NL1008854C2 - Werkwijze voor het ontwaarden van munten alsmede een dergelijke inrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het ontwaarden van munten alsmede een dergelijke inrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor 5 het ontwaarden van munten.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting geschikt voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.

Om munten te ontwaarden bijvoorbeeld indien munten uit roulatie worden gehaald ter vervanging door nieuwe munten of andere munten 10 zoals bijvoorbeeld de Euro dienen deze oude munten te worden vernietigd. Tot nu toe gebeurt dit door de munten in een smeltoven te smelten. Het direct smelten van munten heeft echter een aantal nadelen. Bij het toevoeren van munten aan een smeltoven dienen een aantal personen aanwezig te zijn om toezicht te houden dat de munten inderdaad allemaal aan de 15 smeltoven worden toegevoerd. Bovendien hebben munten een legeringssamen-stelling die afwijkend is van legeringssamenstellingen die voor andere doeleinden dan munten worden gebruikt. De munten kunnen dus niet zonder meer aan een in bedrijf zijnde smeltoven worden toegevoerd maar de smeltoven dient eerst te worden stilgezet en gereinigd waarna de munten 20 kunnen worden gesmolten, hetgeen relatief omslachtig is. Bovendien zal men pas munten gaan omsmelten indien een relatief grote hoeveelheid munten aanwezig is omdat het onderbreken van het normale smeltproces voor een geringere hoeveelheid munten te duur is. Dit heeft echter als nadeel dat te ontwaarden munten gedurende een bepaalde tijd moeten worden opgeslagen 25 alvorens de munten worden omgesmolten. Gedurende deze tijd dienen de munten in een bewaakte ruimte te worden opgeslagen.

De uitvinding beoogt een werkwijze en inrichting te verschaffen met behulp waarvan het ontwaarden van munten relatief eenvoudig en snel kan plaatsvinden, waarbij de nadelen van de bekende werkwijze 30 worden vermeden.

Dit doel wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat de munten mechanisch worden beschadigd.

Door de munten te beschadigen, bijvoorbeeld door de munten te versnipperen, kunnen de beschadigde munten net zo lang worden 35 opgeslagen totdat er een geschikt moment is om de beschadigde munten om te smelten. Het beschadigen van munten kan op de lokatie gebeuren waar 1008854 2 de munten worden verzameld, zoals bijvoorbeeld een centrale bank. Tijdens het omsmelten behoeven niet verscheidene personen of bevoegde personen aanwezig te zijn aangezien de munten geen waarde meer hebben. Verder is het mogelijk om de beschadigde munten, waarvan de samenstelling bekend 5 is, in een gewenste dosering toe te voegen aan een smeltprocédé zodat een gewenste legering wordt verkregen. Ook is het mogelijk om de beschadigde munten elders ter wereld als grondstof aan te bieden.

De inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van tenminste twee evenwijdig gelegen 10 samenstellen die elk roteerbaar zijn om de hartlijn, waarbij elk samenstel is voorzien van een aantal evenwijdig gelegen messen en daartussen gelegen bussen, waarbij de bus van het ene samenstel tegenover een mes van het andere samenstel is gelegen.

Met behulp van de messen worden de munten op eenvoudige 15 wijze versnipperd waarbij een relatief grote hoeveelheid munten vanuit een willekeurige oriëntatie relatief snel kunnen worden ontwaard. Door de roterende messen en bussen worden de munten eenvoudig tussen de messen geleid.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 20 van de tekening waarin, fig. 1 een vooraanzicht van een versnipperinrichting volgens de uitvinding weergeeft, fig. 2 een bovenaanzicht van een met pijlen II-II aangegeven deel van de in fig. 1 weergegeven versnipperinrichting toont, 25 fig. 3 een detail van het in fig. 2 weergegeven bovenaanzicht toont, fig. 4 een vooraanzicht van het in fig. 2 weergegeven deel toont in de door pijl IV-IV aangegeven richting, fig. 5 een uitvergroot detail van het in fig. 4 30 weergegeven aanzicht toont, fig. 6 toont een andere uitvoeringsvorm van een versnipperinrichting volgens de uitvinding.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

