NL1011397C1 - Ophangbeugel. - Google Patents
Ophangbeugel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1011397C1 NL1011397C1 NL1011397A NL1011397A NL1011397C1 NL 1011397 C1 NL1011397 C1 NL 1011397C1 NL 1011397 A NL1011397 A NL 1011397A NL 1011397 A NL1011397 A NL 1011397A NL 1011397 C1 NL1011397 C1 NL 1011397C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bracket
- disc
- shaft
- housing
- spring
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63K—RACING; RIDING SPORTS; EQUIPMENT OR ACCESSORIES THEREFOR
- A63K3/00—Equipment or accessories for racing or riding sports
- A63K3/04—Hurdles or the like
- A63K3/046—Equestrian hurdles
Landscapes
- Pivots And Pivotal Connections (AREA)
Description
Titel: Ophangbeugel.
De uitvinding heeft betrekking op een beugel voor het ondersteunen van een tussen staanders opgenomen dwarsbalk van 5 een hindernis voor in een springparcours voor springpaarden, omvattende een huis, dat op geschikte hoogte aan een staander bevestigbaar is, alsmede een steun, bestaande uit een als oplegpunt voor de dwarsbalk dienend steunvlak en een as.
Een wedstrijdonderdeel in de hippische sport is het 10 zogenoemde springparcours of concours-hippique, waarbij springpaarden een parcours van hindernissen zo snel mogelijk en foutloos dienen af te leggen. De hindernissen zijn opgebouwd uit twee of meerdere op enige afstand van elkaar opgestelde staanders, waartussen één of meerdere houten 15 dwarsbalken zijn aangebracht. De dwarsbalk steunt daarbij met zijn beide einden op het steunvlak van de beide beugels, welke met hun respectievelijke huis op een bepaalde instelbare hoogte aan elke staander zijn bevestigd. Het raken en het van het steunvlak afwippen van een dwarsbalk door het 20 springpaard resulteert in strafpunten.
Vooralsnog zijn er twee typen beugels te onderscheiden. Bij het eerste type vormen het huis en het steunvlak één geheel. Deze constructie bezit als nadeel, dat de dwarsbalk enkel onder invloed van een in hoofdzaak in horizontale 25 richting gerichte kracht tengevolge van een aanraking door het springpaard van het steunvlak af te wippen is. Bij een in vertikale richting gerichte kracht, bijvoorbeeld wanneer het springpaard met zijn berijder op de dwarsbalk valt, wordt de dwarsbalk door het steunvlak tegen gehouden. Deze tegen-30 werking leidt onherroepelijk tot blessures bij het paard en zijn berijder, welke blessures zeer ernstige vormen aan kunnen nemen, indien de dwarsbalk ten gevolge van de val versplintert.
Bij een ander type beugel is het steunvlak uitwerpbaar 35 in het huis opgenomen. Bij een dergelijke constructie is echter een aanzienlijke in vertikale richting gerichte kracht noodzakelijk om het steunvlak uit het huis te werpen. Echter in de praktijk zullen eventuele krachten niet in 1011307 2 hoofdzakelijk vertikale richting, maar meer onder een hoek op het steunvlak worden uitgeoefend. Dergelijke onder een hoek inwerkende krachten leiden in het voorkomende geval niet tot de gewenste uitwerping van het steunvlak, maar tot een 5 schranken en dientengevolge ongewenst en risicovol vastklemmen van het steunvlak in het huis.
Daarnaast bezit een dergelijke ophangbeugel een complexe constructie met losse onderdelen, welke gevoelig zijn voor verontreinigingen en beschadigingen. Een verder bezwaar is 10 gelegen in het feit, dat het uitwerpen van het steunvlak bij de bekende ophangbeugels niet of nauwelijks in te stellen is op een minimale gewenste op het steunvlak uitgeoefende kracht. Dit maakt het uitwerpen van het steunvlak in de praktijk onvoorspelbaar en willekeurig en vormt derhalve een 15 onaanvaardbaar veiligheidsrisico voor het springpaard en/of zijn berijder. Bovendien worden door het onvoorspelbare en willekeurige werking van de bekende beugels de spring-wedstrijden onder weinig uniforme en oneerlijke wedstrijd-condities gehouden.
20 De uitvinding beoogt bovengenoemde bezwaren te ondervangen en een ophangbeugel te verschaffen met een eenvoudige, onderhoudsvriendelijke constructie, waarbij het wegvallen van het steunvlak als ondersteuning voor de dwarsbalk zeer nauwkeurig op een gewenste kracht in te 25 stellen is.
