BE1009020A3

BE1009020A3 - LIFT ASSEMBLY AND METHOD FOR INSTALLING A RAIL SYSTEM.

Info

Publication number: BE1009020A3
Application number: BE9501003A
Authority: BE
Inventors: Alex Ooms; Otto Ooms
Original assignee: Ooms Otto Bv
Priority date: 1994-12-23
Filing date: 1995-12-06
Publication date: 1996-10-01
Also published as: EP0839751A1; DE69518860D1; EP0884266A1; DE69515349T2; EP0884266B1; DE29520175U1; EP0809599B1; ATE190040T1; ATE196284T1; EP0839751B1; DE69508438D1; EP0809599A1; DE69515349D1; NL9402200A; WO1996020125A1; ATE177717T1; DE69518860T2; DE69508438T2

Abstract

A lift assembly comprising a rail system and a lift (18,19,20) being capable of movement along said rail system, for example a chair lift (18,19,20) for a disabled person. The rail system comprising with two guides (12,13), one being provided substantially above the other. The guides (12,13) having a substantially round cross-section, whereby a rack (38) is positioned near the lower guide (12), which rack (38) can mesh with a driven gear (37) of the lift (18,19,20). The lift is provided with a guide unit (22) for engaging said lower guide (12).

Description

LIFTSAMENSTEL EN EEN WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN RAILSYSTEEMLIFT ASSEMBLY AND METHOD FOR INSTALLING A RAIL SYSTEM

De uitvinding heeft betrekking op een liftsamenstel, omvattende een railsysteem en een langs dat railsysteem verplaatsbare lift, bijvoorbeeld een stoellift voor een invalide, waarbij de lift zich, althans over een deel van zijn baan, onder een hoek omhoog kan bewegen, waarbij het railsysteem is voorzien van twee, in hoofdzaak boven elkaar aangebrachte geleidingen waarvan de onderlinge afstand afhankelijk is van de hellingshoek van de geleidingen en waarbij steunelementen de twee geleidingen onderling verbinden.The invention relates to a lift assembly, comprising a rail system and a lift movable along that rail system, for instance a chair lift for a disabled person, wherein the lift can move at an angle, at least over a part of its path, the rail system being provided with two guides arranged substantially one above the other, the mutual distance of which depends on the angle of inclination of the guides and wherein supporting elements connect the two guides.

Dit soort liften kan worden gebruikt om een invalide, die geen gebruik kan maken van de trap, langs die trap naar boven of naar beneden te vervoeren. Daarbij wordt het railsysteem zodanig langs de trap gemonteerd, dat daarlangs een lift kan bewegen die zich daarbij boven de trap bevindt. De rail waarlangs de lift beweegt kan bijvoorbeeld aan een muur langs de trap zijn bevestigd, doch kan ook aan steunen zijn bevestigd die langs de zijkant van de trap op de treden zijn vastgezet. De lift kan de vorm hebben van een stoel waarin een persoon kan zitten, de lift kan ook bestaan uit een plateau waarop een invalidenwagen kan worden gereden. Ook zijn andere vormen van de lift mogelijk.Lifts of this type can be used to transport an invalid, who cannot use the stairs, up or down these stairs. The rail system is mounted along the stairs in such a way that a lift can move along it, which is located above the stairs. For example, the rail along which the elevator moves may be attached to a wall along the stairs, but may also be attached to supports secured to the steps along the side of the stairs. The lift can be in the form of a chair in which a person can sit, the lift can also consist of a platform on which an invalid car can be driven. Other forms of the lift are also possible.

In geval van een rechte trap kan het railsysteem bestaan uit een recht samenstel van profielen dat onder dezelfde hoek als die van de trap wordt aangebracht. De lift wordt aan het railsysteem verbonden doordat het aangrijpt aan de bovenste geleiding en aan de onderste geleiding van het railsysteem door middel van aan de lift bevestigde ge-leidingseenheden, waarbij de lift steeds een in hoofdzaak rechte stand inneemt, dat wil zeggen onder een hoek ten opzichte van het railsysteem. Voorts kan het railsysteem voorzien zijn van een tandheugel die kan samenwerken met een aan de lift verbonden tandwiel, zodat bij aandrijving van het tandwiel door middel van een elektromotor die zich in de lift bevindt, de lift langs het railsysteem wordt bewogen.In the case of a straight staircase, the rail system can consist of a straight combination of profiles that is fitted at the same angle as that of the stairs. The lift is connected to the rail system by engaging the top guide and the bottom guide of the rail system by guide units attached to the lift, the lift always assuming a substantially straight position, i.e. at an angle relative to the rail system. Furthermore, the rail system can be provided with a rack which can cooperate with a gear connected to the lift, so that when the gear is driven by means of an electric motor located in the lift, the lift is moved along the rail system.

Meestal bestaat een trap niet uit een enkel recht gedeelte, doch kan een trap op verschillende plaatsen verschillende hellingshoeken hebben, kan de trap een horizontaal gedeelte omvatten en kunnen er bochten met de trap worden gemaakt.Usually a staircase does not consist of a single straight part, but a staircase can have different angles of inclination in different places, the staircase can comprise a horizontal part and curves can be made with the staircase.

In al deze gevallen moet het railsysteem langs de trap zodanig zijn aangebracht dat de lift zich steeds in een rechte positie handhaaft wanneer de lift zich langs het railsysteem verplaatst. De stand van de lift ten opzichte van het railsysteem wordt bepaald door de onderlinge afstand van de geleidingen. De onderlinge afstand moet dan ook zodanig variëren, afhankelijk van de hellingshoek van het railsysteem, dat de lift steeds in een rechte stand blijft. Dat wil zeggen dat de twee geleidingen dichter bij elkaar liggen wanneer de trap, en daarmee het railsysteem, steiler verloopt.In all these cases, the rail system along the stairs must be arranged so that the lift always maintains a straight position when the lift moves along the rail system. The position of the lift in relation to the rail system is determined by the mutual distance of the guides. The mutual distance must therefore vary, depending on the angle of inclination of the rail system, so that the lift always remains in a straight position. This means that the two guides are closer together when the stairs, and therefore the rail system, run steeper.

