NL1010168C2 - Verbindingsinrichting voor buizen, kabels en dergelijke. - Google Patents

Verbindingsinrichting voor buizen, kabels en dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL1010168C2
NL1010168C2 NL1010168A NL1010168A NL1010168C2 NL 1010168 C2 NL1010168 C2 NL 1010168C2 NL 1010168 A NL1010168 A NL 1010168A NL 1010168 A NL1010168 A NL 1010168A NL 1010168 C2 NL1010168 C2 NL 1010168C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
slot
narrowing
pick
plate
Prior art date
Application number
NL1010168A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Van T Veer
Guido Vallinga
Original Assignee
Zweva Engineering B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Zweva Engineering B V filed Critical Zweva Engineering B V
Priority to NL1010168A priority Critical patent/NL1010168C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1010168C2 publication Critical patent/NL1010168C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G15/00Cable fittings
    • H02G15/08Cable junctions
    • H02G15/10Cable junctions protected by boxes, e.g. by distribution, connection or junction boxes
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G15/00Cable fittings
    • H02G15/007Devices for relieving mechanical stress
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G9/00Installations of electric cables or lines in or on the ground or water
    • H02G9/10Installations of electric cables or lines in or on the ground or water in cable chambers, e.g. in manhole or in handhole

Landscapes

  • Laying Of Electric Cables Or Lines Outside (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)

