NL1012152C2 - Verdeler. - Google Patents

Verdeler. Download PDF

Info

Publication number
NL1012152C2
NL1012152C2 NL1012152A NL1012152A NL1012152C2 NL 1012152 C2 NL1012152 C2 NL 1012152C2 NL 1012152 A NL1012152 A NL 1012152A NL 1012152 A NL1012152 A NL 1012152A NL 1012152 C2 NL1012152 C2 NL 1012152C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
channel
module
modules
distributor
assembly according
Prior art date
Application number
NL1012152A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerrit Floor
Original Assignee
Gerrit Floor
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gerrit Floor filed Critical Gerrit Floor
Priority to NL1012152A priority Critical patent/NL1012152C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1012152C2 publication Critical patent/NL1012152C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/10Feed-line arrangements, e.g. providing for heat-accumulator tanks, expansion tanks ; Hydraulic components of a central heating system
    • F24D3/1058Feed-line arrangements, e.g. providing for heat-accumulator tanks, expansion tanks ; Hydraulic components of a central heating system disposition of pipes and pipe connections
    • F24D3/1066Distributors for heating liquids
    • F24D3/1075Built up from modules
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D19/00Details
    • F24D19/0097Casings or frame structures for hydraulic components
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/10Feed-line arrangements, e.g. providing for heat-accumulator tanks, expansion tanks ; Hydraulic components of a central heating system
    • F24D3/1058Feed-line arrangements, e.g. providing for heat-accumulator tanks, expansion tanks ; Hydraulic components of a central heating system disposition of pipes and pipe connections
    • F24D3/1066Distributors for heating liquids

