NL1015041C2

NL1015041C2 - Vezelverdeelkop.

Info

Publication number: NL1015041C2
Application number: NL1015041A
Authority: NL
Inventors: Walter Bogg
Original assignee: Felten & Guileaume Kg
Priority date: 1999-04-27
Filing date: 2000-04-27
Publication date: 2001-12-28
Also published as: NL1015041A1; HU222218B1; HU0001600D0; AT408698B; ATA74599A; HUP0001600A2

Description

Vezelverdeelkop

De uitvinding betreft een vezelverdeelkop voor het opdelen van vezels van ten minste een buis (bundelader), voorzien van een ingangsgebied, waarin de buizen van 5 ten minste een lichtgeleidingskabel in de vezelverdeelkop zijn te bevestigen, een uitgangsgebied met ten minste twee uitgangen, waarin beschermingsbuizen voor lichtgeleidingsvezels zijn te bevestigen, een vrije ruimte tussen het toegangsgebied en het uitgangsgebied, waarbij de vrije ruimte door een bodemwand en twee zijwanden van de vezelverdeelkop begrensd wordt en aan een zijde open is, en aan de 10 vezelverdeelkop aangebrachte inrichtingen voor het bevestigen van de vezelverdeelkop aan een constructiedeel, waarbij de uitgangen in het uitgangsgebied door tussenwanden van elkaar zijn gescheiden

Bij knooppunten in lichtgeleidingsbanen, waar meerdere lichtgeleidingskabels gezamenlijk gesplitst worden, ontstaan af en toe gecompliceerde vezelverdelingen. Het 15 is namelijk vaak noodzakelijk, de vezels van een bundel in meerdere splitscassettes op te delen. Dit verdelen is met de gebruikelijke splitscassettes slechts moeilijk uit te voeren. Tot nu toe werden dergelijke vezelverdelingen vooral in splitscassettes of met behulp van onderdelen voor splitscassete-inrichtingen uitgevoerd.

Bij het verdelen van de vezels van een of meerdere bundels in lichtgeleiderkabels 20 is een systeem voor het hanteren van vezels en/of splitsen nodig, waarmee enkelvoudige vezels gemakkelijk over de bundels gekruist kunnen worden. Bovendien wordt geëist, dat bij demontage of het ombouwen de bedrijfszekerheid van de in bedrijf zijnde vezels gewaarborgd blijft. Het is bijvoorbeeld belangrijk, dat bijvoorbeeld aan een klant verhuurde vezels separaat in een eigen splitscassette gelegd worden, zodat deze vezels 25 bij het verwijderen of ombouwen van de splitsplaats niet aangeraakt hoeven te worden, en daarmee beschermd zijn. Dit maakt een groot aantal splitscassettes noodzakelijk, die onafhankelijk van elkaar toegankelijk moeten zijn. In andere splitscassettes hoeven vezels niet beschadigd te worden wanneer een de splitscassette gewerkt wordt.

Een vezelverdeelkop van het in de aanhef genoemde soort is bekend uit EP 30 646811. In deze bekende vezelverdeelkop is zowel een ingangsgebied als een uitgangsgebied voorzien waarin buisjes voor lichtgeleidingskabels zijn vast te leggen. Tussen deze gebieden bevindt zich een aan een zijde open vrije ruimte. Verder zijn er middelen voorzien voor het vastmaken van de verdeelinrichting op een constructie.

1015041* 2

Doordat volgens de stand van de techniek het uitgangsgebied direct aansluit op het ingangsgebied liggen de buisjes voor de uitgaande lichtgeleidingskabels over een relatief grote lengte vrij in de vezelverdeelkop. Dat betekent dat deze buizen over de lengte daarvan kunnen knikken.

5 Het is het doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een inrichting van het in de aanhef genoemde soort waarbij de werking van de vezelverdeelkop verder wordt verbeterd. Bovendien ligt aan de uitvinding het doel ten grondslag een vezelverdeelkop ter beschikking te stellen, waarmee de vezels van ten minste een bundelader zonder problemen kunnen worden verdeeld en kunnen worden gekruist. 10 Bovendien moet de vezelverdeelkop volgens de uitvinding onafhankelijk van een Organizer of een splitscassette, waarin de splitsen -zoals altijd- gelegd worden, bruikbaar en zo uitgevoerd zijn, dat deze tegen een gewenst deel gevestigd kan worden.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat in aansluiting op de tussenwanden in het uitgangsgebied van de bodemplaat afstaande, verende tongen zijn 15 voorzien.

