NL1010771C2 - Stal, voorzien van een mestschuif alsmede gebruik van een mestschuif. - Google Patents

Stal, voorzien van een mestschuif alsmede gebruik van een mestschuif. Download PDF

Info

Publication number
NL1010771C2
NL1010771C2 NL1010771A NL1010771A NL1010771C2 NL 1010771 C2 NL1010771 C2 NL 1010771C2 NL 1010771 A NL1010771 A NL 1010771A NL 1010771 A NL1010771 A NL 1010771A NL 1010771 C2 NL1010771 C2 NL 1010771C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
manure
scraper
stable
floor
manure scraper
Prior art date
Application number
NL1010771A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Daniel Lycklama A Nijholt
Lieuwe Sikkema
Hendrik Willem Johan Houwers
Original Assignee
Brouwers Bv L S
Boer Beton Den
Inst Milieu & Agritech
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Brouwers Bv L S, Boer Beton Den, Inst Milieu & Agritech filed Critical Brouwers Bv L S
Priority to NL1010771A priority Critical patent/NL1010771C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1010771C2 publication Critical patent/NL1010771C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/01Removal of dung or urine, e.g. from stables
    • A01K1/0128Removal of dung or urine, e.g. from stables by means of scrapers or the like moving continuously

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

* * ·
Stal, voorzien van een mestschuif alsmede gebruik van een mestschuif.
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stal, omvattende een gesloten vloer, die met tenminste één zijkant uitkomt op een lager gelegen mestafstort. Mestschuif met een in wezen langwerpige vorm, omvattende tenminste één zich in langsrichting uitstrekkende schraaprand, waarop een in dwarsrichting verlopende, naar boven gekeerde schepvlak aansluit, dat zodanig is uitgevoerd dat het door de schraaprand losgeschraapte 10 mest kan opscheppen.
Een dergelijke stal, althans dierenverblijf, is bekend uit FR-2.040.699. Deze publicatie openbaart een verblijf voor vogels, waarbij de kooien aan een driehoekig frame zijn opgehangen en waarbij zich onder, tussen het frame, een goot voor opvang van mest bevindt. Door deze goot is een schepachtige mestschuif heen en weer 15 beweegbaar om de mest naar het einde van de goot af te voeren en in een lager staande wagen af te geven.
Voorts is een stal met mestschuif onder meer bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 1.003.271. De mestschuif zoals uitgevoerd in NL-A-1.003.271 bestaat uit een langwerpige balk voorzien van een zich in langsrichting uitstrekkende 20 schraaprand. Deze schraaprand is de rand van de balk, welke zich uitstrekt langs de schuifzijde (ofwel aan de duwrichtingszijde) van de balk en met de vloer van de stal contact maakt of althans (eventueel contactloos) dicht langs de stalvloer loopt. Een dergelijke rand zal in de praktijk een schrapende werking hebben. Bij de mestschuif volgens NL-1.003.271 sluit aan de mestschuifzijde op de schraaprand een duwvlak aan, 25 dat loodrecht op de stalvloer staat. De mestschuif volgens NL-1.003.271 duwt bij het schuiven de mest voor zich uit. Om te voorkomen dat de mestschuif dan als het ware onder de weg te schuiven mest doorgaat en de mest dan aan de achterzijde van de schuif terecht kan komen, dient het duwvlak dan een voldoende hoogte te hebben.
Mestschuiven met een schraaprand en een daarop aansluitend, in het algemeen 30 verticaal georiënteerd duwvlak, zoals uit NL-A-1.003.271 bekend, zijn ook uit andere bronnen bekend. Het nadeel van ook die mestschuiven is weer dat het duwvlak relatief hoog moet zijn opdat de mestschuif niet als het ware onder de mest doorgeschoven wordt. Een verder nadeel van een relatief hoog duwvlak is dat de mestschuif minder 10 1 0 77 1 \ · 2 gemakkelijk onder een afscheiding door kan. De afscheiding dient aan de onderzijde namelijk een spleet vrij te laten met een hoogte voldoende hoog voor het doorlaten van de mestschuif. Een verder nadeel van het in wezen verticale, in het algemeen betrekkelijk hoge duwvlak is dat een dergelijke mestschuif zich niet goed leent voor het schuiven van 5 mest in de varkenshokken. Varkens hebben, vergeleken met bijvoorbeeld koeien, relatief korte poten en derhalve relatief veel