Meestal is een lift niet voorzien van twee geleidings-eenheden die zich loodrecht boven elkaar bevinden, omdat dat problemen oplevert wanneer het railsysteem een horizontaal gedeelte omvat. Teneinde de lift bij zo'n horizontaal gedeelte stabiel te maken zijn twee gelei-dingseenheden schuin boven elkaar aan de lift bevestigd.Usually, an elevator does not have two guide units that are perpendicular to each other, because this creates problems when the rail system has a horizontal section. In order to make the lift stable at such a horizontal part, two guide units are attached to the lift diagonally one above the other.

Bij het aanbrengen van een liftsamenstel langs een bepaalde trap moet deze trap nauwkeurig worden opgemeten, waarna de vorm en de constructie van het railsysteem op grond van die opmeting kan worden berekend. Het railsysteem heeft daarbij in het algemeen een langs zijn lengte wisselende vorm en afmeting. In feite wordt het railsysteem in zijn geheel, of, in geval het te omvangrijk zou worden om te worden aangevoerd, in delen, in de fabriek samengesteld en pasklaar gemaakt, naar de betreffende trap vervoerd en daar langs de trap gemonteerd. In de praktijk wordt steeds het railsysteem door middel van lasverbindingen in de fabriek in elkaar gezet, mede omdat daarmee gewaarborgd is dat alle afmetingen van het railsysteem steeds onveranderd blijven.When installing a lift assembly along a certain staircase, this staircase must be accurately measured, after which the shape and construction of the rail system can be calculated on the basis of that measurement. The rail system generally has a varying shape and size along its length. In fact, the rail system is assembled in its entirety, or, in case it would become too bulky to be supplied, in parts, assembled and prepared to the appropriate staircase, and mounted there along the staircase. In practice, the rail system is always assembled in the factory by means of welded connections, partly because this ensures that all dimensions of the rail system remain unchanged.

Nadelen van bekende liftsamenstellen zijn het feit dat zij nauwkeurig pasklaar gemaakt moeten worden, op grond van ingewikkelde berekeningen, waarbij de trap eerst foutloos moet worden opgemeten, en dat, wanneer een railsysteem uit een woning verwijderd moet worden, deze niet of nauwelijks kan worden hergebruikt voor een ander te produceren lift-samenstel.Disadvantages of known lift assemblies are the fact that they have to be made accurately ready-made, based on complicated calculations, where the stairs must first be measured without errors, and that when a rail system has to be removed from a home, it can hardly be reused for another lift assembly to be produced.

De uitvinding beoogt een liftsamenstel waarvan het railsysteem althans voor een groot deel kan worden hergebruikt. Vooral omdat een liftsamenstel soms slechts korte tijd in een woning aanwezig is en daarna weer moet worden verwijderd, biedt het grote voordelen als een aanzienlijk deel van een dergelijk liftsamenstel opnieuw kan worden gebruikt .The object of the invention is a lift assembly the rail system of which can at least largely be reused. Especially because a lift assembly is sometimes only present in a home for a short time and then has to be removed again, it offers great advantages if a significant part of such a lift assembly can be reused.

Volgens een kenmerk van de uitvinding is het railsysteem van het liftsamenstel voorzien van twee geleidingen die elk losneembaar met de steunelementen van die geleidingen zijn verbonden. Daarbij bestaan de geleidingen bij voorkeur uit een aantal buisdelen, met bijvoorbeeld een rond dwarsprofiel, die onderling losneembaar zijn verbonden. Een dergelijke losneembare verbinding kan tot stand worden gebracht door tussenvoeging van een koppelingselement dat in elk uiteinde in een buisdeel wordt geschoven, waarna eventueel een fixatie kan plaats vinden doordat door de buisdelen in het koppelingselement schroeven worden aangebracht. Ook kunnen de koppelingselementen klemmend in de buisdelen worden bevestigd.According to an inventive feature, the rail system of the lift assembly is provided with two guides, each of which is releasably connected to the support elements of those guides. The guides preferably consist of a number of tube parts, for example with a round cross section, which are detachably connected to each other. Such a releasable connection can be effected by inserting a coupling element which is slid into a pipe section at each end, after which a fixation can optionally be effected by screws being placed through the pipe sections in the coupling element. The coupling elements can also be clamped in the pipe sections.

De buisdelen kunnen bestaan uit rechte buisdelen en gebogen buisdelen die onderling losneembaar zijn verbonden door genoemde koppelingselementen en die, eveneens losneembaar, met de steunelementen zijn verbonden. Doordat gebruik wordt gemaakt van rechte en gebogen buisdelen kan na demontage van het railsysteem elk buisdeel, eventueel in combinatie met buisdelen van andere gebruikte railsystemen, dienen voor het vervaardigen van een ander railsysteem. Voorts kunnen alle delen van het liftsamenstel ter plaatse, met eenvoudig handgereedschap, pasklaar worden gemaakt.The tube parts may consist of straight tube parts and bent tube parts which are connected releasably by said coupling elements and which are also releasably connected to the support elements. Because straight and curved pipe parts are used, after dismantling the rail system, each pipe part, possibly in combination with pipe parts from other used rail systems, can be used to manufacture a different rail system. Furthermore, all parts of the lift assembly can be made ready for use on site using simple hand tools.

Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kan een steunelement voor de bevestiging van elk van de twee geleidingen op een vaste plaats zijn voorzien van een bevestigings-element waarmee de geleiding onder de gewenste hoek met het steunelement kan worden verbonden, en wel zodanig dat bij elke gewenste hoek een vooraf bepaalde onderlinge afstand tussen de geleidingen automatisch wordt ingesteld. Een dergelijke automatische instelling van de onderlinge afstand van de twee geleidingen kan bijvoorbeeld worden bereikt doordat elk van de twee bevestigingselementen ten opzichte van het steunelement kan roteren om een in hoofdzaak horizontale rotatie-as waarbij de geleiding in een willekeurige hoekstand aan het steunelement kan worden gefixeerd.According to a further feature of the invention, a support element for fixing each of the two guides at a fixed location can be provided with a fixing element with which the guide can be connected to the support element at the desired angle, such that at each desired angle a predetermined distance between the guides is automatically set. Such an automatic adjustment of the mutual distance of the two guides can be achieved, for example, in that each of the two fixing elements can rotate relative to the support element about a substantially horizontal axis of rotation, whereby the guide can be fixed to the support element in any angle position .