Description

Verbindingsinrichting voor buizen, kabels en dergelijke
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het onderling trekvast verbinden van slanke voorwerpen zoals buizen, kabels, leidingen en dergelijke, 5 omvattende een basisdeel alsmede een op het basisdeel aangebracht afdekdeel, welk basisdeel en/of afdekdeel tenminste een houder bezitten, welke houder een sleuf heeft waarin, door verplaatsing dwars ten opzichte van het voorwerp, het voorwerp opneembaar is, welke sleuf ter plaatse van de tegenoverliggende sleufwanden een vernauwing heeft, en de dwarsafmeting van de doorgang ter plaatse van de vernauwing 10 kleiner is dan nominale de dwarsafmeting van het voorwerp, zodanig dat bij het in de sleuf plaatsen van het voorwerp, de vernauwing tenminste gedeeltelijk in het buitenoppervlak van dat voorwerp dringt.
Een dergelijke inrichting is bekend uit GB-A-2227613.
In het bijzonder bij kabelnetten met koperkabels of glasvezelkabels, moeten 15 grote aantallen aansluiting worden gerealiseerd, onder andere voor het aansluiten van abonnees. In de praktijk wordt een aansluiting vervaardigd in een mof, waar de kabel doorheen loopt, of waarop de kabeleinden van twee kabels zijn aangesloten. Ter plaatse van de mof kan een aftakking worden vervaardigd; de niet gebruikte aders worden doorverbonden of lopen, bij een doorgaande kabel door.
20 De aders zijn kwetsbaar, en mogen niet worden blootgesteld aan mechanische belastingen. Het is daarom zaak de kabeldelen ter weerszijden van de mof trekvast aan elkaar te verbinden, zodanig dat de aders in de mof niet worden belast.
In dat verband is bekend om schroefkoppelingen toe te passen, die bij doorgaande kabels gedeeld moeten zijn zodanig dat zij zijdelings om de kabel kunnen 25 worden aangebracht. De helften van de bekende schroefkoppelingen zijn echter moeilijk te installeren en af te dichten. De constructie is kwetsbaar, hetgeen bij het vrij ruwe bedrijf bij het installeren in de ondergrond een groot nadeel is.
Volgens GB-A-2227613 kunnen de kabels trekvast worden ingeklemd tussen twee tegenoverliggende ribben, die in het huis meegevormd zijn. Nadeel van deze 30 uitvoering is dat de vasthoud werking slechts verkregen wordt bij een bepaalde kabeldiameter.
Doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen die universeel toegepast kan worden. Dat doel wordt bereikt doordat de vernauwing is bepaald door een plaat 1010 16 8 2 die is opgenomen in de houder.
De kabel wordt nu vastgehouden door een plaat met een sleuf van de gewenste afmetingen. Voor kabels met andere afmetingen kan eenvoudigweg een plaat met een andere sleufbreedte worden geplaatst.
5 De buis, kabel en dergelijke kan eenvoudigweg op het basisdeel worden gelegd.
De inrichting volgens de uitvinding is daarom in het bijzonder geschikt voor doorgaande buizen. In dat geval zijn twee in de langsrichting van het voorwerp tegenover elkaar liggende houders voorzien, door beide waarvan de buis heenloopt.
Vervolgens kan de buis in de vernauwing van de houders worden gedrukt.
10 Aangezien de vernauwing daarbij gedeeltelijk in de wand van de buis dringt, wordt direct een stevige verankering van de buis in het basisdeel verkregen, die geschikt is om trekbelastingen op te nemen.
De plaat kan zich bevinden in een dwars geplaatste spleet in de houder, welke plaat een met de sleuf overeenkomende uitsparing heeft zodanig dat de 15 tegenoverliggende randen van de uitsparing een onderlinge afstand hebben die een weinig kleiner is dan dwarsafmeting van het voorwerp.
Voordeel van een dergelijke uitvoering is dat naar keuze verschillende platen kunnen worden toegepast, geschikt voor verschillende buisdiameters. Het basisdeel en afdekdeel kunnen voor dergelijke varianten identiek zijn.
20 De houder kan blokvormig zijn, en verbonden is aan of een geheel vormt met een onderkast, en kan tenminste een naar boven toe open sleuf bezitten, welke sleuf is afgedekt door het afdekdeel.
Teneinde te vermijden dat vuil, zand en dergelijke zouden kunnen binnendringen, bevindt zich grenzend aan de houder een afdichtmiddel, zoals een 25 schuimblok, waar elk voorwerp afdichtend doorheen loopt.
De uitvinding betreft tevens een opneeminrichting voor inbouw in of onder het plaveisel van een wegdek, stoep en dergelijke, welke inrichting zijden omvat die een inwendige ruimte bepalen, welke zijden nabij hun bovenkant draagmiddelen voor een afdekking, zoals een deksel bezitten en een toegangsopening begrenzen, en nabij hun 30 onderkant steunmiddelen bezitten voor het ondersteunen van die inrichting in de ondergrond onder het plaveisel, alsmede doorvoermiddelen in tenminste een zijde voor het doorvoeren van een voorwerp zoals een buis, kabel, leiding en dergelijke, waarbij de doorvoermiddelen zijn uitgevoerd voor het trekvast verbinden van het voorwerp, en 101 0 1 68 3 tenminste een houder omvatten die een sleuf heeft waarin, door verplaatsing dwars ten opzichte van het voorwerp, het voorwerp opneembaar is, welke sleuf ter plaatse van de tegenoverliggende sleufwanden een vernauwing heeft, en de dwarsafmeting van de doorgang ter plaatse van de vernauwing kleiner is dan de nominale dwarsafmeting van 5 het voorwerp, zodanig dat bij het in de sleuf plaatsen van het voorwerp, de vernauwing tenminste gedeeltelijk in het buitenoppervlak van dat voorwerp dringt.
