NL1012014C2 - Voertuig met kantelbare kabine. - Google Patents

Voertuig met kantelbare kabine. Download PDF

Info

Publication number
NL1012014C2
NL1012014C2 NL1012014A NL1012014A NL1012014C2 NL 1012014 C2 NL1012014 C2 NL 1012014C2 NL 1012014 A NL1012014 A NL 1012014A NL 1012014 A NL1012014 A NL 1012014A NL 1012014 C2 NL1012014 C2 NL 1012014C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vehicle
actuator
cabin
pump
tilting
Prior art date
Application number
NL1012014A
Other languages
English (en)
Inventor
Erwin Bernardus Johann Damhuis
Original Assignee
Applied Power Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1012014A priority Critical patent/NL1012014C2/nl
Application filed by Applied Power Inc filed Critical Applied Power Inc
Priority to AU46263/00A priority patent/AU4626300A/en
Priority to TR2001/03223T priority patent/TR200103223T2/xx
Priority to DE60002192T priority patent/DE60002192T2/de
Priority to EP02079883A priority patent/EP1293418A3/en
Priority to BR0010394-2A priority patent/BR0010394A/pt
Priority to AT00927961T priority patent/ATE237491T1/de
Priority to PCT/NL2000/000300 priority patent/WO2000068063A1/en
Priority to KR1020017014341A priority patent/KR20020012573A/ko
Priority to EP00927961A priority patent/EP1177125B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1012014C2 publication Critical patent/NL1012014C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D33/00Superstructures for load-carrying vehicles
    • B62D33/06Drivers' cabs
    • B62D33/063Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other
    • B62D33/067Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other tiltable
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60YINDEXING SCHEME RELATING TO ASPECTS CROSS-CUTTING VEHICLE TECHNOLOGY
    • B60Y2200/00Type of vehicle
    • B60Y2200/10Road Vehicles
    • B60Y2200/14Trucks; Load vehicles, Busses
    • B60Y2200/142Heavy duty trucks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Vehicle Cleaning, Maintenance, Repair, Refitting, And Outriggers (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)
  • Actuator (AREA)
  • Control Of Multiple Motors (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