Daarbij kunnen de rotatie-assen van twee bevestigingselementen van een steunelement in verschillende, op afstand van elkaar gelegen verticale vlakken liggen en kan, althans een van de bevestigingselementen zodanig zijn uitgevoerd, dat zijn rotatie-as de hartlijn van de ermee bevestigde geleiding op afstand kruist. Wanneer de rotatie-assen van de bevestigingselementen in verschillende, op afstand van elkaar gelegen verticale vlakken liggen, wil dat zeggen dat zij niet recht boven elkaar liggen, waarmee de relatie tussen de onderlinge afstand van de geleidingen en de hellingshoek kan worden gevarieerd. Een dergelijke variatie kan ook tot stand worden gebracht doordat de rotatie-as van een bevestigingselement de hartlijn van de ermee bevestigde geleiding niet snijdt, doch op een bepaalde afstand kruist. Een en ander zal aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nog nader worden toegelicht.The rotational axes of two fastening elements of a supporting element can herein lie in different spaced-apart vertical planes and at least one of the fastening elements can be designed in such a way that its rotating axis crosses the center line of the guide fixed therewith . When the axes of rotation of the fasteners are in different spaced vertical planes, this means that they are not directly above each other, so that the relationship between the spacing of the guides and the angle of inclination can be varied. Such a variation can also be brought about by the fact that the axis of rotation of a fastening element does not intersect the center line of the guide fixed therewith, but crosses it at a certain distance. All this will be further elucidated on the basis of an exemplary embodiment.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kan het steunelement voorzien zijn van twee neerwaarts gerichte poten, die elk kunnen worden bevestigd aan de vloer en/of een trap, bijvoorbeeld elke poot op een andere trede van de trap. Bij voorkeur is de lengte van elke poot, onafhankelijk van de andere poot, instelbaar.According to another feature of the invention, the support element may be provided with two downwardly directed legs, each of which can be attached to the floor and / or a staircase, for example each leg on a different step of the staircase. Preferably, the length of each leg is adjustable independently of the other leg.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan een tandheugel losneembaar aan de steunelementen worden bevestigd, en wel nabij de onderste geleiding. Wanneer in deze beschrijving wordt gesproken over een tandheugel en/of een daarmee samenwerkend tandwiel kan de tandvorm van elk type zijn. Met name moet daaronder ook worden verstaan een tandwiel waarvan de tanden de vorm van axiale pennen hebben die samenwerken met een overeenkomstig gevormde vertanding van de tandheugel.According to a further feature of the invention, a rack can be detachably attached to the support elements, namely near the lower guide. When reference is made in this description to a rack and / or a gear wheel cooperating therewith, the tooth shape can be of any type. In particular, this should also be understood to include a gear whose teeth are in the form of axial pins cooperating with a correspondingly shaped toothing of the rack.

Bij voorkeur is de plaatsing van de rotatie-assen van de bevestigingselementen op het steunelement zodanig, dat deze corresponderen met de plaatsing van geleidingseenheden die aan de lift zijn aangebracht en eveneens roteerbaar zijn om een horizontale rotatie-as. Dit wil zeggen dat op een bepaalde plaats van de lift op het railsysteem de rotatie-assen van de bevestigingselementen samenvallen met de rotatie-assen van geleidingseenheden, die overigens voorzien zijn van geleidingswielen die aangrijpen op de twee geleidingen. Bij bespreking van het uitvoeringsvoorbeeld zal dit nader worden toegelicht.Preferably, the arrangement of the rotation axes of the mounting elements on the support element is such that they correspond to the arrangement of guide units mounted on the lift and also rotatable about a horizontal axis of rotation. This means that at a certain location of the lift on the rail system the axes of rotation of the fastening elements coincide with the axes of rotation of guide units, which incidentally are provided with guide wheels which engage on the two guides. This will be explained in more detail when discussing the exemplary embodiment.

Ook kan een derde geleidingseenheid aanwezig zijn die aan één van de geleidingen, bijvoorbeeld de bovenste geleiding, aangrijpt. Deze geleiding zorgt mede voor een stabiele ondersteuning van de lift. Volgens de uitvinding kan deze υιυη ο derde geleidingseenheid zodanig aan de lift zijn bevestigd, ° dat een in hoofdzaak verticale verplaatsing ten opzichte van de lift mogelijk is.A third guide unit can also be present which engages one of the guides, for example the top guide. This guidance also provides stable support for the lift. According to the invention, this third guide unit can be attached to the lift in such a way that a substantially vertical displacement with respect to the lift is possible.

Wanneer de twee geleidingseenheden zich niet recht boven elkaar bevinden, zal de lift niet in een rechte positie blijven wanneer het railsysteem een zijwaartse bocht maakt. Daarom is bij voorkeur het railsysteem zodanig geconstrueerd dat in een bocht, gezien in verticale projectie, de bovenste geleiding een grotere (ruimere) bocht maakt, dan de onderste geleiding. Bij een juiste dimensionering zal daarbij de lift steeds zijn rechte stand handhaven.If the two guide units are not directly above each other, the lift will not remain in an upright position when the rail system makes a side bend. Therefore, the rail system is preferably constructed such that in a bend, seen in vertical projection, the top guide makes a larger (wider) bend than the bottom guide. With correct dimensioning, the lift will always maintain its upright position.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een railsysteem, zoals nader omschreven in de conclusies.The invention further relates to a method for arranging a rail system, as further described in the claims.

Verdere kenmerken van de uitvinding, die zowel afzonderlijk als in combinatie kunnen worden toegepast, zullen worden beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en zijn vermeld in de conclusies.Further features of the invention, which can be used both individually and in combination, will be described by means of an exemplary embodiment and are stated in the claims.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de schematische tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van een liftsamenstel worden beschreven.To clarify the invention, an exemplary embodiment of a lift assembly will be described with reference to the schematic drawing.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een railsysteem van een liftsamenstel evenals een exploded view ervan;Figure 1 shows a perspective view of a rail system of a lift assembly as well as an exploded view thereof;

Figuur 2 toont in aanzicht een liftsamenstel;Figure 2 shows a lift assembly in elevation;

Figuur 3 is een aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de lift;Figure 3 is a view of an alternative embodiment of the elevator;

Figuur 4 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een railsysteem met een lift;Figure 4 shows a partial cross section of a rail system with an elevator;

Figuur 5 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een steunelement met rails, enFigure 5 shows a partial cross-section of a support element with rails, and

Figuur 6 is een met figuur 3 overeenkomend aanzicht van een andere uitvoeringsvorm.Figure 6 is a view corresponding with Figure 3 of another embodiment.

