an L-shaped profile 227 of thermally insulating material. A first leg of the profile 322 extends vertically substantially in the plane of the inner cavity leaf 220, up to the level of the top of the opening 206. At this level, a second leg of the profile 227 extends horizontally in the direction of the outer cavity leaf 210 to near the corner of the outer beam 241. A passage 260 is thereby released. In the area near the passage 260, the profile 22.7 is connected to a connecting structure 290, to which a frame part 292 of a frame mounted in the facade opening 206 connects. Profile 227 is provided with a finishing layer 228.

Door het profiel 227, de plaat 226 en de buitengelegen ligger 241 wordt een kamer 262 begrensd. Deze kamer 262 heeft in- en uitlaten 260 en 261 zodat lucht via de doorla-20 ten 260 en de kamer 262 en de doorlaat 261 kan passeren. In de kamer 262 is een rol 250 aangebracht waarop een optrek-gordijn 255 is gerold dat via de doorlaat 260 naar buiten reikt. Door het roteren van de gordijnrol 250 kan het gordijn 255 worden opgetrokken of worden neergelaten. In neer-25 gelaten toestand vormt het gordijn 255 raambekleding voor het in de gevel-opening aangebrachte kozijn.A chamber 262 is bounded by the profile 227, the plate 226 and the outer beam 241. This chamber 262 has inlets and outlets 260 and 261 so that air can pass through the passages 260 and the chamber 262 and the passage 261. In the chamber 262, a roller 250 is arranged on which a pull-up curtain 255 is rolled, which extends through the passage 260. By rotating the curtain roller 250, the curtain 255 can be raised or lowered. When lowered, the curtain 255 forms window covering for the frame disposed in the facade opening.

Op deze wijze wordt de achter de neggen van de gevel-opening 206 beschikbare ruimte zowel voor ventilatie als voor het onderbrengen van een rolluik benut. Een bijkomend 30 voordeel is, dat indien het rolluik in natte toestand wordt opgetrokken het door de door de kamer 262 stromende lucht wordt gedroogd. Aldus wordt corrosie en schimmelvorming tegengegaan. Uiteraard kunnen in de kamer 262 achter de neggen ook andersoortige raambekleding in opgetrokken toestand on-35 dergebracht worden.In this way, the space available behind the nines of the facade opening 206 is utilized both for ventilation and for accommodating a roller shutter. An additional advantage is that if the roller shutter is raised in the wet state, it is dried by the air flowing through the chamber 262. Corrosion and mold are thus prevented. Naturally, other types of window covering can also be accommodated in the raised position in the room 262 behind the nines.

10 1 2 8 6 1 -13-10 1 2 8 6 1 -13-

In fig. 4 is een ventilatiesysteem volgens de uitvinding weergeven. In de gevelopening 306 is een kozijn geplaatst, waarvan een bovenste kozijndeel 392 is getoond. Het buitenspouwblad 310 wordt aan de bovenzijde van de gevel-5 opening 306 ondersteund door een buitengelegen ligger 341 en het binnenspouwblad 120 wordt aan de bovenzijde van de ge-vel-opening 306 ondersteund door een binnengelegen ligger 342. Beide liggers 341, 342 zijn uitgevoerd als L-vormige staalprofielen, en vormen samen effectief een latei-10 samenstel.Fig. 4 shows a ventilation system according to the invention. A frame is placed in the facade opening 306, an upper frame part 392 of which is shown. The outer cavity leaf 310 is supported at the top of the facade opening 306 by an outer beam 341 and the inner cavity leaf 120 is supported at the top of the facade opening 306 by an inner beam 342. Both beams 341, 342 are formed as L-shaped steel profiles, and together effectively form a lintel-10 assembly.

