NL1011536C2 - Werkwijze en inrichting voor het scheiden van karton en papier. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het scheiden van karton en papier. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1011536C2 NL1011536C2 NL1011536A NL1011536A NL1011536C2 NL 1011536 C2 NL1011536 C2 NL 1011536C2 NL 1011536 A NL1011536 A NL 1011536A NL 1011536 A NL1011536 A NL 1011536A NL 1011536 C2 NL1011536 C2 NL 1011536C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- drum
- paper
- cardboard
- passages
- circumferential wall
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B07—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
- B07B—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
- B07B1/00—Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
- B07B1/18—Drum screens
- B07B1/22—Revolving drums
- B07B1/26—Revolving drums with additional axial or radial movement of the drum
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B07—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
- B07B—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
- B07B1/00—Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
- B07B1/18—Drum screens
- B07B1/22—Revolving drums
- B07B1/24—Revolving drums with fixed or moving interior agitators
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B07—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
- B07B—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
- B07B13/00—Grading or sorting solid materials by dry methods, not otherwise provided for; Sorting articles otherwise than by indirectly controlled devices
- B07B13/14—Details or accessories
- B07B13/16—Feed or discharge arrangements
Landscapes
- Combined Means For Separation Of Solids (AREA)
Description
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het scheiden van karton en papier
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze volgens het inleidende gedeelte van conclusie 1 en op een inrichting volgens het inleidende gedeelte van conclusie 9, welke werkwijze en inrichting zijn bestemd voor het scheiden 5 van oud karton van oud papier ten behoeve van recycling van deze gebruikte materialen.
Een dergelijke werkwijze en een dergelijke inrichting zijn bekend uit aanvraagster's Europese octrooiaanvrage met publicatienummer 0 773 070.
10 Bij deze bekende inrichting wordt toegevoerd papier en karton geagiteerd doordat dit over omtreksoppervlakken van opeenvolgende roteerbare agitatoren wordt verplaatst, welke agitatoren een baan vormen waarover het te scheiden materiaal in bedrijf al schuddend verplaatst terwijl geleidelijk 15 steeds meer van het papier door doorlaatopeningen in de baan valt.
Het is een doel van de uitvinding het desintegreren van bundels in het toegevoerde materiaal beter mogelijk te maken en/of bij het desintegreren van bundels in het toege- 20 voerde materiaal het karton in mindere mate te verkleinen. Bedoelde bundels kunnen bijvoorbeeld bestaan uit papier en/of karton in kartonnen dozen of in zakken, tot balen geperst papier en/of karton en met bindsels samengebonden papier en/of karton.
25 Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding be reikt door een werkwijze voor het scheiden van papier en karton uit te voeren overeenkomstig conclusie 1. De uitvinding voorziet tevens in een inrichting volgens conclusie 9, waarmee in bedrijf genoemd doel bereikt kan worden.
30 Door het papier en karton in een roterende trommel wordt geagiteerd worden bundels op een bijzonder effectieve wijze gedesintegreerd door daarop van verschillende kanten inwerkende stootkrachten, terwijl de mate waarin karton verkleind wordt beperkt, doordat de scheurkrachten beperkt 1011536 -2- blijven en afnemen zodra een bundel desintegreert en dientengevolge de aan kartonnen delen daarvan gekoppelde massa afneemt. Doordat het agiteren binnen een trommel gebeurt wordt bovendien het vrijkomen van kleine, relatief lang zwe-5 vende delen beperkt.
Bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
Verdere doelen, uitvoeringsmogelijkheden en effecten alsmede constructiedetails van de uitvinding worden nader 10 toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een schematisch opengewerkt zijaanzicht van een eerste voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding, fig. 2 een kops aanzicht in doorsnede volgens de lijn 15 II-II van een trommel van de inrichting volgens fig. 1, fig. 3 een kops aanzicht van de inlaatzijde van inrichting volgens fig. 1 waarbij geen toevoertransporteur is getoond, fig. 4 een schematisch zijaanzicht van een tweede 20 voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding, fig. 5 een kops aanzicht in doorsnede volgens de lijn V-V van een trommel van de inrichting volgens fig. 4, en fig. 6 een schematisch zijaanzicht van een derde voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.
25 De uitvinding wordt allereerst nader toegelicht aan de hand van het in de figuren 1-3 getoonde uitvoeringsvoor-beeld. Daarna worden aspecten van de in de tekening getoonde alternatieve uitvoeringsvoorbeelden besproken.
