NL1010532C1 - Werkwijze voor het ontwaarden van munten, een inrichting geschikt voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze alsmede munt. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het ontwaarden van munten, een inrich ting geschikt voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze alsmede munt.

5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ontwaarden van munten.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting geschikt voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze alsmede op een met behulp van een dergelijke werkwijze vervaardigde munt.

10 Om munten te ontwaarden, bijvoorbeeld indien munten uit roulatie worden gehaald ter vervanging door nieuwe munten of andere munten zoals bijvoorbeeld de Euro, dienen deze oude munten te worden vernietigd. Tot nu toe gebeurt dit door de munten in een smeltoven te smelten. Het direct smelten van munten heeft echter een aantal nadelen. 15 Bij het toevoeren van munten aan een smeltoven dienen een aantal personen aanwezig te zijn om toezicht te houden dat de munten inderdaad allemaal aan de smeltoven worden toegevoerd. Bovendien hebben munten een legeringssamenstelling die afwijkend is van legeringssamenstellingen die voor andere doeleinden dan munten worden gebruikt. De munten kunnen dus 20 niet zonder meer aan een in bedrijf zijnde smeltoven worden toegevoerd maar de smeltoven dient eerst te worden stilgezet en gereinigd waarna de munten kunnen worden gesmolten, hetgeen relatief omslachtig is. Bovendien zal men pas munten gaan omsmelten indien een relatief grote hoeveelheid munten aanwezig is omdat het onderbreken van het normale smeltproces voor 25 een geringere hoeveelheid munten te duur is. Dit heeft echter als nadeel dat te ontwaarden munten gedurende een bepaalde tijd moeten worden opgeslagen alvorens de munten worden omgesmolten. Gedurende deze tijd dienen de munten in een bewaakte ruimte te worden opgeslagen.

De uitvinding beoogt een werkwijze en inrichting te 30 verschaffen met behulp waarvan het ontwaarden van munten relatief eenvoudig en snel kan plaatsvinden, waarbij de nadelen van de bekende werkwijze worden vermeden.

Dit doel wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat elke munt tussen ten minste twee tegengesteld roterende 35 walsen heen wordt geleid waardoor de munten worden vervormd.

Door de munten te vervormen kunnen de aldus beschadigde 0 10532 2 munten net zo lang worden opgeslagen totdat er een geschikt moment is om de beschadigde munten om te smelten. Het vervormen van de munten kan op de lokatie gebeuren waar de munten worden verzameld, zoals bijvoorbeeld een centrale bank. Tijdens het omsmelten behoeven niet verscheidene 5 personen of bevoegde personen aanwezig te zijn aangezien de munten geen waarde meer hebben. Verder is het mogelijk om de beschadigde munten, waarvan de samenstelling bekend is, in een gewenste dosering toe te voegen aan een smeltprocédé zodat een gewenste legering wordt verkregen. Ook is het mogelijk om de beschadigde munten elders ter wereld als grondstof aan 10 te bieden.

Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de munten golfvormig worden vervormd.

Met behulp van de walsen worden de munten op eenvoudige wijze voorzien van een golfvormig profiel waarbij een relatief grote 15 hoeveelheid munten vanuit een willekeurige oriëntatie relatief snel kunnen worden ontwaard. Door de roterende walsen worden de munten eenvoudig door de inrichting heen geleid.

Een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de munten dunner worden gewalst. 20 Ook door het plat walsen van munten kunnen de munten op eenvoudige wijze worden ontwaard.

De inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van ten minste twee tegengesteld roteerbare walsen, een toevoerinrichting voor het naar de walsen toevoeren 25 van te ontwaarden munten en een afvoerinrichting voor het van de walsen afvoeren van de ontwaarde munten.

Met behulp van een dergelijke inrichting kunnen munten relatief snel aan de wals worden toegevoerd, door de walsen worden ontwaard en van de walsen worden afgevoerd. Alle munten worden door de walsen heen 30 geleid zodat alleen ontwaarde munten in de afvoerinrichting terechtkomen.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin, fig. 1 een vooraanzicht van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft, 35 fig. 2 een bovenaanzicht van walsen van de in fig. 1 weergegeven inrichting toont, »1010532 3 fig. 3 een bovenaanzicht van een in fig. 2 weergegeven wals toont, fig. 4A-C verschillende profielen van de in fig. 2 weergegeven walsen tonen, 5 fig. 5 een aanzicht op een wals en een daarmee samenwerkende schraper volgens de uitvinding toont, fig. 6A en 6B respectievelijk een bovenaanzicht en een zijaanzicht van een van een golfvormig patroon voorziene munt tonen.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien 10 van dezelfde verwijzingscijfers.