De ophangbeugel wordt volgens de uitvinding daartoe gekenmerkt, doordat het einde van de as schijfvormig is uitgevoerd en, tegen een op het schijfoppervlak uitoefenbare kracht in, vrij scharnierbaar is opgenomen in een in het huis 30 aangebrachte sleuf. De scharnierbare constructie van het steunvlak in het huis voorkomt enig schranken en vastklemmen van het steunvlak. Dit resulteert in het voorkomende geval altijd in een wegvallen van het steunvlak onder de dwarsbalk en vermindert de kans op ernstige blessures bij het spring-35 paard en/of zijn berijder aanzienlijk. Het ontbreken van losse onderdelen verschaft een eenvoudige, onderhoudsvriendeli jke, maar bovenal bedrijfszekere ophangbeugel.
Bij een uitvoeringsvorm van de ophangbeugel wordt deze 1011397 3 gekenmerkt, doordat het huis is voorzien van een in de sleuf eindigende boring, waarin een veer opneembaar is. Daarbij kan tussen de veer en het manteloppervlak van het schijfvormige einde van de as een bolvormig element zijn aangebracht. De 5 door de veer en het bolvormige element op het schijfvormige einde van de as uitgeoefende kracht fungeert als activerings-kracht, welke overwonnen dient te worden, teneinde het steunvlak onder de dwarsbalk weg te laten scharnieren.
Bij een andere uitvoeringsvorm kan de ophangbeugel 10 worden gekenmerkt, doordat in horizontale positie van het steunvlak in het manteloppervlak van het schijfvormige einde van de as een deuk is aangebracht, waarin het bolvormig element tenminste gedeeltelijk opneembaar is. Eventueel kan in het manteloppervlak van het schijfvormige einde van de as 15 een groef zijn aangebracht, welke groef zich vanuit de horizontale positie van het steunvlak tot in de neergeklapte positie van het steunvlak verbreed en/of verdiept. Hierbij dient de deuk als extra aanslag en als positionering van het steunvlak in horizontale positie, terwijl de groef het in het 20 voorkomende geval naar beneden scharnieren van het steunvlak bevordert en daardoor het halverwege vastlopen of vastklemmen van het steunvlak voorkomt. Eventueel kunnen de deuk en de groef zodanig in het manteloppervlak zijn aangebracht, dat zij net niet met elkaar in verbinding staan.
25 Een bijzondere uitvoering van de ophangbeugel wordt volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de boring is voorzien van een inwendige schroefdraad voor het met behulp van een in de boring schroefbare bout onder spanning brengen van de veer. De mogelijkheid tot het instellen van de 30 aanslagkracht, welke overwonnen dient te worden teneinde het steunvlak weg te laten scharnieren, biedt een veelzijdige ophangbeugel, die zodoende aan de strenge veiligheidseisen voldoet en voor allerlei verschillende wedstrijden toepasbaar is. Verder kan de ophangbeugel, waarbij het huis is voorzien 35 van bevestigingspennen voor de bevestiging van het huis aan een staander, volgens de uitvinding worden gekenmerkt, doordat tenminste één bevestigingspin tot in de boring reikt, teneinde de bout te borgen. Dit maakt het mogelijk de 101 1397 4 ophangbeugel voor een wedstrijd op een zekere aanslagkracht in te stellen, waarna de borging van de bout eventuele fraude tijdens de wedstrijd ónmogelijk maakt.
Verder kan volgens de uitvinding het steunvlak een 5 vlakke of gebogen vorm bezitten.
De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht. De tekening toont achtereenvolgens in: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van 10 een beugel volgens de uitvinding; figuren 2a tot en met 2c aanzichten van een onderdeel uit de uitvoeringsvorm volgens figuur 1; figuren 3a en 3b vooraanzichten van verschillende uitvoeringsvormen van een ophangbeugel volgens de uitvinding. 15
In figuur 1 wordt een uitvoeringsvorm van een beugel volgens de uitvinding getoond. De beugel bestaat uit een huis 1, waarin een sleuf 7 is aangebracht en een steunvlak 2, dat met behulp van schroeven 4 op een as 3 is bevestigd. De as 3 20 is voorzien van een schijfvormig eindstuk 5, dat om een as 6 scharnierbaar in de sleuf 7 van het huis 1 is opgenomen. In het huis 1 is tevens een boring 10 aangebracht, welke tot in de sleuf 7 eindigt en bij deze uitvoeringsvorm door het volledige huis is aangebracht. In de boring is een veer 11 en 25 een bolvormig element 12, bijvoorbeeld een kogel, opgenomen, waarbij de kogel 12 tussen de veer 11 en het manteloppervlak 9a van het schijfvormig element 5 is geplaatst. Voorts is de boring 10 voorzien van een inwendige schroefdraad 13, welke het in de boring schroeven van een bout 14 mogelijk maakt.