De in de figuren 1-3 getoonde inrichting dient voor 30 het scheiden van karton en papier met bepaalde gehaltes aan karton en papier tot een papierfractie met een ten minste verhoogd gehalte aan papier en een kartonfractie met ten minste een verhoogd gehalte aan karton. Al naar gelang de eisen die worden gesteld aan de samenstelling van de fractie 35 met relatief meer papier dan het uitgangsmateriaal en de fractie met meer karton dan het uitgangsmateriaal kan een handmatige nasortering noodzakelijk zijn. Grote stukken kar- 1011536 -3- ton, waarvan het handmatig scheiden relatief veel inspanning vergt, kunnen echter juist met een grote betrouwbaarheid machinaal worden gescheiden van het oud papier.
De inrichting volgens dit op dit moment de meeste 5 voorkeur genietende voorbeeld is voorzien van een roteerbare trommel 1 voor het agiteren van toegevoerd karton en papier. De trommel 1 is voorzien van een groot aantal doorvaldoorla-ten 2 voor het zeven van papier van karton. Van deze doorlaten 2 zijn er overzichtelijkheidshalve in de figuren 1 en 2 10 slechts twee aangeduid met een verwijzingscijfer. In bedrijf valt papier grotendeels door de doorlaten 2 en valt de karton grotendeels niet door de doorlaten. Dit wordt veroorzaakt, doordat papier doorgaans van kleiner formaat en buigzamer is dan karton. De stukken karton zijn doorgaans te 15 groot en te buigstijf om door de doorvaldoorlaten 2 te passen .
Verder is voorzien in een aandrijving voor het doen roteren van de trommel 1 om een lijn 3 die in dit geval samenvalt met de as van de trommel 1. Er kan echter ook zijn 20 voorzien in een excentrische beweging van de trommel door deze te laten roteren om een lijn op afstand van de hartlijn en/of onder een hoek ten opzichte van de hartlijn.
De aandrijving bestaat onder meer uit vier elektromotoren (waarvan in fig. 1 twee elektromotoren 4, 5 zichtbaar 25 zijn), vier elk met een van de elektromotoren 4, 5 gekoppelde rollen (waarvan in figuren 2 en 3 drie rollen8-10 zichtbaar zijn) en twee loopbanen 11, 12 waarmee de trommel 1 roteerbaar op de rollen 8-10 rust. Tussen de elektromotoren 4, 5 en de rollen 8-10 zijn reductiekasten geplaatst (waarvan 30 in fig. 1 twee reductiekasten 13, 14 zichtbaar zijn). De motoren 4, 5 zijn frequentiegestuurd teneinde te bereiken dat deze alle vier even snel draaien.
De trommel 1 heeft een kops uiteinde 15 met een inlaat 16 die aansluit op een aanvoertransporteur 17. Een tegen-35 overgelegen kops uiteinde 18 van de trommel 1 mond uit boven een afvoertransporteur 19 voor het afvoeren van de karton- 1011536 -4- fractie. Voor het geleiden van de kartonfractie is daarbij voorzien in een geleidingsplaat 20.
Om de trommel 1 axiaal op zijn plaats ten opzichte van de rollen 8-10 te houden is verder nog voorzien in een axia-5 le geleiders 21-24 die aan een draagstructuur 25 zijn bevestigd die ook de rollen 8-10 draagt. De axiale geleiders 21-24 grijpen aan op flanken van de om de trommel 1 lopende loopbanen 11, 12.
Onder een stroomafwaarts gedeelte van de trommel 1 be-10 vindt zich een stroomopwaarts uiteinde van een transporteur 26 voor het afvoeren van door de doorlaten 2 gevallen materiaal in een met een pijl 27 aangegeven richting. Tussen de trommel 1 en de transporteur 26 bevindt zich een geleidingsplaat 2 8 .