Fig. 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding welke is voorzien van een voorraadbunker 2 voor de te ontwaarden munten, een zich vanaf de voorraadbunker 2 zich schuin omhoog uitstrekkende transportband 3, een onder een bovenste uiteinde 4 van de transportband 3 15 gelegen verdeel inrichting 5, een onder de verdeel inrichting 5 gelegen eerste wals 6, een tegenover de eerste wals 6 gelegen tweede wals 7, een zich schuin omhoog uitstrekkende transportband 8 waarvan een onderste uiteinde 9 onder de walsen 6, 7 is gelegen en een onder het bovenste uiteinde 10 van de zich schuin omhoog uitstrekkende transportband 8 20 gelegen container 11. De transportband 3 is afgesloten door een kap 12 welke nabij het bovenste uiteinde 4 is voorzien van een boven de verdeel inrichting 5 uitmondende opening 13. De wals 6 is met behulp van een motor 14 roteerbaar in een door pijl PI aangegeven richting. Tegen de wals 6 is een schraper 15 aangelegen welke aan de hand van fig. 5 nader 25 zal worden toegelicht. De wals 7 is met behulp van een motor (niet weergegeven) roteerbaar in een aan pijl PI tegengestelde, door pijl P2 aangegeven richting. Tegen de wals 7 is een schraper 16 aangelegen. De wals 7 is mechanisch of handmatig met behulp van een instelwiel 17 in hoogte instelbaar ten opzichte van de wals 6. De transportband 8 is 30 voorzien van een kap 18 welke boven de container 11 uitmondt in een opening 19. Nabij de opening 19 is een sensor 20 gelegen met behulp waarvan de mate van vulling van de container 11 waarneembaar is.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht van de walsen 6, 7 van de in fig. 1 weergegeven inrichting 1. De wals 6 is voorzien van een 35 cilindervormige trommel 21 welke langs de buitenomtrek is voorzien van een vertand profiel 22. De cilindervormige trommel 21 wordt aan de ü10 10532 4 uiteinden begrensd door schijfvormige flenzen 23. De cilindervormige trommel 21 is samen met de flenzen 23 verbonden met een as 24 welke om een hartlijn 25 roteerbaar is in de door pijl PI aangegeven richting. De wals 7 is voorzien van een cilindervormige trommel 26 welke aan de 5 buitenzijde is voorzien van een vertand profiel 27 dat correspondeert met het vertande profiel 22 van de wals 6. De cilindervormige trommel 26 is aan beide uiteinden voorzien van een flens 28 welke tegenover de flenzen 23 van de wals 6 zijn gelegen. De flenzen 23 van de wals 6 strekken zich hierbij uit tot tegenover uiteinden van de cilindervormige trommel 26. 10 Aan een van de cilindervormige trommel 26 afgekeerde zijde zijn de flenzen 28 verbonden met flenzen 29 welke een grotere diameter hebben en zich gedeeltelijk parallel aan de flenzen 23 van de wals 6 uitstrekken. De cilindervormige trommel 26 is samen met de flenzen 28, 29 verbonden met een as 29 welke om een hartlijn 31 roteerbaar is in de door pijl P2 15 aangegeven richting.

Fig. 3 toont een vergrote weergave van de wals 6 en een gedeelte van de daartegenover gelegen wals 7 waarbij de vertande profielen 22, 27 duidelijk zichtbaar zijn. De profielen 22, 27 strekken zich uit over de gehele omtrek van de walsen 6, 7. De profielen 22, 27 20 zijn op een zodanige wijze tegenover elkaar gelegen dat bij het tussen de walsen 6, 7 doorvoeren van een te ontwaarden munt de munt wordt voorzien van een met profielen 22, 27 overeenkomend golfvormig profiel.

Fig. 4A-4C tonen drie verschillende profielen 22’, 22” , 22”’ waarbij de afstand BI, B2, B3 tussen twee naast elkaar gelegen 25 tanden 32 van de profielen 22’, 22”, 22’” telkens een andere breedte hebben. Het profiel 22’ is met name geschikt voor munten met een relatief kleine diameter terwijl het profiel 22’” met name geschikt is voor munten met een relatief grote diameter. Het profiel 22” is geschikt voor munten met nagenoeg elke diameter.

30 Fig. 5 toont de wals 6 met de daartegenaan gelegen schraper 15. Voor de duidelijkheid van de figuur is de schraper echter op enige afstand van de wals 6 gelegen. De schraper 15 is voorzien van een profiel 33 welke overeenkomt met het profiel 22 van de wals 6.

