NL1011674C2 - Zwenkkoppeling. - Google Patents

Description

ZWENKKOPPELING

Bijvoorbeeld voor speeltoestelllen, zoals schommels, wordt gewoonlijk gebruikgemaakt van een zeer eenvoudige structuur, waarbij een dragende constructie bijvoorbeeld een haak of een stel haken omvat, waarover 5 een schalm van een draagketting is geslagen. Veelal zijn dergelijke structuren voorzien van middelen om onbedoeld losraken van de koppeling tussen ketting en haken te voorkomen.

Bij een dergelijke bekende structuur doet zich 10 het probleem voor, dat deze niet inherent veilig is en in geval van kinderspeeltoestellen aanleiding kan geven tot letsel, doordat lichaamsdelen tussen een bewegende, belaste koppeling bekneld raken.

De bekende koppelingen hebben verder het 15 nadeel, dat ze in wezen niet zijn ingericht voor het lange tijd onderhoudsvrij en zonder overmatige hinderlijke geluidsproduktie uitvoeren van zwenkbewegingen onder mechanische belasting, bijvoorbeeld een schommelend kind.

20 Vaak wordt een draagketting aan zijn bovenzijde met de haakmiddelen gekoppeld door middel van een voor de zwenkbeweging ontworpen ring. Het gebruik van een dergelijk ring heeft het nadeel, dat het slechts met speciale gereedschappen en tegen relatief hoge kosten 25 mogelijk is, de lengte van een ketting te verkleinen.

Het is een doel van de uitvinding, een inrichting te verschaffen, die niet onderhevig is aan de genoemde nadelen van de stand der techniek.

In verband daarmee verschaft de uitvinding een 30 inrichting voor het zwenkbaar aan een eventueel vaste constructie bevestigen van een uit schalmen bestaande ketting, bijvoorbeeld deeluitmakend van een sport- of speeltoestel, welke inrichting een via 1 Ü 1 1 0 / 2 een middenlangsvlak in twee complementaire hulpdelen scheidbare langwerpige huls omvat, welke hulsdelen in gekoppelde toestand samen een holte begrenzen, waarin ten minste één schalm van een 5 einde van de ketting kan worden geaccommodeerd, aan welke holte een doorgang voor het in langsrichting naar buiten doorlaten van de ketting aansluit; welke hulsdelen onderling losneembaar gekoppeld zijn door een van buiten af draaibare en aldus 10 vastzetbare en losneembare schroefbout; welke schroefbout zich door de holte heen uitstrekt door de schalm van een ketting heen,· welke huls aan zijn boveneinde een rotatielager draagt met een van een doorgaand gat voorziene centrale 15 bus, welke bus is ingericht om losneembaar met de genoemde constructie te worden gekoppeld.

Begrepen dient te worden, dat met de beschreven constructie de bijvoorbeeld uit roestvaststaal bestaande bout de noodzakelijke, op te brengen trekkracht tussen de 20 ketting en de huls overbrengt. Aldus heeft de bout twee functies, namelijk het overbrengen van de genoemde trekkracht en het met elkaar koppelen van de hulsdelen tot één huls. De bout kan met zijn schroefeinde zijn ingestoken in een draadgat van het daar tegenover gelegen 25 hulsdeel of samenwerken met een separate moer, die krachten overbrengend gekoppeld is met het andere hulsdeel. Op een op zichzelf bekende wijze kunnen zowel de bout als de moer bijvoorbeeld van een inbus-structuur zijn voorzien en verzonken zijn geplaatst, of op andere 30 mechanisch niet onmiddellijk toegankelijke wijze aanrakingsveilig en vandalismebestendig zijn uitgevoerd.

Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat een tweede schroefbout zich door de holte heen uitstrekt door een schalm van de ketting.

35 Hierdoor wordt extra veiligheid geïntroduceerd. Begrepen dient te worden, dat twee bouten nooit tegelijkertijd door één ketting mechanisch belast kunnen worden. De tweede bout kan worden geschouwd als een element dat de 10116/4 3 toch al hoge inherente veiligheid van de inrichting volgens de uitvinding nog verder vergroot.