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Description

Korte aanduiding: Verdeler.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel volgens de aanhef van conclusie 1 voor het samenstellen van een verdeler voor toepassing in een vloeistofleidingsysteem, bijvoorbeeld een 5 waterleidingsysteem en in het bijzonder in een leidingsysteem van een verwarmingsinstallatie met warmwater. De verdeler omvat daarbij meerdere soortgelijke modules alsmede bijbehorende bevestigingsmiddelen voor het samenstellen van de verdeler met in een reeks tegen elkaar 10 geplaatste en met de bevestigingsmiddelen aan elkaar vastgezette modules.
Een dergelijk samenstel, alsmede een daarmee samengestelde verdeler is bekend uit WO 89/00663. Bij die bekende verdeler is elke module voorzien van twee achter 15 elkaar liggende aansluitorganen, die elk zijn ingericht voor het aansluiten van een leiding die respectievelijk met de hoofdaanvoerleiding en de hoofdretourleiding van het leidingssysteem worden verbonden.
Deze bekende verdeler is bestemd om boven de vloer te 20 worden bevestigd, middels een steun of tegen de wand, in een in hoofdzaak horizontale stand, waarbij de aansluitorganen naar beneden wijzen. De op de verdeler aan te sluiten leidingen, die vaak van kunststof zijn, komen dan in een bocht uit de vloer omhoog.
25 Gewoonlijk worden bij de bouw van een gebouw eerst de leidingen van het verwarmingssyteem, die de radiatoren moeten verbinden met de ketel, in de (beton-)vloer aangebracht, waarbij dan een bundel leidingen uit de vloer komt op de plaats waar later de verdeler wordt aangebracht. 30 Vanaf de verdeler gaan dan gewoonlijk een hoofdaanvoer- en hoofdretourleiding naar ketel. In de praktijk blijkt het vaak moeilijk realiseerbaar om de leidingen in de voor de aansluiting op de verdeler gewenste opstelling in de vloer te leggen. Met name is het vaak moeilijk om de leidingen in 35 paren van aanvoer- en retourleiding bij elkaar te laten 1012152 -2- eindigen. Daarom is het vaak nodig de op de verdeler aan te sluiten leidingen te laten kruisen hetgeen onhandig is bij het leggen van de leidingen of bij de latere aansluiting op de verdeler. Daarbij worden de leidingen vaak ongewenst 5 onder spanning gebracht en indien het kruisen van de leidingen in het zicht plaatsvindt is dit esthetisch weinig aantrekkelijk. Een andere belangrijk nadeel van deze bekende opstelling van de verdeler is dat uit de vloer omhoogstekende delen van de op de verdeler aansluitende 10 leidingen gemakkelijk kunnen worden beschadigd, met name als de leidingen van kunststof zijn.
De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemde nadelen op te heffen. Met name beoogt de onderhavige uitvinding maatregelen voor te stellen, zodat een verleder in de vloer 15 of in de muur van een gebouw kan worden weggewerkt, hetgeen een platte en lage vorm van de verdeler en de daarop aangesloten leidingen vereist.
De onderhavige uitvinding verschaft volgens een eerste aspect daarvan een samenstel voor het samenstellen van een 20 verdeler volgens conclusie 1. Met het samenstel volgens de uitvinding kan een verdeler worden samengesteld met aan weerszijden aansluitorganen, zodat de leidingen vanuit tegengestelde richtingen bij de verdeler kunnen arriveren en worden aangesloten hetgeen zeer voordelig is bij het 25 plannen en leggen van de leidingen.
Voor de plaatsing van de verdeler in de vloer is het gewenst de hoogte van de verdeler zo gering mogelijk te houden. Bij voorkeur is er daarom in voorzien dat de aansluitorganen van de in de vloer geplaatste verdeler aan 30 elke zijde op een enkele horizontale rij naast elkaar liggen, hetgeen niet mogelijk is met de uit WO 89/00663 bekende verdeler. De uitvinding voorziet er hiertoe in dat het ene aansluitorgaan of de aansluitorganen van een module zo zijn opgesteld dat de hartlijn van elk aansluitkanaal 35 het eerste en het tweede kanaal doorkruist, met voordeel doorkruist de hartlijn van elk aansluitkanaal de hartlijnen van het eerste en het tweede kanaal.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van het samenstel *1012152 -3- volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies 2-19 en de navolgende beschrijving.
De uitvinding verschaft volgens een tweede aspect daarvan een module volgens conclusie 17.
5 Een derde aspect van de uitvinding betreft een verdeler volgens conclusie 18 of 19.
Een vierde aspect van de uitvinding betreft de vervaardiging van een module zoals omschreven in de conclusies 20-23.
10 Een vijfde aspect van de uitvinding betreft een doos voor het monteren van een verdeler, in het bijzonder voor het in de vloer monteren van een verdeler, zoals onmschreven in de conclusies 24-29.
Een zesde aspect van de uitvinding betreft de 15 combinatie van een doos en een verdeler volgens de uitvinding. Een zevende aspect betreft een gebouw voorzien van een in de (beton-)vloer of muur weggewerkte verdeler.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont: 20 fig. 1 in perspectief een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een module volgens de uitvinding voor het samenstellen van een verdeler, fig. 2 in perspectief een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een module volgens de uitvinding voor het samenstellen 25 van een verdeler, figs. 3a-e respectievelijk de module volgens figuur 1, een aansluitorgaanblok, een tussenblok, een dekplaat, een aansluitplaat met daarmee te verbinden aansluitleiding, fig. 4 in perspectief een doos volgens de uitvinding 30 voor het opnemen van een verdeler volgens de uitvinding, fig. 5 de doos van figuur 4 met daarin een verdeler volgens de uitviniding en daarop aangesloten leidingen, en fig. 6 de doos van figuren 4 en 5 van boven en geopend met daarin een andere verdeler en daarop aangesloten 35 leidingen dan in figuren 4 en 5.