35 Fig. 1 toont een versnipperinrichting 1 volgens de uitvinding welke is voorzien van een voorraadbunker 2 voor te ontwaarden 1008854 3 munten en een daarboven gelegen trechtervormig toegangskanaal 3. De versnipperinrichting 1 is verder voorzien van een zich schuin omhoog uitstrekkende transportband 4 waarvan een eerste onderste uiteinde 5 in de voorraadbunker 2 is gelegen en een bovenste uiteinde 6 boven een 5 toevoeropening 7 van een verdeel inrichting 8 is gelegen. De verdeel inrichting 8 is voorzien van een roostervormige kap 9 en een onder de kap 9 gelegen rotor 10 welke met behulp van een motor 11 roteerbaar is om een zich horizontaal uitstrekkende hartlijn 12. De verdeel inrichting 8 is verder voorzien van waternevel sproeiers 13 die naar de rotor 10 toe zijn 10 gericht. Onder de verdeel inrichting 8 zijn twee zich evenwijdig uitstrekkende samenstellen 14, 15 gelegen welke roteerbaar zijn om zich horizontaal uitstrekkende hartlijnen 16, 17 in door pijlen PI, P2 aangegeven richtingen. Onder de samenstellen 14, 15 is een afvoercontai-ner 18 verrijdbaar opgesteld.

15 Fig. 2 toont een bovenaanzicht in de in fig. 1 door pijlen II-II aangegeven richting waarin de samenstellen 14, 15 duidelijk worden weergegeven. Elk samenstel 14, 15 omvat een aantal ringvormige messen 19 en daartussen gelegen bussen 20 welke gezamenlijk roteerbaar zijn om de hartlijnen 16, 17. De messen 19 van het samenstel 15 strekken 20 zich uit tussen de messen 19 van samenstel 14 tot nabij de bussen 20 onder vrijlating van een spleet 21. Ook tussen de bussen 20 van het samenstel 15 en de tegenover gelegen messen 19 van samenstel 14 is een dergelijke spleet 21 aanwezig.

Fig. 3 toont een detail van het in fig. 2 weergegeven 25 aanzicht waarbij de tussen de messen 19 van beide samenstellen en bus 20 aanwezige spleet 21 duidelijk zichtbaar is. De spleet heeft een breedte B die gelijk is aan de breedte van de messen 19 en de bus 20 en een lengte L die gelijk is aan de afstand tussen de hartlijnen 16, 17 verminderd met de straal van de bus 20 en de straal van het mes 19. Voor het versnipperen 30 van munten is het van belang dat de diagonale afstand D welke gelijk is aan -/(Lz+B2) kleiner is dan de kleinste diameter van de te versnipperen munt zodat geen enkele munt onbeschadigd tussen de twee samenstellen 14, 15 heen kan gaan.

Fig. 4 toont een vooraanzicht van het in fig. 2 35 weergegeven samenstel in de door pijlen IV-IV aangegeven richting welke duidelijk een bus 20 met een daartegenover gelegen mes 19 toont. Zoals 1008854 4 duidelijk zichtbaar in de figuur is elk mes 19 voorzien van een aantal inkepingen 22. De messen 19 en bussen 20 zijn bevestigd aan een zeskantige as 23. De messen 19 zijn vast hiermee verbonden terwijl de bussen 20 ten opzichte van de zeskantige as 23 roteerbaar zijn gelagerd.