Een speciaal aspect van de uitvinding is hierin gelegen dat het lager een glijlager, een kogellager, een 5 naaldlager, of dergelijke is.

Bij voorkeur wordt de inrichting zodanig uitgevoerd dat de hulsdelen uit aluminium(legering) bestaan.

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding 10 vertoont de inrichting de bijzonderheid dat de hulsdelen door gieten of spuitgieten vervaardigd zijn. Deze laatste uitvoering kan met voordeel zodanig zijn uitgevoerd dat gebruik wordt gemaakt van gietaluminium, dat met voldoend hoge nauwkeurigheid en met meer dan toereikende sterkte 15 kan worden gegoten.

Een verrassende bijzonderheid van de uitvinding kan hierin bestaan dat de kettingschalmen uit roestvaststaal bestaan. Roestvaststaal is een superieur, maar relatief duur materiaal. Doordat evenwel de 20 inrichting volgens de uitvinding zeer goedkoop kan worden vervaardigd en de hiervoor beschreven ring volgens de stand der techniek niet behoeft te worden toegepast, kan onder handhaving van de totale kosten het superieure roestvaststaal voor de kettingschalmen worden toegepast. 25 Dit is een belangrijk en verrassend voordeel, dat gelegen is in de structuur volgens de uitvinding.

Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat het lager door klemmen, krimpen, lijmen of een andere geschikte wijze van koppeling of 30 combinaties daarvan vast met ten minste één hulsdeel verbonden is. Deze bijzonderheid heeft het voordeel, dat bij assemblage of bij het losnemen van de inrichting niet behoeft te worden gevreesd voor het verloren gaan van het lager.

35 Bij voorkeur is de inrichting zodanig uitgevoerd dat de hulsdelen zijn voorzien van een corrosiewerende deklaag, bijvoorbeeld van polyurethaan, polyetheramide, polyamide, of dergelijke. Desgewenst kan 1011674 4 het aluminium ook worden geanodiseerd of voorzien zijn van een harde deklaag, bijvoorbeeld van titaniumnitride of dergelijke. Hierdoor wordt een effectieve bescherming tegen corrosie verkregen, terwijl bovendien in 5 belangrijke mate calvanische corrosie als gevolg van de samenwerking tussen aluminium en roestvaststaal worden onderdrukt.

Verder betreft de uitvinding een koppeling tussen een constructie en een inrichting volgens de 10 hiervoor gegeven specificatie, waarbij de constructie twee bevestigingsoren omvat met geregistreerde gaten, waardoorheen een bevestigingsbout of bevestigingspen is gestoken, die zich door de genoemde lagerbus heen uitstrekt.

15 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen van een willekeurig uitvoeringsvoorbeeld. In de tekeningen tonen:

Figuur l een perspectivisch aanzicht van een dubbele schommel met vier inrichtingen en koppelingen 20 volgens de uitvinding,· en

Figuur 2 een opengewerkt perspectivisch aanzicht van de inrichtingen en koppelingen volgens figuur 1.

Figuur 1 toont een draagconstructie 1 met een 25 horizontale ligger 2, waarin paren bevestigingsoren 3, 4 zijn vastgelast (zie ook figuur 2). Via een hierna te beschrijven inrichting 5 draagt elk paar bevestigingsoren 3, 4 een ketting 6, welke kettingen aan hun onderzijde een als zitplaats dienende plank 7 dragen.

30 Figuur 2 toont, dat de inrichting 5 een uit twee hulsdelen 8, 9 bestaande huls 10 omvat. De hulsdelen 8, 9 zijn in langsrichting gedeeld via een deelvlak 11 en begrenzen in de getoonde gekoppelde toestand een holte 12, waarin een aantal schalmen 13 van ketting 6 zijn 35 geaccommodeerd.

De hulsdelen 8, 9 zijn met elkaar gekoppeld door middel van een met een moer 14 samenwerkende bout 15. Op de getoonde wijze wordt hierdoor de ketting ·; 116 7 4 5 trekvast met inrichting 5 verbonden. Aan de onderzijde van de huls 10 bevindt zich een doorgaand gat voor het doorlaten van de ketting. Verder omvat de inrichting een tweede moer met bout, respectievelijk 14', 15'.