Figuur 1 toont een module 1 voor het samenstellen van een verdeler voor toepassing in een «1012152 -4- vloeistofleidingsysteem, in het bijzonder in een leidingsysteem van een warmwater(verwarmings-) systeem, welk samenstel meerdere soortgelijke modules 1 alsmede bijbehorende bevestigingsmiddelen omvat voor het 5 samenstellen van de verdeler met in een reeks tegen elkaar geplaatste en met de bevestigingsmiddelen tot een geheel aan elkaar vastgezette modules.
De module 1 omvat een bij voorkeur als een geheel gevormd lichaam. Het lichaan is in een voordelige 10 uitvoering uit metaal is vervaardigd, in het bijzonder uit messing. Een dergelijk lichaam uit messing kan zijn vervaardigd in een geschikte matrijs, bijvoorbeeld met de hot-metal stamping techniek. In een variant is de module vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder een 15 hittebestendige kunststof, bijvoorbeeld een vezelversterkte kunststof.
Het lichaam van de module 1 heeft een eerste zijvlak 2 en een tweede zijvlak 3, welk eerste en tweede zijvlak 2, 3 evenwijdig zijn en tegenover elkaar liggen. Verder heeft 20 het lichaam van de module 1 een omtreksvlak 4, dat zich tussen de zijvlakken 2, 3 uitstrekt.
In het lichaam van de module 1 zijn een eerste kanaal 5 en een tweede kanaal 6 gevormd, die elk een bijbehorende hartlijn 7, 8 hebben en zich elk uitstrekken tussen een 25 bijbehorende eerste opening, respectievelijk 10, 11 in het eerste zijvlak 2 en een tweede opening, resp. 12, 13 in het tweede zijvlak 3. De hartlijnen 7, 8 zijn in hoofdzaak evenwijdig.
De module 1 is in het omtreksvlak 4 daarvan voorzien 30 van een enkel aansluitorgaan 14, dat is ingericht voor het op de module 1 aansluiten van een leiding. Het aansluitorgaan 14 heeft een op de leiding aansluitbaar aansluitkanaal 15 met een bijbehorende hartlijn 16. Het aansluitorgaan 14 is zodanig opgesteld dat het tweede 35 kanaal 6 zich tussen het aansluitorgaan 14 en het eerste kanaal 5 bevindt.
De hartlijn 16 van het aansluitkanaal 15 is dwars op de hartlijnen 7, 8 van het eerste en het tweede kanaal 5, 6 1012152 -5- gericht. Verder ligt de hartlijn 16 hier in het denkbeeldige vlak door de hartlijnen 7,8 van het eerste kanaal 5 en het tweede kanaal 6.
Het aansluitorgaan 14 is ingericht voor het 5 verschaffen van een snelkoppeling met de daarop aan te sluiten leiding. In het bijzonder vormt het aansluitorgaan 14 een insteekmof voor het insteken van die leiding, waarbij de insteekmof is voorzien van uitsparingen 17 voor het opnemen van een borgelement, bijvoorbeeld een u-vormige 10 clip.
De module 1 is ingericht om in een reeks van tegenelkaar liggende soortgelijke modules te wordne bevestigd, waarbij de zijvlakken van de modules 1 tegenelkaar liggen en de eerste en tweede kanalen 5,6 van 15 de modules 1 op elkaar aansluiten. De bevestigingsmiddelen omvatten in dit voorbeeld spanstaven (niet getoond), die door de reeks modules 1 heen steken, waarmee de modules 1 stevig tegen elkaar kunnen worden getrokken.
Voor het opnemen van de spanstaven is de module 1 20 zowel bij het eerste kanaal 5 als bij het tweede kanaal 6 voorzien van vier boringen 18, 19 in het lichaam, die zich uitstrekken vanaf het eerste zijvlak 2 tot aan het tweede zijvlak 3 van het lichaam. De hartlijnen van de vier boringen 18, 19 liggen op de hoekpunten van een vierkant op 25 gelijke afstand van de hartlijn van het bijbehorende kanaal 5 of 6.
Een verbindingbuisdeel 20 in het verlengde van het aansluitkanaal 15 doorkruist het tweede kanaal 6, door welk verbindingsbuisdeel 20 zich in dit voorbeeld een 30 aansluitkanaal 21 uitstrekt dat het eerste kanaal 5 verbindt met het aansluitkanaal 15 van het aansluitorgaan 14. Het verbindingsbuisdeel 20 is hier cilindrisch en heeft een duidelijk kleinere buitendiameter dan de binnendiameter van het tweede kanaal 6, zodat twee doorlaten langs het 35 verbindingsbuisdeel 20 open blijven. Overigens hebben het eerste kanaal 5 en het tweede kanaal 6 dezelfde diameter.
In de getoonde uitvoeringsvorm heeft het lichaam van de module 1 een eerste blokvormig deel 25, waarin het *»10121 o 2 -6- eerste kanaal 5 is voorzien, en een tweede blokvormig deel 26, waarin het tweede kanaal 6 is voorzien, alsmede een brug 27 tussen de beide blokvormige delen 25, 26. Het aansluitorgaan 14 is aan het tweede blokvormige deel 26 5 aangevormd.
Het aansluitkanaal 21 tussen het aansluitorgaan 14 en het eerste kanaal 5 loopt door de brug 27.
De module 1 kan vanwege de symmetrische uitvoering van het lichaam met daarin het eerste en tweede kanaal 5,6 10 alsmede de boringen 18, 19 voor de spanstaven met een of meer soortgelijke modules 1 worden gemonteerd in een reeks van met hun zijvlakken tegen elkaar liggende modules, waarin de aansluitorganen van die modules zich aan weerszijden van de verdeler bevinden.
15 De symmetrie van de getoonde module 1 is zodanig dat twee van die modules 1 naar keuze met hun eerste zijvlakken 2 of met hun tweede zijvlakken 3 tegen elkaar bevestigbaar zijn in een opstelling waarin de aansluitorganen 14 van die modules zich aan weerszijden van de verdeler bevinden.