hinder van een hoge mestschuif. Een verder nadeel met betrekking tot varkenshokken is dat varkens van aard nieuwsgierig zijn en de neiging vertonen met de mestschuif mee te gaan lopen. Wanneer een uit de stand der techniek bekende mestschuif met een duwvlak dan onder een hokafscheiding door moet, dan 10 bestaat er het relatief grote risico dat een poot of ander deel van een varken tussen de afscheiding en de mestschuif bekneld raakt en verwond zou kunnen worden. Voorts is het van belang te realiseren dat bij een varkenshok de hokafscheiding zich tot zeer dicht bij de mestvloer moet voortzetten teneinde te voorkomen dat varkens met een poot tussen de vloer en de onderzijde van de hokafscheiding bekneld kunnen raken.
15 De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde stal met mestschuif die onder meer voomoemde nadelen niet vertoont.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de mestschuif langs en over het bovenvlak van de stalvloer heen en weer beweegbaar is dwars op de zijkant en doordat de stalvloer een door dieren, in het bijzonder zoogdieren, te belopen vloer is.
20 Onder een tenminste in dwarsrichting verlopend schepvlak wordt hier verstaan een schepvlak, dat voor wat betreft de uitstrekkingsrichting in dwarsrichting in elk geval een horizontale component ongelijk aan nul heeft en eventueel ook een verticale component. Dit in wezen het geval voor elk vlak dat zich niet uitsluitend verticaal uitstrekt, zoals bij het NL-A-1.003.271 bekende duwvlak het geval is. Indien op de schraaprand een vlak 25 aansluit, dat een verticale hoogte van ongeveer 10 cm heeft en zich uitstrekt onder ongeveer 75° ten opzichte van de horizontaal, dan zal het duidelijk zijn dat een dergelijk in het geval van het schuiven van mest geen scheppende werking heeft en dus geen schepvlak is maar nog steeds een duwvlak. Voorts zal het duidelijk zijn dat het schepvlak zich in dwarsrichting van de mestschuif beschouwd zowel recht als gekromd kan 30 verlopen.
Voordeel van een dergelijke stal met mestschuif volgens de uitvinding is onder meer dat deze met een betrekkelijk geringe hoogte kan worden uitgevoerd, eventueel zelfs als plaat kan worden uitgevoerd met een hoogte gelijk aan ongeveer de plaatdikte, 10 1 0 771 3 hetgeen het onder een hokafscheiding door passeren aanzienlijk vergemakkelijkt alsmede een dergelijke schuif bij uitstek toepasbaar maakt in door dieren bezette varkenshokken. Een dergelijke stal heeft verder tot voordeel dat de hokken waarin de dieren verblijven in verminderde mate met ammoniakdampen belast worden, hetgeen het milieu en de 5 gezondheid van de dieren ten goede komt. Uit mestkelders opstijgende ammoniakdampen kunnen namelijk niet via de vloer in het hok terecht komen.
Een goede opscheppende werking wordt volgens de uitvinding verkregen wanneer de zich in dwarsrichting van de mestschuif uitstrekkende raaklijn langs het schepvlak bij de scheprand met de horizontaal een hoek kleiner dan 45°, bij voorkeur kleiner dan 30°, 10 en met meer voorkeur van 20° of kleiner insluit. Dergelijke betrekkelijk scherpe hoeken tussen het schepvlak en de horizontaal verkleinen bovendien de kans dat een dier hinder ondervindt van de mestschuif of tussen bijvoorbeeld de mestschuif en een hokafscheiding bekneld kan raken.
Teneinde op de mestschuif voldoende mest te kunnen meevoeren, zonder dat de 15 verticale hoogte van de mestschuif hoeft toe te nemen, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer het schepvlak een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend segment omvat. Een dergelijk horizontaal segment van het schepvlak zal in de praktijk een horizontale breedte van tenminste 10 cm, en bij voorkeur 30 cm of meer, hebben teneinde een voldoende schepcapaciteit te verkrijgen. Deze horizontale breedte kan bij 20 grotere hokken aanzienlijk oplopen. Bij een hok met een schuifslag van 30 meter wordt bijvoorbeeld een breedte voor het horizontale segment van 100 cm of meer voorzien.
Alhoewel het schepvlak gekromd of gedeeltelijk gekromd kan verlopen verdient het om productietechnische reden de voorkeur wanneer het op de schraaprand aansluitende segment van het schepvlak in hoofdzaak schuin, dat wil zeggen langs een 25 rechte, verloopt.