De figuren tonen slechts schematisch het uitvoerings-voorbeeld, waarbij overeenkomende onderdelen in de verschillende figuren met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.The figures only schematically show the exemplary embodiment, whereby corresponding parts are indicated with the same reference numerals in the different figures.

Figuur 1 toont perspectivisch en schematisch zowel een op een trap gemonteerd railsysteem als een exploded view van de onderdelen van dat railsysteem. Op een trap 1 zijn een aantal steunelementen 2 gemonteerd. Elk van deze steunelementen 2 is voorzien van twee poten 3,4 die aan hun neerwaarts gerichte uiteinden zijn voorzien van voetstukken 5 die aan de treden van een trap kunnen worden bevestigd, bijvoorbeeld door middel van schroeven. Daarbij kunnen de poten 3,4 voorzien zijn van een additioneel buisdeel 46 om de lengte van de poot te kunnen instellen. Dit zal aan de hand van figuur 5 worden toegelicht.Figure 1 shows a perspective and schematic view of both a rail system mounted on a staircase and an exploded view of the components of that rail system. A number of support elements 2 are mounted on a stage 1. Each of these support elements 2 is provided with two legs 3,4 which at their downwardly directed ends are provided with bases 5 which can be attached to the steps of a staircase, for instance by means of screws. The legs 3,4 can herein be provided with an additional tube part 46 in order to be able to adjust the length of the leg. This will be explained with reference to figure 5.

De steunelementen 2 zijn telkens aan twee opeenvolgende treden bevestigd, waarbij onder het voetstuk 5 van de kortste poot 4 een plaatvormig tussenstuk 6 is geplaatst dat met één uiteinde om de langste poot 3 grijpt. Op deze > wijze wordt de stevigheid van de bevestiging van steunelement 2 vergroot. Ook op de horizontale vloer 7 is een steunelement 2 geplaatst, waarvan de twee poten 3,4 een gelijke lengte hebben.The support elements 2 are each attached to two successive steps, wherein a plate-shaped intermediate piece 6 is placed under the base 5 of the shortest leg 4 and engages the longest leg 3 with one end. In this way the strength of the attachment of support element 2 is increased. A support element 2 is also placed on the horizontal floor 7, the two legs 3,4 of which have the same length.

) Elk steunelement 2 is voorzien van twee bevestigingspunten 8,9 waaraan door middel van bevestigingselementen 10,11 de onderste geleiding 12 en de bovenste geleiding 13 kunnen worden bevestigd. De bevestigingspunten 8 en 9 zijn bij alle steunelementen 2 op dezelfde plaats aangebracht. Het 5 zal duidelijk zijn dat deze plaats, evenals de vorm van de bevestigingselementen 10 en 11 bepalend zijn voor de rela-tussen de onderlinge afstand van de geleidingen 12,13 en de hellingshoek van deze geleidingen. Deze onderlinge afstand tussen de geleidingen 12,13 dient zodanig afgestemd te zijn op de constructie van de lift die langs het railsysteem verplaatst moet worden, dat deze lift steeds een rechte positie behoudt gedurende de verplaatsing langs zijn baan. Het railsysteem volgens figuur 1 is aan de onderzijde door middel van een plaatvormig deel 14 verbonden met de vloer 15 onderaan de trap. Aan de bovenkant van de trap 1 loopt het railsysteem door tot boven de vloer 7.Each support element 2 is provided with two fixing points 8,9 to which the lower guide 12 and the upper guide 13 can be fixed by means of fixing elements 10,11. The attachment points 8 and 9 are arranged in the same place at all support elements 2. It will be clear that this location, as well as the shape of the fastening elements 10 and 11, determine the relationship between the mutual distance of the guides 12, 13 and the angle of inclination of these guides. This mutual distance between the guides 12, 13 must be adapted to the construction of the lift to be moved along the rail system, so that this lift always maintains a straight position during the movement along its path. The rail system according to figure 1 is connected at the bottom by means of a plate-shaped part 14 to the floor 15 at the bottom of the stairs. At the top of the stairs 1, the rail system continues to above the floor 7.

In de in figuur 1 weergegeven exploded view van het railsysteem zijn een aantal onderdelen ervan los van elkaar weergegeven. Daarbij is getoond dat elke geleiding 12,13 is samengesteld uit een aantal rechte buisdelen en een aantal gebogen buisdelen. De buisdelen zijn onderling verbonden door koppelelementen 16 die in de uiteinden van twee op elkaar aansluitende buisdelen kunnen worden geschoven. De onderlinge verbinding van de buisdelen kan reeds voldoende zijn doordat de koppelelementen klemmend zijn aangebracht, het is echter ook mogelijk de uiteinden van de buisdelen door middel van schroeven aan de koppelelementen te bevestigen.In the exploded view of the rail system shown in figure 1, a number of parts of it are shown separately. It has been shown that each guide 12,13 is composed of a number of straight pipe sections and a number of curved pipe sections. The pipe sections are mutually connected by coupling elements 16 which can be slid into the ends of two connecting pipe sections. The mutual connection of the pipe parts can already be sufficient because the coupling elements are arranged clampingly, but it is also possible to attach the ends of the pipe parts to the coupling elements by means of screws.

Figuur 2 toont een aanzicht van een op een trap 1 aangebracht liftsamenstel, waarvan het railsysteem overeenkomt met het aan de hand van figuur 1 beschreven railsysteem. Zoals reeds eerder beschreven zijn de steunelementen 2 aan opeenvolgende treden van de trap 1 bevestigd. Op het horizontale deel 17 is eveneens een steunelement 2 geplaatst. Ook deze figuur 2 toont hoe de onderlinge afstand van de geleidingen 12,13 verandert afhankelijk van de helling van deze geleidingen. Deze afhankelijkheid wordt bepaald door de plaats van bevestigingspunten 8 en 9 van de steunelementen 2 en van de vorm van de bevestigingselementen, waarvan alleen het bevestigingselement 10 in de figuur 2 zichtbaar is.Figure 2 shows a view of a lift assembly arranged on a staircase 1, the rail system of which corresponds to the rail system described with reference to Figure 1. As previously described, the support elements 2 are attached to successive steps of the step 1. A support element 2 is also placed on the horizontal part 17. This figure 2 also shows how the mutual distance of the guides 12,13 changes depending on the slope of these guides. This dependence is determined by the location of attachment points 8 and 9 of the support elements 2 and of the shape of the attachment elements, of which only the attachment element 10 is visible in Figure 2.

