NL1012079C1 - Stalvloer, samenstel van stalvloer en mestschuif en stal met samenstel. - Google Patents

Description

STALVLOER, SAMENSTEL VAN STALVLOER EN MESTSCHUIP EN STAL 5 MET SAMENSTEL

De onderhavige uitvinding betreft een stalvloer voor een veestal, waarin aan ten minste één zijde van de 10 stalvloer stalvoorzieningen zijn aangebracht, zoals een voederhek maar ook een stalmuur, een schrikdraad of een dergelijke voorziening. Overigens omhelst de onderhavige uitvinding tevens een samenstel van een dusdanige stalvloer met een mestschuif en toepassing van dit samenstel 15 in een veestal.

De bekende stalvloeren zijn roostervormig, waarbij de openingen in de bekende stalvloeren, waardoorheen uitwerpselen vallen naar een opvang hiervoor, zich veelal in de looprichting van het vee langs de voorzie-20 ningen, zoals het voederhek en ligboxen, uitstrekken. Een nadeel van de bekende stalvloeren is, dat een zeer groot deel van het oppervlak hiervan open is. Dit is milieuonvriendelijk. Er is een hoge mate van emissie vanuit de ruimte, waarin de uitwerpselen worden opgevangen. Verder 25 strekken de doorgangen naar de opvangruimte zich in de looprichting uit, waardoor ze geen grip bieden voor het vee dat over de stalvloer langs de voorzieningen loopt.

In tegenstelling verschaffen de doorgangen een aanzienlijke hoeveelheid grip voor de dieren, die van de voor-30 zieningen gebruik maken. Zo kan een koe zich goed afzetten en tegen een voederhek drukken om naar voedsel te reiken, hetgeen tot schade aan het voederhek kan leiden.

Met de onderhavige uitvinding is beoogd althans de bovengenoemde problemen op te lossen waartoe een 35 stalvloer is verschaft die zich onderscheidt, doordat deze omvat: ten minste één vloerplaat met gleuven in het bovenoppervlak, welke gleuven naar doorgangen in de stalvloer leiden voor doorvoer van uitwerpselen, waarbij 1012079 2 de gleuven dwars op de looprichting van het vee en naar de voorzieningen gericht zijn aangebracht. Aldus hebben de dieren optimaal grip, wanneer zij langs de voorzieningen lopen, doch minder wanneer zij van de voorzieningen 5 gebruik willen maken, hetgeen dan ook niet echt nodig is, en bevordert, dat de dieren voorzichtig de ligbox in zullen lopen of zonder al te veel kracht uit te oefenen van het voederhek gebruik zullen maken. Ook andere voorzieningen dan ligboxen en voederhekken zijn mogelijk.

10 Door gleuven te voorzien in plaats van bekende doorgangen die zich over de volle lengte van de gleuven volgens de onderhavige uitvinding uitstrekken, en middels beperkte doorgangen een doorvoer te verschaffen voor afvoer van de uitwerpselen met de opvangruimte, is het open oppervlak 15 van de stalvloer aanzienlijk verkleind, waarmee de emis-sie-eigenschappen aanmerkelijk zijn verbeterd.

Bij voorkeur zijn de doorgangen gaten, die in een voorkeursuitvoeringsvorm in neerwaartse richting, dat wil zeggen in de richting van de opvangruimte voor opvang 20 van de uitwerpselen, divergeren om gevaar op opstopping van de gaten te verkleinen. Om dit effect nog verder te versterken kan onafhankelijk van de vorm van de doorgangen zijn voorzien in een aantal doorgangen bij elke gleuf.

25 Bij voorkeur is een mestschuit in een samenstel met de stalvloer over de gleuven verplaatsbaar om de uitwerpselen naar de uitgangen te schuiven. Bij voorkeur is de mestschuit dwars over de gleuven verplaatsbaar. In een gunstige uitvoeringsvorm omvat de mestschuit een 30 neerwaarts gerichte schuifrand van een dusdanig plooibaar materiaal, dat deze bij verplaatsing van de mestschuit het profiel van de gleuven volgt. Aldus is een eerste scheiding van uitwerpselen in vaste mestbestanddelen en gier verwezenlijkt, waarbij de vaste mestbestanddelen als 35 het ware uit de gleuven worden geschept door de schuif-rand, terwijl de gier door de gleuven naar de doorgangen vloeit voor opvang in de opvangruimte onder de stalvloer.