Opdat de mestschuif onder tot dicht bij de grond reikende hokafscheidingen door kan passeren en in het bijzonder ook bij bevolkte varkenshokken toepasbaar is, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de verticale hoogte van de mestschuif minder dan ongeveer 7 cm, bij voorkeur ongeveer 5 cm of minder, zoals bijvoorbeeld ongeveer 3 30 cm of minder is.
Ingeval de te reinigen stalvloer is voorzien van afwateringgroeven of drainagegroeven, zoals bijvoorbeeld uit NL-A-1.003.271 bekend zijn, dan is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de mestschuif is voorzien van schraapelementen, die in 101 0 771 4 langsrichting beschouwd met onderlinge tussenafstanden zijn aangebracht en die een, met de bovenzijde op het schepvlak aansluitend bovenvlak hebben alsmede een de onderzijde van dat bovenvlak begrenzende schraapkant hebben. Deze schraapkant zal dan over de bodem van de groef lopen en in de groef aanwezige mest losschrapen, 5 waarna deze via het bovenvlak van het desbetreffende schraapelement naar het schepvlak kan worden opgeduwd.
Opdat de mestschuif in twee tegenovergestelde richtingen werkzaam kan worden gebruikt, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer deze twee, aan tegenoverliggende langszijden voorziene, schraapranden heeft waartussen zich het 10 schepvlak uitstrekt. Een dergelijke mestschuif kan dan in principe ten opzichte van een middellangsvlak spiegel symmetrisch zijn uitgevoerd.
Teneinde het mest meevoerende vermogen van de mestschuif volgens de uitvinding te verbeteren, is het voordelig wanneer op het schepvlak profileringen en/of tenminste één meenemer zijn voorzien. Dergelijke profileringen of meenemers hebben 15 tot doel het over de mestschuif heen schuiven van opgeschepte mest tegen te gaan.
Teneinde de mestschuif te ontdoen van daarop meegevoerde mest is het bij de stal volgens de uitvinding voordelig wanneer deze verder omvat afveegmiddelen om op de mestschuif meegevoerde mest in de mestafstort af te storten. Opdat de mestschuif zelf in afmetingen en massa zoveel mogelijk beperkt wordt is het daarbij in het bijzonder 20 voordelig wanneer de afveegmiddelen bij de zijkant van de vloer zijn opgesteld en niet op de mestschuif zijn opgesteld. De afveegmiddelen kunnen bijvoorbeeld waterstraalmiddelen zijn waarmee de mestschuif wordt schoongespoten. Ook, alhoewel minder voor de hand liggend, kunnen de afveegmiddelen borstels omvatten. De mest kan ook zijdelings via een afschraapinrichting worden verwijderd of door een onder een hoek 25 opgestelde afschraper worden verwijderd. Het is volgens de uitvinding echter in het bijzonder voordelig wanneer de afveegmiddelen een zich bij voorkeur (in langsrichting van de mestschuif uitstrekkende) boven de mestafstort opgestelde slabbe omvatten, welke slabbe bij voorkeur flexibel is uitgevoerd. De mestschuif kan dan onder de slabbe doorgevoerd worden, of de slabbe kan over de mestschuif gevoerd worden, waarbij de op 30 de mestschuif liggende mest door de slabbe wordt tegengehouden of meegenomen om deze in de mestafstort te doen vallen.
Om de efficiency te verhogen is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de vloer twee evenwijdige op een lager gelegen mestafstort uitkomende zijkanten heeft, en 10 1 0 771 5 dat is voorzien in een voortbewegingsstelsel om de meslschuif tussen de mestafstorten heen en weer te bewegen. Aldus kan de mestschuif telkens vanaf de ene naar de andere mestafstort gaand en omgekeerd vanaf de andere naar de ene mestafstort gaand een werkzame slag maken en wordt voorkomen dat de mestschuif een onwerkzame 5 teruggaande slag moet uitvoeren alvorens de nieuwe werkzame slag te kunnen maken.
Bij de stal volgens de uitvinding is het verder voordelig wanneer deze omvat tenminste twee aangrenzende, door een afscheiding onderling afgescheiden hokken, waarbij tussen de afscheiding en de onderliggende vloer een spleet met een hoogte groter dan die van de mestschuif is vrijgelaten. De mestschuif kan aldus vanuit het ene hok 10 doorgaan het andere hok in zonder dat de mestschuivende werking onderbroken hoeft te worden.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvonn van de stal volgens de uitvinding, zal deze stal een varkensstal zijn.
