NL1011417C1 - Samenstel voor uitwerpselen. - Google Patents

Description

«

Samenstel voor uitwerpselen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor het opnemen van uitwerpselen, omvattende een de uitwerpselen 5 opnemend houderdeel voorzien van een toegangsopening alsmede een afgeef inrichting voor het af geven van een de hand beschermende bedekking, zoals een kunststofzakje, welke afgeefinrichting omvat opneemmiddelen voor een die bedekkingen omvattende rol alsmede afgeef middelen voor het af geven en scheiden van die bedekkingen, om-10 vattende twee samenwerkende afgeefplaatdelen die daartussen een baan voor die bedekkingen begrenzen.

Een dergelijk samenstel is bekend uit de Europese aanvrage 0 082 Il8. Dierenliefhebbers en met name hondenbezitters worden steeds meer verantwoordelijk gemaakt voor de uitwerpselen die hun 15 dieren deponeren. Vooral in stedelijke gebieden is de daardoor veroorzaakte overlast bijzonder groot. Daarom is in de stand der techniek voorgesteld in steden en dergelijke houders te plaatsen voor het opnemen van uitwerpselen. De gebruiker dient de uitwerpselen van het betreffende dier van de straat te nemen en in dergelijke houders 20 te brengen, welke houders periodiek door gemeentereiniging of dergelijke geledigd worden. Voor het aanvatten van de uitwerpselen is voorgesteld in een handbedekking te voorzien bestaande uit kunst-stofzakjes die afgegeven worden met behulp van een afgeefinrichting die bij dezelfde houder aangebracht is. Daardoor is het niet langer 25 noodzakelijk dat de gebruiker zelf iets bij zich heeft om de uitwerpselen af te kunnen voeren.

Hoewel een dergelijke constructie zeer bevredigend werkt, is gebleken dat het afgeven van de bedekkingen die opgerold zijn op een rolmateriaal niet onder alle omstandigheden even optimaal verloopt.

30 Tussen aangrenzende bedekkingen op een baan materiaal is een ver-zwakkingslijn aangebracht waarmee de verschillende opeenvolgende kunststofzakjes van elkaar gescheurd kunnen worden. Om deze inrichting zo eenvoudig mogelijk te houden, is ervoor gekozen dat de gebruiker zelf voor het transport van de baan materiaal bestaande uit 35 bedekkingen van de rol zorgt.

Uit deze twee bovenstaande eisen volgt dat enerzijds de baan materiaal niet te gemakkelijk uit de afgeefinrichting mag bewegen omdat dan afscheuren van twee aangrenzende bedekkingen niet goed 10 114 17 2 mogelijk is. Anderzijds mag het transport niet te zwaar zijn omdat anders voortijdig scheuren van twee kunststofzakjes van elkaar plaatsvindt en het voor de gebruiker niet mogelijk is in verder transport van de baan materiaal te voorzien.

5 Het doel van de onderhavige uitvinding is dit nadeel te vermij den.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven samenstel verwezenlijkt doordat die afgeefplaatdelen verend tegen elkaar gedrukt worden. Door de afgeefplaten verend tegen elkaar te drukken, wordt een 10 klemkracht opgewekt die enerzijds het afgeven van de zakjes bemoeilijkt, maar anderzijds onder alle omstandigheden transport daarvan mogelijk maakt.

i

Daarbij is het mogelijk dat middelen aanwezig zijn om de veerkracht, waarmee de twee afgeefplaatdelen tegen elkaar gedrukt wor-15 den, te regelen.

| Hiermee wordt een aanzienlijke verbetering verkregen. Verdere ' verbetering kan verkregen worden door de afgeefplaatdelen verend aan elkaar te bevestigen, d.w.z. dat de veerkracht rechtstreeks tussen deze afgeefplaatdelen werkt. Daardoor is de aandrukkracht tussen 20 deze afgeefplaatdelen nauwkeurig gedefinieerd en niet afhankelijk van de positie van een overig deel van de inrichting waartegen een veer of dergelijke afsteunt. Door het op nauwkeurige wijze regelen van de kracht waarmee de afgeefplaatdelen naar elkaar toe getrokken worden, is het mogelijk transport van de baan materiaal bestaande 25 uit bedekkingen vanaf de rol nauwkeurig te beheersen waardoor aan de bovenstaande eisen voldaan wordt.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is ten minste een van de grensvlakken van de afgeefplaatdelen van een gegolfd oppervlak voorzien. Daardoor kan in samenwerking 30 met de eerdergenoemde veermiddelen een voldoende weerstand van de baan materiaal tussen de afgeefplaatdelen verwezenlijkt worden welke weerstand op nauwkeurige wijze controleerbaar is. Het effect van deze gegolfde delen kan verder vergroot worden indien dit uit een rubberachtig materiaal bestaat.