Doordat volgens de onderhavige uitvinding is voorzien in tongen die aanwezig zijn in aansluiting op de tussenwanden in het uitgangsgebied worden de buisjes van de uitgaande lichtgeleidingskabels over een relatief groot deel van hun lengte door ondersteunende constructieonderdelen omgeven. Aanwezigheid van deze ondersteunende 20 constructieonderdelen vermindert het risico van knikken van deze buisjes aanzienlijk.

De voorkeur hebben en voordelige uitvoeringen van de vezelverdeelkop volgens de uitvinding staan vermeld in de onderconclusies.

Bij de vezelverdeelkop volgens de uitvinding zijn inrichtingen voor het bevestigen van de aankomende bundeladers uit ten minste een lichtgeleiderkabel voorzien. De 25 buizen van de bundelader worden ook aan de ingangszijde in de vezelverdeelkop bevestigd In aansluiting op het gebied van de vezelverdeelkop volgens de uitvinding, is een ruimte voorzien, waarin de bundeladers via de buizen daarvan bevestigd worden, in welke ruimte de vezels verdeeld, gekruist en steeds naar de respectievelijke uitgang van meerdere uitgangen in de vezelverdeelkop volgens de uitvinding geleid kunnen wor-30 den.

De uitgangen van de vezelverdeelkop volgens de uitvinding zijn met inrichtingen voor het vastleggen van beschermingsbuizen voor lichtgeleidingsvezels uitgerust.

1015041· 3

De vezelverdeelkop volgens de uitvinding is uitgerust met inrichtingen voor het bevestigen van de vezelverdeelkop op een gewenste bodemplaat, bijvoorbeeld een grondplaat, die ook voor het houden van splitscassettes is ingericht. Daartoe kunnen meerdere vezelverdeelkoppen volgens de uitvinding, bijvoorbeeld naast elkaar, op ge-5 wenste constructiedelen bevestigd worden, wanneer hierin maatregelen zijn genomen, bijvoorbeeld uitsparingen zijn voorzien, waarmee vezelverdeelkoppen via de daaraan voorziene inrichtingen bevestigd, respectievelijk vergrendeld kunnen worden.

Doordat in de vezelverdeelkop volgens de uitvinding zowel buizen alsook be-schermingsbuizen (trekontlasting) bevestigd kunnen worden, kan de vezelverdeelkop 10 naar een zijde toe open blijven. Dit heeft als voordeel, dat de daarin verdeelde vezels altijd zichtbaar zijn.

Verdere bijzonderheden, voordelen en kenmerken van de vezelverdeelkop volgens de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van een voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van dezelfde.

15 Daarbij toont:

Fig. 1 in dwarsaanzicht een vezelverdeelkop.

Fig. 2 de vezelverdeelkop volgens fig. 1 met een daaraan bevestigde buizen (bun-delader) en beschermingsbuizen voor lichtgeleidingsvezels.

Fig. 3 een bodemplaat met meerdere, daaraan bevestigde vezelverdeelkoppen.

20 In de in de fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm bezit een vezelverdeelkop 1 vol gens de uitvinding een bodemwand 2 en twee langs de randen van de bodemwand 2 verlopende zijwanden 3 en 4. De vezelverdeelkop 1 is ook naar een zijde toe open.

In het ingangsgebied 5 van de vezelverdeelkop 1 (links in fig. 1) is de vezelverdeelkop 1 voor het bevestigen van buizen 8 (bundeladers) ingericht Voor dit doel zijn 25 de zich daar bevindende delen van de wanden 3 en 4 van naar de tegenover liggende zijde toe open uitsparingen 6 voorzien, zodat daar, zoals in fig. 2 wordt getoond, buizen 8 met behulp van kabelbinders 7 bevestigd kunnen worden. Bovendien zijn in de bodemwand 2 van de vezelverdeelkop 1 in het ingangsgebied 5 onderbrekingen 9 voorzien, die het aanbrengen van de kabelbinders 7 bij het bevestigen van de buizen 8 ver-30 gemakkelijken.

Om een zeker vastzitten van de buizen 8 aan de vezelverdeelkop 1 te waarborgen, kunnen, zoals in fig. 1 is aangeduid, de naar elkaar toe gekeerde vlakken, van de zijwanden 3 en 4 in het ingangsgebied 5 wrijvingsverhogend zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld 1015041· 4 voorzien zijn van ribben 10, tegen welke ribben 10 de buizen 8 door de kabelbinder 7 gedrukt worden.

In het tegenover het ingangsgebied 5 liggende uitgangsgebied 11 van de vezel-verdeelkop 1 zijn in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zes uitgangen 12 voorzien, 5 waarin, zoals in fig. 2 wordt getoond, beschermingsbuizen 13 voor lichtgeleidingsve-zels 25 bevestigd kunnen worden.