Opdat in geval van een vloer met afwateringsgroeven of drainagegroeven en een 15 mestschuif met in die groeven stekende schraapelementen verzekerd is dat wanneer het schraapelement bij de mestafstort de vloer verlaten heeft, dit schraapelement bij de teruggaande slag niet aan de rand van de vloer blijft haken, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer bij die zijkant in het verlengde van die groeven en op die groeven aansluitende schraapelementgeleidingen zijn voorzien.
20 De uitvinding heeft verder betrekking op het gebruik van een mestschuif volgens de uitvinding voor het afvoeren van mest vanaf een stalvloer, waarbij men de mestschuif met zijn schraaprand langs de stalvloer schraapt, de losgeschraapte mest op de mestschuif meevoert naar een mestafgifteplaats, en bij de mestafgifteplaats de mestschuif van de meegevoerde mest ontdoet. Volgens een voordelige uitvoeringsvorm zal men daarbij de 25 mestschuif van mest ontdoen door deze langs een afstrijkrinrichting te voeren of een afstrijkinrichting over de mestschuif te voeren. De mestschuif volgens de uitvinding laat zich hierbij in het bijzonder op voordelige wijze toepassen in een varkensstal.
De onderhavige uitvinding zal in het nu volgende aan de hand van in de tekening schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht. Hierin toont: 30 Figuur 1 een schematisch, perspectivisch aanzicht van een varkensstal volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 2 een dwarsdoorsnede langs de lijn II-II uit figuur 1 van de mestschuif;
Figuur 3 een dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III uit figuur 1 van tot de 10 1 0 771 6 uitvinding behorende afveegmiddelen;
Figuur 4 in dwarsdoorsnede een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van een mestschuif volgens de uitvinding;
Figuur 5 in dwarsdoorsnede een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van een 5 mestschuif volgens de uitvinding;
Figuur 6 in dwarsdoorsnede een derde alternatieve uitvoeringsvorm van een mestschuif volgens de uitvinding; en
Figuur 7 in dwarsdoorsnede een alternatieve uitvoeringsvorm van een afveeginrichting volgens de uitvinding.
10 Figuur 1 perspectivisch en schematisch een gedeelte van een varkensstal volgens de uitvinding. De varkensstal bestaat uit een mestkelder 1 die is afgedekt door dichte vloerelementen 2 waaruit de stalvloer is opgebouwd. De vloerelementen zijn voorzien van onderling evenwijdige groeven 3, welke bij voorkeur met regelmatige onderlinge tussenafstanden zijn aangebracht. Deze groeven 3 dienen voor het afvoeren van vloeibare 15 substanties, in het bijzonder urine en zeer vloeibare mestbestanddelen. Het loopvlak 4 van de vloerelementen zelf is verder vlak uitgevoerd opdat dit met behulp van een mestschuifinrichting volgens de onderhavige uitvinding reinigbaar is. De stalvloer is middels afscheidingen 9, in het bijzonder hekken in compartimenten ook wel hokken genaamd onderverdeeld. In elk hok worden in de praktijk een aantal varkens gehouden. 20 Het hekwerk 9 strekt zich uit tot aan een hoogte A tot het vloeroppervlak, dat wil zeggen tussen het vloeroppervlak en het hekwerk 9 wordt een spleet met een hoogte A vrijgelaten. Achter het weergegeven hekwerk 9 bevindt zich een mestafstort alwaar afveegmiddelen, in het bijzonder een afveeginrichting 8, zijn aangebracht. Bij voorkeur zal ook aan de voorzijde, in figuur 1 ergens in de linkeronderhoek van het blad van 25 tekeningen, een niet-weergegeven mestafstort met afveeginrichting 8 zijn voorzien.
Op de stalvloer 2 is aangebracht een volgens pijl 6 heen en weer beweegbare mestschuif 5. Wanneer deze mestschuif naar voren wordt bewogen volgens de pijl 6, dat wil zeggen naar de linkeronderhoek van het blad van tekeningen in figuur 1 toe, dan zal deze de mest naar de aldaar gelegen niet-weergegeven mestafstort voeren. Wanneer de 30 mestschuif 5 naar achteren, dat wil zeggen in de richting van de rechterbovenhoek van het blad van tekeningen volgens figuur 1, wordt bewogen dan zal het de mest afvoeren naar de achter het hek 9 liggende mestafstort 7. Voor het in de richting van dubbele pijl 6 heen en weer bewegen van de mestschuif 5 kan gebruik worden gemaakt van niet 10 1 0 771 7 weergegeven, in de stalvloer verzonken, bijvoorbeeld in de groeven 3, aangebrachle trekkabel of kettingen.