Korte aanduiding: Voertuig met een kantelbare kabine.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het kantelen van de kabine van een voertuig, welke kabine kantelbaar is tussen een rijstand, waarin normaal met het voertuig kan worden gereden, en een naar voren gekantelde 5 stand, waarin bijvoorbeeld onderhoud kan worden uitgevoerd aan de onder de kabine geplaatste motor.
Gezien het relatief grote gewicht van de kantelbare (vrachtwagen-)kabines zijn tegenwoordig vrijwel alle vrachtwagens uitgerust met een hydraulische kantelinrichting 10 voor het kantelen van de kabine, waarbij de kantelinrichting een kantelactuator en een op het chassis geplaatste pomp omvat. De kantelactuator kan een lineaire actuator van het dubbelwerkende type zijn met twee aansluitingen, die elk met een bijbehorende arbeidskamer van de actuator zijn 15 verbonden. Ook zijn er voertuigen waarbij de actuator van het enkelwerkende type is met een enkele arbeidskamer en een bijbehorende enkele aansluiting. In US 3 985 194 is een hydraulische kantelinrichting beschreven voor het kantelen van de kabine. Deze kantelinrichting omvat een 20 dubbelwerkende hydraulische kantelactuator, die tussen het chassis en de kabine is opgesteld. Verder is aan het chassis een pomp aangebracht, die hier uit een combinatie van een handpomp en een door lucht aangedreven pomp bestaat, voor het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de 25 kantelactuator. De pomp zuigt de vloeistof aan vanuit een reservoir. Om de kantelactuator naar keuze te doen uitschuiven of inschuiven is een bedienbare hydraulische klep voorzien in de leidingen tussen de pomp en de aansluitingen van de kantelactuator.
30 Bij de bekende voertuigen is de pomp zodanig gemonteerd aan het chassis dat de pomp voortdurend bloot is gesteld aan de invloeden van weer en wind. De pomp moet echter wel op het moment dat een kanteling van de kabine gewenst is, betrouwbaar werken. Dit leidt tot een relatief kostbare 35 uitvoering van de pomp en dat is gelet op de lage 1 r '! - , ,
- J ' 'I
-2- gebruiksfrequentie eigenlijk ongewenst. Verder neemt de noodzaak om de kabine te kantelen steeds verder af gezien de toenemende kwaliteit van de voertuigen en de verlenging van de onderhoudsintervallen. Uiteraard is het denkbaar de pomp 5 in een afgeschermd compartiment van het voertuig te plaatsen, maar dat leidt tot een ongewenste additionele investering en extra gewicht.
De onderhavige uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor de bovengenoemde problemen.
10 Volgens een eerste aspect van de uitvinding is erin voorzien, zoals is omschreven in conclusie l, dat elke aansluiting van de tussen de kabine en het chassis gemonteerde hydraulische kantelactuator, eventueel via een bijbehorende leiding, rechtstreeks, zonder tussenkomst van 15 een aan het voertuig gemonteerde pomp, is verbonden met een bijbehorend en aan het voertuig aangebracht eerste koppelelement, welk eerste koppelelement - in geval dat de kantelactuator bediend moet worden - koppelbaar is met een tweede koppelelement, dat behoort bij een pompeenheid voor 20 het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de kantelinrichting.
Met andere woorden stelt het eerste aspect van de uitvinding voor de bij de bekende voertuigen specifiek voor = het kantelen van de kabine aan het voertuig gemonteerde 25 hydraulische pomp te laten vervallen, en alleen indien de kanteling van de kabine gewenst is een losse pomp op de kantelactuator aan te sluiten. De losse pomp kan bijvoorbeeld een pomp zijn die is opgesteld in een onderhoudswerkplaats, of een pomp die in een voertuig van 30 een onderhoudsdienst wordt meegevoerd. Bij voorkeur is er in voorzien dat de pomp een verplaatsbare, met name een draagbare pomp is, die op het betreffende voertuig wordt meegevoerd. Met bijzonder voordeel is de pomp onderdeel van een bij het voertuig behorende hydraulische krik voor het 35 heffen van het voertuig, bijvoorbeeld bij een lekke band. De krik omvat behalve de pomp ook een hydraulische hefactuator voor het heffen van het voertuig. Deze laatste oplossing is -3- in conclusie 4 afzonderlijk beschreven. In een praktisch voordelige uitvoeringsvorm is de krik een uitgevoerd als een soort potkrik met een handpomp en een enkel- of dubbelwerkende hefactuator.
5 Het eerste aspect van de onderhavige aanvrage heeft tevens betrekking op de combinatie van een voertuig en een pomp volgens conclusie 1.
Met voordeel is er verder in voorzien dat het eerste en het tweede koppelelement elk zijn voorzien van een 10 afsluitorgaan, welk afsluitorgaan het betreffende koppelelement afgesloten houdt en alleen opent als het eerste en twede koppelelement met elkaar gekoppeld zijn. Hierdoor kan het door de kantelactautor en de eventuele leidingen gevormde deel van het hydraulische systeem zijn 15 gevuld met hydraulische vloeistof, terwijl ook het andere deel van het systeem, gevormd door de pomp, is gevuld met hydraulische vloeistof. Door de afsluitorganen wordt het weglekken van hydraulische vloeistof voorkomen en wordt ook voorkomen dat er ongewenst lucht in het hydraulische systeem 20 komt.
Volgens een tweede aspect van de onderhavige uitvinding, dat is omschreven in conclusie 7, is erin voorzien dat de kabine kantelbaar is door middel van een kanteleenheid, die bestaat uit een kantelactuator en een vast daaraan 25 aangebracht aandrijfmiddel, hetgeen op zich bekend is, waarbij er verder in is voorzien dat het chassis, de kabine en de kanteleenheid zodanig zijn ingericht dat - voor het uitvoeren van een kanteling van de kabine - de kanteleenheid tussen het chassis en de zich in zijn rijstand bevindende 30 kabine kan worden geplaatst en na de kanteling weer kan worden verwijderd.
Met andere woorden voorziet deze oplossing er in niet alleen de op het chassis gemonteerde specifiek voor het kantelen van de kabine bedoelde pomp te laten vervallen, 35 maar ook geen kantelactuator te monteren tussen het chassis en de kabine. Voor het uitvoeren van een kanteling wordt dan de kanteleenheid tussen het chassis en de kabine geplaatst.