Een dergelijke opneeminrichting is eveneens bekend uit GB-A-2227613.
Volgens de uitvinding is voorzien dat de vernauwing is bepaald door een plaat die is opgenomen in de houder.
10 Bij voorkeur is de houder verbonden aan of een geheel vormend met een onderkast, op welke onderkast zich een bovenkast bevindt die de zijden en de draagmiddelen voor een afdekking omvat, terwijl zich aan de buitenzijde van elke houder een afdichtmiddel bevindt.
Ter plaatse van elke houder heeft de bijbehorende zijde van de bovenkast een 15 uitsparing die afdichtend aansluit op de houder en/of het afdichtmiddel.
In verband met de gewenste stevigheid van de opneeminrichting, in het bijzonder bij verkeersbelastingen, kunnen de zijden van de bovenkast dubbele wanden bezitten, die door regelmatig verdeelde, verticale ribben onderling zijn verbonden.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de 20 figuren weergegeven uitvoeringsvorm.
Figuur 1 toont de inrichting volgens de uitvinding, gedeeltelijk, in uiteengenomen toestand.
Figuur 2 toont een compleet gemonteerde inrichting volgens de uitvinding, gedeeltelijk in doorsnede, in perspectief.
25 De inrichting volgens de uitvinding is bestemd voor het onderling trekvast verbinden van kabels, bijvoorbeeld de kabelbundels 21. Dergelijke kabelbundels 21 bevinden zich normaal gesproken in de beschermende buizen 1. Zoals weergegeven in figuur 1 en 2 zijn de kabelbundels 21 opgenomen in een op zich bekende mof 22. Ter plaatse van die mof zijn, op bekende wijze één of meer aders van de kabelbundels 21 30 afgetakt, terwijl de overige aders in één geheel doorlopen. Aangezien een dergelijke mof 22 met zijn aftakkingen op zich bekend is, zal één en ander niet nader worden beschreven. Opgemerkt zij dat de afgetakte aders, eveneens in een beschermende buisomhulling, door één der wanden van de inrichting naar buiten is geleid.
10 1 0 1 68 4
De resterende aders van de kabelbundels 21, zijn na de mof 22 uit het huis geleid aan de (niet getoonde) tegenoverliggende wand daarvan, op dezelfde wijze zoals nu zal worden beschreven onder verwijzing naar figuur 1 en 2.
De inrichting volgens de uitvinding omvat een onderkast 2, daar overheen, zoals 5 weergegeven in figuur 2, de bovenkast 3 geplaatst kan worden. De onderkast 2 bezit een houder 4, die twee U-vormige sleuven 5 bezit. Dwars ten opzichte van die sleuven 5 loopt een spleet 8, waarin de roestvrijstalen plaat 7 kan worden geschoven.
De roestvrijstalen plaat 7 bezit twee eveneens U-vormige uitsparingen 6. De onderlinge afstand van de benen van deze uitsparing 6 is iets kleiner dan de diameter 10 van de buizen 1.
In gebruik van de inrichting volgens de uitvinding wordt de onderkast 2 in de ondergrond geplaatst op de positie waar een aftakking of andersoortige verbinding moet worden gemaakt. Vervolgens worden de buizen 1 in de uitsparingen 5,6 geschoven. Gezien de onderlinge verhouding van de afmetingen van de uitsparingen 6, 15 en van de buizen 1, dringen de benen 23 van de plaat 7 weinig in het buitenoppervlak van de buizen 1.
Aldus wordt een stevige, trekvaste verankering van de buizen 1 ten opzichte van de onderkast 2 verkregen. Daarmee is ook het gevaar vermeden dat een eventueel op de buizen 1 uitgeoefende trekkracht zou kunnen worden overgebracht op de vrije 20 kabelbundels 24, die zich in de inrichting bevinden.
Zoals reeds genoemd bevindt zich aan de tegenoverliggende rand van de onderkast 2 een overeenkomstige bevestiging voor buizen 1, zodat de mof 22 en de vrij liggende kabelbundels 24 goed beschermd zijn.
In verband met de gewenste afdichting tegen stof, vuil, zand en dergelijke is een 25 blokvormige afdichtingmiddel 9 voorzien, dat uit twee helften 10,11 bestaat. Elk der helften 10, 11 bezit een uitsparing 12, zodanig dat de buizen 1 nauwsluitend zijn opgenomen in de bladvormige afdichting 9.
De blokvormige afdichting 9 komt terecht in de kamer 25 die zich aan de buitenzijde van de houder 4 bevindt, zoals ook te zien is in figuur 2.
30 Ter completering van de inrichting wordt tenslotte de bovenkast 3 geplaatst. De bovenkast 3 bezit een uitsparing 17, die nauwsluitend past rond de onderkast 2 en het afdichtmiddel 9.
De onderkast 2 bezit zijden 12,13 die dubbele wanden 18, 19 bezitten, onderling 1010 16 8 5 verbonden door ribben 20.
Aan de bovenzijde van de bovenkast 3 is een steunrichel 14 voor de deksel 15 voorzien. De deksel 15 kan zonder problemen blootgesteld worden aan vrij hoge belastingen, zoals verkeersbelastingen, gezien de stevige ondersteuning door middel 5 van de dubbele wanden 18,19, de steunwand 16 en de onderkast 2.
tfKM 0 168