30 Door met geschikt gereedschap de bout vanaf de zijde 15 in de boring 10 te schroeven, kan de veer 11 op een willekeurige veerkracht ingesteld worden. Zodoende drukt de kogel 12 met deze ingestelde kracht op het manteloppervlak 9a van het schijfvormig element 5.
35 In het huis 1 zijn tevens openingen 17 aangebracht, waarin bevestigingspinnen 16a en 16b opneembaar zijn. Met behulp van deze pinnen 16a en 16b kan de beugel op een bepaalde gewenste hoogte aan de staander van een, van een 1011397 5 springconcours deeluitmakende, hindernis worden bevestigd.
In gebruik is de as 3 met het steunvlak 2 om de as 6 in een horizontale positie A gescharnierd (zie figuur 1). Het steunvlak 2 dient daarbij als oplegpunt voor het vrije einde 5 van een dwarsbalk, welke dwarsbalk met zijn andere einde door een aan een andere staander bevestigde overeenkomstige beugel wordt ondersteund. De aldus tussen twee staanders op een bepaalde hoogte geplaatste dwarsbalk vormt een hindernis, welke tijdens een springparcours door een springpaard en zijn 10 berijder foutloos dient te worden genomen.
Het raken en van het steunvlak 2 afwippen van de dwarsbalk door een springpaard levert strafpunten op. Het van het van het steunvlak 2 afwippen van de dwarsbalk geschiedt veelal ten gevolge van een door het paard in hoofdzakelijk 15 horizontale richting uitgeoefende kracht op de dwarsbalk.
Er zijn echter tijdens de wedstrijd situaties denkbaar, bijvoorbeeld een weigering, waarbij het paard en/of zijn berijder op de dwarsbalk vallen. Teneinde te voorkomen dat de dwarsbalk de val van het springpaard (en zijn berijder) stuit 20 en zodoende ernstige blessures aan zowel het springpaard als zijn berijder toebrengt, is volgens de uitvinding de steun, bestaande uit het steunvlak 2, de as 3 en het schijfvormig element 5 scharnierbaar om de as 6 in de sleuf 7 van het huis 1 opgenomen. Hierbij dient een met behulp van de veer 11 25 instelbare kracht, welke via de kogel 12 op het mantel- oppervlak 9a wordt uitgeoefend, overwonnen te worden. Zoals getoond in de figuur 1 is het manteloppervlak 9a van het schijfvormig elemént 5 voorzien van een deuk 8, waarin de kogel 12 gedeeltelijk is opgenomen. De deuk 8 dient om de 30 door het steunvlak 2, de as 3 en het schijfvormig element 5 gevormde steun in de horizontale positie A te fixeren en voorkomt een vroegtijdig wegscharnieren van de steun. Tevens vormt de deuk 8 een aanslag, welke bij het naar beneden scharnieren van de steun overwonnen dient te worden.
35 De in de boring opgenomen veer 11 bezit bij voorkeur een lineaire veerkarakteristiek. Door verdraaiing van de bout 14 over een zekere afstand in de boring 10 te schroeven, is het zodoende mogelijk de veer 11 zeer nauwkeurig op een gewenste 1011397 6 veerkracht in te stellen. De totale "activeringskracht", die op de steun dient te worden uitgeoefend om deze om de as 6 te laten scharnieren, wordt bepaald door de met de bout in gesteld veerkracht en de kracht benodigd om de kogel 12 over 5 de door de rand van de deuk 8 gevormde aanslag te verplaatsen. Indien de op de dwarsbalk (en het steunvlak 2) uitgeoefende kracht, bijvoorbeeld bij een val, deze activeringskracht overwint, zal de steun (steunvlak 2, de as 3 en het schijfvormig element 5) om de as 6 gaan scharnieren. 10 Door dit scharnieren zal de kogel 12 langs de rand van de deuk 8 tegen de veerkracht in in de boring 10 omhoog verplaatsen.