20 Verder is de symmetrie zodanig dat elke module 1 daarbij tevens in een 180° om de hartlijn van het aansluitorgaan gedraaide toestand aan een soortgelijke module 1 kan worden bevestigd. Dit maakt het mogelijk dat - bij meerdere modules 1 die met hun aansluitorganen in de tegengestelde 25 richting wijzend zijn gemonteerd - de omtrekszijden van die modules, die ook als boven- en onderzijde kunnen worden aangeduid, zich aan de zelfde zijde van de verdeler bevinden. Deze montage van de modules tot een verdeler geschiedt bij voorkeur in de fabriek op bestelling.
30 Het eerste zijvlak 2 en het tweede zijvlak 3 van het lichaam van de module 1 vormen platte vlakken. Bij de montage wordt dan tussen naburige zijvlakken een pakking aangebracht, bijvoorbeeld met vloeibaar pakkingmateriaal of met een O-ring.
35 De module 1 kan worden vervaardigd door eerst een halfprodukt te vervaardigen met een eendelig lichaam, waarbij zowel het verbindingsbuisdeel 20 als de brug 27, en eventueel ook het aansluitorgaan 14 massief zijn.
1012152 -7-
Voor het vormen van een module met een aansluitorgaan dat verbonden is met het tweede kanaal 6 wordt dan het verbindingsbuisdeel 20 geheel of gedeeltelijk verwijderd en wordt het aansluitkanaal 15 geboord zodat het aansluit op 5 het tweede kanaal 6.
Voor het vormen van een module met een aansluitorgaan 14 dat verbonden is met het eerste kanaal 5, zoals hiervoor beschreven, worden het verbindingsbuisdeel 20 en de brug 27 uitgeboord voor het verschaffen van een verbinding van het 10 eerste kanaal 5 met het aansluitkanaal 15 van het aansluitorgaan 14.
Voordeel van deze methode is dat kan worden volstaan met een enkele matrijs voor het vormen van het lichaam van de module 1.
15
In figuur 2 is een variant getoond van de module 1 uit figuur 1. De module 40 verschilt met name doordat aan het lichaam daarvan twee naast elkaar gelegen aansluitorganen 20 41, 42 zijn voorzien, waarbij het ene aansluitorgaan 41 is verbonden met het eerste kanaal 43 en het tweede aansluitorgaan 42 is verbonden met het tweede kanaal 44. Voor de overige aspecten van de module 40 wordt hier verwezen naar de voorgaande beschrijving aan de hand van 25 figuur 1, waarbij dezelfde onderdelen zijn voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.
De module 40 kan met een of meer soortgelijke modules 40 worden vastgezet in een reeks als onderdeel van een verdeler.
30 In figuur 3a is de module 1 nogmaals getoond. In plaats van een combinatie van de module 1 met een of meer identieke modules 1 kan de module 1 ook worden gecombineerd met een module 50, die in essentie lijkt op de module 1 echter uit twee bouwdelen 51, 52 bestaat. Hierbij is het 35 eerste bouwdeel 51 gelijk aan het eerste blokvormige gedeelte 25 van het lichaam van de module 1 en het tweede bouwdeel 52 gelijk aan het tweede blokvormige gedeelte 26 van de module 1. In het bijzonder ontrbreekt het brugstuk tO12152 . . ï+ '*' -8- 27 van de module 1.
Door de symmetrie kan het bouwdeel 51 zowel tegen het eerste gedeelte 25 als tegen het tweede gedeelte 26 van de module 1 worden vastgezet, dit geldt ook voor het tweede 5 bopuwdeel 52.
De figuur 3d toont een dekplaat 55 waarmee het eerste kanaal en het tweede kanaal 5,6 kunnen worden afgesloten, welke dekplaat 55 voorzien is van openingen waar de spanstaven doorheen kunnen steken.
10 Voor het aansluiten van een hoofdaanvoerleiding en een hoofdretourleiding op de verdeler is voorzien in een dekplaat 60 met aasnluitorgaan 61, bijvoorbeeld om de leiding met een knelkoppeling aan te sluiten.
De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op het 15 idee om de verdeler in zijn geheel in de vloer aan te brengen, waarbij dan de aansluitorganen voor de in de vloer gelegen leidingen in een enkele rij naast elkaar liggen. Op dezelfde wijze zou de verdeler ook kunnen worden aangebracht in een muur van een gebouw.
20 Bij de plaatsing in een betonvloer is het gewenst dat de hoogte van de verdeler kleiner of gelijk is aan de dikte van de afwerkvloer, zodat de verdeler op de ruwbouwvloer kan worden geplaatst, de leidingen kunnen worden gelegd en dan het geheel in de afwerkvloer kan worden opgenomen. Dit 25 vereist een minimale hoogte van de verdeler, hetgeen met de eerder beschreven modules kan worden gerealiseerd.
Bij voorkeur wordt de verdeler ondergebracht in een doos, die in de vloer, in het bijzonder de betonnen afwerkvloer, of in een muur, bijvoorbeeld van lOcm dikke 30 gasbetonblokken of dergelijke wordt aangebracht.
In figuren 4, 5 en 6 is een doos 100 volgens de uitvinding getoond, die hierna aan de hand van de figuren 4 en 5 in detail zal worden beschreven, en welke doos in het bijzonder bestemd is voor het opnemen van een verdeler 35 volgens de uitvinding.
De doos 100 heeft een in hoofdzaak rechthoekig dooslichaam met een bodemwand 101, een daartegenover gelegen bovenwand 102, twee tegenover elkaar gelegen -9- kopwanden 103 en twee tegenover elkaar gelegen zijwanden 104 .
De doos 100 is ingericht voor het opnemen van een verdeler 70 volgens de uitvinding in een opstelling zodanig 5 dat de aansluitorganen voor het aansluiten van in de vloer gelegde leidingen 71 in een reeks in hoofdzaak dwars op de kopwanden 103 van het dooslichaam naast elkaar liggen. In ' het voorbeeld van figuur 5 steken een hoofdaanvoerleiding 75 en een hoofdretourleiding 76 door de bovenwand 102 en 10 sluiten zij elk met een haakse knelkoppeling aan op de verdeler 70.
Zoals duidelijk blijkt uit figuur 4 is het dooslichaam modulair opgebouwd met een eerste kopmodule 110 en een tweede kopmodule 111 en een daartussen geplaatste 15 tussenmodule 112.