-4-
Bij dit tweede aspect van de uitvinding is het voordelig indien de kanteleenheid is ingericht om tevens te dienen als krik voor het heffen van het voertuig, bijvoorbeeld in geval van een lekke band.
5 De kanteleenheid, of krik, volgens het tweede aspect van de uitvinding kan mechanisch werkend zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met een spindel, maar is bij voorkeur hydraulisch met een hydraulische actuator, alsmede een pomp voor het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan 10 de actuator. In een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm is de kanteleenheid een potkrik, welk type krik algemeen bekend is in combinatie met vrachtwagens en dergelijke voertuigen.
Volgens een derde aspect van de onderhavige uitvinding is erin voorzien, zoals omschreven in conclusie 10, dat de 15 kabine kantelbaar is tussen een rijstand, waarin met voertuig kan worden gereden, en een gekantelde stand, door middel van een tussen het chassis en de kabine opgestelde hydraulische kantelactuator, waarbij de kantelactuator met een vast daaraan aangebrachte hydraulische pomp een 20 kanteleenheid vormt, waarbij de kanteleenheid een potkrik is en de hydraulische pomp de handpomp van de potkrik is. De oplossing volgens dit derde aspect van de uitvinding voorziet er niet in dat de pomp wordt gevrijwaard van de blootstelling aan weer en wind, zoals bij de oplossingen 25 volgens het eerste en tweede aspect van de uitvinding, maar is gebaseerd op het inzicht dat potkriks reeds in grote aantallen worden vervaardigd en daarom goedkoop zijn, zodat het acceptabel is de potkrik te vervangen indien bij een onderhoudsbeurt van het voertuig wordt vastgesteld dat de 30 krik ongewenste slijtage vertoont.
Volgens een vierde aspect van de uitvinding is erin voorzien, zoals omschreven in conclusie 11, dat de kabine kantelbaar is door middel van een tussen het chassis en de kabine opgestelde hydraulische kantelactuator, waarbij de 35 kantelactuator met een vast daaraan aangebrachte hydraulische pomp een kanteleenheid vormt, zoals op zich bekend is, en dat verder de kanteleenheid met gemakkelijk 1 0 1 2 0 > i; ' '1 ~t -5- losneembare bevestigingsmiddelen is bevestigd aan de kabine en het chassis, op een zodanige plaats in het voertuig dat -wanneer de kabine zich in de rijstand bevindt - de kanteleenheid kan worden verwijderd van die plaats en worden 5 gebruik als krik voor het heffen van het voertuig, bijvoorbeeld in het geval van een lekke band. Deze oplossing is in feite de inverse van de oplossing volgens het tweede aspect van de uitvinding.
Volgens een vijfde aspect verschaft de onderhavige 10 uitvinding een krik volgens conclusie 12.
Volgens een zesde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een voertuig volgens conclusie 15. Zoals bekend hebben vele voertuigen die van een hydraulisch kantelbare kabine zijn voorzien een pompeenheid met daarin een 15 hydraulische pomp, een elektromotor en een reservoir.
Hierdoor kan men door bekrachtiging van de elektromotor de kabine kantelen. Verder zijn er voertuigen bekend die naast deze pompeenheid een handpomp hebben om de kabine te kunnen kantelen indien de elektrische pompeenheid niet werkt, in 20 het bijzonder omdat er geen elektrische spanning is om de elektromotor te bekrachtigen. Alhoewel het kantelen van de kabine niet frequent geschiedt, wordt met name door de monteurs in werkplaatsen en bij rijdende onderhoudsdiensten veel waarde gehecht aan de mogelijkheid om de kabine zonder 25 fysieke inspanning te kunnen kantelen. De elektromotor vormt echter een kostbaar onderdeel van de kantelinrichting, ondermeer vanwege de eerder genoemde bestendigheid tegen weersinvloeden. Het zesde aspect van de uitvinding voorziet erin de elektromotor niet aan de pomp te monteren, zoals bij 30 de bekende voertuigen, en de pomp te voorzien met een van buitenaf toegankelijk aandrijforgaan waarmee dan een losse motor kan worden gekoppeld als de kabine gekanteld moet worden. Die motor kan bijvoorbeeld een pneumatische moersleutel zijn, die in de meeste werkplaatsen en bij 35 rijdende onderhoudsdiensten standaard aanwezig is. Indien het voertuig is voorzien van een additionele handpomp voor het kantelen van de kabine kan die kanteling dus ook worden ij;·.
" v -6- verricht als de losse motor niet in de buurt is.
In een bijzondere variant van de uitvinding is de motor echter onderdeel van een bij het voertuig behorende elektrische (schroef-)boormachine met oplaadbare accu. Een 5 dergelijke schroefboormachine is als standaard produkt verkrijgbaar en heeft voldoende capaciteit om de pomp van een hydraulische kantelinrichting aan te drijven.
In een variant van het zesde aspect van de uitvinding kan erin zijn voorzien dat de pomp wel is voorzien van een 10 vast daaraan bevestigde elektromotor, waarbij dan de pomp tevens aandrijfbaar is met een losse motor, middels het roteerbare aandrijforgaan. Hierdoor kan de pomp ook worden bediend als de elektromotor niet werkt, bijvoorbeeld de elektrische spanning ontbreekt of de elektromotor een 15 storing heeft.
Het zal duidelijk zijn dat de diverse aspecten van de uitvinding in verschillende combinaties kunnen worden toegepast.
De diverse aspecten van de onderhavige uitvinding en 20 voordelige uitvoeringsvormen daarvan zijn beschreven in de conclusies en de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 in zijaanzicht schematisch het voorste gedeelte van een voertuig met een voorover gekantelde bestuurderskabine 25 en een hydraulische kantelinrichting volgens de stand van de techniek, fig. 2 in een aanzicht overeenkomstig figuur 1 een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, figs 3a en 3b respectivelijk het hydraulisch schema en een 30 schematische weergave van de eerste uitvoeringsvoorbeeld van de hydraulische kantelmiddelen voor het kantelen van de kabine van een voertuig volgens het eerste en tweede aspect van de uitvinding, figs. 4a en 4b weergaven overeenkomstig figuren 3a en 3b van 35 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de hydraulische kantelmiddelen, figs. 5a en 5b in zijaanzicht schematisch het voorste -7- gedeelte van een voertuig volgens het derde aspect van de uitvinding, en fig. 6 een uitvoeringsvoorbeeld van een pomp volgens het zesde aspect van de uitvinding.