Vanaf een horizontaal gedeelte van de buitengelegen ligger 441 strekt zich horizontaal een aansluitprofiel 390 uit. Dit aansluitprofiel 390 is ingericht voor aansluiting op een bovenvlak van een kozijndeel, zoals in dit geval het 15 kozijndeel 392.A connecting profile 390 extends horizontally from a horizontal part of the outer beam 441. This connecting profile 390 is designed for connection to a top surface of a frame part, such as in this case the frame part 392.

Vanaf het aansluitprofiel 390 strekt zich in hoofdzaak loodrecht op het wandvlak een roosterprofiel 161 uit. Dit roosterprofiel 161 is gelijk aan het roosterprofiel 161 volgens figuur 2. Ook de afwerkplaat 125 en het koppelprofiel 20 151 zijn gelijk aan overeenkomstige delen volgens figuur 2.A grating profile 161 extends substantially perpendicular to the wall surface from the connecting profile 390. This grating profile 161 is equal to the grating profile 161 according to figure 2. The finishing plate 125 and the coupling profile 20 151 are also equal to corresponding parts according to figure 2.

In het buitenspouwblad 310 zijn ventilatiedoorlaten 360 aangebracht. Deze doorlaten 360 zijn verdeeld over de gehele breedte van de gevelopening 306, en strekken zich elk uit door een koppelstrip 395 die is aangebracht aan de bo-25 venzijde van de buitengelegen ligger 341. In dit voorbeeld verlopen de ventilatiedoorlaten 360 elk bovenlangs de buitengelegen ligger 341 van de latei, zodat verzwakking van de latei wordt voorkomen. De ventilatiedoorlaten kunnen echter ook door openingen in de latei heen verlopen. Deze openingen 30 zijn bij voorkeur in het gebied van de neutrale belastings-lijn van de latei gelegen, waar deze nauwelijks op trek of druk wordt belast. Eventueel kan de latei in het gebied van de doorlaten versterkt worden.Ventilation passages 360 are arranged in the outer cavity leaf 310. These passages 360 are distributed over the entire width of the facade opening 306, and each extend through a coupling strip 395 which is arranged on the top of the outer beam 341. In this example, the ventilation passages 360 each run along the top of the outer beam. 341 of the lintel to prevent weakening of the lintel. However, the ventilation openings can also pass through openings in the lintel. These openings 30 are preferably located in the region of the neutral load line of the lintel, where it is hardly subjected to tension or pressure. Optionally, the lintel can be reinforced in the area of the passages.

De ventilatie-doorlaten 360 en het ventilatierooster 35 361 vormen uiteinden van een ventilatie-kanaal 362. Dit kanaal 362 loopt tussen de binnengelegen ligger 442 en de bui- toi2a 61 -14- tengelegen ligger 441 door. Het kanaal 362 wordt begrensd door isolatiemateriaal 313 dat is aangebracht op de buiten-gelegen ligger 341 en het aansluitdeel 390 en door isolatiemateriaal 331, aangebracht tussen de binnengelegen ligger 5 342 en de koppelstrip 395. Nabij het roosterprofiel 161 ver loopt het kanaal onder de binnengelegen ligger en boven een horizontaal been van het roosterprofiel 161. De naar het kanaal 362 toegekeerde zijden van het isolatiemateriaal 313 en 331 zijn zodanig afgewerkt dat een vloeiend verloop van het 10 kanaal 362 wordt verkregen, waardoor lucht met geringe weerstand door het kanaal 362 kan stromen.The ventilation passages 360 and the ventilation grille 35 361 form ends of a ventilation channel 362. This channel 362 extends between the inner beam 442 and the outer beam 44 -14. The channel 362 is delimited by insulating material 313 which is applied to the outer beam 341 and the connecting part 390 and by insulating material 331 arranged between the inner beam 5 342 and the coupling strip 395. Near the grating profile 161 the channel extends below the inner beam and above a horizontal leg of the grille profile 161. The sides of the insulating material 313 and 331 facing the channel 362 are finished in such a way that a smooth course of the channel 362 is obtained, allowing air to flow through the channel 362 with little resistance. .