15 In bedrijf wordt papier en karton aangevoerd via de transporteur 17. In de meeste gevallen is het materiaal ten minste voor een deel gebundeld, doordat dit tot pakken is samengebonden en/of geperst en doordat oud papier in kartonnen dozen of in papieren zakken is aangeboden. Het aange-20 voerde materiaal valt in de trommel 1 en wordt daar door het roteren van de trommel 1 geagiteerd en door elkaar gehusseld, waarbij de bundels van verschillende kanten gekneusd worden en uit elkaar vallen. Doordat het kneuzen geschiedt over relatief grote oppervlakken wordt het karton daarbij 25 weinig gescheurd en treedt nadat de bundels uit elkaar zijn gevallen weinig verdere scheuring van het karton op. Wanneer het geagiteerde materiaal de doorvaldoorlaten 2 bereikt, valt het papier grotendeels door de doorlaten 2, doordat dit kan buigen en in het algemeen een kleiner formaat heeft dan 30 karton. Het valt daarna op de transporteur 26 en wordt vervolgens afgevoerd. Het in het algemeen stijvere en grotere karton valt in aanzienlijk mindere mate door de doorlaten 2, waardoor een fractie met een groot karton-aandeel de transporteur 19 bereikt en apart wordt afgevoerd. De transpor-35 teurs 19, 26 kunnen overigens verschillend gericht zijn, al naar gelang waar het papier en het karton heen getransporteerd moeten worden.
1011536 -5-
Het is mogelijk het papier en karton chargegewijs in een trommel te laden, te agiteren en vervolgens uit de agi-tatietrommel te halen en te sorteren op een band of in een trommel met doorlaatopeningen. Volgens dit voorbeeld beweegt 5 het papier en het karton tijdens het agiteren echter door de trommel 1 beweegt in axiale richting van een uiteinde 15 naar een tegenovergelegen uiteinde 18 van de trommel 1. Dit biedt het voordeel, dat het agiteren en scheiden als een continu proces kan worden uitgevoerd dat niet hoeft te wor-10 den onderbroken voor het beladen en ontladen van de trommel 1.
De trommel 1 heeft een omtrekswand 29 en is voorzien van een binnenwaarts in de trommel 1 uitstekend uitsteeksel 30. Hierdoor wordt in bedrijf het agiteren ten minste voor 15 een deel veroorzaakt door op het papier en het karton aangrijpen van het vanaf de omtrekswand 29 van de trommel 1 binnenwaarts in de trommel 1 uitstekende uitsteeksel 30. Dit versterkt de agitatie en het kneuseffect en zorgt er voor, dat het papier en karton bijzonder effectief worden meegeno-20 men met de roterende beweging van de trommel 1, waardoor bundels bijzonder effectief worden gedesintegreerd en een intensieve omwerking van het materiaal ontstaat.
De kneuswerking van het binnenwaarts uitstekende uitsteeksel 30 is daarbij bijzonder effectief, doordat het uit-25 steeksel 30 een binnenwaarts gekeerde smalle kneusrand 31 heeft. Deze is bij voorkeur niet breder dan 1 tot 2 cm, maar is anderzijds bij voorkeur ook niet scherp en niet smaller dan 1-2 mm om overmatig scheuren van het karton tegen te gaan.
30 De doorvaldoorlaten 2 hebben rekening houdend met de grootte-verdeling van aangeboden oud karton en oud papier bij voorkeur afmetingen van 30 tot 40 cm bij 20 tot 30 cm.
Het gedeelte 32 van de omtrekswand 29 is uitgevoerd als een rooster van staven die de doorvaldoorlaten 2 begren-35 zen. Hiermee wordt bereikt, dat het open oppervlak van de doorlaten een zeer groot percentage van het oppervlak van het gedeelte 32 van de omtrekswand 29 beslaat en dit gedeel- 1011536 -6- te dienovereenkomstig kort kan worden gehouden. Verder kan op deze wijze het wandgedeelte 32 met doorlaten op een constructief eenvoudige wijze verkregen worden.
Het binnenwaarts uitstekende uitsteeksel 30 strekt 5 zich verder in hoofdzaak schroeflijnvormig uit langs de om-trekswand 29. Daarbij wordt de trommel 1 met een zodanige draaizin geroteerd, dat het papier en het karton door het binnenwaarts in de trommel 1 uitstekende uitsteeksel 30 in axiale richting van de trommel 1 wordt voortgestuwd. Voort-10 stuwen door middel van het in de trommel uitstekende uitsteeksel biedt in de eerste plaats het voordeel, dat materiaal aan de buitenkant van de trommel effectief wordt voortgestuwd en niet gemakkelijk achter uitsteeksels kan blijven hangen. Een verder voordeel is, dat het uitsteeksel 30 ster-15 ker aangrijpt op kleiner materiaal dan op nog gebundeld materiaal, dat grotendeels bovenop het uitsteeksel ligt. Hierdoor wordt materiaal zo lang het gebundeld is tendentieel langer in de trommel 1 gehouden. Ten opzichte van axiale voortstuwing door schuine opstelling van de trommel wordt 20 verder het voordeel bereikt, dat materiaal geen structurele neiging vertoont over ander materiaal heen in stroomrichting door de trommel 1 te schuiven, welke neiging bij bundels sterker zou zijn dan bij los materiaal.