Bij verdere scharniering rond punt 6 zal de door de rand van de deuk 8 gevormde aanslag worden overwonnen, waarna de 15 kogel 12 terecht komt in een eveneens in het manteloppervlak 9a aangebrachte groef 9. Deze groef bezit een zodanige vorm, waarbij deze zich vanuit horizontale positie A naar de neerwaarts gescharnierde positie B verbreed en/of verdiept is uitgevoerd. Onder invloed van de veerkracht van de veer 11 20 wordt de kogel 12 in de groef 9 gedrukt. Door de zich verbredende en verdiepende groef 9 ontmoet de kogel 12 steeds meer ruimte, waardoor de steun in neerwaartse richting verder zal scharnieren, totdat deze de positie B bereikt (zie figuur 1). Een verder doordraaien van de steun wordt door het 25 eindrand van de groef 9 gestuit.
Hoewel de steun over een hoek van ongeveer 90° vanuit positie A naar positie B scharniert en in de positie B door de eindrand van de groef 9 wordt gestuit, is bij voorkeur de groef 9 tot voorbij deze positie B in het manteloppervlak 9a 30 aangebracht. De steun kan dan over een grotere hoek (b.v.
100°) tot voorbij bij het laagste punt, zoals getoond in de positie B, wegscharnieren.
Door deze constructie wordt een halverwege vastklemmen van de steun en een zodoende niet wegvallen van de dwarsbalk 35 voorkomen èn vermindert dientengevolge het ontstaan van eventuele blessures aan het springpaard en/of zijn berijder aanzienlijk.
Het met behulp van de bout 14 instellen van de veer- 1011397 7 kracht van de veer 11 alsook de vorm en de diepte van de deuk 8 maken het mogelijk om de beugel volgens de uitvinding op een eenvoudige, doch zeer nauwkeurige wijze op een gewenste "activeringskracht" in te stellen, afhankelijk van het type 5 springparcours. Bij wedstrijden voor pony's, bereden door kinderen, is een lichte "activeringskracht” gewenst, terwijl bij professionele springwedstrijden met door topruiters bereden springpaarden een zwaardere afstelling van de beugel gewenst is. Ook het gewicht van de dwarsbalk kan hierbij een 10 rol spelen. Door de bout 14 uit de boring 10 te schroeven kan de veer 10 vervangen worden door een andere veer met een andere (zwaardere of lichtere) veerkarakteristiek.
In de figuren 2a tot en met 2c worden een aantal deelaanzichten van het schijfvormig element 5 getoond. Het 15 schijfvormig element is in combinatie met de figuur 1 voorzien van een opening 6, waardoor een scharnieras opneembaar is. De opening 18 dient voor het opnemen van een bij voorkeur zeskantige as 3, waarop het steunvlak 2 is bevestigd. Het manteloppervlak 9a van het schijfvormig 20 element 5 is voorzien van een deuk 8, alsmede van een zich verdiepende en verbredende groef 9. Bij voorkeur staan de deuk 8 en de groef 9 niet of nauwelijks met elkaar in verbinding. De overgang 19 tussen de deuk 8 en de groef 9 fungeert zodoende als een aanslag, welke bij het neerwaarts 25 scharnieren van de steun dient te worden overwonnen. Tevens dient de deuk 8, zoals eerder vermeld, als fixeerpositie voor de steun in horizontale positie, terwijl de zich verdiepende en verbredende groef 9 een soepele, niet haperende verplaatsing van de steun vanuit positie A naar de neerwaarts 30 gescharnierde positie B (zie figuur 1) bewerkstelligt.
In de figuren 3a en 3b worden een tweetal vooraanzichten van verschillende uitvoeringsvormen van het steunvlak 2 getoond. De in deze figuren weergegeven referentiecijfers hebben op dezelfde onderdelen als getoond in de figuur 1 35 betrekking'. In de figuur 3a bezit het steunvlak 2 een gebogen vorm, waarin een dwarsbalk gedeeltelijk opgesloten wordt. Zodoende hoeft een aanraking van de dwarswbalk door het springpaard niet automatisch tot een van de beugel afwippen 1011397 8 van de dwarsbalk te leiden. Het zal zonder meer duidelijk zijn, dat de vlakke uitvoering van het steunvlak 2, zoals getoond in de figuur 3b, het foutloos nemen van de hindernis een stuk moeilijker maakt. Hier zal een eventuele aanraking 5 van de dwarsbalk al gauw tot strafpunten leiden.