De bevestiging van bovenste geleiding 13 aan steunelement 2 is zodanig dat de hartlijn van geleiding 13 de hartlijn van bevestigingspunt 9 snijdt. Daartoe kan het bevestigings-element 11, die in figuur 2 niet zichtbaar is, roteren om een horizontale rotatie-as door bevestigingspunt 9, aan welk bevestigingselement 11 de bovenste geleiding 13 kan worden bevestigd.The attachment of upper guide 13 to support element 2 is such that the centerline of guide 13 intersects the centerline of attachment point 9. For this purpose the fastening element 11, which is not visible in figure 2, can rotate about a horizontal axis of rotation through fastening point 9, to which fastening element 11 the upper guide 13 can be fastened.

Het onderste bevestigingselement 10, die kan roteren om een horizontale rotatie-as door bevestigingspunt 8, is wel weergegeven in figuur 2. Aan dit bevestigingselement 10 wordt de onderste geleiding 12 zodanig bevestigd, dat de hartlijn van deze onderste geleiding 12 de horizontale rotatie-as door bevestigingspunt 8 op afstand kruist. Het zal duidelijk zijn door de plaats van de bevestigingspunten 8,9 en de vorm van de bevestigingselementen 10,11 een bepaalde relatie tot stand wordt gebracht tussen enerzijds de onderlinge afstand tussen de twee geleidingen 12,13 en anderzijds de hellingshoek van deze geleidingen.The lower fastening element 10, which can rotate about a horizontal axis of rotation through fastening point 8, is shown in figure 2. To this fastening element 10 the lower guide 12 is fixed such that the center line of this lower guide 12 is the horizontal axis of rotation crosses through attachment point 8 remotely. It will be clear from the location of the fixing points 8,9 and the shape of the fixing elements 10,11 that a certain relationship is established between on the one hand the mutual distance between the two guides 12, 13 and on the other the angle of inclination of these guides.

In figuur 2 is een lift weergegeven waarop een stoel is aangebracht teneinde een gehandicapt persoon zittend langs de trap te kunnen verplaatsen. De lift is voorzien van een rugleuning 18, twee armsteunen 19 en een zitting 20 en wordt in figuur 2 van achteren gezien.Figure 2 shows an elevator on which a chair is arranged in order to be able to move a disabled person sitting along the stairs. The lift is provided with a backrest 18, two armrests 19 and a seat 20 and is seen from behind in figure 2.

De lift is voorzien van een frame 21 waaraan twee ge-leidingseenheden zijn bevestigd die ten opzichte van frame 21 om een horizontale as kunnen roteren.The lift is provided with a frame 21 to which are attached two guide units which can rotate about a horizontal axis relative to frame 21.

De onderste geleidingseenheid 22 is voorzien van een geleidingswiel 24 dat met een concaaf loopoppervlak over de geleiding 12 kan rollen. De onderste geleidingseenheid 22 is voorts voorzien van een tweede geleidingswiel 25 dat eveneens over geleiding 12 kan rollen. De geleidingswielen 24, 25 zijn zodanig onderling verbonden dat zij gezamenlijk kunnen roteren om de hartlijn van geleidingswiel 24.The lower guide unit 22 is provided with a guide wheel 24 which can roll over the guide 12 with a concave running surface. The lower guide unit 22 is further provided with a second guide wheel 25 which can also roll over guide 12. The guide wheels 24, 25 are interconnected such that they can rotate together about the axis of the guide wheel 24.

In figuur 2 is de aandrijving van de lift niet weergegeven. Deze aandrijving kan bestaan uit een tandheugel die, in het aanzicht van figuur 2, vóór de onderste geleiding 12 aan de bevestigingselementen 10 zijn vastgemaakt en een naar boven gerichte vertanding hebben. Deze vertanding kan samenwerken met een tandwiel dat zich gezien in figuur 2, vóór ge-leidingswiel 24 bevindt en wordt aangedreven via een as waaromheen de onderste geleidingseenheid 22 kan roteren. De beschreven aandrijving is wel weergegeven in figuur 4 en zal daar nader worden toegelicht.The drive of the lift is not shown in figure 2. This drive may consist of a rack which, in the view of Figure 2, is attached to the mounting elements 10 in front of the lower guide 12 and has an upwardly directed toothing. This toothing can cooperate with a gear wheel, seen in Figure 2, in front of guide wheel 24 and driven via an axis about which the lower guide unit 22 can rotate. The described drive is shown in figure 4 and will be further explained there.

Volgens figuur 2 is frame 21 voorzien van een bovenste geleidingseenheid 23 met geleidingswielen 26 en 27, die beide een concaaf gevormd loopvlak hebben en kunnen rollen over de bovenste geleiding 13. Geleidingseenheid 23 is roteerbaar ten opzichte van het frame 21 om een in hoofdzaak horizontale as die in het vlak ligt waarin ook de assen van de geleidingswielen 26 en 27 liggen, en welke rotatie-as de hartlijn van de bovenste geleiding 13 snijdt.According to Figure 2, frame 21 is provided with an upper guide unit 23 with guide wheels 26 and 27, both of which have a concave tread and can roll over the upper guide 13. Guide unit 23 is rotatable relative to the frame 21 about a substantially horizontal axis which lies in the plane in which the axes of the guide wheels 26 and 27 also lie, and which axis of rotation intersects the center line of the upper guide 13.

Teneinde de lift stabiel in zijn rechte positie te houden is de bovenste geleidingseenheid 23 tevens voorzien van twee geleidingswielen 48,49 die zich op afstand van de geleidingswielen 26 en 27 bevinden. Hierdoor grijpt de lift op drie punten aan op het railsysteem, hetgeen een goede stabiliteit tot gevolg heeft.In order to keep the lift stable in its upright position, the upper guide unit 23 is also provided with two guide wheels 48, 49 which are spaced from the guide wheels 26 and 27. As a result, the lift engages on the rail system at three points, which results in good stability.

