NL1010229C2 - Elevator assembly and method for moving an elevator. - Google Patents

Elevator assembly and method for moving an elevator. Download PDF

Info

Publication number
NL1010229C2
NL1010229C2 NL1010229A NL1010229A NL1010229C2 NL 1010229 C2 NL1010229 C2 NL 1010229C2 NL 1010229 A NL1010229 A NL 1010229A NL 1010229 A NL1010229 A NL 1010229A NL 1010229 C2 NL1010229 C2 NL 1010229C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lift
assembly according
elevator
support profile
elevator assembly
Prior art date
Application number
NL1010229A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Otto Ooms
Alex Ooms
Original Assignee
Ooms Otto Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ooms Otto Bv filed Critical Ooms Otto Bv
Priority to NL1010229A priority Critical patent/NL1010229C2/en
Priority to EP99949449A priority patent/EP1119513B1/en
Priority to PCT/NL1999/000608 priority patent/WO2000020319A1/en
Priority to DE69924511T priority patent/DE69924511T2/en
Priority to AT99949449T priority patent/ATE292083T1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1010229C2 publication Critical patent/NL1010229C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/06Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces
    • B66B9/08Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces associated with stairways, e.g. for transporting disabled persons
    • B66B9/0838Levelling gears

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Types And Forms Of Lifts (AREA)
  • Lift-Guide Devices, And Elevator Ropes And Cables (AREA)

Abstract

A lift assembly comprising a rail system including a supporting section (6) and a lift (7), for example a chair lift for a disabled person, comprisisng a rotatable guide unit (8) which is movable along said supporting section (6), wherein the lift (7) is capable of upward and downward movement at various angles of inclination, said lift (7) comprising a carrier and means for maintaining the carrier substantially in a predetermined position during said movement, wherein the means for maintaining the carrier substantially in a horizontal position during its movement comprise a guide surface (21) present in the rail system, along which detection means (22, 23) mounted on the lift (7) can move.

Description

ii

Otto Ooms B.V.Otto Ooms B.V.

LIFTSAMENSTEL EN WERKWIJZE VOOR HET VERPLAATSEN VAN EEN LIFT 5LIFT ASSEMBLY AND METHOD FOR MOVING AN ELEVATOR 5

De uitvinding heeft betrekking op een liftsamenstel, omvattende een railsysteem met een ondersteuningsprofiel en een langs dat ondersteuningsprofiel verplaatsbare lift, bijvoorbeeld een stoellift voor een invalide, waarbij de 10 lift zich onder meerdere hellingshoeken, inclusief de horizontale richting, omhoog en omlaag kan bewegen, welke lift is voorzien van een drager en middelen om de drager tijdens de beweging in hoofdzaak in een bepaalde stand te houden.The invention relates to a lift assembly, comprising a rail system with a support profile and a lift displaceable along that support profile, for instance a chair lift for a disabled person, wherein the lift can move up and down at various angles of inclination, including the horizontal direction, which lift is provided with a carrier and means for keeping the carrier substantially in a certain position during the movement.

1515

Dit soort liften kan worden gebruikt om een invalide, die geen gebruik kan maken van de trap, langs die trap naar boven of naar beneden te vervoeren. Daarbij wordt het railsysteem zodanig langs de trap gemonteerd, dat daarlangs een 20 lift kan bewegen die zich daarbij boven de trap bevindt. De rail waarlangs de lift beweegt kan bijvoorbeeld aan een muur langs de trap zijn bevestigd, doch kan ook aan steunen zijn bevestigd die langs de zijkant van de trap op de treden zijn vastgezet. De drager kan de vorm hebben van een 25 stoel waarop een persoon kan zitten, de drager kan ook bestaan uit een plateau waarop bijvoorbeeld een invalidenwagen kan worden gereden. Ook zijn andere uitvoeringen van de lift mogelijk.Lifts of this type can be used to transport an invalid, who cannot use the stairs, up or down these stairs. The rail system is thereby mounted along the staircase so that a lift can move along it, which is located above the staircase. For example, the rail along which the elevator moves may be attached to a wall along the stairs, but may also be attached to supports secured to the steps along the side of the stairs. The carrier can be in the form of a chair on which a person can sit, the carrier can also consist of a platform on which, for example, an invalid car can be driven. Other versions of the lift are also possible.

30 In geval van een rechte trap kan het railsysteem bestaan uit een recht samenstel van profielen dat onder dezelfde hoek als die van de trap wordt aangebracht. De lift wordt aan het railsysteem verbonden doordat het aangrijpt aan het railsysteem door middel van een of meer aan de lift 35 bevestigde geleidingseenheden, waarbij de lift steeds een in hoofdzaak rechte stand inneemt, dat wil zeggen onder een bepaalde hoek ten opzichte van het railsysteem. Voorts kan het railsysteem voorzien zijn van een tandheugel die kan 1010229 2 samenwerken met een aan de lift verbonden tandwiel, zodat bij aandrijving van het tandwiel door middel van een elektromotor die zich in de lift bevindt, de lift langs het railsysteem wordt bewogen.In the case of a straight staircase, the rail system can consist of a straight combination of profiles, which is fitted at the same angle as that of the stairs. The lift is connected to the rail system by engaging the rail system by means of one or more guide units attached to the lift 35, the lift always assuming a substantially straight position, i.e. at a certain angle with respect to the rail system. Furthermore, the rail system can be provided with a rack which can cooperate with a gear connected to the lift, so that when the gear is driven by an electric motor located in the lift, the lift is moved along the rail system.

55

Meestal bestaat een trap niet uit een enkel recht gedeelte, doch kan een trap op verschillende plaatsen verschillende hellingshoeken hebben, kan de trap een horizontaal gedeelte omvatten (dat wil zeggen een hellingshoek van 0°) en kunnen 10 er bochten met de trap worden gemaakt. In al deze gevallen moet het railsysteem langs de trap zodanig zijn dat de lift zich steeds in een bepaalde stand handhaaft wanneer de lift zich langs het railsysteem verplaatst. Hiertoe kan het railsysteem worden voorzien van twee ondersteunende 15 geleidingen, waarbij de stand van de lift ten opzichte van 1 het railsysteem wordt bepaald door de onderlinge afstand van de ondersteunende geleidingen. De onderlinge afstand moet dan ook zodanig variëren, afhankelijk van de hellingshoek van het railsysteem, dat de lift steeds in een 20 bepaalde stand blijft. De twee geleidingen kunnen daarbij dichter bij elkaar liggen wanneer de trap, en daarmee het railsysteem, steiler verloopt. Nadeel van een dergelijk systeem is dat het gebruik van twee ondersteunende geleidingen extra materiaal- en montagekosten met zich 25 meebrengt, extra ruimte nodig heeft en optisch minder fraai is.Usually, a staircase does not consist of a single straight section, but a staircase can have different angles of inclination in different places, the staircase can comprise a horizontal part (ie an angle of inclination of 0 °) and 10 turns can be made with the staircase. In all these cases, the rail system along the stairs must be such that the lift always maintains a certain position when the lift moves along the rail system. For this purpose the rail system can be provided with two supporting guides, the position of the lift relative to the rail system being determined by the mutual distance of the supporting guides. The mutual distance must therefore vary, depending on the angle of inclination of the rail system, so that the lift always remains in a certain position. The two guides can be closer to each other when the stairs, and thus the rail system, run steeper. A drawback of such a system is that the use of two supporting guides entails additional material and assembly costs, requires extra space and is optically less attractive.