Claims (16)

1. Inrichting voor het onderling trekvast verbinden van slanke voorwerpen (1) zoals buizen, kabels, leidingen en dergelijke, omvattende een basisdeel (2) 5 alsmede een op het basisdeel aangebracht afdekdeel (3), welk basisdeel (2) en/of afdekdeel (3) tenminste een houder (4) bezitten, welke houder (4) een sleuf (5) heeft waarin, door verplaatsing dwars ten opzichte van het voorwerp (1), het voorwerp (1) opneembaar is, welke sleuf (5) ter plaatse van de tegenoverliggende sleufwanden een vernauwing (6) heeft, en de dwarsafmeting van de doorgang ter 10 plaatse van de vernauwing (6) kleiner is dan nominale de dwarsafmeting van het voorwerp (1), zodanig dat bij het in de sleuf (5) plaatsen van het voorwerp (1), de vernauwing (6) tenminste gedeeltelijk in het buitenoppervlak van dat voorwerp (1) dringt, met het kenmerk, dat de vernauwing (6) is bepaald door een plaat (7) die is opgenomen in de houder (4). 15
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de plaat (7) zich bevindt in een dwars geplaatste spleet (8) in de houder (4), welke plaat (2) een met de sleuf (5) overeenkomende uitsparing (6) heeft zodanig dat de tegenoverliggende randen van de uitsparing (6) een onderlinge afstand hebben die een weinig kleiner is dan 20 dwarsafmeting van het voorwerp (1).
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de sleuf (5) en de uitsparing (6) U-vormig zijn.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de plaat (7) uit roestvrij staal bestaat.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij tenminste twee in de langsrichting van het voorwerp (1) tegenover elkaar liggende houders zijn voorzien.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusie, waarbij de houder (4) blokvormig is, en verbonden is aan of een geheel vormt met een onderkast (2).
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de houder (4) tenminste een naar boven 10 1 0 1 68 toe open sleuf (5) bezit, welke sleuf (5) is afgedekt door het afdekdeel (3).
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij zich grenzend aan de houder (4) een afdichtmiddel (9) bevindt, zoals een schuimblok, waar elk voorwerp (1) afdichtend 5 doorheen loopt.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij het afdichtmiddel (9) blokvormig is, en twee identieke helften (10, 11) omvat die elk tenminste een halve doorgang (12) voor het voorwerp bezitten. 10
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij het afdichtmiddel een doorgang heeft die via een spleet met de omtrek is verbonden.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusie 5-8, waarbij de onderkast (2) 15 rechthoekig is, en tenminste twee tegenover elkaar liggende houders (4) heeft.
12. Opneeminrichting voor inbouw in of onder het plaveisel van een wegdek, stoep en dergelijke, welke inrichting zijden (12, 13) omvat die een inwendige ruimte bepalen, welke zijden (12, 13) nabij hun bovenkant draagmiddelen (14) voor een afdekking (15), 20 zoals een deksel bezitten en een toegangsopening begrenzen, en nabij hun onderkant steunmiddelen (16) bezitten voor het ondersteunen van die inrichting in de ondergrond onder het plaveisel, alsmede doorvoermiddelen (4-8) in tenminste een zijde (12) voor het doorvoeren van een voorwerp zoals een buis, kabel, leiding en dergelijke, waarbij de doorvoermiddelen (4-8) zijn uitgevoerd voor het trekvast verbinden van het 25 voorwerp (1), en tenminste een houder (4) omvatten die een sleuf (5) heeft waarin, door verplaatsing dwars ten opzichte van het voorwerp (1), het voorwerp (1) opneembaar is, welke sleuf (5) ter plaatse van de tegenoverliggende sleufwanden een vernauwing (6) heeft, en de dwarsafmeting van de doorgang ter plaatse van de vernauwing (6) kleiner is dan de nominale dwarsafmeting van het voorwerp (1), zodanig dat bij het in de sleuf 30 (5) plaatsen van het voorwerp (1), de vernauwing (6) tenminste gedeeltelijk in het buitenoppervlak van dat voorwerp (1) dringt, met het kenmerk, dat de vernauwing (6) is bepaald door een plaat (7) die is opgenomen in de houder (4). 101 0 168
13. Opneeminrichting volgens conclusie 12, waarbij de houder (4) is verbonden aan of een geheel vormt met een onderkast (3), op welke onderkast (3) zich een bovenkast (3) bevindt die de zijden (12, 13) en de draagmiddelen (14) voor een afdekking (15) omvat. 5
14. Opneeminrichting volgens conclusie 13, waarbij zich aan de buitenzijde van elke houder (4) een afdichtmiddel (9) bevindt.
15. Opneeminrichting volgens conclusie 14, waarbij ter plaatse van elke houder (4), 10 de bijbehorende zijde (12) van de bovenkast (3) een uitsparing (17) heeft die afdichtend aansluit op de houder (4) en/of het afdichtmiddel (9).
16. Opneeminrichting volgens conclusies 12-15, waarbij de zijden (12, 13) van de bovenkast (3) dubbele wanden (18, 19) bezitten, die door regelmatig verdeelde, 15 verticale ribben (20) onderling zijn verbonden. .1010 16 8
NL1010168A 1998-09-23 1998-09-23 Verbindingsinrichting voor buizen, kabels en dergelijke. NL1010168C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010168A NL1010168C2 (nl) 1998-09-23 1998-09-23 Verbindingsinrichting voor buizen, kabels en dergelijke.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010168 1998-09-23
NL1010168A NL1010168C2 (nl) 1998-09-23 1998-09-23 Verbindingsinrichting voor buizen, kabels en dergelijke.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010168C2 true NL1010168C2 (nl) 2000-03-31

