NL1011106C2

NL1011106C2 - Werkwijze en inrichting voor het recyclen van bitumenhoudende materialen, meer in het bijzonder van bitumineuze dakbedekkingsmaterialen.

Info

Publication number: NL1011106C2
Application number: NL1011106A
Authority: NL
Inventors: Martin Muelbeck
Original assignee: Modiglass Modified Asphalt
Priority date: 1999-01-21
Filing date: 1999-01-21
Publication date: 2000-07-24
Also published as: EP1144171A1; WO2000043184A1; ATE267679T1; DE60011042T2; AU2466300A; DE60011042D1; EP1144171B1; DK1144171T3

Description

Werkwijze en inrichting voor het recyclen van bitumen-houdende materialen, meer in het bijzonder van bitumineuze dakbedekkingsmaterialen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een 5 inrichting voor het recyclen van bitumenhoudende materialen, meer in het bijzonder bitumineuze dakbedekkingsmaterialen .

Het is bekend om het afval van bitumineuze dakbedekkingsmaterialen, dat bestaat uit bitumen met eventueel 10 inlagen zoals polyestervlies of glasvlies of -weefsel en dergelijke, met leislag en dergelijke en met eventueel overig dakbedekkingsmateriaal vormende bestanddelen, zoals al dan niet aanklevende isolatiematerialen gevormd uit polyurethaan, polystyreen, steenwol en 15 dergelijke te recyclen door .de bitumineuze materialen te verhitten, zodanig dat de bitumen in de bitumenhoudende materialen smelt, waarna het bitumen en overige het dakbedekkingsmateriaal vormende bestanddelen van elkaar worden gescheiden. Na het sorteren, verkleinen 20 en smelten wordt het materiaal gezeefd en gesorteerd. De bekende toegepaste methoden vergen veel energie en zijn tamelijk omslachtig.

Het is een oogmerk van de onderhavige uitvinding om een verbeterde werkwijze-en inrichting te verschaffen voor 25 het recyclen van bitumenhoudende materialen.

De werkwijze volgens de uitvinding, welke omvat het inbrengen van de bitumineuze materialen in een bak en het in de bak doen smelten van het bitumen in de bitumineuze materialen, wordt hierdoor gekenmerkt, dat de 30 bitumen en de overige het bitumineuze materiaal vormende bestanddelen van.elkaar worden gescheiden door de overige het dakbedekkingsmateriaal vormende bestanddelen in de bak samen te persen of te drukken.

ί 0 1 11 0 3 2

Volgens een verder kenmerk van de werkwijze volgens de uitvinding worden de samengedrukte of -geperste bestanddelen uit de bak verwijderd, waarbij deze volgens nog een kenmerk van de werkwijze volgens de uitvinding 5 uit de bak worden getild of gehesen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het toepassen van de werkwijze, welke inrichting is gevormd door een bak die bestemd is om de bitumineuze materialen op te nemen, met middelen voor het toe en 10 afvoeren van bitumen, met middelen voor het in stroming brengen van de inhoud, en met middelen voor het verwarmen van de inhoud, en welke hierdoor wordt gekenmerkt, dat de bak is voorzien van middelen met behulp waarvan de bitumineuze materialen in de bak kunnen worden 15 samengeperst of -gedrukt.

Volgens nog een kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding worden de persmiddelen gevormd door een in de bak over de bodem van de bak in de richting van een wand van de bak beweegbare, verticaal in de dwarsdoor-20 snede passende, plaat.

Volgens een verder kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding zijn middelen aanwezig met behulp waarvan de samengeperste bestanddelen uit het materiaal uit de bak kunnen worden verwijderd, terwijl volgens weer een 25 ander kenmerk deze worden gevormd door een inrichting die is aangepast om de bestanddelen uit de bak te tillen of te hijsen.

Met de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk om op een eenvoudige wijze bitumineuze 30 materialen te recyclen en het bitumen van eventueel inlagen zoals polyestervlies of glasvlies of -weefsel en dergelijke, leislag en dergelijke en eventueel overig dakbedekkingsmateriaal vormende bestanddelen,

[ j * ί i U O

3 zoals al dan niet aanklevende isolatiematerialen gevormd uit polyurethaan, polystyreen, steenwol en dergelijke, te scheiden. Daarbij is het niet nodig dat de materialen eerst worden verkleind.

5 De uitvinding zal hierna worden beschreven aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

In de figuur is getoond een bak volgens de uitvinding voor het recyclen van bitumineus dakbedekkingsmate-riaal.