5 In figuur 1 is schematisch het voorste gedeelte van een voertuig 1 getoond met een chassis 2 en een ten opzichte van het chassis 2 om scharniermiddelen 3 kantelbare bestuurderskabine 4, die hier in een voorover gekantelde stand is getoond. De kabine 4 is hier kantelbaar om toegang 10 te verkrijgen tot de motor 5 van het voertuig 1. Verder is een tussen het chassis 2 en de kabine 4 gemonteerde hydraulische kantelactuator 6 te herkennen, die dient voor het kantelen van de kabine 4.
De kantelactuator 6 is hier een dubbelwerkende lineaire 15 actuator met een in- en uitschuifbare zuigerstang, waarbij de zuiger twee arbeidskamers met een variabel volume begrenst. De kantelactuator 6 heeft twee aansluitingen, die elk met een van de arbeidskamers in verbinding staan voor de toe- en/of afvoer van hydraulische vloeistof heeft.
20 Op die aansluitingen van de kantelactuator 6 sluiten twee hydraulische leidingen 7, 8 aan, die aan het chassis 2 zijn gemonteerd.
In figuur 1 is verder, zoals algemeen bekend is, een pompeenheid 9 met een hydraulische pomp en met een 25 bijbehorend reservoir voor hydraulische vloeistof getoond, die aan het chassis 2 van het voertuig is gemonteerd. De pompeenheid 9 heeft twee aansluitingen, waarop de leidingen 7, 8 vast zijn aangesloten en heeft verder een bedienbare klep zodat naar keuze aan de ene of de andere arbeidskamer 30 van de kantelactuator 6 hydraulische vloeistof onder druk kan worden toegevoerd.
In figuur 2 zijn onderdelen die overeenkomen met onderdelen in figuur 1 voorzien van hetzelfde verwijzingscijfer voorzien van een accent. Belangrijkste 35 verschil is dat de op het chassis gemonteerde pompeenheid 9 ontbreekt. Verder is op het uiteinde van elk van de leidingen 7',8' een eerste koppelement 10, 11 aangebracht, 1 01 20 1 4.-., -8- welke eerste koppelelementen 10, 11 - in geval dat de kantelactuator 6 bediend moet worden - elk koppelbaar zijn met een tweede koppelelement, dat behoort bij een in figuur 2 niet weergegeven pompeenheid met een pomp voor het 5 toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de kantelactuator 6 en met een reservoir voor hydraulische vloeistof. Elke aansluiting van de kantelactuator 6 is dus via de bijbehorende leiding, rechtstreeks, zonder tussenkomst van een pomp, verbonden met een bijbehorend en 10 aan het voertuig aangebracht eerste koppelelement.
De pompeenheid is bij voorkeur een bij het voertuig behorende verplaatsbare pompeenheid, bijvoorbeeld een verrijdbare pompeenheid maar bij voorkeur een draagbare pompeenheid. De pompeenheid kan een met de handbediende pomp 15 omvatten, maar in een geschikte variant is de pomp elektrisch aangedreven. Eventueel is de pomp zowel met de hand alsook elektrisch aandrijfbaar.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de pompeenheid onderdeel van een bij het voertuig behorende hydraulische 20 krik, welke dus tevens kan worden gebruikt om het voertuig te heffen in geval van pech, bijvoorbeeld bij een lekke band.
Het zal duidelijk zijn dat de koppelementen 10, 11 ook direct aan de actuator 6 kunnen zijn aangebracht, zodat de 25 leidingen 7',8' kunnen vervallen.
De eerste en tweede koppelementen vormen bij voorkeur een snelkoppeling. Bij voorkeur zijn de eerste en tweede koppelelementen elk voorzien van een afsluitorgaan, welke afsluitorgaan het betreffende koppelelement afgesloten 30 houden en openen als het eerste en tweede koppelelement met elkaar gekoppeld zijn. Een dergelijke uitvoering van de koppelelementen is algemeen bekend.
In de figuren 3a en 3b is een eerste uitvoerinsgvoorbeeld weergegeven van een hydraulische 35 kantelinrichting voor het kantelen van de kabine van een voertuig. Te herkennen is de actuator 6' van figuur 2 alsmede de leidingen 7' en 8' en ( in figuur 3a) de eerste
'· 1J
-9- koppelelementen 10, 11 van die leidingen. De kantelactuator 6' is op op zich bekende wijze voorzien van een hydraulisch te openen terugslagklep 12, die verhindert dat de zuigerstang inschuift tenzij via de leiding 7' hydraulische 5 vloeistof wordt toegevoerd aan de actuator 6' om de zuigerstang bewust in te schuiven. Ook verhindert de terugslagklep 12 het inschuiven van de zuigerstang als de leiding 8' lek raakt.
Figuur 3a toont verder schematisch een met de actuator 10 6' koppelbare pompeenheid. De pompeenheid is draagbaar en is hier uitgevoerd als een hydraulische krik voor het heffen van het voertuig. De pompeenheid omvat een hand bedienbare pomp 20, een reservoir 21 voor hydraulische vloeistof, een hefactuator 22 en een bedienbare klep 23, alsmede tweede 15 koppelementen 24, 25, die koppelbaar zijn met de eerste koppelementen 10, 11 van de kantelactuator 6'. De koppelementen 10,11,24,25 vormen per paar een snelkoppeling met in elk koppelement een afsluitorgaan, dat de doorlaat opent als de koppelelementen met elkaar gekoppeld zijn en de 20 doorlaat afsluit als de koppeling verbroken wordt.
De pomp 20 zuigt vloeistof aan uit het reservoir via terugslagklep 27 en de onder druk gebrachte vloeistof verlaat de pomp 20 via terugslagklep 28.
25 De klep 23 is een met de hand bedienbare stuurklep, die in een eerste stand de perszijde van de pomp 20 verbindt met de hefactuator en de koppelelementen 24, 25 met het reservoir 21. In de tweede stand verbindt de klep 23 de perszijde van de pomp met het koppelelement 25 en in de 30 derde stand met het koppelelement 24, waarbij dan telkens het andere koppelelement is verbonden met het reservoir 21 via leiding 35.