EP 0 560 433 beschrijft een liftsamenstel waarbij slechts één ondersteunende geleiding wordt toegepast. Teneinde de 30 lift in een vaste stand te handhaven wordt een in de lift aangebrachte nokschijf toegepast, die synchroon met de beweging van de lift roteert. De nokschijf bevat informatie over de hellingshoeken en een nokvolger brengt de lift in de gewenste stand. Nadeel van een dergelijk systeem is dat 35 bij het aanbrengen van een liftsamenstel langs een bepaalde trap, deze trap nauwkeurig moet worden opgemeten, waarna de vorm van de nokschijf op grond van die opmeting moet worden 101 0229 3 berekend. In de praktijk is het systeem erg gevoelig voor afwijkingen in de ten opzichte van de totale traplengte relatief kleine nokschijf, waardoor een rechte stand van de lift moeilijk gehandhaafd kan worden.EP 0 560 433 describes a lift assembly in which only one supporting guide is used. In order to maintain the lift in a fixed position, a cam mounted in the lift is used, which rotates synchronously with the movement of the lift. The cam disc contains information about the angles of inclination and a cam follower moves the lift into the desired position. A drawback of such a system is that when fitting a lift assembly along a certain staircase, this staircase must be accurately measured, after which the shape of the cam disc must be calculated on the basis of that measurement 101 0229 3. In practice, the system is very sensitive to deviations in the cam disc, which is relatively small compared to the total stair length, which makes it difficult to maintain a straight position of the lift.

55

In het algemeen zijn de nadelen van bekende liftsamenstellen het feit dat zij nauwkeurig pasklaar gemaakt moeten worden, op grond van ingewikkelde berekeningen, waarbij de trap eerst foutloos moet worden 10 opgemeten, en dat, wanneer een railsysteem uit een woning verwijderd moet worden, deze niet of nauwelijks kan worden hergebruikt voor een ander te produceren liftsamenstel.In general, the drawbacks of known lift assemblies are the fact that they have to be accurately made to fit, due to complicated calculations, whereby the staircase must first be measured without errors, and that, when a rail system has to be removed from a house, it does not can hardly be reused for another lift assembly to be produced.

De uitvinding beoogt een liftsamenstel met één 15 ondersteunende geleiding, die op effectieve wijze in een bepaalde stand wordt gehouden. Voorts wordt beoogd dat het railsysteem althans voor een groot deel kan worden hergebruikt, en dat bij het monteren op een eenvoudige en betrouwbare wijze wordt voorzien in middelen om de drager 20 in een vaste stand te houden. Vooral omdat een liftsamenstel soms slechts korte tijd in een woning aanwezig is en daarna weer moet worden verwijderd, biedt het grote voordelen als een aanzienlijk deel van een dergelijk liftsamenstel opnieuw kan worden gebruikt en op 25 eenvoudig wijze kan worden gemonteerd.The object of the invention is a lift assembly with one supporting guide, which is effectively held in a certain position. It is further contemplated that at least a large part of the rail system can be reused, and that during mounting in a simple and reliable manner means are provided to keep the carrier 20 in a fixed position. Especially since a lift assembly is sometimes only present in a house for a short time and then has to be removed again, it offers great advantages if a considerable part of such a lift assembly can be reused and can be mounted in a simple manner.

Volgens een kenmerk van de uitvinding omvatten de middelen om dat de drager tijdens de beweging in nagenoeg horizontale positie te houden een in het railsysteem 30 aanwezig geleidingsoppervlak waarlangs een aan de lift bevestigd waarneemorgaan kan bewegen. Voordeel hiervan is dat de informatie over de hellingshoek van het railsysteem over de gehele lengte van de trap inherent aanwezig is, wat een betrouwbare werking bevordert en het vooraf instellen 35 in de fabriek overbodig maakt.According to an inventive feature, the means for keeping the carrier in a substantially horizontal position during the movement comprise a guide surface present in the rail system 30 along which a detector attached to the lift can move. The advantage of this is that the information about the angle of inclination of the rail system over the entire length of the staircase is inherently present, which promotes reliable operation and makes pre-setting in the factory unnecessary.

Bij voorkeur is het waarneemorgaan voorzien van tenminste 10102 29 4 een roller welke over het geleidingsoppervlak kan rollen, waardoor een wrijvingsloze, nauwkeurige geleiding wordt bereikt.Preferably, the sensing means is provided with at least 10 102 29 4 a roller which can roll over the guide surface, thereby achieving frictionless, accurate guidance.

5 Voorts heeft het ondersteuningsprofiel bij voorkeur een in hoofdzaak over zijn gehele lengte gelijke dwarsdoorsnede, bijvoorbeeld bestaat uit een ronde buis, en is het railsysteem langs nagenoeg zijn gehele lengte voorzien van een steunvlak, en is de lift voorzien van een 10 stabilisatieorgaan dat tegen het steunvlak rust, waarbij het stabilisatieorgaan een roller omvat die over het steunvlak kan rollen, zodat rotatie van de lift om het ondersteuningsprofiel wordt voorkomen, terwijl toch slechts één ondersteuningsprofiel wordt toegepast.Furthermore, the support profile preferably has a substantially equal cross-section along its entire length, for instance consists of a round tube, and the rail system is provided with a supporting surface along almost its entire length, and the lift is provided with a stabilizing member which rests against the support surface, the stabilizing member comprising a roller that can roll over the support surface, thereby preventing rotation of the lift about the support profile, while still using only one support profile.

1515

Het steunvlak wordt bij voorkeur gevormd door een zijvlak van een aan het ondersteuningsprofiel bevestigde tandheugel, die kan samenwerken met een aangedreven tandwiel van de lift. Hierdoor worden de maatregelen uit de 20 voorgaande alinea op een compacte en materiaalbesparende wijze gecombineerd met de aandrijving van de lift. De tandheugel is bij voorkeur aan de onderkant van het ondersteuningsprofiel bevestigd.The support surface is preferably formed by a side surface of a rack attached to the support profile, which can cooperate with a driven gear of the lift. The measures from the previous paragraph are hereby combined in a compact and material-saving manner with the drive of the lift. The rack is preferably attached to the bottom of the support profile.

25 In een voorkeursuitvoering van het liftsamenstel is een op afstand van het ondersteuningsprofiel, langs het ondersteuningsprofiel aangebrachte staaf voorzien van het geleidingsoppervlak waarlangs het waaneemorgaan kan bewegen, waarbij de staaf zich schuin boven en/of naast 30 en/of schuin onder het ondersteuningsprofiel kan bevinden. Hierdoor kunnen het ondersteuningsprofiel en de staaf, in zijaanzicht, elkaar althans gedeeltelijk overlappen, wat een compacte en optisch fraaie bouw van het liftsamenstel bevordert. Bij voorkeur is de staaf een ronde buis met een 35 kleinere diameter dan het ondersteuningsprofiel, bij voorkeur kleiner dan tweederde, meer bij voorkeur kleiner dan de helft.In a preferred embodiment of the lift assembly, a rod arranged along the support profile at a distance from the support profile is provided with the guiding surface along which the sensing member can move, whereby the bar can be situated obliquely above and / or next to and / or obliquely below the support profile . As a result, the support profile and the rod, in side view, can at least partially overlap, which promotes a compact and optically attractive construction of the lift assembly. Preferably the rod is a round tube with a diameter smaller than the support profile, preferably smaller than two-thirds, more preferably smaller than half.