De verschillende onderdelen van de beugel zijn bij voorkeur van metaal vervaardigd, hetgeen een zeer nauwkeurige maatvoering mogelijk maakt. De aldus verkregen beugel is zeer nauwkeurig instelbaar. De specifieke constructie van de tegen 10 een "activeringskracht" in scharnierbaar in het huis opgenomen steun voorkomt haperingen of een halverwege vastklemmen van de steun in het huis 1. Is de beugel eenmaal "bekrachtigd", dat wil zeggen de kogel 12 heeft tegen de veerkracht in de rand 19 van de deuk 8 overwonnen, dan zal 15 de specifieke veer-kogel-groef constructie de steun vanuit de horizontale positie A neerwaarts naar de positie B laten scharnieren, waardoor de dwarsbalk vrij komt en de val van het springpaard en zijn berijder niet stuit. De beugel volgens de uitvinding is derhalve zeer veilig en beperkt in 20 aanzienlijke mate ernstige blessures aan het springpaard en zijn berijder. Door zijn veilige en bedrijfszekere constructie en zijn flexibele instelbaarheid voldoet de beugel volgens de uitvinding aan alle veiligheidseisen, zoals gesteld door de overkoepelende internationale hippische 25 federaties.
Hoewel de zeskantige as een vlakke positionering van het steunvlak 2 mogelijk maakt, kan de as 3 ook een willekeurige andere, bijvoorbeeld ronde, vorm bezitten. Eventueel kan het steunvlak 2 door middel van een lasbewerking op de as 3 30 worden aangebracht.
Eventueel kan de pin 16a (figuur 1) zodanig zijn uitgevoerd, dat deze tot in de boring 10 reikt. Hierdoor is het mogelijk om voorafgaand aan een springconcours de veer 11 met behulp van de bout 14 op een bepaalde "activeringskracht" 35 in te stellen en vervolgens deze bout 14 met behulp van de pin 16a in de boring 10 te zekeren. Na bevestiging van het huis 1 aan een staander kan de geborgde bout niet meer verdraaid worden, hetgeen fraude tijdens de wedstrijd 1011397 9 uitsluit. Als alternatief kan de bout 14 geborgd worden in de boring 10 door de opening 15 van de boring vol te gieten met een substantie, welke na uitharding de boring 10 verzegeld. Dit voorkomt tevens het binnendringen van zand en andere 5 verontreinigingen in de boring. Eventueel kan de bout 14 na instelling door een in de opening 15 aan te brengen dop of kapje afgeschermd worden. Ook deze voorzieningen maken de beugel bijzonder onderhoudsvriendelijk.
Een beugel met een vast ingestelde "activeringskracht" 10 kan verkregen worden de boring slechts vanuit de sleuf in het huis aan te brengen. De steun wordt na het aanbrengen van de veer en de kogel in de sleuf gemonteerd. De veer is zodoende in het huis opgesloten en de veerspanning kan niet met behulp van een bout willekeurig ingesteld worden.
15 1011397
Claims (9)
1. Beugel voor het ondersteunen van een tussen staanders opgenomen dwarsbalk van een hindernis voor in een 5 springparcours voor springpaarden, omvattende een huis, dat op geschikte hoogte aan een staander bevestigbaar is, alsmede een steun, bestaande uit een als oplegpunt voor de dwarsbalk dienend steunvlak en een as, met het kenmerk, dat het einde van de as schijfvormig is uitgevoerd en tegen een op het 10 schijfoppervlak uitoefenbare kracht in vrij scharnierbaar is opgenomen in een in het huis aangebrachte sleuf.
2. Beugel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis is voorzien van een in de sleuf eindigende boring, waarin een veer opneembaar is.
3. Beugel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tussen de veer en het manteloppervlak van het schijfvormige einde van de as een bolvormig element is aangebracht.
4. Beugel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in horizontale positie van het steunvlak in het manteloppervlak 20 van het schijfvormige einde van de as een deuk is aangebracht, waarin het bolvormig element tenminste gedeeltelijk opneembaar is.
5. Beugel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat in het manteloppervlak van het schijfvormige einde van de 25 as een groef is aangebracht, welke groef zich vanuit de horizontale positie van het steunvlak tot in de neergeklapte positie van het steunvlak verbreedt en/of verdiept.
6. Beugel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de in het manteloppervlak aangebrachte deuk en groef net niet 30 met elkaar in verbinding staan.