Zoals uit figuur 2 blijkt is de plaatsing van de rotatie-assen van de geleidingseenheden 22 en 23 op het frame 21 zodanig dat deze samenvallen met de bevestigingspunten 8 en 9 van een steunelement wanneer de lift zich op een bepaalde plaats bij het steunelement bevindt. Het gevolg hiervan is dat bij elke hellingshoek van de geleidingen 12, 13 de onderlinge afstand van deze geleidingen zodanig is dat de lift zich steeds in de dezelfde rechte positie blijft bevinden .As can be seen from Figure 2, the arrangement of the rotational axes of the guide units 22 and 23 on the frame 21 is such that they coincide with the attachment points 8 and 9 of a support element when the lift is at a certain location near the support element. The result of this is that at any angle of inclination of the guides 12, 13 the mutual distance of these guides is such that the lift always remains in the same straight position.

Figuur 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de lift waarbij aan het frame 21 een onderste geleidingseenheid 22 is bevestigd die dezelfde is als weergegeven in figuur 2.Figure 3 shows an alternative embodiment of the lift in which a lower guide unit 22 is attached to the frame 21, which is the same as shown in Figure 2.

De bovenste geleidingseenheid 23 wijkt echter af van hetgeen in figuur 2 werd getoond, doordat in figuur 3 deze geleidingseenheid 23 slechts van twee geleidingswielen 26,27 is voorzien. Om een stabiele bevestiging van de lift aan het railsysteem te verkrijgen is een derde geleidingseenheid 28 aanwezig die aangrijpt op de bovenste geleiding 13. Deze derde geleidingseenheid 28 kan ten opzichte van het frame 21 roteren om een horizontale as die de hartlijn van bovenste geleiding 13 snijdt, doch deze derde geleiding kan bovendien zich in verticale richting langs het frame 21 verplaatsen, waartoe geleidingseenheid 28 is gemonteerd in verticale geleidingsmiddelen, bijvoorbeeld bestaande uit een verticale staaf 29 waarlangs de geleidingseenheid 28 kan schuiven.The upper guide unit 23, however, deviates from what was shown in figure 2, because in figure 3 this guide unit 23 is provided with only two guide wheels 26, 27. To obtain a stable attachment of the lift to the rail system, a third guide unit 28 is provided which engages the upper guide 13. This third guide unit 28 can rotate relative to the frame 21 about a horizontal axis which intersects the center line of the upper guide 13. , but this third guide can moreover move vertically along the frame 21, for which purpose guide unit 28 is mounted in vertical guide means, for instance consisting of a vertical rod 29 along which the guide unit 28 can slide.

Het voordeel van de constructie volgens figuur 3 is dat de horizontale afstand tussen de geleidingseenheden 23 en 28, (dus gezien in bovenaanzicht) steeds gelijk blijft. Dit heeft een meer stabiele bevestiging van de lift tot gevolg.The advantage of the construction according to figure 3 is that the horizontal distance between the guide units 23 and 28 (thus seen in top view) always remains the same. This results in a more stable attachment of the lift.

Figuur 4 toont een detail waarbij de geleidingseenheden 22, 23 in gedeeltelijke doorsneden zijn weergegeven, evenals een deel van het railsysteem.Figure 4 shows a detail in which the guide units 22, 23 are shown in partial cross sections, as well as part of the rail system.

Van het railsysteem is een steunelement 2 getoond met daaraan bevestigd een onderste geleidingseenheid 10 en een I bovenste geleidingseenheid 11. In doorsnede is getoond hoe onderste geleidingseenheid 10 door middel van een schroef 31 is verbonden met een profielbalk 32 van steunelement 2. Daarbij is bevestigingselement 10 in verschillende hoek-standen ten opzichte van rotatie-as 33 te bevestigen.A support element 2 of the rail system is shown, with a lower guide unit 10 and an upper guide unit 11 attached thereto. In cross-section it is shown how lower guide unit 10 is connected by means of a screw 31 to a profile beam 32 of support element 2. Fixing element 10 to be fixed in different angular positions relative to rotation axis 33.

5 Rotatie-as 33 valt samen met bevestigingspunt 8 volgens figuur 2.Rotation axis 33 coincides with attachment point 8 according to figure 2.

Aan bevestigingselement 10 is de onderste geleidingsrail 12 bevestigd waarover een geleidingswiel 24 en een ge-leidingswiel 25 kan rollen. Geleidingswiel 25 is roteerbaar in een steun 34, welke steun 34 roteerbaar is om as 35 van elektromotor 36 die de aandrijving van de lift vormt. Geleidingswiel 24 is eveneens roteerbaar om as 35. Tandwiel 37, in dit voorbeeld bestaand uit twee parallelle schijven waartussen pennen zijn aangebracht die de tanden vormen, is vast aangebracht op as 35 zodat dit tandwiel 37 kan worden aangedreven door elektromotor 36. Daarbij grijpt tandwiel 37 in een tandheugel 38 die met schroeven is verbonden aan bevestigingsdeel 39 van bevestigingselement 10.The lower guide rail 12 is fastened to fastening element 10, over which a guide wheel 24 and a guide wheel 25 can roll. Guide wheel 25 is rotatable in a support 34, which support 34 is rotatable about shaft 35 of electric motor 36 which forms the drive of the lift. Guide wheel 24 is also rotatable about shaft 35. Gear wheel 37, in this example consisting of two parallel discs between which pins forming the teeth are arranged, is fixedly mounted on shaft 35 so that this gear 37 can be driven by electric motor 36. Gear 37 thereby engages in a rack 38 which is screw-connected to fastening part 39 of fastening element 10.

In dit uitvoeringsvoorbeeld is tandwiel 37 rechtstreeks op de motoras van elektromotor 36 gemonteerd, het is echter ook mogelijk dat een elektromotor het tandwiel 37 aandrijft via een reductie-drijfwerk.In this exemplary embodiment, gear wheel 37 is mounted directly on the motor shaft of electric motor 36, however it is also possible for an electric motor to drive the gear wheel 37 via a reduction gear.

Aan de bovenste bevestigingselement 11 is geleiding 13 verbonden, en wel zodanig dat de rotatie-as 40 waaromheen bevestigingselement 11 kan roteren voordat het wordt vast-gezet aan steunelement 2, de hartlijn van geleiding 13 snijdt.Guide 13 is connected to the upper fastening element 11, such that the rotary axis 40 about which fastening element 11 can rotate before it is fixed to support element 2 intersects the center line of guide 13.