5 De bussen 20 kunnen worden vervangen door bussen met een andere diameter ten gevolge waarvan de afstand L van de spleet 21 en dientengevolge de diagonale afmeting D van spleet 21 wordt vergroot of verkleind. Hierdoor kan de inrichting 1 op relatief eenvoudige wijze geschikt worden gemaakt voor het versnipperen van munten met een andere 10 afmeting. Om eenzelfde effect te bereiken is het ook mogelijk om de afstand tussen de hartlijnen 16, 17 instelbaar te maken.

Voor het versnipperen van dfl 0,10 (diameter 14,86 mm) wordt bij een mesbreedte B van 10 mm een bus gekozen met een diameter die zodanig is dat de spleet een lengte L heeft van bijvoorbeeld 3 mm zodat 15 de afmeting D 10,44 mm bedraagt. Voor het versnipperen van dfl 2,50 (diameter 29,05 mm) dient een bus te worden gekozen zodanig dat de afstand L bijvoorbeeld 12,5 mm bedraagt en de afstand D derhalve ongeveer 16 mm is.

De versnipperinrichting 1 is verder voorzien van een 20 regeleenheid (niet weergegeven) met behulp waarvan de toevoersnelheid van de transportband 4, de rotatiesnelheid van de rotor 10 en de rotatiesnel-heid van de samenstellen 14, 15 zodanig kan worden geregeld dat een maximale hoeveelheid munten per tijdseenheid wordt versnipperd zonder dat de samenstellen 14, 15 vastlopen door een te grote hoeveelheid munten op 25 de samenstellen 14, 15.

De werking van de versnipperinrichting 1 volgens de uitvinding zal nu beknopt worden toegei icht. Onder toezicht van een bevoegd persoon worden zakken met munten via de toevoeropening 3 in de bunker 2 geleegd. Met behulp van de transportband 4 worden de te ontwaarden munten 30 vervolgens gedoseerd in opwaartse richting verplaatst totdat de munten vanaf het tweede uiteinde 6 via de toevoeropening 7 in de verdeel inrichting 8 vallen. In de verdeel inrichting 8 worden de munten met behulp van de roterende rotor 10 gelijkmatig verdeeld. Met behulp van de waternevels-proeiers 13 wordt tijdens het versnipperen van de munten een waternevel 35 op de rotor 10 en samenstellen 14, 15 gesproeid voor de afvoer van warmte, smering en het neerslaan van metalen stofdeeltjes. De hierbij ontstane 1008854 5 dampen worden door de roostervormige kap 9 afgevoerd, bijvoorbeeld met behulp van een afzuiginstallatie. De munten vallen vervolgens op de naar elkaar toe verplaatsende messen 19 en worden in de spleet 21 door de messen 19 versnipperd. Ten gevolge van de inkepingen 22 in de messen 19 5 worden de op de messen 19 gelegen munten in beweging gehouden en naar de spleet 21 toegevoerd. Het in beweging houden van de munten is belangrijk om het verstopt of vastraken van de samenstellen 14, 15 te voorkomen.

De door de samenstellen 14, 15 heen geleide, versnipperde munten vallen in de afvoercontainer 18 met behulp waarmee 10 ze naar een smeltoven kunnen worden afgevoerd. Het afvoeren van de versnipperde munten kan zonder toezicht plaatsvinden aangezien de munten hun muntwaarde hebben verloren. Indien de munten uit twee verschillende legeringen zijn vervaardigd waarbij bijvoorbeeld een centraal gedeelte uit een niet-magnetiseerbaar materiaal en een daaromheen gelegen ring uit 15 een magnetiseerbaar materiaal is vervaardigd, is het mogel ijk om met behulp van een magneet deze twee materialen te scheiden waardoor elk materiaal voor de meeste geschikte toepassing kan worden hergebruikt. Hetzelfde geldt voor een munt met een magnetiseerbaar centraal gedeelte en een niet-magnetiseerbaar daaromheen liggend gedeelte.