191 0' é *. £ 5191 0 'é *. £ 5

Bij voorkeur varieert de ligging van de staaf ten opzichte van het ondersteuningsprofiel, gezien in een dwarsvlak, afhankelijk van de hellingshoek en ligt de plaats waar het waarneemorgaan aan tegen het geleidingsoppervlak op afstand 5 van het verticale vlak door de rotatie-as van de geleidingseenheid. Deze afstand is bij voorkeur groter dan 50 mm, meer bij voorkeur groter dan 75 mm. Dit maakt het mogelijk om het waarneemorgaan tevens te laten functioneren als mechanische ondersteuning voor het in een vaste stand 10 houden van de drager, wat een eenvoudige, bedrijfszekere en kostenbesparende maatregel is. Aan de hand van de figuren zal dit nog nader worden toegelicht. Bij voorkeur ligt het waarneemorgaan schuin boven genoemde rotatie-as van de geleidingseenheid.Preferably, the position of the rod relative to the support profile, seen in a transverse plane, varies depending on the angle of inclination and the position where the observer abuts the guide surface at a distance from the vertical plane by the axis of rotation of the guide unit. This distance is preferably greater than 50 mm, more preferably greater than 75 mm. This makes it possible to make the detector also function as a mechanical support for holding the carrier in a fixed position, which is a simple, reliable and cost-saving measure. This will be further elucidated on the basis of the figures. Preferably, the sensing member lies obliquely above said axis of rotation of the guide unit.

1515

In een andere voorkeursuitvoering van het liftsamenstel wordt het geleidingsoppervlak gevormd door een gedeelte van het oppervlak van het ondersteuningsprofiel. Dit is kostenbesparend, daar het aanbrengen van een extern 20 geleidingsoppervlak achterwege kan blijven.In another preferred embodiment of the lift assembly, the guide surface is formed by a part of the surface of the support profile. This is cost effective since the provision of an external guide surface can be omitted.

Bij voorkeur neemt het waarneemorgaan daarbij een verandering van de hellingshoek van het ondersteuningsprofiel waar en wordt in reactie daarop de 25 stand van de drager aangepast. Hiertoe beweegt het waarneemorgaan bij voorkeur op afstand van het geleidingseenheid, zowel voor als achter de geleidingseenheid, langs het geleidingsoppervlak. Hierbij is het gedeelte van het waarneemorgaan dat langs het 30 geleidingsoppervlak beweegt bij voorkeur door middel van een zwenkarm verbonden met de geleidingseenheid, waarbij de geleidingseenheid bijvoorbeeld een schakelaar kan omvatten welke is verbonden met de zwenkwarm. Voorts is bij voorkeur het waarneemorgaan verbonden met een verstelmotor, welke de 35 drager in een vaste stand kan handhaven. Genoemde maatregelen zorgen voor een efficiënte realisering van het in een vaste stand handhaven van de drager.Preferably, the observer senses a change in the angle of inclination of the support profile and the position of the carrier is adjusted in response thereto. To this end, the sensing member preferably moves at a distance from the guide unit, both in front of and behind the guide unit, along the guide surface. Here, the part of the detector moving along the guide surface is preferably connected to the guide unit by means of a pivot arm, the guide unit for instance comprising a switch which is connected to the pivot arm. Furthermore, the detector is preferably connected to an adjusting motor, which can maintain the carrier in a fixed position. Said measures ensure an efficient realization of maintaining the carrier in a fixed position.

101 0229 6101 0229 6

Meer bij voorkeur is bij deze uitvoeringsvorm de snelheid van de aansturing van de drager en/of de snelheid van de lift afhankelijk van de stand van de zwenkarm. Dit zorgt voor een comfortabele, vloeiende en nauwkeurige beweging 5 van de lift.More preferably, in this embodiment, the speed of actuation of the carrier and / or the speed of the lift depends on the position of the pivoting arm. This ensures a comfortable, smooth and precise movement of the lift.

Voorts zijn bij voorkeur correctiemiddelen aanwezig voor het uitvoeren van een foutcorrectie voor de stand van de drager, waarbij de correctiemiddelen bijvoorbeeld de hoek 10 tussen de drager en de lift meten op een gedeelte van de ondersteuningsgeleiding met een bekende hellingshoek. Deze correctiemiddelen kunnen de fouten corrigeren welke na verloop van tijd in de stand van de lift kunnen optreden.Furthermore, correction means are preferably present for performing an error correction for the position of the carrier, wherein the correction means measure, for example, the angle between the carrier and the lift on a part of the support guide with a known angle of inclination. These correction means can correct the errors that may occur in the position of the lift over time.

Zo kan de lift telkens in zijn eindpositie, boven of onder 15 aan het railsysteem, in een voorafbepaalde stand ten opzichte van de ondersteuningsgeleiding worden geplaatst, waarmee een eventueel aanwezige fout in de stand van de drager wordt gecorrigeerd.In this way, the lift can always be placed in its end position, above or below 15 on the rail system, in a predetermined position relative to the support guide, thereby correcting any error in the position of the carrier.

20 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het langs een railsysteem met een ondersteuningsprofiel verplaatsen van een lift, zoals nader omschreven in de conclusies.The invention further relates to a method for moving an elevator along a rail system with a support profile, as further described in the claims.

25 De genoemde kenmerken, welke zijn omschreven in de conclusies, kunnen zowel afzonderlijk als in combinatie worden toegepast. Verdere kenmerken zullen worden beschreven aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden.The said features, which are defined in the claims, can be used both individually and in combination. Further features will be described on the basis of exemplary embodiments.

30 Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de schematische tekening, een aantal uitvoeringsvoorbeelden van een liftsamenstel worden beschreven.To clarify the invention, with reference to the schematic drawing, a number of exemplary embodiments of a lift assembly will be described.

35 Figuur 1 toont in aanzicht een liftsamenstel;Figure 1 shows a lift assembly in elevation;

Figuur 2 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een railsysteem met een lift; 1010229 7Figure 2 shows a partial cross section of a rail system with an elevator; 1010229 7

Figuur 3 toont in aanzicht een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een liftsamenstel met waarneemorgaan;Figure 3 is a view in elevation of a first embodiment of a lift assembly with a detecting member;

Figuur 4 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van het eerste uitvoeringsvoorbeeld van een railsysteem met een 5 lift met waarneemorgaan;Figure 4 shows a partial cross-section of the first exemplary embodiment of a rail system with a lift with a detector;

Figuur 5 toont in aanzicht verschillende posities van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een liftsamenstel met waarneemorgaan; 10 De figuren tonen slechts schematisch de uitvoerings- voorbeelden, waarbij overeenkomende onderdelen in de verschillende figuren met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven. Ter verduidelijking zijn delen van het liftsamenstel weggelaten.Figure 5 is a view in elevation of various positions of a second exemplary embodiment of a lift assembly with a detecting member; The figures only schematically show the exemplary embodiments, with corresponding parts being designated with the same reference numerals in the different figures. Parts of the lift assembly have been omitted for clarification.

1515

Figuur 1 toont een op een trap gemonteerd liftsamenstel.Figure 1 shows a lift assembly mounted on a staircase.

Op een trap 1 zijn een aantal steunelementen 2 gemonteerd door middel van voetstukken 3 die aan de treden van een trap kunnen worden bevestigd, bijvoorbeeld door middel van 20 schroeven. Daarbij kunnen de voetstukken 3 voorzien zijn van een additioneel buisdeel 29 om de hoogte van het steunelement 2 te kunnen instellen. Dit zal aan de hand van figuur 4 worden toegelicht.A number of support elements 2 are mounted on a stair 1 by means of pedestals 3 which can be attached to the steps of a staircase, for instance by means of 20 screws. In addition, the bases 3 can be provided with an additional tube part 29 in order to be able to adjust the height of the support element 2. This will be explained with reference to figure 4.