De hefactuator 22 is uitgevoerd als een enkelwerkende actuator. Een leiding 29 verbindt arbeidskamer 30 met de 35 klep 23. Een leiding 32 is verbonden met het reservoir 21 en dient om de uitgaande slag van de actuator te begrenzen.
Bij toevoer van hydraulische vloeistof aan de kamer 30 -10- schuift de hefactuator 22 uit. Om de uitgeschoven actuator 22 te laten inschuiven wordt, met de klep 23 in de eerste stand, met de hand bedienbare klep 33 geopend. Klep 34 dient als drukbegrenzingsklep om overdruk te voorkomen.
5 In figuur 3b is schematisch getoond dat de pomp 20 van de pompeenheid een met de hand bedienbare plunjerpomp is met hefboombediening. Die pomp 20 vormt een draagbaar geheel, voorzien van een handvat 36, met de hefactuator 22, welk geheel lijkt op een op zich bekende potkrik. Van de 10 buitencontour van deze potkrik is alleen het bovenste deel in doorgetrokken lijnen en op ware schaal getoond, het onderste deel is slechts schematisch aangeduid met streeplijnen om duidelijk te maken welke onderdelen deel uitmaken van de pompeenheid. Overigens zijn de 15 koppelelementen 10,11,24,25 in figuur 3b weggelaten.
De pompeenheid is als op zichzelf staande potkrik te gebruiken voor het heffen van het voertuig, door de klep 23 in de eerste stand te plaatsen, zodat de perszijde van de pomp 20 verbonden is de kamer 30 van de hefactuator 22.
20 Indien een kanteling van de kabine 4' van het in figuur 2 getoonde voertuig gewenst is, wordt de pompeenheid verbonden met de leidingen 7' en 8'. Voor het voorover kantelen van de kabine wordt dan de klep 23 in de tweede stand gebracht, zodat de perszijde van de pomp 20 is 25 verbonden met de bodemzijdige kamer van de actuator 6', die tot uitschuiven van de actuator leidt. Om de kabine terug te kantelen naar de rijstand, wordt de klep 23 in de derde stand gebracht. Via de pomp 20 wordt dan hydraulische vloeistof onder druk toegevoerd aan leiding 7' en via die 30 leiding aan de zuigerstangzijdige kamer van de actuator 6', waarbij dan de klep 12 opent vanwege de druk in de leiding 7' .
In de figuren 4a en 4b is een variant van de oplossing volgens de figuren 3a en 3b getoond, waarbij 35 overeenstemmende onderdelen zijn voorzien van dezelfde verwijzingscijfers. Belangrijk verschil is dat de kantelactuator 40 niet dubbelwerkend maar enkelwerkend is, ^01201 -lime t een enkele arbeidskamer 41 en een bijbehorend eerste koppelement 42 in de leiding naar die arbeidskamer. Het toepassen van een enkele werkende kantelactuator is met name mogelijk als de kabine niet zover naar voren wordt gekanteld 5 dat het zwaartepunt bovenlangs de scharnieras van de kabine passeert. In sommige gevallen zal echter ook dat toelaatbaar zijn, met name als de veermiddelen van de kabine in de voorovergekantelde stand van de kabine een terugstelkracht leveren.
10 De pompeenheid is aangepast aan de enkelwerkende actuator, doordat slechts een tweede koppelelement 43 is voorzien en door een eenvoudige klep 44. Verder is erin voorzien dat om de kantelactuator 40 in te schuiven de klep 33 moet worden geopend.
15 Ook deze eenvoudige pompeenheid is toepasbaar als krik en kan zoals figuur 4b toont sterke gelijkenis hebben met een potkrik.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvindingsgedachte in vele verschillende vormen kan worden gerealiseerd, 20 bijvoorbeeld met een kantelinrichting die behalve ene of meer kantelactuatoren ook een of meer hydraulisch bediende grendels omvat voor het vergrendelen van de kabine in de rijstand.
25 In de figuren 5a en 5b is schematisch het voorste gedeelte van een voertuig 50 getoond met een chassis 52 en een ten opzichte van het chassis 52 om scharniermiddelen 53 kantelbare bestuurderskabine 54. Verder is een tussen het chassis 52 en de kabine 54 gemonteerde hydraulische potkrik 30 55 te herkennen, die dient voor het kantelen van de kabine 54 .
De potkrik 55 is van een algemeen bekende uitvoering en heeft een hydraulisch uitschuifbare hefactuator 57 en een handbediende pomp 58. De zuigerstang van de hefactuator 57 35 is gekoppeld met de kabine 54, terwijl de bodem van de potkrik afsteunt op het chassis 52. De afsteuning vindt plaats middels een op het chassis aangebrachte steun 60 en ! 0 1 - ’ -v * -12- een steun 61 op de kabine.
De koppeling tussen de potkrik 55 enerzijds en het chassis 52 en de kabine 54 anderzijds kan een niet of moeilijk losneembare verbinding zijn, zodat de potkrik niet 5 voor andere doelen kan worden gebruikt.
In een voordelige variant is er in voorzien dat de potkrik 55 met gemakkelijk losneembare bevestigingsmiddelen is bevestigd aan de kabine en het chassis, op een zodanige plaats in het voertuig dat - wanneer de kabine zich in de 10 rijstand bevindt - de potkrik kan worden verwijderd van die plaats en worden gebruikt voor het heffen van het voertuig, bijvoorbeeld in het geval van een lekke band.
Figuur 6 toont in doorsnede een pomp 60, die is gemonteerd op een verder niet getoond voertuig met 15 hydraulisch kantelbare kabine. De pomp 60 dient voor het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de kantelactuator en is hier een radiale plunjerpomp van een algemeen bekend type. De pomp 60 heeft een roteerbaar in het huis van de pomp 60 gelagerde aandrijfas 61, die met een kop 20 62 uit het huis naar buiten steekt. De kop 62 is voorzien van een sleutelformatie, bijvoorbeeld een speibaan, zeskant of een inbusuitsparing, etc, zodanig dat de aandrijfas 61 koppelbaar is met een niet aan het voertuig bevestigde motor.
25 In een niet getoonde variant is aan het huis van de pomp een elektromotor bevestigd, waarvan de roteerbare motoras in het verlengde ligt van de pompas 61 en daarmee is verbonden. Daarbij kan de motoras aan het van de pomp afgekeerde einde van buitenaf toegankelijk zijn om de pomp met een losse 30 motor, bijvoorbeeld een schroefboormachine of pneumatische moersleutel, te kunnen aandrijven als de elektromotor niet werkt.
'? -