*1012079 3

De vaste mestbestanddelen kunnen dan afzonderlijk worden afgevoerd.

Om de werking van de mestschuif verder te optimaliseren kan in een bijzonder gunstige uitvoerings-5 vorm de mestschuif zijn voorzien van twee of meer zich neerwaarts uitstrekkende schuifranden, die dan al dan niet van plooibaar materiaal zijn vervaardigd. De beide schuifranden verbeteren de schuifwerking, evenals de scheiding van vaste mestbestanddelen en gier.

10 Zoals hierboven reeds is vermeld omhelst de onderhavige uitvinding tevens een stal, die is voorzien van een samenstel met een mestschuif en een stalvloer, waarbij langs de stalvloer voorzieningen zijn getroffen voor het vee, zoals een voederhek en ligboxen, maar ook 15 een stalmuur, een schrikdraad etc.

De uitvinding zal nader worden verduidelijkt aan de hand van de hierna volgende beschrijving, die is opgesteld in samenhang met de bijgevoegde figuren, waarin: 20

Fig. 1 een opengewerkt perspectivisch aanzicht toont van een stal voor vee volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch 25 aanzicht toont van een deel van de in fig. 1 getoonde stalvloer? en

Fig. 3 'een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht toont, overeenkomstig fig. 2, met hierin een schematische weergave van een uit-30 voeringsvorm van een mestschuif in een samen stel met de stalvloer volgens de onderhavige uitvinding.

De in fig. 1 getoonde stal 1 omvat een stal-35 vloer 2, die bij wijze van voorbeeld aan weerszijden is geflankeerd door voorzieningen, te weten enerzijds een voederhek 3 en anderzijds ligboxen 4.

»1012079 « 4

Over de stalvloer 2 is een mestschuif 5 verplaatsbaar in een richting dwars op gleuven 7, die in de stalvloer 2 zijn aangebracht. Dit zal hieronder nader worden beschreven. De mestschuif 5 is verplaatsbaar met 5 behulp van een aandrijfketting 6, die zich in de lengterichting van de stalvloer uitstrekt.

De gleuven 7 zijn dwars ten opzichte van de lengterichting van de stalvloer 2 hierin aangebracht. Het vee, dat in het bijzonder van het voederhek 3 gebruik 10 maakt, vindt in de gleuven 7 geen aanvullende houvast of grip, zodat de kracht, die het dier op het voederhek 3 kan uitoefenen, beperkt blijft. Daarentegen verschaffen de gleuven 7 wel grip aan het vee, wanneer het vee over de stalvloer 2 loopt in de lengterichting hiervan. Ook zo 15 kan met deze configuratie van de gleuven 7 in de stalvloer 2 een dier van het vee voorzichtig in één van de ligboxen 4 binnen treden, vanwege het gevaar op uitglijden. In het aanzicht van fig. 2 is een detail getoond van de stalvloer 2 van fig. 1. Hier blijkt dat de stalvloer 2 20 uit fig. 1 is samengesteld uit een aantal plaatvormige elementen, bijvoorbeeld van geprefabriceerd beton.

In het bovenoppervlak van plaat 8 zijn de gleuven 7 aangebracht. Langs de lengte van de gleuven 7 zijn op verscheidene plaatsen als gaten 9 vormgegeven 25 doorgangen aangebracht. In de hier getoonde uitvoeringsvorm zijn dat er vier, maar er kunnen ook drie of minder en/of vier of meer gaten 9 per gleuf 7 zijn aangebracht.

Over het midden van de plaat 8 is een als uitsparing 10 vormgegeven geleidebaan voor geleiding van 30 de mestschuif 5 voorzien. In de uitsparing 10 kan de aandrijfketting 6 worden opgenomen, zodat die geen belemmering vormt. Verder zijn ook andere aandrijfsystemen toepasbaar, dan die welke hier is getoond.

De gaten 9 divergeren in neerwaartse richting, 35 waarmee de kans op verstoppingen is geminimaliseerd. Van minstens evengroot belang is, dat slechts een zeer klein deel van het oppervlak van de plaat 8 een open verbinding vertoont met de opvangruimte voor uitwerpselen onder de »1012079 5 plaat 8, zodat de emissie-eigenschappen van de stalvloer die is gevormd uit de platen 8 aanzienlijk is verbeterd.