25 Elk steunelement 2 is voorzien van een bevestigingspunt 4 waaraan door middel van een bevestigingselement 5 een ondersteuningsprofiel 6 kan worden bevestigd.Each support element 2 is provided with a fixing point 4 to which a support profile 6 can be fixed by means of a fixing element 5.

Het ondersteuningsprofiel 6 is samengesteld uit een aantal 30 rechte buisdelen en een aantal gebogen buisdelen met een ronde dwarsdoorsnede. De buisdelen zijn onderling verbonden door koppelelementen die in de uiteinden van twee op elkaar aansluitende buisdelen kunnen worden geschoven. De onderlinge verbinding van de buisdelen kan reeds voldoende 35 zijn doordat de koppelelementen klemmend zijn aangebracht, het is echter ook mogelijk de uiteinden van de buisdelen door middel van schroeven aan de koppelelementen te 1 O'S 021:9 8 bevestigen.The support profile 6 is composed of a number of straight pipe sections and a number of curved pipe sections with a round cross section. The pipe sections are mutually connected by coupling elements which can be slid into the ends of two connecting pipe sections. The mutual connection of the pipe parts can already be sufficient because the coupling elements are arranged clampingly, however it is also possible to attach the ends of the pipe parts to the coupling elements by means of screws.

Aan het bevestigingselement 5, dat kan roteren om een horizontale rotatie-as door bevestigingspunt 4, wordt het 5 ondersteuningsprofiel 6 zodanig bevestigd, dat de hartlijn van dit profiel 6 de horizontale rotatie-as door bevestigingspunt 4 snijdt.The support profile 6 is attached to the fastening element 5, which can rotate about a horizontal axis of rotation through fastening point 4, such that the axis of this profile 6 intersects the horizontal axis of rotation through fastening point 4.

In figuur 1 is tevens een lift weergegeven in verschillende 10 posities, welke lift een stoel kan omvatten teneinde een gehandicapt persoon zittend langs de trap te kunnen verplaatsen. De lift is voorzien van een slechts schematisch weergegeven frame 7 waaraan een ge-leidingseenheid 8 is bevestigd die ten opzichte van frame 7 15 om een horizontale as 9 kan roteren. Een met frame 7 star verbonden drager, in dit geval een stoel, wordt in een vaste stand gehouden door middel van een waarneemorgaan (hier niet getoond) die langs een geleidingsoppervlak beweegt, waarvan een tweetal uitvoeringsvormen later zullen 20 worden besproken.Figure 1 also shows an elevator in different positions, which elevator can comprise a chair in order to be able to move a disabled person sitting along the stairs. The lift is provided with a frame 7, which is only schematically shown, to which is attached a guide unit 8 which can rotate about a horizontal axis 9 relative to frame 7. A carrier, rigidly connected to frame 7, in this case a chair, is held in a fixed position by means of a detector (not shown here) moving along a guide surface, of which two embodiments will be discussed later.

De geleidingseenheid 8 is voorzien van geleidingsrollen 10, 11 die met een concaaf loopoppervlak over het ondersteuningsprofiel 6 kunnen rollen. De geleidingseenheid 25 8 is voorts voorzien van een derde geleidingsrol 12 die eveneens over profiel 6 kan rollen. Geleidingseenheid 8 is roteerbaar ten opzichte van het frame 7 om een in hoofdzaak horizontale as 9 die de hartlijn van het ondersteuningsprofiel 6 snijdt.The guide unit 8 is provided with guide rollers 10, 11 which can roll over the support profile 6 with a concave running surface. The guide unit 8 is further provided with a third guide roller 12, which can also roll over profile 6. Guide unit 8 is rotatable relative to frame 7 about a substantially horizontal axis 9 intersecting the axis of support profile 6.

3030

De aandrijving van de lift bestaat uit een tandheugel 13 die onder ondersteuningsprofiel 6 is bevestigd en een naar onderen gerichte vertanding heeft. Deze vertanding kan samenwerken met een tandwiel 14 dat zich naast 35 geleidingsrol 12 bevindt en wordt aangedreven via een as waarop deze geleidingsrol 12 is bevestigd. De beschreven aandrijving is eveneens weergegeven in figuur 2 en zal daar 1010229 9 nader worden toegelicht.The drive of the lift consists of a rack 13 which is mounted under support profile 6 and has a downwardly directed toothing. This toothing can cooperate with a gear 14 which is located next to guide roller 12 and is driven via a shaft on which this guide roller 12 is mounted. The described drive is also shown in figure 2 and will be further elucidated there.

Figuur 2 toont een detail waarbij het railsysteem in gedeeltelijke doorsnede is weergegeven, evenals een 5 gedeelte van de lift.Figure 2 shows a detail in which the rail system is shown in partial section, as well as a part of the lift.

Van het railsysteem is een steunelement 2 getoond met daaraan bevestigd het bevestigingselement 5. Getoond is hoe ondersteuningsprofiel 6 door middel van schroefbout 15 aan 10 steunelement 2 is vastgemaakt, doordat bevestigingselement 5 voorzien is van een gat waardoorheen schroefbout 15 kan reiken en ondersteuningsprofiel 6 voorzien is van een gat waarin draad is getapt waarin schroefbout 15 kan worden geschroefd. Daarbij is bevestigingselement 5 in 15 verschillende hoekstanden ten opzichte van rotatie-as 16 te bevestigen. Rotatie-as 16 valt samen met bevestigingspunt 4 volgens figuur 1.A support element 2 of the rail system is shown with fastening element 5 attached thereto. It is shown how support profile 6 is fastened to support element 2 by means of screw bolt 15, because fastening element 5 is provided with a hole through which screw bolt 15 can extend and support profile 6 is provided of a hole in which thread is tapped into which screw bolt 15 can be screwed. Fixing element 5 can be fixed in different angular positions with respect to rotation axis 16. Rotation axis 16 coincides with attachment point 4 according to figure 1.

Door het ondersteuningsprofiel 6 op deze wijze aan de 20 bevestigingselementen 5 te bevestigen kunnen de buizen die het ondersteuningsprofiel 6 vormen opnieuw worden gebruikt zonder dat de gaten met schroefdraad hinderlijk zijn. Eventueel kunnen deze gaten daarbij worden afgedekt door er een schroef in te draaien.By attaching the support profile 6 to the fastening elements 5 in this way, the tubes forming the support profile 6 can be reused without the threaded holes being a nuisance. If necessary, these holes can be covered by screwing in a screw.

2525

Over ondersteuningsprofiel 6 kunnen geleidingsrollen 10, 11 en een geleidingsrol 12 rollen. Geleidingsrol 12 is bevestigd op as 17 van elektromotor 18 die de aandrijving van de lift verzorgt. Daartoe grijpt tandwiel 14 in een 30 tandheugel 13 die is bevestigd tegen de onderkant van ondersteuningsprofiel 6.Guide rollers 10, 11 and a guide roller 12 can roll over support profile 6. Guide roller 12 is mounted on shaft 17 of electric motor 18, which drives the lift. For this purpose gear 14 engages in a gear rack 13 which is mounted against the bottom of support profile 6.

In dit voorbeeld is tandwiel 14 rechtstreeks op de motoras van elektromotor 18 gemonteerd, het is echter ook mogelijk 35 dat een elektromotor het tandwiel 14 aandrijft via een reductie-drijfwerk.In this example gear 14 is mounted directly on the motor shaft of electric motor 18, however it is also possible for an electric motor to drive the gear 14 via a reduction gear.