35 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding omvat ten minste een van de afgeefplaatdelen een (hulp)deksel. Dit deksel geeft toegang tot de opname waarin de rol met bedekkingen * opgenomen is. Daarbij worden volgens een van voordeel zijnde ; 1011^17 3 uitvoering van de uitvinding de veermiddelen enerzijds gebruikt voor het op gedefinieerde wijze tegen elkaar aan bewegen van de afgeefplaatdelen en anderzijds als vergrendeling van dat (hulp)deksel. Daarbij is het vanzelfsprekend noodzakelijk dat deze 5 vergrendeling ongedaan gemaakt kan worden om een nieuwe rol bedekkingen te kunnen plaatsen.

Bij voorkeur zijn twee van dergelijke veermiddelen of veerconstructies aanwezig, elk nabij een uiteinde van de afgeefplaten. Dat wil zeggen, de baan materiaal beweegt zich tussen 10 dergelijke veermiddelen door.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 perspectivisch het opslag/afgeefsamenstel volgens de 15 uitvinding:

Fig. 2 een detail van de afgeefinrichting volgens de uitvinding; en

Fig. 3 een variant van de afgeef inrichting in een detail volgens fig. 2 toont.

20 In fig. 1 is het opslag/afgeefsamenstel volgens de uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. Dergelijke samenstellen worden in steden en op andere plaatsen gebruikt waar de uitwerpselen van dieren een probleem vormen. Dit samenstel bestaat uit een houderdeel 2 voor het bevatten van de uitwerpselen 7 alsmede een afgeefdeel 3 25 voor het afgeven van bedekkingen om de uitwerpselen aan te pakken.

Het houderdeel 2 is eventueel voorzien van een daarin aangebrachte bak 4 en een deksel 6 voorzien van een opening 5· Uitwerpselen kunnen door deze opening 5 in bak 4 gedeponeerd worden en na het openen van deksel 6 kan bak 4 voor het ledigen verwijderd worden. 30 Begrepen moet worden dat het ook mogelijk is de constructie toe te passen zonder bak 4, waarbij het ledigen op andere wijze uitgevoerd wordt. Deksel 6 is scharnierend met de rest van de constructie verbonden en een niet-afgebeelde slotconstructie is aanwezig.

In het deksel 6 bevindt zich het afgeefdeel 3· Uit is uitge-35 voerd voor het afgeven van bedekkingen 8 als getoond in fig. 2. Deze bedekkingen 8 zijn opgerold op een rol 9 die geplaatst is tussen pennen 10. Bij het scharnieren van deksel 6 beweegt het gehele afgeefdeel 3 mee. De baan afkomstig van rol 9 beweegt tussen twee 1 0 Π 4 1 7 4 afgeefplaatdelen l4, 15. Op de naar elkaar toe gerichte (grensvlakken van afgeefplaten 14 en 15 zijn gegolfde rubberachtige delen aangebracht om in een veerstand tegen het wegnemen van de baan van rol 9 door de gebruiker te voorzien. Deze weerstand wordt verder 5 verhoogd door de aanwezigheid van twee veerconstructies 19 (slechts één is afgebeeld. Deze uitneemweerstand is van belang. Enerzijds moet deze zo groot zijn dat voldoende transport van materiaal van rol 9 gewaarborgd is, terwijl anderzijds de weerstand niet zo groot mag zijn dat voortijdig afscheiding, d.w.z. scheuren, van de bedek-10 kingen 8 van rol 9 plaatsvindt zodat verder transport onmogelijk wordt.

Wand 13 van deksel 6 is voorzien van een afschermrand 16 en afdekplaat 15 bevindt zich op enige afstand daarvan zodat daartussen een spleet 17 begrensd wordt. Dit deel bevindt zich buiten de hou-15 der.