In het gedeeltelijk opengewerkte detailaanzicht van fig. 3 is ten opzichte van de weergave van fig. 2 een 5 schematische representatie toegevoegd van de mestschuit 5. De mestschuit 5 omvat een tweetal schuifranden 11 en 12, waarmee het reinigende vermogen van de hier getoonde mestschuit aanzienlijk is verbeterd ten opzichte van een mestschuit met slechts één schuifrand.

10 De schuifranden 11 en 12 zijn in de hier ge toonde uitvoeringsvorm beide van een plooibaar materiaal gemaakt, zoals rubber. Aldus volgen ze het profiel van de gleuven 7 om ook hierin een reinigende werking te vertonen. Als alternatief kan een van beide schuifranden 11, 15 12 vormvast zijn om de reinigende werking op het bovenoppervlak van de plaat 8 tussen de gleuven te verbeteren.

Behalve reiniging heeft de mestschuit 5, die wordt verplaatst in de richting van pijl A, ook een gunstige invloed op emissiebeheersing in de stal. Wanneer 20 de mestschuit 5 wordt verplaatst in de richting van pijl A worden alle uitwerpselen vooruitgeschoven in de richting van de gleuven 7. Hierbij zal gier snel door de gleuven 7 heen stromen naar de gaten 9, waartoe de gleuven 7 zelfs in enige mate een hellend verloop kunnen 25 vertonen, terwijl vaste mestbestanddelen door de schuifranden 11 en 12 uit de gleuven 7 worden weggeschraapt, omdat de schuifranden 11, 12 het profiel van de gleuven 7 volgen. Wanneer een van beide getoonde schuifranden 11, 12 of een aanvullende schuifrand (niet getoond) stijf en 30 vormvast is, draagt deze in mindere mate bij aan de scheiding van gier en vaste mestbestanddelen.

De uitvinding dient niet te worden geïnterpreteerd als zijnde beperkt tot de hierboven beschreven en in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen. Daarentegen 35 is het bereik van de uitvinding gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

*1012079

Claims (10)

1. 5 1. stalvloer voor een veestal, waarin aan ten minste één zijde van de stalvloer stalvoorzieningen zijn aangebracht, zoals een voederhek, omvattende ten minste één vloerplaat met gleuven in het bovenoppervlak, welke 10 gleuven naar doorgangen in de stalvloer leiden voor doorvoer van uitwerpselen, waarbij de gleuven dwars op de looprichting van het vee en naar de voorzieningen gericht zijn aangebracht.
2. 2. Stalvloer volgens conclusie 1, waarbij de 15 doorgangen gaten omvatten.
3. 3. Stalvloer volgens conclusie 2, waarbij de gaten in neerwaartse richting divergeren.
4. 4. Stalvloer volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij in de lengterichting van de stalvloer dwars op de 20 gleuven een geleidebaan is aangebracht voor een mest-schuif.
5. 5. Stalvloer volgens één of meer dan één van de voorgaande conclusies, waarbij langs elke gleuf meer dan één doorgang is aangebracht.
6. 6. Samenstel van een stalvloer volgens één of meer dan één van de voorgaande conclusies en een langgerekte mestschuit, waarbij de mestschuit over de gleuven verplaatsbaar is om de uitwerpselen naar de doorgangen te schuiven.
7. 7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij de mestschuit zich parallel aan de gleuven uitstrekt en dwars over de gleuven verplaatsbaar is.
8. 8. Samenstel volgens conclusie 6 of 7, waarbij mestschuit een neerwaarts gerichte schuifrand omvat van 35 een dusdanig plooibaar materiaal, dat deze bij verplaatsing van de mestschuit het profiel van de gleuven volgt. ^tO12079
9. 9. Samenstel volgens conclusie 6, 7 of 8, waarbij de mestschuif meer dan één zich neerwaarts uit-strekkende schuifrand omvat.
10. 10. Stal voor vee, omvattende een samenstel 5 volgens één of meer dan één van de conclusies 6-9, met een stalvloer volgens een van de conclusies 1-5. i >1012079