In bedrijf wordt ook met dit uitvoeringsvoorbeeld een effectieve ventilatie verkregen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de ruimte die achter de neggen beschikbaar is.In operation, this embodiment also provides effective ventilation, making use of the space available behind the nines.

15 In dit voorbeeld verlopen de doorlaten 360 elk hori zontaal, maar de doorlaten kunnen ook hellend verlopen, waarbij een van buiten naar binnen schuin omhoog hellend verloop in het bijzonder voordelig is voor het tegengaan van binnendringen van water en vuil.In this example, the passages 360 each extend horizontally, but the passages can also run inclined, whereby a slope inclined from the outside inwards is particularly advantageous for preventing the ingress of water and dirt.

20 Volgens de uitvinding kan in het ventilatie-kanaal een mechanische luchtverplaatsingsinrichting, zoals een ventilator, of een luchtdoorlaat-regeleenheid zijn gelegen. Hierdoor kan de luchtstroming door het ventilatie-kanaal opgewekt of geregeld worden, waardoor het beheersen van de ven-25 tilatie verbeterd wordt. Hierbij wordt op voordelige wijze gebruik gemaakt van de achter de neggen van een gevel-opening beschikbare ruime inbouwdiepte. Verder wordt daarbij de ventilator akoestisch afgeschermd van de omgeving.According to the invention, a mechanical air displacement device, such as a fan, or an air passage control unit can be located in the ventilation channel. This allows the air flow through the ventilation channel to be generated or controlled, thereby improving ventilation control. In this case, advantageous use is made of the spacious installation depth available behind the nugs of a facade opening. Furthermore, the fan is acoustically shielded from the environment.

Hoewel in de genoemde voorbeelden volgens de uitvin-30 ding telkens is uitgegaan van toepassing bij een muur voorzien van een spouw, is de uitvinding ook toepasbaar bij muren zonder een dergelijke spouw, zoals vlies- of gordijnge-vels.Although the aforementioned examples according to the invention always apply to a wall provided with a cavity, the invention is also applicable to walls without such a cavity, such as curtain or curtain walls.

10 u 8 6 110 h 8 6 1

Claims

A ventilation device comprising: at least two spaced passages (60, 61; 163; 260, 263; 360); a ventilation channel (62; 162; 262; 362) connecting said 5 passages (60, 61; 163; 260, 263; 360); and a central connection structure (90, 290, 390) between said passages (60, 61; 163; 260, 263; 360) for connection to a frame (92; 292; 392); 10 wherein the ventilation channel (62; 162; 262; 362) runs in mounted condition above said central connecting structure (90, 290, 390); characterized in that an interior neg connects to said central connecting structure (90, 290, 390), for forming at least part of an interior side of a frame (92; 292) in the assembled state ; 392) located nec of a facade opening (6; 106; 206; 306), and on an opposite side of said central nec of said central connecting structure (90, 290, 20 390) an nec connecting thereto for forming in assembled condition at least a part of a neg of the facade opening located on the exterior side of a frame (92; 292; 392).

2. Ventilation device according to claim 1, further comprising a lintel structure (40, 240) for supporting a portion of at least one inner or outer leaf (10, 20; 120; 210) located above a facade opening. , 220; 310) of a facade.

Ventilation device according to claim 2, wherein the lintel structure (40, 240) comprises at least one steel profile (41, 42; 142; 241, 242; 341, 342).

Ventilation device according to claim 2 or 3, wherein the lintel structure has an inner beam (42, 1, 2> -16- 142, 242, 342) for supporting a portion of an inner leaf (20, 120; 220 ) above a facade opening, an outer beam (42, 242, 342) for supporting a portion of an outer sheet (10; 210; 310) above a facade opening and insulating material (13, 23, 31, 91; 226, 227; 313, 331) between said beams (41, 42; 142; 241, 242; 341, 342), said ventilation channel (62; 162; 262; 362) through said insulating material (13, 23, 31, 91; 226, 227; 313, 331) is limited.