De werking van de inrichting 1 volgens de uitvinding 35 zal nu nader worden toegelicht. Te ontwaarden munten worden vanuit de voorraadbunker 2 met behulp van de transportband 3 in de door pijl P3 »1010532 5 aangegeven richting getransporteerd waarna de munten via de opening 13 in de verdeel inrichting 5 terechtkomen. Vanuit de verdeel inrichting 5 worden de munten op de wals 6 gebracht en door de wals 6 in de door pijl PI aangegeven richting verplaatst waarbij de munten tussen de walsen 6, 7 5 heen worden geleid. Hierbij worden de munten door de tegenover elkaar gelegen profielen 22, 27 voorzien van een daarmee corresponderend golfvormig patroon. Hierdoor verliezen de munten de oorspronkelijke platte vorm. Door het golfvormige profiel dat de munten hebben verkregen zijn de munten niet langer geschikt als betaalmiddel. Met behulp van de 10 schrapers 15, 16 worden munten die in de walsen 6, 7 blijven steken, uit de walsen 6, 7 verwijderd. De tussen de walsen 6, 7 heen geleide, ontwaarde munten komen op de transportband 8 terecht en worden met behulp van de transportband 8 in de door pijl P4 aangegeven richting getransporteerd. Via de opening 19 in de over de transportband 8 heen gelegen kap 18 komen 15 de ontwaarde munten terecht in een container 11 met behulp waarvan de ontwaarde munten naar bijvoorbeeld een smeltoven toe kunnen worden getransporteerd. Met behulp van een sensor wordt gecontroleerd of de container 11 vol is en door een lege container moet worden vervangen. In een smeltoven kan de inhoud van een aantal containers 11 met ontwaarde 20 munten gezamenlijk worden omgesmolten.

Doordat de afstand tussen de walsen 6, 7 met behulp van de in hoogte instelbare wals 7 instelbaar is is de inrichting 1 geschikt voor het verwerken van munten met uiteenlopende dikten. Afhankelijk van de gewenste mate waarin een munt dient te worden vervormd 25 kan gekozen worden uit profielen 22’-22*’’ met verschillende afstanden B1-B3 tussen de tanden 32.

Fig. 6A en 6B tonen een met behulp van de inrichting 1 volgens de uitvinding vervormde munt 34 welke is voorzien van een golfvormig patroon 35. Het golfvormige patroon 35 omvat bij de in fig. 30 6A weergegeven munt 34 vier vouwlijnen 36. Afhankelijk van het gekozen profiel 22 kan een munt 34 meer of minder vouwlijnen 36 verkrijgen.

Het is ook mogelijk om een wals te voorzien van een glad oppervlak en de daartegenover gelegen wals te voorzien van relatief diepe vertandingen. Hierbij wordt bij voorkeur de wals met de relatief 35 grote diameter glad uitgevoerd en de wals met de relatief kleine diameter voorzien van vertandingen.

p1 0 10 5 3 2 6

Het is ook mogelijk om beide walsen glad uit te voeren waarbij door het uitoefenen van een relatief grote kracht op de munten, de munten plat worden gewalst.

Het is ook mogel i jk dat in plaats van de in omtreksrich-5 ting uitstrekkende profielen 22, de profielen zich in axiale richting van de walsen uitstrekken.

De profielen worden bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat bij een poging om een ontwaarde munt terug te brengen in de oorspronkelijke platte configuratie, de munt op de vouwlijnen 36 zal 10 breken.

Het is mogelijk om met behulp van de inrichting volgens de uitvinding bijvoorbeeld 100 munten per seconde te ontwaarden.

*10 1063 2

Claims (16)

1. Werkwijze voor het ontwaarden van munten, met het kenmerk, elke munt tussen ten minste twee tegengesteld roterende walsen 5 heen wordt geleid waardoor de munten worden vervormd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de munten golfvormig worden vervormd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de munten dunner worden gewalst.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een wals is voorzien van een golfvormig profiel.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de walsen zijn voorzien van tegenover elkaar gelegen 15 golfvormige profielen.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 4, 5, met het kenmerk, dat het golfvormige profiel in omtreksrichting of axiale richting van de wals uitstrekkende vertandingen omvat.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 20 de afstand tussen de vertandingen op een wals wordt gekozen in afhankelijkheid van de grootte van de te ontwaarden munten.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen de walsen instelbaar is.

9. Inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze 25 volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van ten minste twee tegengesteld roteerbare walsen, een toevoerinrichting voor naar de walsen toevoeren van te ontwaarden munten en een afvoerinrichting voor het van de wals afvoeren van de ontwaarde munten.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat ten minste een wals is voorzien van een golfvormig profiel.

11. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat beide walsen zijn voorzien van tegenover elkaar gelegen golfvormige profiel en.

12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het golfvormige profiel in omtreksrichting of axiale richting van de ^11 0 10532 wals uitstrekkende vertandingen omvat.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de afstand tussen de vertandingen op een wals wordt gekozen in afhankelijkheid van de grootte van de te ontwaarden munt.

14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 9-13, met het kenmerk, dat de afstand tussen de walsen instelbaar is.

15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 10-13, met het kenmerk, dat tegenover ten minste een wals een schraper is gelegen, welke is voorzien van een in het golfvormige profiel van de wals 10 aangrijpend profiel.

16. Munt ontwaard volgens een werkwijze volgens een der conclusies 1-8. p ] 0 10 5 3 2