Doordat het, zich in hoofdzaak schroeflijnvormig uit-25 strekkende uitsteeksel 30 bovendien van nabij de inlaat 16 ononderbroken tot nabij de uitlaat 18 verloopt wordt de kans dat materiaal achter uitsteeksels blijft haken nog sterker beperkt en wordt de axiale beweging van materiaal in de trommel 1 bijzonder goed beheerst.
30 Het uitsteeksel 30 strekt zich bovendien uit over een sectie 32 van de omtrekswand 29 die is voorzien van de door-valdoorlaten 2. Hierdoor valt voor elk stuk materiaal de periode gedurende hetwelk het agiteren gebeurt gedeeltelijk samen met een zeefperiode gedurende hetwelk het zeven ge-35 beurt. Het agiteren tijdens het zeven biedt het voordeel, dat materiaal in het algemeen veel kansen krijgt een door-valdoorlaat 2 te bereiken en derhalve de waarschijnlijkheid 1011536 -7- dat een stuk materiaal dat door de doorvaldoorlaten 2 past daar ook doorheen valt wordt vergroot.
De trommel 1 heeft behalve de sectie 32 met doorvaldoorlaten 2 een stroomopwaartse sectie 33 met een in hoofd-5 zaak gesloten omtrekswand 29. In bedrijf gaat hierdoor voor elk stuk materiaal aan de zeefperiode steeds een gedeelte van de agitatieperiode vooraf gaat gedurende welk gedeelte in hoofdzaak niet gezeefd wordt. Dat eerste geagiteerd wordt zonder te zeven biedt het voordeel, dat met een betrekkelijk 10 kort zeeftraject kan worden volstaan, zodat dienovereenkomstig compacte voorzieningen 26, 28 voor het opvangen van het door de doorvaldoorlaten 2 gevallen materiaal voldoende zijn. Verder wordt door het gesloten stroomopwaartse gedeelte van de trommel 33 een extra afscherming tegen stof en 15 wegwaaiend materiaal alsmede een beveiliging tegen door het agiteren uittredende gevaarlijke stoffen en obstakels verkregen. Deze kunnen dan tijdig gedetecteerd worden, voordat deze het open gedeelte 32 van de trommel 1 bereiken.
De aandrijving is ingericht voor het aandrijven van de 20 trommel 1 met een zodanige hoeksnelheid, dat het toegevoerde materiaal wandgedeeltes van de roterende wand 29 van de trommel 1 waartegen dit aanligt ten minste volgt tot halverwege en bij voorkeur twee derde van de hoogte van de trommel 1 ter plaatse van het desbetreffende materiaal en de rote-25 rende wand 29 van de trommel 1 verlaat voordat de wandgedeeltes 29 waartegen dit aanligt horizontaal bewegen. Om in de praktijk de rotatiesnelheid op eenvoudige wijze aan te kunnen passen aan de eigenschappen van het te verwerken materiaal is de aandrijving van de inrichting volgens dit 30 voorbeeld voorzien van een frequentieregelaar zodat de snelheid van de motoren 4, 5 en daarmee van de trommel 1 eenvoudig aanpasbaar is om een optimale kneuswerking te bewerkstelligen .
Door de trommel 1 in bedrijf te roteren met een derge-35 lijke hoeksnelheid voert het materiaal binnen de trommel 1 telkens een vrije val uit, waarbij het de wand van de trommel 1 onder een grote hoek raakt. Dit is geïllustreerd met 1011536 -8- de in fig. 2 weergeven pijlen 34 die banen van materiaal in de trommel 1 representeren. Doordat het materiaal telkens een vrije val uitvoert over bijna de gehele diameter van de trommel 1, wordt een bijzonder sterke kneuzing van bundels 5 verkregen die daarmee op bijzonder effectieve wijze gescheiden worden. Verder stroomafwaarts, ter hoogte van de doorlaten 2, is de vrije val tot tegen de wand 29, waarbij de wand 29 onder een hoek van ten minste 30° en bij voorkeur ten minste 45° wordt geraakt voordelig ter bevordering van het 10 doorbuigen van papier waardoor dit door de doorlaten 2 passeert. Voor het waarborgen van een vrije val over een grote hoogte is het overigens voordelig indien het materiaal loskomt van de wand 29, voordat 90% en bij voorkeur 75 a 80% van de hoogte van de trommel 1 is bereikt. Verder is het 15 voordelig een trommel met een diameter van ten minste 2 m en bij voorkeur 2,5 tot 3 meter toe te passen om een grote vrije val van het materiaal te kunnen genereren.