101 0229 10101 0229 10

Geleidingseenheid 8 is voorzien van een roller 37 die over de zijkant van de tandheugel 13 kan rollen, zodat rotatie van de lift om het ondersteuningsprofiel 6 wordt voorkomen.Guide unit 8 is provided with a roller 37 which can roll over the side of the rack 13, so that rotation of the lift about the support profile 6 is prevented.

5 Met verwijzing naar figuren 3 en 4 wordt een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding beschreven. Elk steunelement is voorzien van een extra bevestigingspunt 19. Aan dit bevestigingspunt 19 wordt door middel van bevestigingselement 20 een staaf 21 bevestigd aan de zijde 10 van het steunelement 2 welke tegenover bevestigingselement 5 ligt. Hierdoor is het mogelijk dat de staaf 21 het ondersteuningsprofiel in zijaanzicht kruist. In dit eerste uitvoeringsvoorbeeld is staaf 21 een buis met een ronde dwarsdoorsnede, waarvan het buitenoppervlak een 15 geleidingsoppervlak vormt waarover rollen 22 en 23 kunnen rollen.With reference to Figures 3 and 4, a first exemplary embodiment of the invention is described. Each support element is provided with an additional attachment point 19. At this attachment point 19 a rod 21 is attached by means of attachment element 20 to the side 10 of the support element 2 which is opposite mounting element 5. This makes it possible for the rod 21 to cross the support profile in side view. In this first exemplary embodiment, rod 21 is a tube with a round cross-section, the outer surface of which forms a guiding surface over which rollers 22 and 23 can roll.

Op overeenkomstige wijze als ondersteuningsprofiel 6 is staaf 21 bevestigd aan het steunelement 2. Daarbij wordt 20 een schroefbout 24 in staaf 21 geschroefd, waarmee zowel staaf 21 aan bevestigingselement 20 wordt bevestigd als bevestigingselement 20 aan het steunelement 2 wordt bevestigd.Correspondingly as support profile 6, rod 21 is fastened to support element 2. A screw bolt 24 is screwed into rod 21, with which both rod 21 is fastened to fastening element 20 and fastening element 20 is fastened to support element 2.

25 De bevestiging van staaf 21 aan steunelement 2 is zodanig dat de hartlijn van staaf 21 de hartlijn van bevestigingspunt 19 snijdt. Daartoe kan het bevestigingselement 20 roteren om een horizontale rotatie-as door bevestigingspunt 19, aan welk bevestigingselement 20 de 30 staaf 21 is bevestigd.The attachment of bar 21 to support element 2 is such that the centerline of bar 21 intersects the centerline of attachment point 19. For this purpose the fastening element 20 can rotate about a horizontal axis of rotation through fastening point 19, to which fastening element 20 the rod 21 is fastened.

De onderlinge positie tussen ondersteuningsprofiel 6 en staaf 21 dient zodanig afgestemd te zijn op de constructie van de lift die langs het railsysteem verplaatst moet 35 worden, dat deze lift steeds een rechte positie behoudt gedurende de verplaatsing langs zijn baan.The mutual position between support profile 6 and bar 21 must be adapted to the construction of the lift to be moved along the rail system, so that this lift always maintains a straight position during the movement along its path.

1010229 111010229 11

Het zal duidelijk zijn dat door de plaats van de bevestigingspunten 4,19 een bepaalde relatie tot stand wordt gebracht tussen de onderlinge afstand tussen ondersteuningsprofiel 6 en staaf 21.It will be clear that the location of the attachment points 4,19 establishes a certain relationship between the mutual distance between support profile 6 and rod 21.

55

In een voorkeursuitvoering wordt een steunelement 2 voor het ondersteuningsprofiel 6 en de staaf 21 voor elk van deze middels op vaste plaatsen aangebrachte bevestigingspunten 4,19 voorzien van een 10 bevestigingselement 5,20 waarmee deze onder de gewenste hoek met het steunelement 2 kunnen worden verbonden, en wel zodanig dat bij elke gewenste hoek een vooraf bepaalde onderlinge afstand van het ondersteuningsprofiel 6 en de staaf 21 is ingesteld. Daarbij liggen bij voorkeur de 15 rotatie-assen van de bevestigingselementen 5,20 van een steunelement 2 in verschillende, op afstand van elkaar gelegen verticale vlakken.In a preferred embodiment, a support element 2 for the support profile 6 and the rod 21 for each of these by means of fixed points 4,19 provided at fixed locations are provided with a fixing element 5,20 with which they can be connected to the support element 2 at the desired angle, in such a way that at any desired angle a predetermined mutual distance from the support profile 6 and the rod 21 is set. The axes of rotation of the fastening elements 5,20 of a supporting element 2 preferably lie in different spaced apart vertical planes.

Frame 7 is voorzien van een waarneemorgaan in de vorm van 20 een geleidingseenheid 25 met rollen 22 en 23, die beide een concaaf gevormd loopvlak hebben en kunnen rollen over de staaf 21. Geleidingseenheid 25 is roteerbaar ten opzichte van het frame 7 om een in hoofdzaak horizontale as 27 die de hartlijn van de staaf 21 snijdt.Frame 7 is provided with a detector in the form of a guide unit 25 with rollers 22 and 23, both of which have a concave shaped tread and can roll over the rod 21. Guide unit 25 is rotatable relative to the frame 7 about a substantially horizontal axis 27 intersecting the axis of the bar 21.

2525

Zoals uit figuur 3 blijkt is de plaatsing van de rotatie-assen van de geleidingseenheden 8 en 25 op het frame 7 zodanig dat deze samenvallen met de bevestigingspunten 4 en 19 van een steunelement wanneer de lift zich op een 30 bepaalde plaats bij het steunelement bevindt. Het gevolg hiervan is dat de lift zich steeds in de zelfde vaste stand blijft bevinden.As can be seen from Figure 3, the location of the rotational axes of the guide units 8 and 25 on the frame 7 is such that they coincide with the attachment points 4 and 19 of a support element when the lift is at a certain location near the support element. The consequence of this is that the lift always remains in the same fixed position.

Figuur 4 toont de situatie waarbij de plaats van de lift op 35 het railsysteem zodanig is dat de rotatie-as 16 van bevestigingselement 5 samenvalt met de rotatie-as 9 van de onderste geleidingseenheid 8 en waarbij rotatie-as 26 van 1010229 12 het bovenste bevestigingselement 20 samenvalt met rotatie-as 27 van de bovenste geleidingseenheid 25.Figure 4 shows the situation where the location of the lift on the rail system is such that the rotation axis 16 of fastening element 5 coincides with the rotation axis 9 of the lower guide unit 8 and where rotation axis 26 of 1010229 12 is the upper fastening element 20 coincides with axis of rotation 27 of the upper guide unit 25.

Figuur 4 toont bovendien op welke wijze de hoogte van 5 ondersteuning 2 kan worden ingesteld. Daartoe is buiseind 28 van steunelement 2 geschoven in een buisdeel 29 van voetstuk 3. De hoogte van het steunelement 2 wordt bepaald door de lengte van buisdeel 29, dat gemakkelijk op lengte kan worden gemaakt.Figure 4 also shows how the height of support 2 can be adjusted. To that end, pipe end 28 of support element 2 is slid into a pipe part 29 of base 3. The height of support element 2 is determined by the length of pipe part 29, which can easily be made to length.