De kopmodules 110 en 111 zijn identiek en omvatten elk een kopwand 103 van het dooslichaam alsmede een gedeelte van de bodemwand 101, de bovenwand 102 en de zijwanden 104. De tussenmodule 112 omvat een gedeelte bodemwand 101, de 20 bovenwand 102 en de zijwanden 104.
Beide zijwanden 104 van de doos 100 zijn voorzien van openingen 120 voor het daardoorheen steken van met de aansluitorganen van verdeler 70 verbonden leidingen 71.
De verdeler 70 is opgebouwd middels het samenstel 25 zoals omschreven aan de hand van de figuren 1 en 3, waardoor de aansluitorganen van de verdeler zowel aan een zijde zoals getoond in figuur 5 als aan tegenovergestelde zijden van de verdeler 70 kunnen zitten.
Elke kopmodule 110,111 en elke tussenmodule 112 heeft 30 een bovenste deel en een onderste deel, die in hoofdzaak in het vlak midden door de openingen 120 in de zijwanden 104 op elkaar aansluiten.
De breedte van een tussenmodule 112 komt in hoofdzaak overeenkomt met de breedte tussen de zijvlakken van een of 35 meer van de modules van de verdeler 70.
De kopmodules 110, 111 en de tussenmodule 112 zijn voorzien van koppelmiddelen voor het onderling koppelen van de doosmodules. In dit voorbeeld zijn aan de vrije rand van "1012152 -10- de bodemwand en de bovenwand van de modules een uitsparing 130 en een uitstekende lip 131 gevormd, waarbij een lip 131 in een uitsparing 130 van de naburige module past.
Elke zijwand 104 heeft hier een drietal op een afstand 5 van elkaar gelegen wandelementen 104a, 104b, 104c, waarbij in elk wandelement bijbehorende openingen voor de leidingen zijn voorzien. Het binnenste wandelement 104a is voorzien van openingen met een kleinere diameter dan het middelste wandelement 104b, dat op zijn beurt is voorzien van 10 kleinere openingen dan het buitenste wandelement 104c. De drie diameters van de openingen zijn bij voorkeur afgestemd op standaard maten voor leidingen 71, bijvoorbeeld 22 mm, 15 mm en 12 mm. De wandelementen zijn zodabig uitgevoerd dat door uitbreken van een (deel van een) wandelement met 15 een te kleine opening de leiding kan worden geplaatst.
In de kopwand 103 van elke kopmodule zijn nog twee openingen 140 aangebracht voor het doorlaten van een hoofdaanvoer- en retourleiding. Tevens zijn in de bovenwand van elke kopmodule twee openingen 141 aangebracht voor het 20 doorlaten van die leidingen. De modules van de doos 100 zijn bij voorkeur uit kunststof vervaardigd door middel van spuitgieten.
Het zal duidelijk zijn dat indien de verdeler 70 nog meer modules zou omvatten de doos 100 kan worden uitgebreid 25 met een of meer additionele tussenmodules 112.
De modules van de doos 100 kunnen zijn voorzien van positioneringsmiddelen voor het positioneren van de verdeler 70 ten opzichte van de doos. Verder kunnen de modules zijn voorzien van klem- of bevestigingsmiddelen 30 voor het vastklemmen of bevestigen van de verdeler in de doos.
De aldus opgebouwde doos 100 is universeel toepasbaar in het bijzonder in combinatie met een verdeler volgens de uitvinding.
35 In figuur 6 is dezelfde doos 100 te herkennen als in de figuren 4 en 5, waarbij tevens een verdeler 70' volgens de uitvinding is te herkennen. Ook de verdeler 70' is opgebouwd uit modules 1 en 50, maar er zijn een aantal *|012152 -11- verschillen.
Een eerste verschil met de verdeler 70 is dat nu een paar leidingen 72 tegenovergesteld is gericht aan de andere leidingen 71. Het zal duidelijk zijn dat mogelijkheid om de 5 modules 50 en 1 met in tegengestelde richting wijzende aansluitstukken voor de leidingen 71, 72 aan elkaar te monteren naar wens kan worden uitgevoerd en dat daardoor vermeden kan worden om de leidingen in grote bochten te verleggen om ze aan een en dezelfde zijde op de verdeler 10 aan te sluiten.
Een andere relevant verschil is dat bij de verdeler 70 de modules 1 en 50 om en om liggen, wat in de praktijk betekent dat de aansluitingen op de aanvoerleiding 75 en de aansluitingen op de retourleiding 76 om en om liggen. Ook 15 die opstelling is in de praktijk, bijvoorbeeld door de layout van de verwarmingsinrichting in een gebouw, lang niet altijd optimaal. In figuur 6 toont de verdeler 70' dat de om en om opstelling van de modules 1 en 50 ook door elke andere opstelling kan worden vervangen, zonder dat daarvoor 20 een aanpassing van die modules 1 en 50 vereist is, danwel andere montagemiddelen vereist zijn. In de verdeler 70' zijn op een tweetal plaatsen gelijksoortige modules 1 en 50 direct aan elkaar gemonteerd, zodat zich twee aanvoerleidingaansluitingen (A), danwel 25 retourleidingaansluitingen (R) naast elkaar bevinden. Ook de mogelijkheid om de volgorde van aanvoer- en retourleidingaansluitingen van de verdeler naar wens te kiezen is zeer voordelig bij het plannen en aanbrengen van een verwarmingssysteem of dergelijke in een gebouw.
30 In de figuren 4,5 en 6 is niet de mogelijkheid weergeven de boven- en onderzijde van een module te verwisselen, met andere woorden de module 180 ° om zijn langsas, hier overeenkomstig de hartlijn van de leidingaansluiting van de module, te draaien en weer aan de 35 naburige module te monteren. Deze mogelijkheid is met name interssant in combinatie met de mogelijkheid tot montage van de modules met onderling tegengestelde richtingen van de leidingaansluitingen. Door de combinatie kan dan »1,012152 -12- namelijk steeds dezelfde zijde van de module dienen als "bovenzijde" en dat is weer relevant als de koppelingsmiddelen waarmee de leiding wordt vastgezet aan de module vanaf die bovenzijde toegankelijk moeten zijn, 5 bijvoorbeeld om een schuifklem te plaatsen.
J01215 2