De hoeksnelheid van de trommel 1 is in bedrijf zodanig dat de door het materiaal in de trommel 1 ervaren centrifu-20 gale kracht kleiner is dan de gravitatiekracht uitgeoefend door de aarde. Dat wil zeggen, dat mco2R < mg, waarbij m de massa van het materiaal, co de hoeksnelheid in radialen per seconde, R de straal van de bewegingsbaan van het materiaal dat tegen de trommelwand aanligt en g de aardversnelling is. 25 Derhalve geldt bij voorkeur dat ω < V(g/R). In de praktijk kan voor R afhankelijk van de dikte van de laag materiaal in de trommel bijvoorbeeld bijvoorbeeld 90-98% en in veel gevallen 95% van de binnenradius van de trommel worden ingevuld. Om er voor te zorgen, dat het te scheiden materiaal 30 ten minste omhoog beweegt tot halverwege en bij voorkeur tweederde van de hoogte van de trommel ter plaatse van het desbetreffende materiaal is het anderzijds van belang, dat de door het materiaal in de trommel ervaren centrifugale kracht voldoende groot is. Teneinde dit te bereiken bedraagt 35 de hoeksnelheid in radialen bij voorkeur meer dan 50% en bij voorkeur meer dan 75% van V(g/R). Dienovereenkomstig is de aandrijving voor het aandrijven van de trommel 1 ingericht 1011536 -9- voor het aandrijven van de trommel met een hoeksnelheid ω van de trommel kleiner dan V(g/R) en groter dan 0,5V(g/R). Door de aandrijving regelbaar uit te voeren kan de hoeksnelheid bovendien aangepast worden aan de eigenschappen van het 5 te verwerken materiaal.
Figuren 3 en 4 tonen bij wijze van voorbeeld een inrichting met een hellend geplaatste trommel 51, waarvan het kopse uiteinde 68 aan de uitlaatzijde lager is gelegen dan het kopse uiteinde 65 aan de inlaatzijde. Ook hier is voor-10 zien in een aanvoertransporteur 67 die uitmondt in de trommel 51 en afvoertransporteurs 69 en 76 voor het afvoeren van voornamelijk karton en voornamelijk papier.
De binnenwaarts uitstekende uitsteeksels 80 zijn uitgevoerd als schoepen. De draaizin van de trommel 51 is zoda-15 nig, dat de schoepen 80 in het gebied van het gedeelte 82 van de trommel 51. Het stroomafwaartse uiteinde van trommel 51 is voorzien van een restrictie 85 die tegengaat dat klein, onderin liggend materiaal uit het stroomafwaartse uiteinde 51 van de trommel 51 valt.
20 Fig. 6 toont een verder uitvoeringsvoorbeeld, waarbij twee trommels 101, 136 zijn toegepast. De eerste trommel 101 is gesloten en de tweede trommel 136 is voorzien van door-valdoorlaten 102. Stroomopwaarts van de eerste trommel 101 bevindt zich een aanvoertransporteur 117 die uitmondt in de 25 trommel 101. Tussen de trommels 101 en 136 is een stortkoker 137 gelegen die zorgt voor een verdere agitatie van het te scheiden materiaal en een zware belasting van eventuele resterende bundels als deze in de tweede trommel 136 vallen. Onder de tweede trommel 136 bevindt zich een afvoertranspor-30 teur 126 op de uitlaatzijde 118 van de tweede trommel 136 sluit een afvoertransporteur 119 aan.
Op de aanvoerzijde 115 van de trommel 101 met een gesloten omtrekswand 129 sluit een afvoerkanaal 138 aan waarin een ventilator 139 is opgenomen. Bij het agiteren van het te 35 scheiden materiaal vrijkomend stof alsmede eventuele vluchtige stoffen kunnen daarmee effectief afgezogen worden, 1011536 -10- doordat de eerste trommel een gesloten tunnel vormt. Bij voorkeur is tevens voorzien in (niet getoonde) filtervoor-zieningen.