7. Beugel volgens één van de conclusies 2 tot en met 6, met het kenmerk, dat de boring is voorzien van een inwendige schroefdraad voor het met behulp van een in de boring schroefbare bout onder spanning brengen van de veer.
8. Beugel volgens conclusie 7, waarbij het huis is voorzien van bevestigingspinnen voor de bevestiging van het huis aan een staander, met het kenmerk, dat tenminste één bevestigingspin tot in de boring reikt, teneinde de bout te 1011397 borgen.
9. Beugel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunvlak een vlakke of gebogen vorm bezit. 5 1011397
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011397A NL1011397C1 (nl) | 1999-02-26 | 1999-02-26 | Ophangbeugel. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011397A NL1011397C1 (nl) | 1999-02-26 | 1999-02-26 | Ophangbeugel. |
NL1011397 | 1999-02-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1011397C1 true NL1011397C1 (nl) | 2000-08-29 |
Family
ID=19768726
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1011397A NL1011397C1 (nl) | 1999-02-26 | 1999-02-26 | Ophangbeugel. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1011397C1 (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2822718A1 (fr) * | 2001-03-28 | 2002-10-04 | Jacky Raoul Rene Lefebvre | Support de securite pour barre d'obstacle |
FR2826875A1 (fr) * | 2001-07-06 | 2003-01-10 | Jean Claude Bousquet | Dispositif de securite reglable de soutien de barres d'obstacles pour concours hippiques |
NL1036325C2 (nl) * | 2008-12-18 | 2010-06-21 | Martin Bernardus Hermanus Kuipers | Hindernis. |
-
1999
- 1999-02-26 NL NL1011397A patent/NL1011397C1/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2822718A1 (fr) * | 2001-03-28 | 2002-10-04 | Jacky Raoul Rene Lefebvre | Support de securite pour barre d'obstacle |
FR2826875A1 (fr) * | 2001-07-06 | 2003-01-10 | Jean Claude Bousquet | Dispositif de securite reglable de soutien de barres d'obstacles pour concours hippiques |
NL1036325C2 (nl) * | 2008-12-18 | 2010-06-21 | Martin Bernardus Hermanus Kuipers | Hindernis. |
EP2272578A3 (en) * | 2008-12-18 | 2011-05-04 | Martin Bernardus Hermanus Kuipers | Hurdle |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5044654A (en) | Plate release binding winter sports device | |
US5388821A (en) | Force limiting adjustable basketball goal | |
US5324027A (en) | Method and apparatus for adjusting a basketball goal | |
NL1011397C1 (nl) | Ophangbeugel. | |
US8413411B2 (en) | Horse mounting stirrup | |
US10695654B1 (en) | Double-kingpin skateboard truck incorporating a novel keyway slot and an L-shaped keyway bolt | |
CA2614521A1 (en) | Continuously height-adjustable jump cup attachment bracket and safety feature mechanism | |
US6056672A (en) | Training apparatus for cyclist and for physical exercise | |
EP0004210B1 (fr) | Dispositif de retenue pour barre d'obstacle | |
US6311798B1 (en) | Snowmobile with adjustable width front suspension | |
ITTV990139A1 (it) | Dispositivo di regolazione, particolarmente per un attacco da snowboard. | |
US20200156723A1 (en) | Training wheels for bicycle | |
US9566536B2 (en) | Variable length oxer and method of using same | |
DE10225050A1 (de) | Sicherheitsauflagen für Sprungstangen im Pferdesport | |
US20230173401A1 (en) | Race Start Gate Assembly | |
FR2495489A1 (fr) | Taquet support de barre, a une seule fiche, reglables 2 positions pour equitation de saut d'obstacles | |
DE2838902A1 (de) | Vorrichtung zur loesbaren halterung eines skischuhes an einem ski | |
AT523348A1 (de) | Stütze zur lösbaren verbindung mit einem motorrad | |
FR2822718A1 (fr) | Support de securite pour barre d'obstacle | |
DE102010030511A1 (de) | Fahrradstützvorrichtung | |
DE102008037230B4 (de) | Sicherheitsauflage für Hindernisstangen im Reitsport | |
AU627726B2 (en) | Adjustable basketball goal and method | |
DE69118544T2 (de) | Verbessertes stabilisierungsmittel für das erlernen des fahrradfahrens | |
NL1011674C2 (nl) | Zwenkkoppeling. | |
WO2017171559A1 (en) | Safety device for equestrian obstacles |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20030901 |