1010

In fig. 5 is een volgend uitvoeringsvoorbeeld weergegeven, waarbij de lift in verschillende standen is weergegeven. Daarbij is de geleidingseenheid 8 aan de bovenzijde aan de zijkant voorzien van een bevestigingspunt 30 waaraan een 15 versteleenheid 31 scharnierbaar is bevestigd. Deze versteleenheid kan zijn voorzien van een elektrische motor met vertraging direct op het bevestigingspunt 30, met een schroefspindel of met een tandheugeloverbrenging. Het bovenste uiteinde van de versteleenheid 31 is verbonden met 20 frame 7, waarop een stoel kan worden gemonteerd.Fig. 5 shows a further exemplary embodiment, wherein the lift is shown in different positions. The guiding unit 8 is provided at the top on the side with a mounting point 30 to which an adjusting unit 31 is hingedly mounted. This adjusting unit can be provided with a delayed electric motor directly on the mounting point 30, with a screw spindle or with a rack and pinion transmission. The upper end of the adjustment unit 31 is connected to frame 7 on which a chair can be mounted.

De versteleenheid 31 wordt aangestuurd door twee schakelaars (niet getoond), die zijn verbonden met, en worden bediend door middel van waarneemorganen in de vorm 25 van twee zich aan geleidingsrollen 10,11 scharnierbaar en verend bevestigde voor- en achterwaarts uitstrekkende armen 32,33 waarop wielen 34,35 zijn gemonteerd. Deze wielen rollen over een geleidingsoppervlak 36 dat wordt gevormd door de bovenkant van het ondersteuningsprofiel 6.The adjusting unit 31 is actuated by two switches (not shown), which are connected to and operated by means of sensing means in the form of two pivotally and resiliently mounted arms 32,33 extending on guide rollers 10,11 on which wheels 34,35 are mounted. These wheels roll over a guide surface 36 formed by the top of the support profile 6.

3030

Bij een verandering van de hellingshoek in het ondersteuningsprofiel 6 zal eerst één schakelaar in de onderste respectievelijk bovenste stand komen. Op het moment dat geleidingseenheid 8 van hellingshoek gaat 35 veranderen komt ook de tweede schakelaar in de onderste respectievelijk bovenste stand en wordt de motor van de versteleenheid 31 ingeschakeld en verstelt deze de hoek -i! ft' i 0 '· ")Q I u 5 y c. ^ 13 tussen geleidingseenheid 8 en frame 7. De versteleenheid 31 wordt uitgeschakeld zodra de geleidingseenheid 8 de nieuwe hellingshoek heeft bereikt en één van de twee schakelaars in de middenpositie is komen te staan. De mate van 5 aanpassing aan de verschillende hellingshoeken kan worden ingesteld door informatie over de achtereenvolgende hellingshoeken van het ondersteuningsprofiel 6 op te slaan in een informatiedrager, welke wordt gekoppeld aan de aansturing van de versteleenheid 31. Ook is een uitvoering 10 mogelijk waarbij de schakelaars nauwkeurig de hoekveranderingen kunnen meten.When the angle of inclination in the support profile 6 is changed, one switch will first move to the bottom and top positions, respectively. When the guiding unit 8 changes angle of inclination, the second switch also comes into the lower and upper position, respectively, and the motor of the adjusting unit 31 is switched on and adjusts the angle -i! ft 'i 0' · ") QI u 5 y c. ^ 13 between guide unit 8 and frame 7. Adjustment unit 31 is switched off as soon as guide unit 8 has reached the new angle of inclination and one of the two switches has moved to the center position The degree of adaptation to the different angles of inclination can be adjusted by storing information about the successive angles of inclination of the support profile 6 in an information carrier, which is coupled to the control of the adjustment unit 31. An embodiment 10 is also possible in which the switches accurately measure the angular changes.

De versteleenheid 31 kan alleen functioneren bij een ingeschakelde liftmotor 18. De draairichting van de motor 15 van de versteleenheid 31 is afhankelijk van de draairichting van de liftmotor 18 (op- of neergaande lift) en is afhankelijk van de stand van de schakelaars (boven of onder). Bij een gelijke buigradius van de verticale bochten in het ondersteuningsprofiel 6 zal er een verschil zijn in 20 de afgelegde weg van een binnenbocht en een buitenbocht (gezien in het verticale vlak). Dit kan worden ondervangen door de snelheid van de beweging van versteleenheid 31 te laten afhangen van de stand van de beide schakelaars. Deze afhankelijkheid kan ook worden gebruikt om af te remmen en 25 te versnellen bij verticale bochten, waarbij de snelheid afhankelijk is van een verandering in de stand van één van beide schakelaars.The adjustment unit 31 can only function when the lift motor 18 is switched on. The direction of rotation of the motor 15 of the adjustment unit 31 depends on the direction of rotation of the lift motor 18 (up or down lift) and depends on the position of the switches (above or below). At an equal bending radius of the vertical bends in the support profile 6 there will be a difference in the distance traveled by an inner bend and an outer bend (seen in the vertical plane). This can be overcome by allowing the speed of the movement of adjusting unit 31 to depend on the position of the two switches. This dependence can also be used to decelerate and accelerate on vertical curves, the speed depending on a change in the position of either switch.

De lift kan zijn voorzien van twee eindschakelaars die de 30 baan van geleidingseenheid 8 over het ondersteuningsprofiel 6 begrenzen. De hellingshoeken in bepaalde gedeeltes van ondersteuningsprofiel 6 zijn bekend, hierdoor is het mogelijk om een voorziening in de besturing op te nemen die de stand van het frame 7 bepaalt en indien nodig corrigeert 35 indien de lift op een dergelijk gedeelte stilstaat, bijvoorbeeld bij de eindschakelaars. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door de hoek tussen frame 7 en geleidingseenheid 8 1010229 14 op het scharnierpunt te meten. Een alternatief is om een elektronisch waterpas in het frame 7 op te nemen welke continu zijn stand controleert en indien nodig corrigeert en die bij een te grote afwijking de lift stilzet.The lift can be provided with two limit switches which limit the path of guide unit 8 over the support profile 6. The angles of inclination in certain parts of support profile 6 are known, as a result of this it is possible to include a provision in the control that determines the position of the frame 7 and corrects it if necessary if the lift is stationary on such a part, for example at the limit switches . This can be done, for example, by measuring the angle between frame 7 and guide unit 8 1010229 14 at the hinge point. An alternative is to include an electronic spirit level in the frame 7, which continuously checks its position and corrects it if necessary and which stops the lift if the deviation is too great.

55

Door toepassing van het liftsamenstel zoals hierboven is beschreven, kan het liftsamenstel relatief snel en eenvoudig worden aangebracht, zelfs zonder dat vooraf de trap nauwkeurig wordt opgemeten. Alle elementen kunnen met 10 handgereedschap worden ingekort en daarmee op maat worden gemaakt. Het aanbrengen van een liftsysteem is hiermee een relatief eenvoudige zaak geworden.By using the lift assembly as described above, the lift assembly can be fitted relatively quickly and easily, even without the staircase being accurately measured beforehand. All elements can be shortened with 10 hand tools and thus made to measure. The installation of a lift system has thus become a relatively simple matter.