Een voordeel van de uitvoering volgens dit voorbeeld 5 is, dat deze een klein vloeroppervlak beslaat. Dit effect kan nog versterkt worden door erin te voorzien, dat de beide trommels boven elkaar zijn geplaatst.
Het zal de deskundige uit het voorgaande duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uitvinding nog vele andere 10 alternatieven mogelijk zijn. In plaats van het toepassen van binnenwaarts uitstekende delen voor het agiteren van te scheiden papier en karton is het bijvoorbeeld ook mogelijk het agiteren op andere wijze te bereiken, bijvoorbeeld door een trommelwand toe te passen met een drie of meerhoekige 15 dan wel sterachtige vorm of door de trommel in zijn geheel te schudden. De trommel kan, behalve een cilindervorm, ook vele andere vormen hebben, zoals bijvoorbeeld een gebombeerde vorm, een bolvorm, een diabolovorm, enkel of meervoudig kegelvormig en daarbij bijvoorbeeld een ronde, ovale dan wel 20 drie-, vier, vijf-, zes-, acht- of meerhoekige dwarsdoorsnede hebben. De dwarsdoorsnede kan ook in verschillende axiale secties van de trommel verschillend van vorm en/of maat zijn.
1011536
Claims (18)
1. Werkwijze voor het scheiden van karton en papier met bepaalde gehaltes aan karton en papier tot een papier-fractie met een ten minste verhoogd gehalte aan papier en een kartonfractie met ten minste een verhoogd gehalte aan 5 karton, omvattende het toevoeren van papier en karton in min of meer gebundelde vorm, het agiteren van toegevoerd karton en papier en het met doorvaldoorlaten (2; 102) zeven van papier van karton, waarbij genoemde papierfractie door genoemde doorvaldoorlaten (2; 102) valt en genoemde kartonfractie 10 niet door genoemde doorvaldoorlaten (2; 102) valt, met het kenmerk, dat het agiteren van het toegevoerde materiaal wordt uitgevoerd in een roterende trommel (1; 51; 101, 136).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het papier en het karton tijdens het agiteren door genoemde trommel (1; 15 51; 101, 136) beweegt in axiale richting van een uiteinde (15; 65) naar een tegenovergelegen uiteinde (18; 68; 118) van genoemde trommel (1; 51; 101, 136).
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het agiteren ten minste voor een deel wordt veroorzaakt door op 20 het papier en het karton aangrijpen van ten minste een vanaf een omtrekswand (29; 129) van de trommel (1; 51; 101, 136) binnenwaarts in genoemde trommel (1; 51; 101, 136) uitstekend uitsteeksel (30; 80).
4. Werkwijze volgens conclusies 2 en 3, waarbij het 25 papier en het karton door genoemd, ten minste ene binnenwaarts in genoemde trommel (1; 101, 136) uitstekende uitsteeksel (30) in axiale richting van de trommel (1; 101, 136. wordt voortgestuwd.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 30 waarbij het agiteren gebeurt tijdens een agitatieperiode en het zeven gebeurt tijdens een zeefperiode die ten minste gedeeltelijk samenvalt met genoemde agitatieperiode. 1011538 -12-
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan genoemde zeefperiode ten minste een gedeelte van genoemde agitatieperiode vooraf gaat gedurende welk gedeelte in hoofdzaak niet gezeefd wordt.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de trommel (1; 51/ 101, 136) wordt geroteerd met een zodanige hoeksnelheid, dat het toegevoerde materiaal wandge-deeltes van de roterende omtrekswand (29; 129) van de trommel (1; 51; 101, 136) waartegen dit aanligt ten minste volgt 10 tot halverwege en bij voorkeur twee derde van de hoogte van de trommel (1; 51; 101, 136) ter plaatse van het desbetreffende materiaal en de roterende omtrekswand (29; 129) van de trommel (1; 51; 101, 136) verlaat voordat de wandgedeeltes (29; 129) waartegen dit aanligt horizontaal bewegen.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij hoeksnelheid ω van de trommel (1; 51; 101, 136) kleiner is dan V(g/R) en groter is dan 0,5V(g/R), waarbij R de straal van de bewe-gingsbaan (34) van het materiaal dat tegen de omtrekswand (29; 129) aanligt en g de aardversnelling is.