20 Hiertoe kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van de in fig. 6 weergegeven inrichting 25 die in grote lijnen overeenkomt met de in fig. 1 weergegeven inrichting 1. Bij de inrichting 25 is onder de samenstellen 14, 15 een zich horizontaal uitstrekkende eindloze transportband 26 opgesteld die om aandrijfrollen 27, 28 heen is geslagen. 25 De band 26 is voorzien van zich dwars op de band 26 uitstrekkende schotten 29 die regelmatig over de lengte van de transportband 26 zijn verdeeld. De rol 28 is vervaardigd van magnetisch materiaal.

Onder de transportband 26 en nabij de rol 28 zijn twee containers 30, 31 opgesteld. Tussen de containers 30, 31 is een V-vormig 30 geleidingselement 32 gelegen.

Versnipperde munten die door de samenstellen 14, 15 heen zijn gevoerd, vallen op de transportband 26 en worden in de richting van de rol 28 geleid. Niet-magnetiseerbare muntdelen zullen meteen van de rol 28 afvallen in de door pijl P3 aangegeven richting en terechtkomen 35 in de container 30. De magnetiseerbare muntdeeltjes worden door de magnetische rol 28 aangetrokken en vallen niet in de container 30. Door 1008854 6 de schotten 29 worden deze muntdeeltjes bij het verder verplaatsen van de transportband 26 meegenomen en deze deeltjes vallen, buiten de invloed van de rol 28, vervolgens in de door pijl P4 aangegeven richting in de container 31. Ten gevolge van het V-vormige leidingselement 32 zullen de 5 muntdeeltjes altijd in een van de containers 30, 31 terechtkomen.

In plaats van versnipperen is het ook mogelijk om de munten te ontwaarden door een gat in de munten aan te brengen door middel van bijvoorbeeld boren of stansen. Hiertoe dienen de munten echter nauwkeurig een voor een te worden aangevoerd, hetgeen relatief tijdrovend 10 is.

Het is ook mogel i jk om na het versnipperen van de munten de versnipperde munten tot een metalen blok samen te persen zodat het te transporteren volume relatief beperkt wordt.

Het is ook mogelijk om de bussen 20 ten opzichte van 15 de as 23 te fixeren.

1008854

Claims (12)

1. Werkwijze voor het ontwaarden van munten, met het kenmerk, dat de munten mechanisch worden beschadigd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de munten worden versnipperd.

3. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de munten worden toegevoerd aan een versnipperinrichting, welke is voorzien van tenminste twee evenwijdig gelegen samenstellen die 10 elk roteerbaar zijn om een hartlijn, waarbij elk samenstel is voorzien van een aantal evenwijdig gelegen messen en daartussen gelegen bussen, waarbij de bus van het ene samenstel tegenover een mes van het andere samenstel is gelegen, terwijl met behulp van de om de hartlijnen roteerbare samenstellen de munten door de messen worden versnipperd.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de munten gedoseerd aan de versnipperinrichting worden toegevoerd.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de versnipperde munten worden gesmolten.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat de versnipperde munten met behulp van een magneet worden gesplitst in magnetische en niet-magnetische materialen.

7. Inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van tenminste twee evenwijdig gelegen samenstellen die elk 25 roteerbaar zijn om de hartlijn, waarbij elk samenstel is voorzien van een aantal evenwijdig gelegen messen en daartussen gelegen bussen, waarbij de bus van het ene samenstel tegenover een mes van het andere samenstel is gelegen.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 30 een mes van het ene samenstel zich uitstrekt tussen twee naast elkaar gelegen messen van het andere samenstel.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de minimale diagonale afstand tussen het mes van het ene samenstel en de tegenoverliggende bus van het andere samenstel kleiner is dan de 35 diameter van de te ontwaarden munt.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 1008854 het kenmerk, dat de bussen vervangbaar zijn door bussen met een andere diameter.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de afstand tussen de hartlijnen instelbaar is.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 7-11, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een toevoerinrichting voor het gedoseerd toevoeren van munten tussen de roteerbare samenstellen. 1008854