Ventilation device according to claim 4, wherein said insulating material (13, 23, 31, 91) consists of an outer layer (13) fastened against the outer beam (41), an inner layer fixed against the inner beam (42) (23) and an intermediate layer (9, 15, 31, 91) located between the beams.

Ventilation device according to claim 4, wherein said intermediate layer (9) is mounted against said central connecting structure (90).

Ventilation device as claimed in any of the claims 2- 20 6, wherein at least a part of said interior neg or of said exterior neg is designed as a grille (60, 61, 161, 261,), which grille is attached to said la-tei structure is attached.

Ventilation device according to any one of the preceding claims, wherein at least one of said passages (60, 61; 260) extends through one of said studs.

Ventilation device according to any one of the preceding claims, wherein the central connecting structure (90, 290, 390) comprises a connecting surface which is situated substantially in the same plane as said exterior nec.

Ventilation device according to any one of the preceding claims, wherein the central connecting structure (90, 290, 390) comprises a connecting surface which is substantially in the same plane as said interior nec.

Ventilation device according to any one of the preceding claims, wherein the interior nec between at least one Ff i i 'A 2 -17- of said passages (163; 263) on an interior side of said ventilation channel (162; 262) and said central connection structure (90; 290) is located.

Ventilation device according to claim 11, wherein said at least one passage (163; 263) on the interior side of said ventilation channel (162; 262; 362) of said central connection structure (190 , 290, 390).

Ventilation device according to claim 12, wherein said at least one passage (163; 263) on the interior side of said ventilation channel (162; 262; 362) is directed substantially horizontally.

Ventilation device according to any one of the preceding claims, characterized by damping material (13, 23, 31, 15 91; 226, 227; 313, 331) which forms walls of the ventilation channel (62; 162; 262; 362).

Ventilation device according to any one of the preceding claims, characterized by an air passage control unit arranged in the ventilation channel.

Ventilation device according to any one of the preceding claims, characterized by a chamber (262) behind at least one of said passages (260, 263), a support (250) in said chamber (262) with a retractable window covering (255), which window covering (255) extends downwardly through said at least one of said passages (260).

Facade section with a facade opening (6; 106; 206; 306) and a ventilation facility comprising: at least two spaced apart passages (60, 61; 163; 260, 263; 360); a ventilation channel (62; 162; 262; 362) connecting said passages; and a central connection structure (90; 290; 390) between said passages (60, 61; 163; 260, 263; 360) having a frame side for connection to a frame (92, 292; 392); y * 12 $ * n -18- wherein the ventilation channel (62; 162; 262; 362) runs on a side opposite the frame side along the central connecting structure (90; 290; 390); characterized in that an interior nec connecting to said central connecting structure (90; 290; 390), which at least part of a nec of located on the interior side of the frame (92; 292; 392) the facade opening (6; 106; 206; 306), and that on an opposite side of said interior nec of said central connecting structure (90; 290; 390) an nec connecting thereto at least one part of a neg of the facade opening (6; 106; 206; 306) located on the exterior side of the frame (92; 292; 392).

Facade section with a facade opening (6; 106; 206; 15 306) and a ventilation facility comprising: at least two spaced-apart passages (163, 360); a ventilation channel (362) connecting said passages (163, 360); and a central connection structure (390) between said passages (163, 360) for connection to a frame (392) in a facade opening (306); the ventilation channel (362) mounted in said state above said central connecting structure (390); characterized in that a neg connects to said central connecting structure (390), for forming at least a part of a neg of said facade opening (306) situated on one side of a frame (392) in the assembled state. ) and that at least one of said passages (360) near said facade opening (306) passes through a construction part (310) of said facade at least on an opposite side of said central connecting structure (390). Β1β r 2-61