Fig. 1 toont, dat in het uitgangsgebied 11 de uitgangen 12 door tussenwanden 20 en klemtongen 21 van elkaar gescheiden zijn. Deze in dwarsdoorsnede enigszins weerhaakachtig gevormde tongen 21 vormen veren, die het knikken van de beschermings-10 buizen verhinderen. De tussenwanden 20 bezitten aan de naar de ingangsgebied 5 wijzende einden een pijlplantachtige aanzetdeel 22. Naast elkaar liggende aanzetdelen 22 vormen een soort trechter, die het insteken van de vezels 25 vergemakkelijkt.

De tussenwanden 20 zijn in aansluiting op de pijlpuntvormige aanzetdelen 22 aan de onderzijde van uitsparingen voorzien, zodat overeenkomende opnameruimten voor 15 de in de vezelverdeelkop 1 gevoerde einden van de beschermbuizen 13 gevormd worden (zie fig. 2).

In aansluiting op de van de uitsparingen voorziene gebieden zijn de tussenwanden 2 aan beide zijden van ribben 23 voorzien (vergelijkbare ribben 23 zijn daar aan de binnenvlakken van de zijwanden 3 en 4 voorzien die ten opzichte van de bodemwand 2 20 loodrecht verlopen en zich in de buitenzijde van de beschermingsbuizen 13 ingraven, zodat een trekontlasting voor de in de uitgangen 12 ingezette beschermingsbuizen 13 gevormd wordt. Bovendien worden de beschermingsbuizen 13 door de in dwarsdoorsnede weerhaakachtig gevormde tongen 21 vastgeklemd, zoals in fig. 2 getoond wordt.

Tussen het ingangsgebied 5 en het uitgangsgebied 11 is de vezelverdeelkop 1 een 25 vrije ruimte 30 voorzien, die door de zijwanden 3 en 4 en door een bodemwand 2 begrensd wordt. Deze aan een zijde open, goed zichtbare ruimte 30 tussen het ingangsgebied 5 en het uitgangsgebied 11 van de vezelverdeelkop 1 volgens de uitvinding maakt het mogelijk, dat uit de buizen 8 uitstekende lichtgeleidingsvezels 25 probleemloos naar de steeds juiste beschermingsbuizen 13 te voeren, zoals bijvoorbeeld in fig. 2 ge-30 toond wordt. Daarbij kunnen de lichtgeleidingsvezels 25 in de vrije ruimte 30 ook uitgekruist worden, wanneer deze over de betreffende uitgangen 12 respectievelijk de daar bevestigde beschermingsbuizen 13 verdeeld moeten worden. De vrije ruimte 30 heeft ook als voordeel, dat de voor de vezels 25 kritische minimale buigstraal niet onder- 1015041« 5 schreden wordt. Van de zijwanden 3 en 4 uitgaande en voorbij de vrije ruimte 30 stekende tongen, verhinderende vezels 25 uit de vrije ruimte 40 te steken.

De vezelverdeelkop 1 volgens de uitvinding is met inrichtingen voorzien voor het bevestigen aan een grondplaat 14. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn hiertoe 5 aan de buitenzijde van de zijkant 4 in het uitgangsgebied 11 een haak 40 en in het gebied van de ruimte 30 en wel aan de naar het ingangsgebied 5 toegekeerde einde daarvan een veerhaak 41 met een grendeluitsparing 42 voorzien. Aan de tegenoverliggende zijde van de haken 40 en 41, namelijk aan de zijwand 3 is nog een grijpdeel 43 voorzien. Zo kunnen vezelverdeelkoppen 1 in uitsparingen 44, 45 van de grondplaat 15 be-10 vestigd worden, opdat eerst de haak 40 in een uitsparing 45 ingezet wordt en daarna door het verdraaien van de vezelverdeelkop 1 de U-vormige veerhaken 41 zover in een uitsparing 44 ingeschoven wordt, tot de rand van de uitsparing 44 in de grondplaat 15 in zijn grendeluitsparing 42 ingrijpt. Mocht een vezelverdeelkop 1 weer van een grondplaat 15 afgenomen worden, dan wordt deze na het vastgrijpen aan de handgreep 43 15 onder het vervormen van de U-vormige veerhaak 41 zo ver geschoven, tot de haak 40 uit de uitsparing 45 vrijkomt, en kan dan afgenomen worden.