9. Inrichting voor het scheiden van karton en papier met bepaalde gehaltes aan karton en papier tot een papier-fractie met een ten minste verhoogd gehalte aan papier en een kartonfractie met ten minste een verhoogd gehalte aan karton, omvattende middelen (1, 30; 51; 80; 101, 136) voor 25 het agiteren van toegevoerd karton en papier en doorvaldoor-laten (2; 102) voor het zeven van papier van karton, waarbij genoemde papierfractie door de doorlaten valt en genoemde kartonfractie niet door de doorlaten valt, met het kenmerk, dat genoemde middelen voor het agiteren van het toegevoerde 30 materiaal zijn uitgevoerd als ten minste een trommel (1; 51; 101, 136), verder omvattende een aandrijving (4, 5, 8-10, 11-14) voor het doen roteren van genoemde, ten minste ene trommel (1; 51; 101, 136) om een lijn (3) in hoofdzaak evenwijdig aan de as van genoemde, ten minste ene trommel (1; 35 51; 101, 136).
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij genoemde trommel (1; 51; 101, 136) een omtrekswand (29; 129) heeft en 1011536 -13- waarbij de trommel (1; 51; 101, 136) is voorzien van ten minste een binnenwaarts in genoemde trommel (1; 51; 101, 136. uitstekend uitsteeksel (30; 80).
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij genoemde 5 trommel (1; 51; 101, 136) een inlaat (16) en een uitlaat aan tegenover elkaar gelegen kopse uiteinden (15; 18) heeft en waarbij genoemd binnenwaarts uitstekende uitsteeksel (30; 80. zich in hoofdzaak schroeflijnvormig of schroeflijnsegmentvormig langs genoemde omtrekswand (29; 129) uitstrekt.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij genoemd, zich in hoofdzaak schroeflijnvormig uitstrekkende uitsteeksel (30) van ten minste nabij genoemde inlaat (16) ononderbroken tot ten minste nabij genoemde uitlaat verloopt.
13. Inrichting volgens een der conclusies 10-12, waar- 15 bij genoemd uitsteeksel (30; 80) een binnenwaarts gekeerde smalle kneusrand (31) heeft.
14. Inrichting volgens een der conclusies 10-13, waarbij genoemd ten minste ene uitsteeksel (30; 80) zich ten minste gedeeltelijk uitstrekt over een sectie van genoemde 20 omtrekswand (29; 129) die is voorzien van genoemde doorval-doorlaten (2; 102) .
15. Inrichting volgens een der conclusies 9-14, waarbij genoemde, ten minste ene trommel (1; 51) een eerste sectie (33) met een in hoofdzaak gesloten omtrekswand (29) en 25 een tweede sectie (32) stroomafwaarts van genoemde eerste sectie (33) omvat, welke tweede sectie (32) is voorzien van genoemde doorvaldoorlaten (2; 102) .
16. Inrichting volgens een der conclusies 9-15, waarbij ten minste een gedeelte van genoemde omtrekswand (29; 30 129) is uitgevoerd als een rooster van staven die genoemde doorvaldoorlaten (2; 102) begrenzen.
17. Inrichting volgens een der conclusies 9-16, waarbij genoemde aandrijving (4, 5, 8-10, 11-14) is ingericht voor het aandrijven van genoemde, ten minste ene trommel (1; 35 51; 101, 136) met een zodanige hoeksnelheid, dat het toege voerde materiaal wandgedeeltes van de roterende omtrekswand (29; 129) van de trommel (1; 51; 101, 136) waartegen dit 1011536 -14- aanligt ten minste volgt tot halverwege en bij voorkeur twee derde van de hoogte van de trommel (1; 51; 101, 136) ter plaatse van het desbetreffende materiaal en de roterende wand van de trommel (1; 51; 101, 136) verlaat voordat de 5 wandgedeeltes waartegen dit aanligt horizontaal bewegen.