In het nu volgende zal in het bijzonder aan de hand van figuur 2 de mestschuif volgens de uitvinding en de werking daarvan nader worden toegelicht.
5 Figuur 2 toont een mestschuif 5, welke overeenkomstig de uitvinding aan weerszijden een zich in langsrichting van de langwerpige mestschuif 5 uitstrekkende schraapranden 25 heeft. Deze schraapranden 25 kunnen contact maken of eventueel met contact over de vloerelementen 2 van de stalvloer verplaatsbaar zijn. De schraapranden 25 zullen bij het volgens dubbele pijl 6 in de ene of de andere richting verplaatsen van de 10 mestschuif op de vloerelementen 2 aanwezige mest losschrapen. De mestschuif 5 is verder voorzien van een schepvlak 26 dat aan weerszijden aansluit op de respectieve schraapranden 25. Het schepvlak 26 bestaat uit twee onder een hoek α van ongeveer 20° staande schuine plaatsegment en deze schuine plaatsegmenten 27 verbindend horizontaal segment 28. De schuine segmenten 27 hebben een schuinte, dat wil zeggen staan onder 15 een zodanige scherpe hoek α ten opzichte van de horizontaal, dat de mest hierlangs relatief gemakkelijk omhoog schuift tot op het horizontale segment 28, dat een breedte B van in het algemeen tenminste 10 cm, in de praktijk al gauw 25 cm, bijvoorbeeld 30 cm, tot aan zelfs 100 cm of meer toe zal hebben. De losgeschraapte mest schuift aldus langs de schuine segmenten 27 omhoog tijdens het voortbewegen in de ene of de andere 20 richting volgens pijl 6 om bij voldoende opstuwing onder invloed van te schrapen mest uiteindelijk op het horizontale segment 28 terecht te komen. Het horizontale segment 28 kan ten behoeve van het tegenhouden van daarop terecht gekomen mest zijn voorzien van neer- en opklapbare meenemers 12, die in figuur 2 in omhoog geklapte toestand zijn weergegeven. De meenemers 12 kunnen echter ook een plat op het horizontale segment 25 28 neergeklapte toestand of eventueel een in het horizontale segment 28 verzonken neergeklapte toestand. Wanneer de mestschuif in de linker richting volgens figuur 2 voortbeweegt dan zal de meenemer 12 aan de rechterkant omhoog zijn geklapt en de meenemer 12 aan de linkerkant omlaag zijn geklapt en wanneer de mestschuif 5 in de rechter richting volgens figuur 2 voortbeweegt dan zal de meenemer 12 aan de linkerkant 30 omhoog zijn geklapt en de meenemer 12 aan de rechterkant omlaag zijn geklapt.
De mestschuif 5 heeft een verticale hoogte H waarmee deze boven de stalvloer uitsteekt van het in figuur 2 weergegeven voorbeeld ongeveer 5 cm. Dit maakt het onder een hek 9 langs passeren mogelijk, indien de spleet aan de onderzijde daarvan een hoogte 101 0 77 1 8 A van ongeveer 5 cm meer bedraagt dan de schuifhoogte H. De iets omhoog staande meenemer 12 kan daarbij vrije doorgang vinden of wanneer deze boven de hoogte A uitsteekt dan eventueel tegen de werking van een veer in tijdelijk iets ingedrukt worden.
In figuur 2 is verder weergegeven een groefschraper 11. Een dergelijke 5 groefschraper 11 is zodanig in afmeting uitgevoerd dat deze in de groeven 3 kan verzinken en de bodem van die groeven 3 bij het voortbewegen van de mestschuif kan schoonschrapen. De groefschraper 11 is op een scharnierende wijze middels een constructie 29 aan de rest van de mestschuif bevestigd. De constructie 29 laat een scharnieren rond een hartlijn evenwijdig aan de langsrichting van de mestschuif 5 toe.
10 Aldus is de groefschraper 11 middels de scharnierende constructie 29 zelfrichtend. De groefschraper 11 zelfheeft een over de bodem van de groef 3 gaande schraapkant 30, een daarop aansluitend bovenvlak 31, dat met zijn bovenzijde weer op het schepvlak 26 aansluit, in casu de schraaprand 25 daarvan.
