NL1011968C2

NL1011968C2 - Rijwiel met eenvoudig te monteren bagagedrager.

Info

Publication number: NL1011968C2
Application number: NL1011968A
Authority: NL
Inventors: Chang-Chung Kuo
Original assignee: Giant Mfg Co
Priority date: 1999-04-26
Filing date: 1999-05-05
Publication date: 2000-11-07
Also published as: DE29907359U1

Description

RIJWIEL MET EENVOUDIG TE MONTEREN BAGAGEDRAGER

De uitvinding heeft betrekking op een rijwiel, meer in het bijzonder een rijwiel met een eenvoudig te monteren bagagedrager.

Het is bekend dat een conventioneel rijwiel 5 voorzien is van een bagagedrager welke gevormd wordt door een rek, een paar verbindingsstangen en omgekeerd U-vormige steunen. De verbindingsstangen strekken zich naar voren toe uit vanaf het rek, en vertonen twee distale uiteinden die door middel van twee bouten verbonden zijn 10 met een zadelbuis van het conventionele rijwiel. De steunen strekken zich aan weerszijden van het achterwiel van het conventionele rijwiel uit, en vertonen bovenste delen die verbonden zijn met de onderzijde van het rek, en onderste uiteinden die door middel van twee moeren ver-15 bonden zijn met tegenover elkaar gelegen, van schroefdraad voorzienen uiteinde van een asnaaf van het achterwiel. Aangezien bouten en de moeren nodig zijn voor het bevestigen van de bagagedrager aan het conventionele rijwiel, is het aanbrengen van de bagagedrager aan, en 20 het losnemen daarvan van het conventionele rijwiel een relatief gecompliceerde en moeizame bewerking.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel een rijwiel te verschaffen met een bagagedrager die eenvoudig kan worden aangebracht aan, en losgenomen van het rij-25 wiel.

Volgens de onderhavige uitvinding omvat het rijwiel een zadelbuis en een bagagedrager. De zadelbuis vertoont een daarop gevormd eerste aangrijpingsorgaan. De bagagedrager vertoont een stang, een op een eerste uit-30 einde van de stang gevormd tweede aangrijpingsorgaan en een aan een tweede uiteinde van de stang bevestigt rek. Het eerste en tweede aangrijpingsorgaan vertonen in elkaar grijpende veer-groef-aangrijpingsmiddelen voor het bevestigen van de bagagedrager aan de zadelbuis.

1011968 2

Andere kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit de navolgende gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoering van de uitvinding, onder verwijzing naar de bijgevoegde 5 tekeningen, waarin:

Figuur 1 een deel-aanzicht met uiteengenomen onderdelen is van een voorkeursuitvoering van een rijwiel volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 een langsdoorsnede is van de voor-10 keursuitvoering van het rijwiel met een daaraan gemonteerde bagagedrager volgens de onderhavige uitvinding,· en

Figuur 3 een dwarsdoorsnede is door de voorkeursuitvoering van het rijwiel met de daarop gemonteerde bagagedrager volgens de onderhavige uitvinding.

15 Verwezen wordt naar figuren 1 en 2, waar te zien is dat een voorkeursuitvoering van een rijwiel volgens de onderhavige uitvinding een zadelbuis 10 en een aan de achterzijde van de zadelbuis 10 gemonteerde bagagedrager 20 omvat.

20 De zadelbuis 10 vertoont een eerste aangrij- pingsorgaan ll dat daarop gevormd is. De bagagedrager 20 vertoont een stang 22, een tweede aangrijpingsorgaan 21 dat gevormd is op een eerste uiteinde van de stang 22, en een rek 23 dat bevestigd is aan een tweede uiteinde van 25 de stang 22. Het eerste en tweede aangrijpingsorgaan 11,21 vertonen in elkaar grijpende veer-groef-aangrij-pingsmiddelen voor het bevestigen van de bagagedrager 20 aan de zadelbuis 10.

De veer-groef-aangrijpingsmiddelen omvatten een 30 groef 111 die zich in langsrichting van de zadelbuis 10 uitstrekt en een veer 211 die gevormd is op het tweede aangrijpingsorgaan 21 voor aangrijping met de groef lil. Het eerste aangrijpingsorgaan 11 omvat een blok dat zich naar achteren toe uitstrekt vanaf de zadelbuis 10 en dat 35 een boven- en ondervlak 114,115 vertoont, alsmede een achtervlak 116 dat het boven- en ondervlak 114,115 met elkaar verbindt. De groef 111 is gevormd in het achtervlak 116 en strekt zich uit vanaf het bovenvlak 114 in de 1011968 3 richting van het ondervlak 115 van het blok. De groef 111 vertoont een bovenste uiteinde dat uitmondt in het bovenvlak 114 en een onderste uiteinde dat een schouder 112 bepaalt in de nabijheid van het ondervlak 115 van het 5 blok. Het onderste uiteinde 212 van veer 211 rust tegen de schouder 112, dit is het best te zien in figuur 3. Met de hiervoor beschreven constructie kan de bagagedrager 20 eenvoudig gemonteerd worden op, en losgenomen van de zadelbuis 10 van het rijwiel.

10 Zoals te zien in figuren 1,2 en 3 vertoont het rijwiel verder een schroef 214 die met zijn schroefdraad door een van schroefdraad voorziene opening 113 gestoken is die gevormd is in het blok, tot in een van schroefdraad voorziene opening 212 die gevormd is in de veer 15 211. Op deze wijze kan de bagagedrager 20 stevig bevestigd worden aan de zadelbuis 10 van het rijwiel, en kan deze boven het achterwiel van het rijwiel gedragen worden zonder gebruik te maken van enigerlei steunen.

1011968

Claims

1. Rijwiel, omvattende een zadelbuis (10) met een daarop gevormd eerste aangrijpingsorgaan (11), en een bagagedrager (20) met een stang (22), een op het eerste uiteinde van de stang (22) gevormd tweede aangrijpings -5 orgaan (21) en een aan een tweede uiteinde van de stang (22) bevestigd rek (23), met het kenmerk, dat het eerste en tweede aangrijpingsorgaan (11,21) een in elkaar grijpende veer-groef-aangrijpingseenheid vertonen voor het bevestigen van de bagagedrager aan de zadelbuis (10).

2. Rijwiel volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de veer-groef(111)-aangrijpingsmiddelen een groef (lil) omvatten die zich in langsrichting van de zadelbuis (10) uitstrekt, alsmede een veer (211) die gevormd is op een tweede aangrijpingsorgaan (21) voor 15 aangrijping met de groef (111).

3. Rijwiel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste aangrijpingsorgaan (11) een blok omvat dat zich naar achteren toe uitstrekt vanaf de zadelbuis (10), en dat een boven- en onderoppervlak 20 (114,115) omvat, alsmede een achtervlak (116) dat het boven- en ondervlak (114,115) met elkaar verbindt, waarbij de groef (lil) gevormd is in het achtervlak (116) en zich uitstrekt vanaf het bovenvlak (114) in de richting van het ondervlak (115) van het blok, waarbij de groef 25 (111) een bovenste uiteinde vertoont dat uitmondt in het bovenvlak (114) en een onderste uiteinde dat een schouder (112) bepaalt in de nabijheid van het ondervlak (115) van het blok.

4. Rijwiel volgens conclusie 1, gekenmerkt door 30 een schroef (214) welke met zijn schroefdraad door het blok en in de veer (211) gestoken is. 1011968