Ook het demonteren van het liftsamenstel kan op eenvoudige 15 wijze gebeuren en wel zodanig dat de onderdelen na demontage opnieuw kunnen worden gebruikt. Daarbij is het mogelijk de gebruikte delen te sorteren en op te slaan totdat bepaalde delen opnieuw kunnen worden gebruikt. Het is echter ook mogelijk om uitgaande van een bestaand 20 liftsamenstel dat moet worden verwijderd een ander liftsamenstel te maken en wel pasklaar voor een andere trap. Door opmeting van zowel de oude als de nieuwe trap en een relatief eenvoudige berekening kan dan worden bepaald welke delen van het oude liftsamenstel ongewijzigd kunnen 25 blijven, moeten worden ingekort, danwel moeten worden aangevuld met toe te voegen onderdelen.Disassembly of the lift assembly can also be done in a simple manner, such that the parts can be reused after disassembly. It is also possible to sort and store the used parts until certain parts can be reused. However, it is also possible to make another lift assembly ready for another staircase, based on an existing lift assembly that has to be removed. By measuring both the old and the new staircase and a relatively simple calculation, it can then be determined which parts of the old lift assembly can remain unchanged, must be shortened or supplemented with parts to be added.

De omschreven uitvoeringsvorm moet als zodanig worden gezien en kan, binnen het kader van de uitvinding, op 30 velerlei wijzen worden gevarieerd.The described embodiment is to be regarded as such and can be varied in many ways within the scope of the invention.

10102281010228

Claims (24)

1. Liftsamenstel, omvattende een railsysteem met een ondersteuningsprofiel en een lift, bijvoorbeeld een 5 stoellift voor een invalide, met een roteerbare geleidingseenheid die langs het ondersteuningsprofiel verplaatsbaar is, waarbij de lift zich onder meerdere hellingshoeken omhoog en omlaag kan bewegen, welke lift is voorzien van een 1.0 drager en middelen om de drager tijdens de beweging in hoofdzaak in een bepaalde stand te houden, met het kenmerk, dat de middelen een in het railsysteem aanwezig geleidingsoppervlak omvatten waarlangs een aan de lift bevestigd waarneemorgaan kan bewegen.1. Lift assembly, comprising a rail system with a support profile and a lift, for instance a chair lift for a disabled person, with a rotatable guide unit which is movable along the support profile, wherein the lift can move up and down at various angles of inclination, which lift is provided of a 1.0 carrier and means for keeping the carrier substantially in a particular position during the movement, characterized in that the means comprise a guiding surface present in the rail system along which an observer attached to the lift can move. 2. Liftsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het waarneemorgaan is voorzien van tenminste een roller welke over het geleidingsoppervlak kan rollen. 20Elevator assembly according to claim 1, characterized in that the detector is provided with at least one roller which can roll over the guide surface. 20 3. Liftsamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk. dat het ondersteuningsprofiel een in hoofdzaak over zijn gehele lengte gelijke dwarsdoorsnede heeft. 25Elevator assembly according to claim 1 or 2, characterized in that the support profile has a substantially equal cross-section substantially throughout its length. 25 4. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ondersteuningsprofiel een in hoofdzaak ronde buis omvat.Lift assembly according to one of the preceding claims, characterized in that the support profile comprises a substantially round tube. 5. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het railsysteem langs nagenoeg zijn gehele lengte is voorzien van een steunvlak, en dat de lift is voorzien van een stabilisatieorgaan dat tegen het steunvlak rust, zodat rotatie van de 35 lift om het ondersteuningsprofiel wordt voorkomen waarbij het stabilisatieorgaan bij voorkeur een roller omvat die over het steunvlak kan rollen. 1010229Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the rail system is provided with a supporting surface along almost its entire length, and that the elevator is provided with a stabilizing member which rests against the supporting surface, so that rotation of the elevator around the elevator support profile is prevented, the stabilizing member preferably comprising a roller which can roll over the support surface. 1010229 6. Liftsamenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het steunvlak wordt gevormd door een zijvlak van een aan het ondersteuningsprofiel bevestigde tandheugel. 5Elevator assembly according to claim 5, characterized in that the support surface is formed by a side surface of a rack attached to the support profile. 5 7. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het ondersteuningsprofiel een tandheugel is bevestigd die kan samenwerken met een aangedreven tandwiel van de lift. 1.0Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that a gear rack is attached to the support profile which can cooperate with a driven gear wheel of the elevator. 1.0 8. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een op afstand van het ondersteuningsprofiel, langs het ondersteuningsprofiel aangebrachte staaf voorzien is 15 van het geleidingsoppervlak waarlangs het waarneemorgaan kan bewegen.Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that a rod spaced from the support profile, arranged along the support profile, is provided with the guide surface along which the observer can move. 9. Liftsamenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de staaf zich schuin boven en/of naast en/of 20 schuin onder het ondersteuningsprofiel bevindt.Elevator assembly according to claim 8, characterized in that the rod is located obliquely above and / or next to and / or obliquely below the support profile. 10. Liftsamenstel volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk. dat het ondersteuningsprofiel en de staaf, in zijaanzicht, elkaar althans gedeeltelijk 25 overlappen.Elevator assembly according to claim 8 or 9, characterized in. that the support profile and the rod, in side view, at least partially overlap each other. 11. Liftsamenstel volgens een der conclusies 8-10, met het kenmerk, dat de ligging van de staaf ten opzichte van het ondersteuningsprofiel, gezien in 30 een dwarsvlak, varieert afhankelijk van de hellingshoek.11. Lift assembly according to any one of claims 8-10, characterized in that the position of the bar relative to the support profile, seen in a transverse plane, varies depending on the angle of inclination. 12. Liftsamenstel volgens een der conclusies 8-11, met het kenmerk, dat de plaats waar het waarneemorgaan 35 aanligt tegen het geleidingsoppervlak op afstand ligt van het verticale vlak door de rotatie-as van de geleidingseenheid. 1010229Elevator assembly according to any one of claims 8-11, characterized in that the location where the detector 35 abuts the guide surface is spaced from the vertical plane by the axis of rotation of the guide unit. 1010229 13. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het geleidingsoppervlak 5 wordt gevormd door een gedeelte van het oppervlak van het ondersteuningsprofiel.Elevator assembly according to any one of the preceding claims 1-7, characterized in that the guide surface 5 is formed by a part of the surface of the support profile. 14. Liftsamenstel volgens conclusie 13, met het kenmerk. dat het waarneemorgaan een verandering van de 10 hellingshoek van het ondersteuningsprofiel waarneemt en in reactie daarop de stand van de drager wordt aangepast.Elevator assembly according to claim 13, characterized in. that the detector senses a change in the angle of inclination of the support profile and adjusts the position of the wearer in response. 15. Liftsamenstel volgens conclusie 13 of 14, met het 15 kenmerk. dat het waarneemorgaan op afstand van het geleidingseenheid langs het geleidingsoppervlak beweegt.Elevator assembly according to claim 13 or 14, characterized in. that the detector moves at a distance from the guiding unit along the guiding surface. 16. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies 20 13-15, met het kenmerk, dat het waarneemorgaan zowel voor als achter de geleidingseenheid langs het geleidingsoppervlak beweegt.Elevator assembly according to any one of the preceding claims 13-15, characterized in that the detector moves along the guide surface both in front of and behind the guide unit. 17. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies 25 13-16, met het kenmerk, dat het gedeelte van het waarneemorgaan dat langs het geleidingsoppervlak beweegt door middel van een zwenkarm is verbonden met de geleidingseenheid.Elevator assembly according to any one of the preceding claims 13-16, characterized in that the part of the detector moving along the guide surface is connected to the guide unit by means of a pivoting arm. 18. Liftsamenstel volgens conclusie 17, met het kenmerk. dat de geleidingseenheid een schakelaar omvat welke kan schakelen afhankelijk van de stand van de zwenkwarm.Elevator assembly according to claim 17, characterized in. that the guiding unit comprises a switch which can switch depending on the position of the swivel arm. 19. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies 13-18, met het kenmerk, dat het waarneemorgaan is verbonden met een verstelmotor, welke de drager in 1010229 een vaste stand kan handhaven.Elevator assembly according to any one of the preceding claims 13-18, characterized in that the detector is connected to an adjusting motor, which can maintain the carrier in a fixed position in 1010229. 20. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies 17-19, met het kenmerk, dat de snelheid van de 5 aansturing van de drager en/of de snelheid van de lift afhankelijk is van de stand van de zwenkarm.20. Elevator assembly according to any one of the preceding claims 17-19, characterized in that the speed of the actuation of the carrier and / or the speed of the elevator depends on the position of the pivoting arm. 21. Liftsamenstel volgens een der voorgaande conclusies 13-20, met het kenmerk, dat correctiemiddelen 10 aanwezig zijn voor het uitvoeren van een foutcorrectie voor de stand van de drager.Elevator assembly according to any one of the preceding claims 13-20, characterized in that correction means 10 are present for performing an error correction for the position of the carrier. 22. Liftsamenstel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de correctiemiddelen de hoek tussen de drager en 15 de lift meten op een gedeelte van de ondersteuningsgeleiding met een bekende hellingshoek.Elevator assembly according to claim 21, characterized in that the correction means measure the angle between the carrier and the elevator on a part of the support guide with a known angle of inclination. 23. Werkwijze voor het langs een railsysteem met een 20 ondersteuningsprofiel verplaatsen van een lift, bijvoorbeeld een stoellift voor een invalide, waarbij de lift met een roteerbare geleidingseenheid langs het ondersteuningsprofiel wordt verplaatst, waarbij de lift zich onder 25 meerdere hellingshoeken omhoog en omlaag beweegt, welke lift is voorzien van een drager en middelen om de drager tijdens de beweging in hoofdzaak in een bepaalde stand te houden, met het kenmerk, dat de lift met een waarneemorgaan langs een in het 30 railsysteem aanwezig geleidingsoppervlak kan bewegen.23. A method for moving an elevator along a rail system with a support profile, for instance a chair lift for a disabled person, wherein the lift is moved along the support profile with a rotatable guide unit, the lift moving up and down at several angles of inclination, which lift is provided with a carrier and means for keeping the carrier substantially in a certain position during the movement, characterized in that the elevator can move with a detector along a guide surface present in the rail system. 1 P ί ή ' : ^ ' ^ t U (L. <L> v’1 P ί ή ': ^' ^ t U (L. <L> v ’
NL1010229A 1998-10-01 1998-10-01 Elevator assembly and method for moving an elevator. NL1010229C2 (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010229A NL1010229C2 (en) 1998-10-01 1998-10-01 Elevator assembly and method for moving an elevator.
EP99949449A EP1119513B1 (en) 1998-10-01 1999-09-30 Lift assembly and method for moving a lift
PCT/NL1999/000608 WO2000020319A1 (en) 1998-10-01 1999-09-30 Lift assembly and method for moving a lift
DE69924511T DE69924511T2 (en) 1998-10-01 1999-09-30 ELEVATOR ARRANGEMENT AND METHOD FOR MOVING AN ELEVATOR
AT99949449T ATE292083T1 (en) 1998-10-01 1999-09-30 ELEVATOR ARRANGEMENT AND METHOD FOR SHIFTING AN ELEVATOR