5 Aan de bovenzijde bevindt zich een oog 16, waarin een kogellager 17 is opgenomen. De buitenmantel 18 van het kogellager is door ondermeer lijmen vastverbonden met ten minste één van de hulsdelen 8, 9. Een centrale bus 19 is min of meer vastverbonden met een 10 afstandhoudende bus 20, die zich uitstrekt tussen de binnenvlakken van bevestigingsoren 3, 4 die aan ligger 2 zijn vastgelast. Door afstandhouder 20 heen strekt zich een bout 23 uit, die door middel van een moer 24 met kracht is vastgeschroefd. Door de aanwezigheid van de 15 afstandbus 20 behoeft voor een verbuigen van de oren 3, 4 niet te worden gefreesd.

Het zal duidelijk zijn, dat de koppeling volgens figuur 2 volledig aanrakingsveilig en gedurende zeer lange tijd onderhoudsvrij is.

20 Het zal duidelijk zijn, dat de bout 23 en moer 24 slechts schematisch zijn weergegeven. Ook andere, in het bijzonder meer aanrakingsveilige structuren kunnen in het kader van de uitvinding de voorkeur verdienen.

De aandacht wordt er verder op gevestigd, dat 25 de structuur volgens de uitvinding slechts zwenking van de inrichting 5 in één nauwkeurig bepaald verticaal vlak mogelijk maakt. Ook dit is een voordeel van de structuur volgens de uitvinding. Hierdoor kan tot op zekere hoogte een onbedoeld zijdelings zwenken van het plankje 7 met de 30 bijbehorende veiligheidsrisico's worden gereduceerd.

De hulsdelen 8, 9 bestaan in deze uitvoering uit gietaluminium, dat is voorzien van bijvoorbeeld een polyurethaandeklaag. De bouten/schroeven 14, 14'; 15, 15' en de kettingschalmen 13 kunnen van roestvaststaal zijn 35 vervaardigd.

1011674

Claims (9)

1. Inrichting voor het zwenkbaar aan een eventueel vaste constructie bevestigen van een uit schalmen bestaande ketting, bijvoorbeeld deel uitmakend van een sport- of speeltoestel, welke inrichting een via 5 een middenlangsvlak in twee complementaire hulpdelen scheidbare langwerpige huls omvat, welke hulsdelen in gekoppelde toestand samen een holte begrenzen, waarin ten minste één schalm van een einde van de ketting kan worden geaccommodeerd, aan welke 10 holte een doorgang voor het in langsrichting naar buiten doorlaten van de ketting aansluit; welke hulsdelen onderling losneembaar gekoppeld zijn door een van buiten af draaibare en aldus vastzetbare en losneembare schroefbout; 15 welke schroefbout zich door de holte heen uitstrekt door de schalm van een ketting heen; welke huls aan zijn boveneinde een rotatielager draagt met een van een doorgaand gat voorziene centrale bus, welke bus is ingericht om losneembaar met de 2 0 genoemde constructie te worden gekoppeld.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin zich een tweede schroefbout door de holte heen uitstrekt door een schalm van de ketting.

3. Inrichting volgens conclusie l, waarin het 25 lager een glijlager, een kogellager, een naaldlager, of dergelijke is.

4. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de hulsdelen uit aluminium(legering) bestaan.

5. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de 30 hulsdelen door gieten of spuitgieten vervaardigd zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de kettingschalmen uit roestvaststaal bestaan.

7. Inrichting volgens conclusie 1, waarin het lager door klemmen, krimpen, lijmen of een andere 1 ö 1 1 6 7 4 , f geschikte wijze van koppeling of combinaties daarvan vast met ten minste één hulsdeel verbonden is.

8. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de hulsdelen zijn voorzien van een corrosiewerende deklaag, 5 bijvoorbeeld van polyurethaan, polyetheramide, polyamide, of dergelijke.

9. Koppeling tussen een constructie en een inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de constructie twee bevestigingsoren omvat met 10 geregistreerde gaten, waardoorheen een bevestigingsbout of bevestigingspen is gestoken, die zich door de genoemde lagerbus heen uitstrekt. 1011674