Claims (31)

1. Samenstel voor het samenstellen van een verdeler voor toepassing in een vloeistofleidingsysteem, in het bijzonder in een leidingsysteem van een warmwater(verwarmings-) systeem, welk samenstel meerdere modules alsmede 5 bijbehorende bevestigingsmiddelen omvat voor het samenstellen van de verdeler met in een reeks tegen elkaar geplaatste en met de bevestigingsmiddelen tot een geheel aan elkaar vastgezette modules, 10 waarbij elke module (1) een lichaam omvat, dat een eerste en een tweede zijvlak (2,3) heeft, welk eerste en tweede zijvlak in hoofdzaak evenwijdig zijn en tegenover elkaar liggen, en dat een omtreksvlak (4) heeft dat zich tussen de zijvlakken (2,3) uitstrekt, 15 waarbij in het lichaam een eerste kanaal (5) en een tweede kanaal (6) zijn gevormd, die elk een bijbehorende hartlijn (7,8) hebben en zich elk uitstrekken tussen een bijbehorende eerste opening (10,11) in het eerste zijvlak 20 en een tweede opening (12,13) in het tweede zijvlak, waarbij de hartlijnen (7,8) van het eerste kanaal en het tweede kanaal in hoofdzaak evenwijdig zijn aan elkaar, 25 waarbij elke module in het omtreksvlak (4) daarvan is voorzien van een aansluitorgaan (14) of meerdere naast elkaar opgestelde aansluitorganen, waarbij elk aansluitorgaan is ingericht voor het op de module aansluiten van een leiding en waarbij elke aansluitorgaan 30 is voorzien van een op de leiding aansluitbaar aansluitkanaal (15), waarbij de hartlijn (16) van elk aansluitkanaal (15) in hoofdzaak dwars op de hartlijnen (7,8) van het eerste en 35 het tweede kanaal is gericht, »1012 7 52 -14- waarbij de module formaties (18,19) omvat voor het opnemen van de bevestigingsmiddelen, met het kenmerk, 5 dat de modules (1,50) zodanig zijn uitgevoerd dat twee van die modules tegen elkaar bevestigbaar zijn in een opstelling waarin de aansluitorganen (14) van die modules zich naar keuze aan dezelfde zijde of aan weerszijden van de verdeler bevinden, waarbij de modules (1) bij voorkeur 10 identiek zijn.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij elke module (1) zodanig is uitgevoerd dat twee van die modules naar keuze met hun eerste zijvlakken of met hun tweede zijvlakken 15 tegen elkaar bevestigbaar zijn in een opstelling waarin de aansluitorganen van die modules zich aan weerszijden van de verdeler bevinden.
3. Samenstel volgens conclusie l of 2, waarbij de 20 formaties voor de bevestigingsmiddelen een of meer boringen (18,19) of uitsparingen in het lichaam omvatten voor het daarin opnemen van bevestigingsmiddelen, welke boringen of uitsparingen zich uitstrekken vanaf het eerste zijvlak (2) tot aan het tweede zijvlak (3) van het lichaam. 25
4. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de hartlijn (16) van elk aansluitkanaal (15) in hoofdzaak evenwijdig aan het vlak door de hartlijnen (7,8) van het eerste en het tweede kanaal is 30 gericht, en bij voorkeur zodanig dat de hartlijn het eerste en het tweede kanaal (5,6) doorsnijdt.
5. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het aansluitorgaan (14) of de 35 aansluitorganen zodanig zijn opgesteld dat het tweede kanaal (6) zich tussen het aansluitorgaan of de aansluitorganen en het eerste kanaal (5) bevindt. »1012152 -15-
6. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een verbindingbuisdeel (20) het tweede kanaal (6) doorkruist, door welk verbindingsbuisdeel (20) zich een aansluitkanaal (21) uitstrekt dat het eerste 5 kanaal (5) verbindt met een bijbehorend aansluitorgaan (14) .
7. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij elk aansluitorgaan (14) is ingericht 10 voor het verschaffen van een snelkoppeling met de leiding.
8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij het aansluitorgaan (14) een insteekmof vormt voor het insteken van de leiding.
9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de insteekmof is voorzien van uitsparingen (17) voor het opnemen van een borgelement.
10. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het lichaam van de module een eerste blokvormig deel (25) omvat, waarin het eerste kanaal (5) is voorzien, en een tweede blokvormig deel (26), waarin het tweede kanaal (6) is voorzien, alsmede een brug (27) tussen 25 de beide blokvormige delen (25,26), waarbij het aansluitorgaan (14) of de aansluitorganen aan het tweede blokvormige deel (26) zijn voorzien.
11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de brug (27) 30 tussen de blokvormige delen (25,26) het aansluitkanaal (21) tussen het eerste kanaal (5) en het bijbehorende aansluitorgaan (14) begrenst.
12. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande 35 conclusies, waarbij bij het eerste en het tweede kanaal (5,6) telkens vier boringen (18,19) tussen het eerste en het tweede zijvlak (2,3) voor bevestigingsmiddelen zijn voorzien. !J1012 1 5 2 -16-
13. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij elke module (40) twee naast elkaar gelegen aansluitorganen (41,42) heeft, waarbij het ene aansluitorgaan is verbonden met het eerste kanaal (44) en 5 het tweede aansluitorgaan is verbonden met het tweede kanaal (43).
14. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmiddelen een of meer 10 trekstangen omvatten.
15. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de module (1;40) is vervaardigd middels hot-metal stamping. 15
16. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste zijvlak (2) en het tweede zijvlak (3) van het lichaam platte vlakken vormen.
17. Module voor een samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies.
18. Verdeler samengesteld met het samenstel volgens een of meer van de conclusies 1-16, waarbij tussen de tegen elkaar 25 liggende zijvlakken van de modules een pakking is geplaatst.