Aan de hand van figuur 3 zal in het nu volgende bij wijze van voorbeeld worden 15 aangegeven hoe de mestschuif 5 bij de mestafstort 7 van de mest ontdaan kan worden. Hiertoe is boven de mestafstortopening 7 een afstrijkelement 13, zoals de slabbe die eventueel flexibel kan zijn, aangebracht. Het afstrijkelement 13 is opgehangen middels staanders 8 met een onderliggende tussenafstand groter dan de lengte van de mestschuif 5. Wanneer de mestschuif 5 onder het afstrijkelement 13 doorgevoerd wordt, dan zal op 20 de mestschuif 5 aanwezige mest door het afstrijkelement 13 worden tegengehouden en aan het uiteinde, althans in bewegingsrichting van de mestschuif 5 beschouwd, de achterzijde daarvan van de mestschuif 5 af vallen. Het zal duidelijk zijn dat het in dit verband voordeel kan hebben wanneer de afstand L tussen de zijkant 32 van de stalvloer en het afstrijkelement 13 tenminste ongeveer 3/4 van de breedte B van het horizontale 25 segment 28 of eventueel de totale breedte van de mestschuif 5 is en dat het hierbij in het bijzonder voordelig kan zijn wanneer de lengte L groter is dan de breedte B of de totale breedte van de mestschuif. Dit om te verhinderen dat bij het onder het afstrijkelement 13 door passeren van de mestschuif 5 mest op de stalvloer 2 (aan de linkerzijde in figuur 3) kan achterblijven. Het is hierbij eventueel mogelijk dat aan de linkerzijde in figuur 3 30 weer een verdere stalvloer van een ander hok begint. In dit geval zal het afstrijkelement 13 bij voorkeur in het midden tussen de linker en rechter stalvloer 2 zijn aangebracht zodat de mestschuif 5 ook vanaf de rechter stalvloer 2 komend in de linkerrichting bewegend werkzaam kan zijn.
10 1 0 771 9
Verder is in figuur 3 aangegeven dat in het verlengde van de groeven 3 in de stalvloer 2 geleidingen 14 kunnen zijn voorzien. De geleidingen 14 zullen inwendig een groef hebben met een dwarsdoorsnede-afmeting in hoofdzaak gelijk aan die van de groef 3. Aldus kunnen de geleidingen 14 verzekeren dat de schrapers 11 niet tegen de zijkant 5 32 van een stalvloer 2 kunnen botsen en hier achter kunnen blijven haken.
Figuur 4 toont een variant van een mestschuif 5 volgens de uitvinding, welk in hoofdzaak op twee punten verschilt van die uit figuur 2. Het eerste punt van verschil is dat het schepvlak van de mestschuif 5 geen horizontaal segment heeft maar enkel twee schuine segmenten 27. Het tweede punt van verschil is dat de schraapranden 25 zijn 10 vervangen door verwisselbare schraaprandelementen 15. Aldus is het mogelijk de schraapranden te vervangen zonder de gehele mestschuif te hoeven vervangen of te reviseren. Het zal verder duidelijk zijn dat deze twee punten van verschil geen onderling samenhangend verband hebben. Zo kunnen de verwisselbare schraaprandelementen 5 ook bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 worden toegepast zonder dat het horizontale 15 schepvlak segment 28 uit figuur 2 wordt weggelaten. Ook kan het horizontale schepvlaksegment 28 uit figuur 2 worden weggelaten zonder de verwisselbare schraaprandelementen 15 uit figuur 4 daarbij toe te passen.
Figuur 5 toont een tweede verdere uitvoeringsvariant van een mestschuif 5 volgens de uitvinding. De mestschuif 5 volgens figuur 5 bestaat voor wat betreft het 20 zogenaamde schepvlak uit een in wezen vlakke plaat. De langzijranden van deze vlakke plaat kunnen bij 35 afgeschuind zijn uitgevoerd, echter dit is niet per se noodzakelijk indien de dikte van de het schepvlak 26 vormende plaat voldoende dun is. De dikte van de het schepvlak vormende plaat 26 kan hierbij gemakkelijk 2-5 mm bedragen zonder dat de langsranden daarvan overeenkomstig 35 afgeschuind hoeven te zijn uitgevoerd.
25 Figuur 6 toont een derde verdere uitvoeringsvariant van een mestschuif 5 volgens de uitvinding, welke zich in hoofdzaak van de in figuur 2 getoonde eerste verdere uitvoeringsvariant onderscheidt in de zin dat de mestschuif 5 bedoeld is voor vlakke stalvloeren althans geen schraapelementen voor in de stalvloer gevormde groeven heeft.
Figuur 7 toont een variant van de in figuur 3 weergegeven afstrijkinrichting. Het 30 onderscheid met de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm is, dat hier sprake is van een in wezen stijf afstrijkelement 36, eventueel een stijve slabbe, welke in een huis 37 is opgehangen en tegen de werking van een in het huis 37 aangebrachte veer 19 (of eventueel meerdere veren 19) in omhoog is te drukken, waarbij aldus de contour van de r101 0 7 7 1 ΙΟ mestschuif 5 gevolgd kan worden en afstrijken van de hierop meegevoerde mest verbeterd kan worden.
101 0 771