Family

ID=19767870

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010168A NL1010168C2 (nl) 1998-09-23 1998-09-23 Verbindingsinrichting voor buizen, kabels en dergelijke.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1010168C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1028341C2 (nl) * 2005-02-18 2006-08-21 Zweva Engineering B V Verdeel- of verbindingskast voor kabelnetwerk.
WO2016027053A1 (en) * 2014-08-20 2016-02-25 Ten 47 Limited Improvements in and relating to a cable guard cable ramp or cable protector

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3341619A1 (de) * 1983-11-17 1985-05-30 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Kabelmuffe mit tragrahmen
GB2227613A (en) * 1988-11-23 1990-08-01 British Telecomm Cable clamp for electrical connector
WO1994009533A1 (en) * 1992-10-13 1994-04-28 Utilux Pty. Ltd. A planar member for gripping a cable
EP0641897A1 (en) * 1993-08-13 1995-03-08 Zweva Holding B.V. Housing device for fitting in the pavement
EP0720258A2 (en) * 1994-12-26 1996-07-03 Sumitomo Wiring Systems, Ltd. Insulation displacement connector

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3341619A1 (de) * 1983-11-17 1985-05-30 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Kabelmuffe mit tragrahmen
GB2227613A (en) * 1988-11-23 1990-08-01 British Telecomm Cable clamp for electrical connector
WO1994009533A1 (en) * 1992-10-13 1994-04-28 Utilux Pty. Ltd. A planar member for gripping a cable
EP0641897A1 (en) * 1993-08-13 1995-03-08 Zweva Holding B.V. Housing device for fitting in the pavement
EP0720258A2 (en) * 1994-12-26 1996-07-03 Sumitomo Wiring Systems, Ltd. Insulation displacement connector

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1028341C2 (nl) * 2005-02-18 2006-08-21 Zweva Engineering B V Verdeel- of verbindingskast voor kabelnetwerk.
WO2016027053A1 (en) * 2014-08-20 2016-02-25 Ten 47 Limited Improvements in and relating to a cable guard cable ramp or cable protector
US10622792B2 (en) 2014-08-20 2020-04-14 Ten 47 Limited Cable guard cable ramp or cable protector

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0562766B1 (en) Cabinets having improved cable entrance seal
US7022912B1 (en) Conduit rack junction box
US4976510A (en) Communication outlet
RU2375731C1 (ru) Кабельный бокс
EP0229099A1 (en) OUTPUT BOX PROVIDED WITH CO-AXIAL CONNECTORS.
US5607126A (en) Support and protection housing element for a tube, pipe, electric cable or other long article, particularly for a motor vehicle
US5448012A (en) Method for installing electrical conduit and system therefor
NL1025921C2 (nl) Apparaatbeker.
US4243834A (en) Cable closure rehabilitation apparatus
NL1010168C2 (nl) Verbindingsinrichting voor buizen, kabels en dergelijke.
KR101681010B1 (ko) 배관 보호 구조체
US6130982A (en) Cable sleeve for light waveguide cables
AU2009211962A1 (en) Installation box, in particular distribution box for surface wiring
EP2375524B1 (en) Cable splice enclosure
NL8901996A (nl) Samengestelde lasdoos.
NL1015041C2 (nl) Vezelverdeelkop.
CA2671063A1 (en) Raceway bridge assembly
JP7005025B2 (ja) 埋設電路設備の管路材用取付装置
IE20080530A1 (en) Service outlet floor box with depth adjustment
NL1007154C1 (nl) Kabeldoorvoer door een opstaande wand van een uit een onderkast met deksel bestaande aftak- of verdeelkast.
NL1028341C2 (nl) Verdeel- of verbindingskast voor kabelnetwerk.
KR200282491Y1 (ko) 분할판을 갖는 배선덕트
US6000964A (en) Fastening device for a terminal connector in a cable conduit
KR101588112B1 (ko) 멀티 포트 케이블 터미널
USRE27746E (en) Terminal enclosure for buried cable plant

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080401