Claims (21)

1. Voertuig omvattende een chassis en een ten opzichte van het chassis kantelbare kabine, waarbij tussen het chassis en de kabine een hydraulische kantelactuator is opgesteld voor het kantelen van de kabine, welke kantelactuator een of meer 5 aansluitingen voor de toe- en/of afvoer van hydraulische vloeistof heeft, met het kenmerk, dat elke aansluiting van de kantelactuator, eventueel via een bijbehorende leiding, rechtstreeks, zonder tussenkomst van een pomp, is verbonden met een bijbehorend en aan het voertuig aangebracht eerste 10 koppelelement, welk eerste koppelelement - in geval dat de kantelactuator bediend moet worden - koppelbaar is met een tweede koppelelement, dat behoort bij een pompeenheid voor het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de kantelactuator. 15
2. In combinatie een voertuig en pompeenheid volgens conclusie 1.
3. De combinatie volgens conclusie 2, waarbij het eerste en 20 het tweede koppelelement elk zijn voorzien van een afsluitorgaan, welke afsluitorgaan het betreffende koppelelement afgesloten houden en openen als het eerste en tweede koppelelement met elkaar gekoppeld zijn.
4. Voertuig omvattende een chassis en een ten opzichte van het chassis kantelbare kabine, waarbij tussen het chassis en de kabine een hydraulische kantelactuator is opgesteld voor het kantelen van de kabine, welke kantelactuator een of meer aansluitingen voor de toe- en/of afvoer van hydraulische 30 vloeistof heeft, waarbij bij het voertuig verder een aparte hydraulische krik behoort voor het heffen van het voertuig, bijvoorbeeld bij een lekke band, welke krik een hydraulische hefactuator alsmede een pomp voor het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de hefactuator omvat, 35 met het kenmerk, dat elke aansluiting van de kantelactuator 1 012014n -14- met een bijbehorend en aan het voertuig aangebracht eerste koppelelement is verbonden en dat de krik is voorzien van een of meer tweede koppelementen, die elk koppelbaar zijn met een eerste koppelement, zodanig dat de pomp van de krik 5 verbonden kan worden met de kantelactuator en door bediening van de pomp van de krik de kabine kan worden gekanteld.
5. Voertuig volgens conclusie 4, waarbij de krik is voorzien van een klep, die in een eerste stand daarvan de 10 pomp verbindt met de hefactuator en in de tweede stand met het tweede koppelelement of de tweede koppelelementen.
6. Voertuig volgens conclusie 4 of 5, waarbij een bedienbare terugslagklep is voorzien tussen het eerste 15 koppelelement en de aansluiting van de kantelactuator die bij toevoer van hydraulische vloeistof daaraan leidt tot het voorover kantelen van de kabine.
7. Voertuig omvattende een chassis en een ten opzichte van 20 het chassis kantelbare kabine, welke kabine kantelbaar is tussen een rijstand, waarin met voertuig kan worden gereden, en een gekantelde stand, waarbij de kabine kantelbaar is door middel van een tussen het chassis en de kabine opgestelde kantelactuator, waarbij de kantelactuator met een 25 vast daaraan aangebracht aandrijfmiddel een kanteleenheid vormt, met het kenmerk, dat het chassis, de kabine en de kanteleenheid zodanig zijn ingericht dat - voor het uitvoeren van een kanteling van de kabine - de kanteleenheid tussen het chassis en de zich in zijn rijstand bevindende 30 kabine kan worden geplaatst en na de kanteling weer kan worden verwijderd.
8. Voertuig volgens conclusie 7, waarbij de kanteleenheid is ingericht om tevens te dienen als krik voor het heffen 35 van het voertuig, bijvoorbeeld in geval van een lekke band.
9. Voertuig volgens conclusie 7 of 8, waarbij de i ü -15- kanteleenheid een hydraulische actuator omvat, alsmede een pomp voor het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de actuator.
10. Voertuig omvattende een chassis en een ten opzichte van het chassis kantelbare kabine, welke kabine kantelbaar is tussen een rijstand, waarin met voertuig kan worden gereden, en een gekantelde stand, waarbij de kabine kantelbaar is door middel van een tussen het chassis en de 10 kabine opgestelde hydraulische kantelactuator, waarbij de kantelactuator met een vast daaraan aangebrachte hydraulische pomp een kanteleenheid vormt, met het kenmerk, dat de kanteleenheid een potkrik is, waarbij de hydraulische pomp een handpomp is.
11. Voertuig omvattende een chassis en een ten opzichte van het chassis kantelbare kabine, welke kabine kantelbaar is tussen een rijstand, waarin met voertuig kan worden gereden, en een gekantelde stand, waarbij de kabine 20 kantelbaar is door middel van een tussen het chassis en de kabine opgestelde hydraulische kantelactuator, waarbij de kantelactuator met een vast daaraan aangebrachte hydraulische pomp een kanteleenheid vormt, met het kenmerk, dat de kanteleenheid met gemakkelijk losneembare 25 bevestigingsmiddelen is bevestigd aan de kabine en het chassis, op een zodanige plaats in het voertuig dat -wanneer de kabine zich in de rijstand bevindt - de kanteleenheid kan worden verwijderd van die plaats en worden gebruikt als krik voor het heffen van het voertuig, 30 bijvoorbeeld in het geval van een lekke band.