Claims (18)

1. Stal, omvattende: een gesloten vloer, die met tenminste één zijkant uitkomt op een lager gelegen 5 mestafstort; en mestschuif met een in wezen langwerpige vorm, omvattende tenminste één zich in langsrichting uitstrekkende schraaprand, waarop een in dwarsrichting verlopend, naar boven gekeerd schepvlak aansluit, dat zodanig is uitgevoerd dat het door de schraaprand losgeschraapte mest kan opscheppen, 10 met het kenmerk dat de mestschuif langs en over het bovenvlak van de stalvloer heen en weer beweegbaar is dwars op de zijkant en dat de stalvloer een door dieren, in het bijzonder zoogdieren, te belopen vloer is.
2. Stal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zich in dwarsrichting van de 15 mestschuif uitstrekkende raaklijn langs het schepvlak bij de schraaprand met de horizontaal een hoek kleiner dan 45°, bij voorkeur kleiner dan 30°, met meer voorkeur van 20° of kleiner insluit.
3. Stal volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het schepvlak een zich in 20 hoofdzaak horizontaal uitstrekkend segment omvat.
4. Stal volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het horizontale segment van het schepvlak een breedte van tenminste 10 cm, bij voorkeur 30 cm of meer, heeft.
5. Stal volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het op de schraaprand aansluitende segment van het schepvlak in hoofdzaak schuin verloopt.
6. Stal volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verticale hoogte minder dan ongeveer 7 cm, bij voorkeur minder dan ongeveer 5 cm, zoals 30 bijvoorbeeld ongeveer 3 cm of minder is.
7. Stal volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van schraapelementen, die in langsrichting beschouwd met onderlinge tussenafstanden 10 1 0 771 1 - -. ' * zijn aangebracht en die een, met de bovenzijde op het schepvlak aansluitend bovenvlak hebben alsmede een de onderzijde van dat bovenvlak begrenzende schraapkant.
8. Stal volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze twee 5 schraapranden heeft waartussen zich het schepvlak uitstrekt.
9. Stal volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op het schepvlak profileringen en/of tenminste één meenemer zijn voorzien.
10. Stal volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende afveegmiddelen om op de mestschuif meegevoerde mest in de mestafstort af te storten, waarbij die afVeegmiddelen bij voorkeur bij die zijkant zijn opgesteld.
11. Stal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afveegmiddelen een zich 15 in langsrichting van de mestschuif uitstrekkende, boven de mestafstort opgestelde slabbe omvatten welke slabbe bij voorkeur flexibel is.
12. Stal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de vloer twee evenwijdige op een lager gelegen mestafstort uitkomende zijkanten heeft, en dat is voorzien in een 20 voortbewegingsstelsel om de mestschuif tussen de mestafstorten heen en weer te bewegen.
13. Stal volgens één der voorgaande conclusies, omvattende tenminste twee aangrenzende, door een afscheiding onderling afgescheiden hokken, waarbij tussen de 25 afscheiding en de onderliggende vloer een spleet met een hoogte groter dan die van de mestschuif is vrij gelaten.
14. Stal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stal een varkensstal is.
15. Stal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in de vloer evenwijdige, op de mestafstort uitkomende groeven zijn gevormd, waarbij de mestschuif is voorzien van in de groeven stekende schraapelementen, en waarbij aansluitend op de groeven, in het verlengde daarvan boven de mestafstort geleidingen zijn voorzien waarin de groeven zich 10 1 0 771 'V. voortzetten.
16. Gebruik van een mestschuif volgens één der conclusies 1 -9 voor het afvoeren van 5 mest vanaf een stalvloer, waarbij men de mestschuif met zijn schraaprand langs de stalvloer schraapt, de losgeschraapte mest op de mestschuif meevoert naar een mestafgifteplaats, en bij de mestafgifteplaats de mestschuif van de meegevoerde mest ontdoet.
17. Gebruik volgens conclusie 16, waarbij men de mestschuif van mest ontdoet door deze langs een afstrijkrinrichting te voeren of een afstrijkinrichting over de mestschuif te voeren.
18. Gebruik volgens conclusie 16 of 17 in een varkensstal. 15 "Μ·************ 10 1 0 771
NL1010771A 1998-12-09 1998-12-09 Stal, voorzien van een mestschuif alsmede gebruik van een mestschuif. NL1010771C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010771A NL1010771C2 (nl) 1998-12-09 1998-12-09 Stal, voorzien van een mestschuif alsmede gebruik van een mestschuif.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010771 1998-12-09
NL1010771A NL1010771C2 (nl) 1998-12-09 1998-12-09 Stal, voorzien van een mestschuif alsmede gebruik van een mestschuif.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010771C2 true NL1010771C2 (nl) 2000-06-13