Geleiding 13 wordt aangegrepen door twee geleidingswielen 26,27 die beide roteerbaar zijn gelagerd in geleidings-eenheid 23, die vrij roteerbaar is om rotatie-as 41.Guide 13 is engaged by two guide wheels 26,27, both of which are rotatably mounted in guide unit 23, which is freely rotatable about axis of rotation 41.

Figuur 4 toont de situatie waarbij de plaats van de lift op het railsysteem zodanig is dat de rotatie-as 33 van bevestigingselement 10 samenvalt met de rotatie-as 42 van de onderste geleidingseenheid en waarbij rotatie-as 40 van het bovenste bevestigingselement 11 samenvalt met rotatie-as 41 van de bovenste geleidingseenheid 23.Figure 4 shows the situation where the position of the lift on the rail system is such that the axis of rotation 33 of mounting element 10 coincides with the axis of rotation 42 of the lower guide unit and where axis of rotation 40 of the upper mounting element 11 coincides with rotation shaft 41 of the upper guide unit 23.

Figuur 5 toont het gemonteerde railsysteem in meer detail. Daarbij is onderste geleiding 12 door middel van een schroefbout 43 aan bevestigingselement 10 vastgemaakt, doordat bevestigingselement 10 voorzien is van een gat waardoorheen schroefbout 43 kan reiken en geleiding 12 voorzien is van een gat waarin draad is getapt waarin schroefbout 43 kan worden geschroefd. Door de geleidingen 12,13 op deze wijze aan de bevestigingselementen 10,11 te bevestigen kunnen de buizen die de geleidingen 12,13 vormen opnieuw worden gebruikt zonder dat de gaten met schroefdraad hinderlijk zijn. Eventueel kunnen deze gaten daarbij worden afgedekt door er een schroef in te draaien.Figure 5 shows the mounted rail system in more detail. Lower guide 12 is attached to fastening element 10 by means of a screw bolt 43, because fastening element 10 is provided with a hole through which screw bolt 43 can extend and guide 12 is provided with a hole in which thread is threaded into which screw bolt 43 can be screwed. By attaching the guides 12,13 to the mounting members 10,11 in this manner, the tubes forming the guides 12,13 can be reused without the threaded holes being a nuisance. If necessary, these holes can be covered by screwing in a screw.

Figuur 6 komt in hoofdzaak overeen met figuur 3, doch in deze uitvoeringsvorm is de derde geleidingseenheid 52 die zich in verticale richting langs geleiding 53 kan verplaatsen zodanig geplaatst, dat deze op de onderste geleiding 12 aangrijpt. Een belangrijk voordeel daarvan is dat de verplaatsingsbaan van geleidingseenheid 52 in figuur 6 korter is dan de verplaatsingsbaan 28 in figuur 3.Figure 6 substantially corresponds to Figure 3, but in this embodiment the third guide unit 52, which can move vertically along guide 53, is positioned to engage lower guide 12. An important advantage of this is that the displacement path of guide unit 52 in Figure 6 is shorter than the displacement path 28 in Figure 3.

Steunelement 2 is voorzien van een profielbalk 32 waarin door middel van schroefbout 31 het bevestigingselement 10 is vastgezet en wel in de gewenste hoekstand om de hartlijn van bevestigingsbout 31. Uiteraard kan het bevestigen op vele andere manieren plaats vinden met hetzelfde effect. Op overeenkomstige wijze is de bovenste geleiding 13 bevestigd aan het steunelement 2. Daarbij wordt een schroefbout 44 in geleiding 13 geschroefd, waarmee zowel geleiding 13 aan bevestigingselement 11 wordt bevestigd als bevestigingselement 11 aan het steunelement 2 wordt bevestigd.Support element 2 is provided with a profile beam 32 in which the fastening element 10 is fixed by means of screw bolt 31, in the desired angular position around the center line of fastening bolt 31. Of course, the fastening can take place in many other ways with the same effect. In a corresponding manner, the upper guide 13 is attached to the support element 2. A screw bolt 44 is screwed into guide 13, with which both guide 13 is fastened to fastening element 11 and fastening element 11 is fastened to the support element 2.

Figuur 5 toont bovendien op welk wijze de lengte van poot 3,4 kan worden ingesteld. Daartoe is buiseind 45 van steunelement 2 geschoven in een buisdeel 46, welk buisdeel 46 is geschoven om een naar boven gerichte stomp van > voetstuk 5. Daarbij kunnen de buiseinden 45 van de steunelementen alle een standaard lengte hebben, terwijl de hoogte van het steunelement 2 wordt bepaald door de lengte van buisdeel 46, dat gemakkelijk op lengte kan worden gemaakt. De onderlinge bevestiging van het buiseind 45 en buisdeel 46 kan op verschillende manieren plaats vinden, bijvoorbeeld door een schroef-bout door beide delen aan te brengen.Figure 5 also shows how the length of leg 3,4 can be adjusted. To that end, pipe end 45 of support element 2 is slid into a pipe part 46, which pipe part 46 is slid around an upwardly directed stub of base 5. The pipe ends 45 of the support elements can all have a standard length, while the height of the support element 2 is determined by the length of tube portion 46, which can be easily made to length. The mutual fixing of the pipe end 45 and pipe part 46 can take place in different ways, for instance by arranging a screw-bolt through both parts.

Door toepassing van het railsysteem zoals dat hierboven is beschreven, kan het railsysteem relatief snel en eenvoudig worden aangebracht, zelfs zonder dat vooraf de trap nauwkeurig wordt opgemeten. Alle buisvormige elementen kunnen met handgereedschap worden ingekort en daarmee op maat worden gemaakt. Bochten in de buizen kunnen eventueel tevoren in de fabriek worden aangebracht, maar bochten kunnen ook worden verkregen doordat een cirkelvorm gebogen buisdeel tot een zodanige lengte wordt ingekort, dat de vereiste bocht is verkregen.By using the rail system as described above, the rail system can be installed relatively quickly and easily, even without the staircase being accurately measured beforehand. All tubular elements can be shortened with hand tools and thus made to measure. Bends in the pipes can optionally be pre-made in the factory, but bends can also be obtained by shortening a circular bent pipe section to such a length that the required bend is obtained.