18. Inrichting volgens een der conclusies 9-17, waarbij genoemde aandrijving (4, 5, 8-10, 11-14) is ingericht voor het aandrijven van genoemde, ten minste ene trommel (1; 51; 101, 136) met een hoeksnelheid ω van de trommel (1; 51; 10 101, 136) kleiner dan V(g/R) en groter dan 0,5V(g/R), waar bij R de straal van de bewegingsbaan van het materiaal dat tegen de omtrekswand (29; 129) aanligt en g de aardversnel-ling is. 10115 36
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011536A NL1011536C2 (nl) | 1999-03-11 | 1999-03-11 | Werkwijze en inrichting voor het scheiden van karton en papier. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011536 | 1999-03-11 | ||
NL1011536A NL1011536C2 (nl) | 1999-03-11 | 1999-03-11 | Werkwijze en inrichting voor het scheiden van karton en papier. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1011536C2 true NL1011536C2 (nl) | 2000-09-12 |
Family
ID=19768824
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1011536A NL1011536C2 (nl) | 1999-03-11 | 1999-03-11 | Werkwijze en inrichting voor het scheiden van karton en papier. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1011536C2 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2436543A1 (de) * | 1973-08-20 | 1975-03-06 | Wiener Brueckenbau | Anlage zur verarbeitung von muell |
US4399029A (en) * | 1977-09-28 | 1983-08-16 | Bureau De Recherches Geologiques Et Minieres | Apparatus for the concentration and sorting of solid waste materials according to their shapes, their sizes and their flexibility |
EP0148375A2 (de) * | 1983-12-27 | 1985-07-17 | Salzgitter Maschinenbau Gmbh | Vorrichtung zum Aufreissen von Müll enthaltenden Säcken und zum nachfolgenden Sieben des Mülls |
EP0386443A2 (de) * | 1989-03-08 | 1990-09-12 | AGR ABFALLSBESEITIGUNGS-GESELLSCHAFT RUHRGEBIET mbH | Verfahren und Vorrichtung zur Verwertung von Hausmüll |
WO1996034702A1 (fr) * | 1995-05-05 | 1996-11-07 | Magotteaux International | Machine de triage d'objets solides |
-
1999
- 1999-03-11 NL NL1011536A patent/NL1011536C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2436543A1 (de) * | 1973-08-20 | 1975-03-06 | Wiener Brueckenbau | Anlage zur verarbeitung von muell |
US4399029A (en) * | 1977-09-28 | 1983-08-16 | Bureau De Recherches Geologiques Et Minieres | Apparatus for the concentration and sorting of solid waste materials according to their shapes, their sizes and their flexibility |
EP0148375A2 (de) * | 1983-12-27 | 1985-07-17 | Salzgitter Maschinenbau Gmbh | Vorrichtung zum Aufreissen von Müll enthaltenden Säcken und zum nachfolgenden Sieben des Mülls |
EP0386443A2 (de) * | 1989-03-08 | 1990-09-12 | AGR ABFALLSBESEITIGUNGS-GESELLSCHAFT RUHRGEBIET mbH | Verfahren und Vorrichtung zur Verwertung von Hausmüll |
WO1996034702A1 (fr) * | 1995-05-05 | 1996-11-07 | Magotteaux International | Machine de triage d'objets solides |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5469973A (en) | Sorting optically different solid masses | |
EP0198685B1 (en) | Bag slitting and emptying machine | |
CN105263634B (zh) | 连接至卫生生产或在离线位置运行的选择性切碎、筛分和/或分离装置 | |
WO2017173983A1 (zh) | 散包除尘装置 | |
EP0518058A1 (en) | Apparatus for sorting hard gelatine capsules | |
NL8901226A (nl) | Inrichting voor het verwerken van vlasstro, alsmede vlasstro-opener en trommel daarvoor. | |
US5106487A (en) | Parts separator device for separating heavy materials from chips and lubricants | |
US4243183A (en) | Preparation and crushing tool | |
EP0818566B1 (en) | Double-cylinder opener and relative process for opening and cleaning staple fibre by progressive action | |
JPH0348790B2 (nl) | ||
US5000196A (en) | Method and apparatus for recovering tobacco from imperfect cigarettes | |
NL1011536C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het scheiden van karton en papier. | |
SG172593A1 (en) | Paper removal in a vibrating conveyor bowl of the tobacco processing industry | |
JP2005193178A (ja) | 包装食品の包装材分離装置 | |
US8292085B2 (en) | Run-of-mine coal separator | |
KR100397790B1 (ko) | 음식물 쓰레기 수거용 파봉기 | |
US3963181A (en) | Food reclaiming system | |
WO1993010027A1 (en) | Vertical conveyor | |
US4223685A (en) | Cigarette making machine hopper | |
JPS5813143B2 (ja) | カミマキタバコセイゾウキカイヨウホツパ− | |
JP3865840B2 (ja) | ロール撰別機 | |
US4653973A (en) | De-packaging apparatus | |
US1976382A (en) | Machine for cleaning seed cotton and for extracting the seed cotton from burrs and hulls | |
JPH10511910A (ja) | リサイクル可能な材料の混合物を処理するための装置 | |
JP2561385B2 (ja) | 破袋ほぐし装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20170401 |