19. Verdeler volgens conclusie 18, waarbij de pakking is gevormd door vloeibaar pakking materiaal. 30
20. Werkwijze voor het vervaardigen van een module voor een samenstel volgens een of meer van de conclusies 1-16, waarbij het lichaam van de module (1) als een geheel wordt gevormd. 35
21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij een halfprodukt wordt vervaardigd met een massief verbindingsbuisdeel (20) dat het tweede kanaal (6) 1012152 * -17- doorskruist in het verlengde van een aansluitorgaan (14) van de module.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij voor het 5 vormen van een module met een aansluitorgaan dat verbonden is met het tweede kanaal het verbindingsbuisdeel geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en het aansluitkanaal van dat verbindingsbuisdeel wordt verbonden met het tweede kanaal.
23. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij voor het vormen van een module met een aansluitorgaan dat verbonden is met het eerste kanaal het verbindingsbuisdeel wordt uitgeboord voor het verschaffen van een verbinding van het eerste kanaal met het aansluitkanaal van het 15 aansluitorgaan.
24. Doos (100) voor het monteren van een verdeler voor toepassing in een vloeistofleidingsysteem, in het bijzonder in een leidingsysteem van een warmwater(verwarmings-) 20 systeem, waarbij de verdeler meerdere naast elkaar gelegen aansluitorganen heeft, elk ingericht voor het aansluiten van een leiding, waarbij de doos een in hoofdzaak rechthoekig dooslichaam omvat met een bodemwand (101), een daartegenover gelegen bovenwand (102), twee tegenover 25 elkaar gelegen kopwanden (103) en twee tegenover elkaar gelegen zijwanden (104) , waarbij het dooslichaam is ingericht voor het opnemen van de verdeler (70) in een opstelling zodanig dat de aansluitorganen daarvan in een reeks in hoofdzaak dwars op 30 de kopwanden van het dooslichaam naast elkaar liggen, en waarbij ten minste een van de zijwanden van het dooslichaam is voorzien van openingen voor het daardoorheen steken van met de aansluitorganen van verdeler verbonden leidingen, met het kenmerk, dat beide zijwanden (104) zijn voorzien 35 van openingen voor het daardoorheen steken van met de aansluitorganen van verdeler (70) verbonden leidingen (71).
25. Doos volgens conclusie 24, waarbij de verdeler (70) is At·!? 1 52 -18- samengesteld uit een reeks tegen elkaar geplaatste en met de bevestigingsmiddelen tot een geheel aan elkaar vastgezette modules, die elk een lichaam omvatten, dat een eerste en een tweede zijvlak heeft, welk eerste en tweede 5 zijvlak in hoofdzaak evenwijdig zijn en tegenover elkaar liggen, en een omtreksvlak heeft dat zich tussen de zijvlakken uitstrekt, waarbij in het lichaam een eerste kanaal en een tweede 10 kanaal zijn gevormd, die elk een bijbehorende hartlijn hebben en zich elk uitstrekken tussen een bijbehorende eerste opening in het eerste zijvlak en een tweede opening in het tweede zijvlak, 15 waarbij de hartlijnen van het eerste kanaal en het tweede kanaal in hoofdzaak evenwijdig zijn aan elkaar, waarbij de kanalen van een module aansluiten op de kanalen van een naburige module, 20 waarbij elke module in het omtreksvlak daarvan is voorzien van een aansluitorgaan of meerdere naast elkaar opgestelde aansluitorganen, waarbij elk aansluitorgaan is ingericht voor het op de module aansluiten van een leiding en waarbij 25 elke aansluitorgaan is voorzien van een op de leiding aansluitbaar aansluitkanaal, met het kenmerk, dat het dooslichaam (100) modulair is opgebouwd met een 30 eerste kopmodule (110) en een tweede kopmodule (111) en een of meer daartussen geplaatste tussenmodules (112), waarbij elke kopmodule een kopwand (103) van het dooslichaam alsmede een gedeelte van de bodemwand (101), de bovenwand (102) en de zijwanden (104) omvat, en waarbij elke 35 tussenmodule (112) een gedeelte van de bodemwand (101), de bovenwand (102) en de zijwanden (104) omvat, en waarbij de breedte van een tussenmodule (112) in hoofdzaak overeenkomt met de breedte tussen de zijvlakken van een of meer van de »1012152 -19- modules van de verdeler (70).
26. Doos volgens conclusie 25, waarbij elke kopmodule (110,111) en elke tussenmodule (112) een bovenste deel en 5 een onderste deel omvat, die in hoofdzaak in het vlak midden door de openingen in de zijwanden op elkaar aansluiten.
27. Doos volgens conclusie 25 of 26, waarbij de kopmodules 10 (110,111) identiek zijn.
28. Doos volgens een of meer van de conclusies 25-27, waarbij de kopmodules (110,111) en de tussenmodules (112) zijn voorzien van koppelmiddelen, bij voorkeur aan de vrije 15 randen daarvan gevormde uitsparingen (130) en daarin passende koppellippen (131).
29. Doos volgens een of meer van de conclusies 25-28, waarbij elke zijwand (104) meerdere evenwijdige en op een 20 afstand van elkaar gelegen wandelementen (104a,104b,104c) omvat, waarbij in elk wandelement bijbehorende openingen (105) voor de leidingen zijn voorzien, en waarbij het binnenste wandelement is voorzien van openingen met een kleinere diameter dan het buitenste wandelement. 25
30. In combinatie een verdeler en een doos volgens een of meer van de voorgaande conclusies.
31. Gebouw voorzien van een leidingsysteem met een 30 verdeler daarin, waarbij de verdeler, eventueel ondergebracht in een doos, in de vloer of in een muur is weggewerkt. »1012152
NL1012152A 1999-05-25 1999-05-25 Verdeler. NL1012152C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012152A NL1012152C2 (nl) 1999-05-25 1999-05-25 Verdeler.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012152A NL1012152C2 (nl) 1999-05-25 1999-05-25 Verdeler.
NL1012152 1999-05-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1012152C2 true NL1012152C2 (nl) 2000-11-28