De veerconstructie volgens de uitvinding is in het geheel met 19 aangegeven. Deze bestaat uit een oogbout 20 voorzien van moer 21 en draaiknop 2k alsmede veer 22. Oogbout 20 is ingericht om in een positie, de inbreng- of de verwijderpositie, te steken door opening 20 23 in bevestigingslip 25· Indien vervolgens de bout 20 een kwartslag gedraaid wordt, wordt deze opgenomen in het daar loodrecht op staande deel van de opening 23 welke zodanig bemeten is dat het oog van de oogbout 20 daar juist niet door bewegen kan en zo in vergrendeling voorzien wordt. Afdekplaat 15 maakt deel uit van hulpdeksel 16 25 dat bij 12 gescharnierd is. Indien oogbout 20 uitgaande van de positie volgens fig. 2 een kwartslag gedraaid wordt, kan dit deksel van dit hulpdeksel weggescharnierd worden en wordt toegang tot rol 9 verschaft en kan deze vervangen worden.

Daar de aandrukkracht van de afgeefplaatdelen 14 en 15 uitslui-30 tend bepaald wordt door de op deze platen aangrijpende delen van de oogbout 20 en daarop aangebrachte veerbelasting welke door verstellen van moer 21 regelbaar is, kan deze aandrukkracht zeer nauwkeurig gedoseerd worden en is niet afhankelijk van tijdens bedrijf optredende toleranties. Dit in tegenstelling tot constructies volgens de 35 stand der techniek waarbij de veer weliswaar afsteunde op afdekplaat 15, maar anderzijds niet afsteunde op afdekplaat 14.

In fig. 3 is een variant van de in fig. 1 en 2 getoonde constructie getoond. De met fig. 1 en 2 overeenkomstige delen zijn van 1 0 i 1 h 1 7 5 dezelfde verwijzingscijfers voorzien.

Uit de tekening blijkt ten eerste dat de rol die thans met 29 aangegeven is, precies andersom tussen de pennen 10 geplaatst kan worden (streep-stippellijn), zodat de bewegingsrichting van de baan-5 materiaal dan enigszins afwijkt.

De eerder beschreven veerconstructie is gewijzigd en vervangen door twee veerconstructies die in het geheel met 39 aangegeven zijn. Afgeefplaat 35 is voorbij de vrije uiteinden aan weerszijden van een oor 33 voorzien waarin het einde 34 van veer 37 grijpt. Veer 37 is 10 anderzijds via een schroef constructie 38 net de bovenzijde van deksel 26 verbonden. Door stellen van de moer 41 kan de veerspanning geregeld worden.

Begrepen zal worden dat met de uitvindingsgedachte vele varianten aangebracht kunnen worden aan hetgeen hierboven beschreven is.

15 Dergelijke varianten worden alle geacht voor de hand liggend te zijn na bovenstaande beschrijving en te liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

1 ü I 1 μ 1 7

Claims (7)

1. Samenstel (1) voor het opnemen van uitwerpselen, omvattende een de uitwerpselen opnemend houderdeel (6) voorzien van een toe-gangsopening (5) alsmede een afgeefinrichting (3) voor het afgeven 5 van een de hand beschermende bedekking (8), zoals een kunststofzak-je, welke afgeefinrichting omvat opneemmiddelen (10) voor een die bedekkingen omvattende rol (9) alsmede afgeefmiddelen voor het afgeven en scheiden van die bedekkingen, omvattende twee samenwerkende afgeefplaatdelen (14, 15) die daartussen een baan (17) voor die 10 bedekkingen begrenzen, met het kenmerk, dat die afgeefplaatdelen verend tegen elkaar gedrukt worden.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij die afgeefplaatdelen verend aan elkaar bevestigd zijn.

3- Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 15 ten minste een van de grensvlakken van die afgeefplaatdelen voorzien is van een gegolfde bekleding (18).

4. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een van de grensoppervlakken van die afgeefplaten van een rubberachtige bekleding is voorzien. 20

5· Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een van die afgeefplaatdelen een scharnierend dekseldeel (11) omvat.

6. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de uiteinden, in de richting loodrecht op de transportrichting van de bedekking, van de afgeefplaatdelen steeds voorzien zijn van veer-25 middelen (19) om de afgeefplaatdelen scharnierend met elkaar te verbinden.

7· Samenstel volgens conclusie 6, waarbij die scharniermiddelen omvatten een met veerkracht belaste grendelpen (20) die enerzijds losneembaar met een van de afgeefplaatdelen (14) verbindbaar is en 30 anderzijds op het andere grendelplaatdeel (15) afsteunt. ******** i o 1 u ί 7