12. Hydraulische krik, in het bijzonder een potkrik, omvattende een hydraulische hefactuator, een pomp voor het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de 35 hefactuator, en een reservoir voor hydraulische vloeistof, welke hefactuator, pomp en reservoir star met elkaar zijn verbonden en een draagbare eenheid vormen, waarbij de Ί - -16- eenheid is ingericht om op de grond te worden geplaatst voor het heffen van een object, in het bijzonder een voertuig, met het kenmerk, dat de krik is voorzien van een of meer additionele aansluitpoorten, die elk van een koppelelement 5 zijn voorzien voor het op de krik aansluiten van een of meer verdere actuatoren, waarbij de krik verder is voorzien van een bedienbare klep, die in een eerste stand daarvan de pomp verbindt met de hefactuator en 10 in de tweede stand met een of meer van de aansluitpoorten, zodat in de eerste stand de hefactuator bedienbaar is en in de tweede stand de een of meer op de krik aangesloten verdere actuatoren. 1513. Voertuig volgens meerdere van de voorgaande conclusies.
14. In combinatie een voertuig en een kanteleenheid en/of krik volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 20
15. Voertuig omvattende een chassis en een ten opzichte van het chassis kantelbare kabine, waarbij tussen het chassis en de kabine een hydraulische kantelactuator is opgesteld voor het kantelen van de kabine, welke 25 kantelactuator een of meer aansluitingen voor de toe- en/of afvoer van hydraulische vloeistof heeft, waarbij verder aan het voertuig een door een motor aandrijfbare pomp is bevestigd voor het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de kantelactuator, alsmede een reservoir voor 30 hydraulische vloeistof, waarbij de pomp een roteerbaar aandrijforgaan voor het aandrijven van de pomp met een motor, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan aan de buitenzijde van de pomp toegankelijk is voor het koppelen van het aandrijforgaan met een niet aan het voertuig 35 bevestigde motor.
16. Voertuig volgens conclusie 15, waarbij het 1 0 1 20 l 4.( -17- aandrijforgaan uit het huis van de pomp uitsteekt.
17. Voertuig volgens conclusie 16 of 17, waarbij de motor draagbaar is en bij het voertuig behoort. 5
18. Voertuig volgens conclusie 17, waarbij de motor elektrisch is en met een bijbehorende accu deel uitmaakt van een draagbare eenheid, bij voorkeur van een elektrische (schroef -)boormachine. 10
19. Voertuig volgens conclusie 18, waarbij de accu oplaadbaar is en het voertuig is voorzien van een oplaadinrichting voor het opladen van de accu.
20. Voertuig volgens een of meer van de conclusies 15 - 19, waarbij het aandrijforgaan is voorzien van een sleutelformatie, bijvoorbeeld een zeskantmoervorm of een inbussleuteluitsparing, voor het koppelen van het aandrijforgaan met de motor. 20
21. Voertuig volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een slot is voorzien voor het afgsluiten van de toegang tot het aandrijforgaan, danwel het verhinderen van de rotatie van het aandrijforgaan. 25
22. Voertuig volgens een of meer van de conclusies 15 -21, waarbij aan het voertuig verder een met de hand aandrijfbare pomp is voorzien voor het toevoeren van vloeistof onder druk aan de actuator. 30 1. i....
NL1012014A 1999-05-10 1999-05-10 Voertuig met kantelbare kabine. NL1012014C2 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012014A NL1012014C2 (nl) 1999-05-10 1999-05-10 Voertuig met kantelbare kabine.
TR2001/03223T TR200103223T2 (tr) 1999-05-10 2000-05-09 Eğilebilir sürücü yeri olan taşıt.
DE60002192T DE60002192T2 (de) 1999-05-10 2000-05-09 Kraftfahrzeug mit kippbarer kabine
EP02079883A EP1293418A3 (en) 1999-05-10 2000-05-09 Vehicle with a tiltable cab
AU46263/00A AU4626300A (en) 1999-05-10 2000-05-09 Vehicle with a tiltable cab
BR0010394-2A BR0010394A (pt) 1999-05-10 2000-05-09 Veìculo,combinação de um veìculo e uma unidade de bomba, e, combinação de um veìculo e uma unidade de basculamento e/ou macaco
AT00927961T ATE237491T1 (de) 1999-05-10 2000-05-09 Kraftfahrzeug mit kippbarer kabine
PCT/NL2000/000300 WO2000068063A1 (en) 1999-05-10 2000-05-09 Vehicle with a tiltable cab
KR1020017014341A KR20020012573A (ko) 1999-05-10 2000-05-09 틸팅이 가능한 캡을 구비하는 비히클
EP00927961A EP1177125B1 (en) 1999-05-10 2000-05-09 Vehicle with a tiltable cab