10 Zoals in de figuur is te zien, worden in een bak 1 bitumineuze banen of rollen 2 inclusief de leislag, de inlage en het eventueel daaraan hechtende isolatiemateriaal gestort. Als smeltmedium wordt vloeibare hete bitumen 3 of hete stookolie gebruikt van ca 200 ’C. De 15 bak wordt tot boven het materiaal gevuld.

Het bitumen 3 wordt rondgepompt door middel van de pomp 4 en wordt met hoge snelheid langs de te recyclen bitumieuze rollen of dakbanen gevoerd, waarbij het bitumen van de dakbanen in het smeltmedium wegsmelt.

20 Een filter 10 zuivert de bitumen van eventueel loslatend leislag en dakvuil.

Na enige tijd zullen de rollen afvalmateriaal gesmolten zijn en resteren de overige het dakbedekkingsmateriaal vormende bestandddelen, zoals de inlagen, de kokers, de 25 leislag, de isolaties en dergelijke.

Via een dubbelwandige constructie van de bak dan wel van het pijpensysteem kan en/of moet extra energie worden toegevoerd door middel van een hete oliecircula-tiesysteem 5.

30 In de bak 1 is verder aanwezig een in de bak over de bodem 6 van de bak in de richting van een wand 7 van de bak beweegbare, verticaal in de dwarsdoorsnede passende, plaat 8. Nadat de rollen 2 in de bak 1 zijn inge- ï 0 1 11 0 3 4 bracht en na het smelten van het bitumenbestanddeel in de rollen wordt de bak leeggepompt. Het residu van de rollen wordt door de plaat 8 in de richting van een wand 7 geduwd en samengeperst tot een blok, vrijwel 5 zonder bitumen, van de kokers, de inlagen en de lei-slag.

Dit blok kan vervolgens uit de bak worden gehesen en worden afgevoerd door middel van een daartoe aangepaste inrichting 9.

10 Met de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk om in één enkele stap de bitumineuze afvalmaterialen zoals de rollen te smelten en het residu door het samenpersen vergaand en vrijwel geheel te ontdoen van zich daaraan hechtend bitumen. Dit 15 residu kan worden afgevoerd en kan bijvoorbeeld worden verbrand in een afvalverwerkingsinstallatie omdat het weinig bitumen bevat.

De afmetingen van de bak kunnen variëren. De bak kan bijvoorbeeld een afmeting hebben van 50 bij 3 bij 2 20 meter waarbij de verwerkinsgcapaciteit is 50.000 ton bitumineus sloopafval per jaar. De capaciteit kan relatief eenvoudig en goedkoop worden vergroot door de lengte van de bak te vergroten.

* "· : .

Claims

1. Werkwijze voor het recyclen van bitumenhoudende materialen, meer in het bijzonder voor het recyclen van bitumineuze dakbedekkingsmaterialen bestaande uit 5 bitumen met eventueel inlagen zoals polyestervlies of glasvlies of -weefsel en dergelijke, met leislag en dergelijke en met eventueel overig dakbedekkingsmate-riaal vormende bestandddelen, zoals al dan niet aanklevende isolatiematerialen gevormd uit polyurethaan, 10 polystyreen, steenwol en dergelijke, omvattend het inbrengen van de bitumineuze materialen in een bak en het in de bak doen smelten van de bitumen in de bitumineuze materialen, met het kenmerk, dat de bitumen en de overige het bitumineuze materiaal vormende bestand-15 delen van elkaar worden gescheiden door de genoemde overige het dakbedekkingsmateriaal vormende bestanddelen in de bak samen te persen of te drukken.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de samengedrukte of -geperste bestanddelen uit de bak 20 worden verwijderd.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de samengedrukte of -geperste bestanddelen uit de bak worden getild of gehesen.

4. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze vol- 25 gens een der voorgaande conclusies, gevormd door een bak bestemd om de bitumineuze materialen op te nemen, met middelen voor het_toe- en afvoeren van bitumen, met middelen voor het in stroming brengen van de inhoud, en met middelen voor het verwarmen van de inhoud, met het 30 kenmerk, dat de bak is voorzien van middelen met behulp waarvan de bitumineuze materialen in de bak kunnen worden samengeperst of -gedrukt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, roet het kenmerk, dat de persmiddelen worden gevormd door een in de bak over de bodem van de bak in de richting van een wand van de bak beweegbare, verticaal in de dwarsdoorsnede passen- 5 de, plaat.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn met behulp waarvan de samengeperste bestanddelen uit het materiaal uit de bak kunnen worden verwijderd.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een inrichting die is aangepast om de bestanddelen uit de bak te tillen of te hijsen.

1 Q 1 i i ü o