Family

ID=19768290

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010771A NL1010771C2 (nl) 1998-12-09 1998-12-09 Stal, voorzien van een mestschuif alsmede gebruik van een mestschuif.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1010771C2 (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT505895B1 (de) * 2008-04-24 2009-05-15 Anton Steger Entmistungssystem zur beseitigung von stallmist
CN102657100A (zh) * 2012-05-22 2012-09-12 中国农业大学 一种刮板式地板清粪系统及其施工方法
NL2019960B1 (nl) * 2017-11-23 2019-05-29 Lely Patent Nv Autonoom reinigingsvoertuig en stal daarmee
NL2019959B1 (nl) * 2017-11-23 2019-05-29 Lely Patent Nv Autonoom reinigingsvoertuig en stal daarmee
EP3959968A1 (en) * 2020-08-27 2022-03-02 Stichting Wageningen Research Manure removal device

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2303649A (en) * 1940-10-24 1942-12-01 Eugene A Livingston Stable cleaner
GB842373A (en) * 1958-01-06 1960-07-27 Donald Mayer King Improvements in or relating to apparatus for removing litter and other waste matter from byres and the like
FR2040699A5 (nl) * 1969-04-10 1971-01-22 Lesann Jean
US4011618A (en) * 1975-10-24 1977-03-15 Agway, Inc. Barn cleaner scraper
NL1003271A1 (nl) 1996-06-05 1997-12-10 Inst Milieu & Agritech Stalvloer alsmede vloerelement voor toepassing in een dergelijke vloer.

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2303649A (en) * 1940-10-24 1942-12-01 Eugene A Livingston Stable cleaner
GB842373A (en) * 1958-01-06 1960-07-27 Donald Mayer King Improvements in or relating to apparatus for removing litter and other waste matter from byres and the like
FR2040699A5 (nl) * 1969-04-10 1971-01-22 Lesann Jean
US4011618A (en) * 1975-10-24 1977-03-15 Agway, Inc. Barn cleaner scraper
NL1003271A1 (nl) 1996-06-05 1997-12-10 Inst Milieu & Agritech Stalvloer alsmede vloerelement voor toepassing in een dergelijke vloer.

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT505895B1 (de) * 2008-04-24 2009-05-15 Anton Steger Entmistungssystem zur beseitigung von stallmist
EP2111751A2 (de) 2008-04-24 2009-10-28 Anton Steger Entmistungssystem zur Beseitigung von Stallmist
CN102657100A (zh) * 2012-05-22 2012-09-12 中国农业大学 一种刮板式地板清粪系统及其施工方法
NL2019960B1 (nl) * 2017-11-23 2019-05-29 Lely Patent Nv Autonoom reinigingsvoertuig en stal daarmee
EP3488690A1 (en) * 2017-11-23 2019-05-29 Lely Patent N.V. Autonomous cleaning vehicle and animal shed provided therewith
NL2019959B1 (nl) * 2017-11-23 2019-05-29 Lely Patent Nv Autonoom reinigingsvoertuig en stal daarmee
EP3959968A1 (en) * 2020-08-27 2022-03-02 Stichting Wageningen Research Manure removal device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7401575B2 (en) System, apparatus and method for removing large animal waste from a floor
US4320008A (en) Apparatus for separating and conveying of animal house waste materials
NL1010771C2 (nl) Stal, voorzien van een mestschuif alsmede gebruik van een mestschuif.
CN102657100A (zh) 一种刮板式地板清粪系统及其施工方法
US5303673A (en) Displaceable feeding fence
CN107182801B (zh) 牛舍清粪机
NL2010168C2 (nl) Vloerplaat voor een stalvloer.
EP2236023B1 (en) Stable with floor element
EP1159871B1 (en) Stall for separating manure
NL1032049C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor gebruik bij dierhouderijen voor onder andere het voeren van dieren en/of ophalen van mest van dieren.
NL2020449B1 (nl) Stalvloer
US4011618A (en) Barn cleaner scraper
EP0626131A1 (en) Stable floor for use above a dung pit and/or dung channel; floor plate for forming a stable floor; and stable comprising such floor
NL9200871A (nl) Stalvloersysteem.
NL1012079C1 (nl) Stalvloer, samenstel van stalvloer en mestschuif en stal met samenstel.
NL1013503C2 (nl) Pluimveestal met een ontmestingssysteem.
US20190133072A1 (en) Poultry Barn Debris Removal System
JP2001231390A (ja) 畜糞搬送装置
BE1028596B1 (nl) Emissiearm stalvloerpaneel
DE3243697A1 (de) Toilette fuer haustiere
NL1026605C2 (nl) Zuigmond voor het opzuigen van feces van een gedomesticeerd dier en werkwijze voor het ruimen van feces van een gedomesticeerd dier.
CN218353927U (zh) 一种畜牧养殖牛舍粪便收集处理装置
JPS6123329Y2 (nl)
EP0281548B1 (de) Förderanlage für Stallmist
CN106818497A (zh) 自动清扫奶牛粪装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: L.S. BROUWERS STALINRICHTINGEN B.V.

Owner name: INSTITUUT VOOR MILIEU- EN AGRITECHNIEK ( IMAG) B.V

Owner name: DEN BOER BETON NIEUW-LEKKERLAND B.V.

SD Assignments of patents

Owner name: BROUWERS EQUIPMENT B.V.

Effective date: 20070222

Owner name: DEN BOER BETON B.V.

Effective date: 20070222

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100701