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012014A NL1012014C2 (nl) 1999-05-10 1999-05-10 Voertuig met kantelbare kabine.
NL1012014 1999-05-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1012014C2 true NL1012014C2 (nl) 2000-11-13

Family

ID=19769165

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012014A NL1012014C2 (nl) 1999-05-10 1999-05-10 Voertuig met kantelbare kabine.

Country Status (9)

Country Link
EP (2) EP1293418A3 (nl)
KR (1) KR20020012573A (nl)
AT (1) ATE237491T1 (nl)
AU (1) AU4626300A (nl)
BR (1) BR0010394A (nl)
DE (1) DE60002192T2 (nl)
NL (1) NL1012014C2 (nl)
TR (1) TR200103223T2 (nl)
WO (1) WO2000068063A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2870182B1 (fr) * 2004-05-13 2007-11-23 Belt Sarl Vehicule de transport du beton equipe d'un convoyeur de transport
SE531335C2 (sv) * 2007-07-02 2009-02-24 Scania Cv Abp Drivanordning för en hyttippump
ITUA20161928A1 (it) * 2016-03-23 2017-09-23 Pigo Luca Dispositivo di pompaggio idraulico ad uso saltuario
KR102621915B1 (ko) * 2019-02-25 2024-01-05 현대자동차주식회사 누름 조작식 틸팅 펌프 장치 및 캡 틸팅 시스템
DE102021101988A1 (de) 2021-01-28 2022-07-28 Feucht GmbH Antriebseinheit für eine pumpe

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2163737A1 (de) * 1971-12-22 1973-06-28 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Hubeinrichtung zum schwenken von kippbaren fahrerhaeusern
US3985194A (en) * 1974-08-30 1976-10-12 Applied Power Inc. Tilt cab power stream and valve control therefor
WO1998017522A1 (en) * 1996-10-23 1998-04-30 Applied Power Incorporated Hydraulic tilting device for a cab

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH516063A (de) * 1971-02-12 1971-11-30 Kistler Laurenz Fahrbares Schalgerät zum Ein- und Ausschalen von Schalungen für Betondecken
NL8601475A (nl) * 1986-06-06 1988-01-04 Applied Power Inc Aandrijfeenheid voor een dubbelwerkende hydraulische zuiger-cilinderinrichting.
FR2743047B1 (fr) * 1995-12-27 1998-02-20 Renault Vehicules Ind Dispositif de basculement d'une cabine supportee par un chassis
DE19620789A1 (de) * 1996-05-23 1997-11-27 Fritz Acksteiner Vorrichtung zur Radpflege
JP3387781B2 (ja) * 1997-06-24 2003-03-17 株式会社日立ユニシアオートモティブ 油圧ポンプ

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2163737A1 (de) * 1971-12-22 1973-06-28 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Hubeinrichtung zum schwenken von kippbaren fahrerhaeusern
US3985194A (en) * 1974-08-30 1976-10-12 Applied Power Inc. Tilt cab power stream and valve control therefor
WO1998017522A1 (en) * 1996-10-23 1998-04-30 Applied Power Incorporated Hydraulic tilting device for a cab

Also Published As

Publication number Publication date
AU4626300A (en) 2000-11-21
KR20020012573A (ko) 2002-02-16
DE60002192T2 (de) 2003-12-04
ATE237491T1 (de) 2003-05-15
BR0010394A (pt) 2002-02-13
WO2000068063A1 (en) 2000-11-16
EP1293418A3 (en) 2003-04-02
EP1177125A1 (en) 2002-02-06
EP1293418A2 (en) 2003-03-19
DE60002192D1 (de) 2003-05-22
EP1177125B1 (en) 2003-04-16
TR200103223T2 (tr) 2002-04-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20060163551A1 (en) Hydraulic vehicle jack system
US4936624A (en) Tool box assembly
US4629391A (en) Powered lifter
US20090008917A1 (en) Landing gear jack and methods of use
US20120319063A1 (en) Cart with movable platform
US20070212205A1 (en) Single pivot motion roll-off hoist
US5597174A (en) Steerable tag axle
CA2440643A1 (en) Unitary liftgate
US4174094A (en) Recreational vehicle leveling and support system
US2683540A (en) Tail-gate mechanism for trucks
US6799935B1 (en) Lifting apparatus for user in the bed of a pickup truck
NL1012014C2 (nl) Voertuig met kantelbare kabine.
US8052221B2 (en) Tractor
EP2116442A1 (en) Fork assembly lift mechanism
US5518358A (en) Skid steer loader with tiltable cab
GB2327067A (en) Sidelift truck with rotatable cab
US6957847B2 (en) Truck with picker crane and sleeper unit for extended duty
US6688834B1 (en) Self-contained hydraulic power unit
US20070160451A1 (en) Small load lifting mechanism
US6568897B2 (en) Raisable/lowerable vehicle bed carrying loads
US6848525B1 (en) Lift for vehicle hoods and the like
US20020159873A1 (en) Apparatus for towing a service vehicle by a truck tractor
AU2007200947B2 (en) Small load lifting mechanism
KR100588317B1 (ko) 작업용 운송장치
JP2558668Y2 (ja) 高所作業車の旋回台支持構造

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051201