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010229 1998-10-01
NL1010229A NL1010229C2 (en) 1998-10-01 1998-10-01 Elevator assembly and method for moving an elevator.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010229C2 true NL1010229C2 (en) 2000-04-04

Family

ID=19767910

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010229A NL1010229C2 (en) 1998-10-01 1998-10-01 Elevator assembly and method for moving an elevator.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP1119513B1 (en)
AT (1) ATE292083T1 (en)
DE (1) DE69924511T2 (en)
NL (1) NL1010229C2 (en)
WO (1) WO2000020319A1 (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2397289A (en) * 2000-08-10 2004-07-21 Minivator Ltd A stairlift assembly with angled rack and pinion
ITMI20051904A1 (en) * 2005-10-10 2007-04-11 Vimec S P A SERVOSCALA WITH MEANS OF ANGULAR ADJUSTMENT
NL2001573C2 (en) 2008-05-13 2009-11-16 Ooms Otto Bv Stairlift.

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2888099A (en) * 1955-04-26 1959-05-26 Shepard Warner Elevator Compan Chair lift
GB2174362A (en) * 1983-02-17 1986-11-05 Antony Stopher Stairlift track
WO1992020604A1 (en) * 1991-05-23 1992-11-26 Grorud Bison Bede Limited Stairlift and rail for stairlift
WO1995018763A1 (en) * 1994-01-05 1995-07-13 Stannah Stairlifts Limited Stairlift levelling arrangement
GB2301811A (en) * 1995-06-07 1996-12-18 Bison Bede Limited Stairlift

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2888099A (en) * 1955-04-26 1959-05-26 Shepard Warner Elevator Compan Chair lift
GB2174362A (en) * 1983-02-17 1986-11-05 Antony Stopher Stairlift track
WO1992020604A1 (en) * 1991-05-23 1992-11-26 Grorud Bison Bede Limited Stairlift and rail for stairlift
WO1995018763A1 (en) * 1994-01-05 1995-07-13 Stannah Stairlifts Limited Stairlift levelling arrangement
GB2301811A (en) * 1995-06-07 1996-12-18 Bison Bede Limited Stairlift

Also Published As

Publication number Publication date
EP1119513B1 (en) 2005-03-30
EP1119513A1 (en) 2001-08-01
WO2000020319A1 (en) 2000-04-13
ATE292083T1 (en) 2005-04-15
DE69924511D1 (en) 2005-05-04
DE69924511T2 (en) 2006-02-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030131C2 (en) Incline lift unit as well as incline lift.
NL2001096C2 (en) Incline lift for ascending or descending a slope or stairs.
US20170001837A1 (en) Stairlift
US5572930A (en) Elevator System
NL9100951A (en) SWING SLIDING DOOR SYSTEM FOR A VEHICLE.
NL1010229C2 (en) Elevator assembly and method for moving an elevator.
NL1007770C2 (en) Elevator.
HUT75929A (en) Method for driving stair lift holding it in horizontal state and device to move a stair lift along a driving structure
CA3076945C (en) Method of planning platform lift
NL1022760C2 (en) Device for transporting a load, in particular stairlift, from a first to a second level.
NL1011996C2 (en) Device for moving / transporting a person.
NL2001573C2 (en) Stairlift.
US7156208B2 (en) Stairlift
US4335805A (en) Lift device
BE1009020A3 (en) LIFT ASSEMBLY AND METHOD FOR INSTALLING A RAIL SYSTEM.
GB2301811A (en) Stairlift
NL9200437A (en) STAIRLIFT INSTALLATION.
GB2358389A (en) Stairlift seat orientation controller
NL1010883C2 (en) Moving device adapted to guide a carrying device along at least two rails.
JP2002505990A (en) Stair climber
JPS594558A (en) Web guide using v-shaped supporter
EP0329918B1 (en) Method for the restoration of a railroad track
CA2339743A1 (en) Stairway elevator
NL1002545C2 (en) Rail for stair-lift arrangement
EP0216654B1 (en) Polyfunctional rehabilitation apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070501