Family

ID=19769257

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012152A NL1012152C2 (nl) 1999-05-25 1999-05-25 Verdeler.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1012152C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019007623A1 (de) * 2017-07-05 2019-01-10 Robert Bosch Gmbh Modulares gestell für heizungsanlagen sowie verfahren zum aufbau einer heizungsanlage mit einem solchen gestell

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT301118B (de) * 1970-01-19 1972-08-25 Rudolf Koppelstaetter Fa Zentralheizungsanlage
EP0052717A1 (de) * 1980-11-21 1982-06-02 PVG-Patentverwertungsgesellschaft mbH Heizungsverteiler
WO1989000663A1 (en) 1987-07-14 1989-01-26 Infloor, Inc. Manifold
EP0508958A1 (de) * 1991-04-12 1992-10-14 A.P. Van Mullekom Family Trust Ltd. Für eine mehrere Heizkreise aufweisende Zentralheizungsanlage dienende zentrale Verteilanordnung
DE9411684U1 (de) * 1994-07-19 1994-09-15 Elco Kloeckner Heiztech Gmbh Steuervorrichtung für einen Wärme- oder Kältekreislauf

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT301118B (de) * 1970-01-19 1972-08-25 Rudolf Koppelstaetter Fa Zentralheizungsanlage
EP0052717A1 (de) * 1980-11-21 1982-06-02 PVG-Patentverwertungsgesellschaft mbH Heizungsverteiler
WO1989000663A1 (en) 1987-07-14 1989-01-26 Infloor, Inc. Manifold
EP0508958A1 (de) * 1991-04-12 1992-10-14 A.P. Van Mullekom Family Trust Ltd. Für eine mehrere Heizkreise aufweisende Zentralheizungsanlage dienende zentrale Verteilanordnung
DE9411684U1 (de) * 1994-07-19 1994-09-15 Elco Kloeckner Heiztech Gmbh Steuervorrichtung für einen Wärme- oder Kältekreislauf

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019007623A1 (de) * 2017-07-05 2019-01-10 Robert Bosch Gmbh Modulares gestell für heizungsanlagen sowie verfahren zum aufbau einer heizungsanlage mit einem solchen gestell

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1107830C (zh) 按标准形式设计的表面安装歧管
CZ20031996A3 (cs) Žebry opatřený deskový výměník tepla
US5448012A (en) Method for installing electrical conduit and system therefor
WO2003091634A1 (fr) Regulateur de fluide
US7908725B1 (en) Apparatus and method for installing environmental septic pipe
EP0676593B1 (en) A heat exchanger
AU7224101A (en) Heat exchanger with parallel flowing fluids
US20100300653A1 (en) Modular shell and tube heat exchanger system
JP7056961B2 (ja) 熱交換器およびそのモジュール
PL194332B1 (pl) Moduł kolektora rozdzielania płynu i układ mocujący moduły kolektora rozdzielania płynu
NL1012152C2 (nl) Verdeler.
AU594234B2 (en) Convector/radiator construction
US8251087B2 (en) Modular fittings and assemblies for fluid switching
EP0849063A1 (en) Modular mold cooling system
CN103375620A (zh) 模块化阀系统
US6082781A (en) Pipe connecting device
US8607853B2 (en) Modular heat exchanger connectable in multiple different configurations
GB2404409A (en) Modular inspection chamber
ITMI990145A1 (it) Sistema di valvole a portata differenziata e componibili in batteria
US20220397288A1 (en) Manifold for the distribution of a fluid in a plumbing and heating system and relative distribution kit
US20120174996A1 (en) Manifold For A Device For Filtration With A Set Of Least One Filter Cassette
EP3830460A1 (en) A connection system for connecting a conduit to a wall
WO2019201720A1 (de) Wärmetauscherelement, wärmetauschermodul und wärmetauschersystem
CN110506190B (zh) 变压器散热器
KR101508477B1 (ko) 조립식 난방 패널 및 이를 구비하는 난방 시스템

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20031201