Nadat op geschikte plaatsen de steunelementen 2 op een trap zijn aangebracht kunnen de buisdelen op lengte worden gemaakt door middel van eenvoudige technieken die met handgereedschap kunnen worden uitgevoerd. Vervolgens worden de buisdelen aan elkaar bevestigd door middel van koppelelementen die binnen twee aangrenzende buisdelen worden geschoven. Wanneer vervolgens de aldus gevormde geleidingen op de juiste plaats ten opzichte van de steunelementen worden gefixeerd, kunnen de tapgaten in de geleidingen voor de bevestiging ervan worden aangebracht door eventueel speciaal daarvoor aangepast gereedschap dat wordt afgesteund op de in de juiste stand aanwezige bevestigingselementen. Het aanbrengen van een liftsysteem is hiermee een relatief eenvoudige zaak geworden.After the support elements 2 have been arranged on a staircase at suitable locations, the pipe sections can be made to length by means of simple techniques which can be carried out with hand tools. The pipe sections are then attached to each other by means of coupling elements that are slid within two adjacent pipe sections. When subsequently the guides thus formed are fixed in the correct position relative to the support elements, the tap holes in the guides for fixing them can be made by any specially adapted tool which is supported on the fixing elements present in the correct position. The installation of a lift system has thus become a relatively simple matter.

Ook het demonteren van het railsysteem kan op eenvoudige wijze gebeuren en wel zodanig dat de onderdelen na demontage opnieuw kunnen worden gebruikt. Daarbij is het mogelijk de gebruikte delen te sorteren en op te slaan totdat bepaalde delen opnieuw kunnen worden gebruikt. Het is echter ook mogelijk om uitgaande van een bestaand liftsamenstel dat moet worden verwijderd een ander liftsamenstel te maken en wel pasklaar voor een andere trap. Door opmeting van zowel de oude als de nieuwe trap en een relatief eenvoudige berekening kan dan worden bepaald welke delen van het oude liftsamenstel ongewijzigd kunnen blijven, moeten worden ingekort, danwel moeten worden aangevuld met toe te voegen onderdelen.Disassembling the rail system can also be done in a simple manner, such that the parts can be reused after disassembly. It is also possible to sort and store the used parts until certain parts can be reused. However, it is also possible, based on an existing lift assembly to be removed, to make another lift assembly ready for another staircase. By measuring both the old and the new stairs and a relatively simple calculation, it can then be determined which parts of the old lift assembly can remain unchanged, must be shortened or supplemented with parts to be added.

De omschreven uitvoeringsvorm moet als zodanig worden gezien en kan, binnen het kader van de uitvinding, op velerlei wijzen worden gevarieerd.The described embodiment is to be regarded as such and can be varied in many ways within the scope of the invention.

Claims

Elevator assembly, comprising a rail system and a lift movable along said rail system, for instance a chair lift for a disabled person, wherein the lift can move upwards at least over a part of its path, wherein the rail system is provided with two, guides arranged substantially one above the other, the mutual distance of which depends on the angle of inclination of the guides, wherein supporting elements connect the two guides to each other, characterized in that the two guides are each detachably connected to the supporting elements.

Elevator assembly according to claim 1, characterized in that each guide consists of a number of tube parts that are detachably connected to each other.

Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that a support element for each guide is provided at a fixed location with a fastening element with which the guide can be connected to the support element at the desired angle, such that at any desired angle a predetermined spacing of the guides is automatically set.

Lift assembly according to claim 3, characterized in that each of the two fastening elements can rotate relative to the support element about a substantially horizontal axis of rotation and can connect the guide to the support element in a number of angular positions.

Elevator assembly according to claim 4, characterized in that the rotational axes of the fastening elements of a support element lie in different spaced apart vertical planes.

Elevator assembly according to claim 4 or 5, characterized in that at least one of the fastening elements is designed in such a way that its axis of rotation crosses the center line of the guide fixed with it at a distance.

Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that a support element is provided with two downwardly directed legs, each of which can be attached to the floor and / or a staircase, for instance each leg on a different step of the staircase.

Elevator assembly according to claim 7, characterized in that each leg is provided with an extendable and / or retractable part which can be fixed in a number of positions, so that the length of each leg is adjustable.

Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that a rack and pinion can be detachably attached to the fastening elements of the lower guide which can cooperate with a driven gear of the elevator. >

Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the elevator is connected to each of the guides by means of a set of guides engaging the respective guide; wheels, each set of guide wheels being mounted on a guide unit rotatable about a horizontal axis of rotation with these axes of rotation coinciding with the axes of rotation of the fasteners when the lift is at a support element.

Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the elevator is connected to each of the guides by means of a set of guide wheels engaging the respective guide, each set of guide wheels being mounted on a guide unit rotatable about a horizontal axis of rotation and that a third guide unit with guide wheels engages one of the guides, which guide unit is rotatably attached to the lift about a horizontal axis, such that the guide unit can move in a substantially vertical path relative to the lift .

Elevator assembly according to claim 11, characterized in that the third guide unit engages the lower guide.

Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the elevator is provided with an electric drive, the output shaft of which coincides with the rotary axis of one of the guide units, wherein a guide wheel is arranged rotatably about the connecting axis between the drive and a gear wheel which engages in a rack connected to the supporting elements, while a second guide wheel is mounted in an element which is also arranged rotatably about said connecting axis.

Elevator assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the rail system makes a bend to another substantially vertical plane, and that, viewed in vertical projection, the top guide makes a larger (wider) bend than the bottom guide.

15. Method for installing a rail system along a staircase, wherein a number of supporting elements are fixed on the stair treads and / or the floor, after which a number of pipe parts, whether or not provided with bends, are mutually coupled and can be detached at fixed places on the support elements attached with insertion of fixing elements that can be connected to a support element in different angular positions, all this such that two superimposed guides are formed, the mutual distance of which depends on the angle of inclination and is determined by the shape of the support elements.

Method according to claim 15, characterized in that the existing lift assembly present on a staircase, which has to be removed, is converted into a lift system which can be built on another staircase, wherein calculations are made on the basis of the dimensions of the two steps with what lengths the parts of the existing lift assembly should be shortened or extended and / or which new parts should be added.

Method according to claim 15 or 16, characterized in that straight sections of pipe which can be shortened to the desired size and of pipe sections bent in the form of a circle, which can form part of a circle, are used in the assembly of the rail system. be shortened to a desired angle.