Het is duidelijk dat aan de vezelverdeelkop 1 volgens de uitvinding, in het bijzonder met de in de figuren 1 tot 3 getoonde uitvoeringsvorm, twee bundeladers aangesloten kunnen worden. Wanneer aan het ingangsgebied 5 meerdere opneemplaatsen 20 voor bundeladers voorzien zijn, kunnen aan de vezelverdeelkop 1 ook meerdere bundeladers bevestigd worden.

De vezelverdeelkop 1 volgens de uitvinding kan ook kabel-"Pigtails" omvatten, hetgeen van voordeel is, wanneer defecten "Pigtails" verwisseld moeten worden.

Bij de vezelverdeelkop 1 volgens de uitvinding is het ook voordelig, dat door de 25 ruimte 30 tussen het ingangsgebied 5 en het uitgangsgebied 11 een goed zichtbare, royaal kruisgebied is voorzien.

Door de beschreven uitvoering van het ingangsgebied 5 en van het uitgangsgebied 11 van de vezelverdeelkop 1 volgens de uitvinding in de getoonde uitvoeringsvorm ontstaat een goede trekontlasting van de bundeladers 8 en de beschermingsbuizen 30 13, ongeacht de omstandigheid, dat de vezelverdeelkop 1 aan en zijde, en wel tegen over de bodemwand 2 open is.

De vezelverdeelkop 1 volgens de uitvinding kan als een deel in een spuitgietpro-ces uit kunststof, in het bijzonder thermoplastisch kunststof, worden vervaardigd.

1015041· 6

Samenvattend kan een voorkeur hebbende uitvoeringsvoorbeeld van een vezel-verdeelkop volgens de uitvinding als volgt beschreven worden:

Een vezelverdeelkop 1 omvat een ingangsgebied 5 voor het bevestigen van bun-deladers 8 met behulp van kabelbinders 7. In aansluiting op het ingangsgebied 5 is een 5 goed zichtbaar, royaal uit kruisgebied voor vezels 25 in de vorm van een aan een zijde open vrije ruimte 30 voorzien. In het uitgangsgebied 11 kunnen meerdere bescher-mingsbuizen 13 voor het opnemen van in de ruimte 30 opgedeelde en eventueel gekruiste lichtgeleidingsvezels 25 vastgelegd worden. In het uitgangsgebied 11 zijn voor het opnemen van de aan de vezelverdeelkop 1 vast te leggen einde van de bescher-10 mingsbuizen 13 meerdere uitgangen 12 voorzien, waarin de beschermingsbuizen 13 door ribben 23 aan tussenwanden 20 en verende, haakvormige tongen 21 vastgelegd worden. Om de vezelverdeelkop 1 aan een grondplaat 15 te kunnen vastleggen, omvat deze uitsparingen en de vezelverdeelkop haakvormige aanzetdelen 40, 41 en handgreep 43.

1015041·

Claims

1. Vezelverdeelkop (1) voor het opdelen van vezels (25) van ten minste een buis (8) (bundelader), voorzien van een ingangsgebied (5), waarin de buizen (8) van ten 5 minste een lichtgeleidingskabel in de vezelverdeelkop (1) zijn te bevestigen, een uitgangsgebied (11) met ten minste twee uitgangen (12), waarin beschermingsbuizen (13) voor lichtgeleidingsvezels (25) zijn te bevestigen, een vrije ruimte (30) tussen het toegangsgebied (5) en het uitgangsgebied (11), waarbij de vrije ruimte (30) door een bodemwand (2) en twee zijwanden (3, 4) van de vezelverdeelkop (1) begrensd wordt en 10 aan een zijde open is, en aan de vezelverdeelkop (1) aangebrachte inrichtingen (40, 41) voor het bevestigen van de vezelverdeelkop (1) aan een constructiedeel (15), waarbij de uitgangen (12) in het uitgangsgebied (11) door tussenwanden (20) van elkaar zijn gescheiden, met het kenmerk, dat in aansluiting op de tussenwanden (20) in het uitgangsgebied (11) van de bodemplaat (2) afstaande, verende tongen (21) zijn 15 voorzien.

2. Vezelverdeelkop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij elke uitgang (12) een verende tong (21) is geplaatst.

3. Vezelverdeelkop volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tongen (21) in een in hoofdzaak haakvormige dwarsdoorsnede bezitten.

4. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de vererende tongen (21) in lijn met de tussenwanden (20) en op afstand hiervan zijn 25 aangebracht.

5. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de tussenwanden (20) aan de vrije ruimte (30) grenzende gebied met pijlpuntvormige aanzetdelen (22) zijn uitgerust. 30

6. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de tussenwanden (20) in de buurt van de bodemwand (2) voorzien zijn van 1015041· < uitsparingen, die elk naar een opneemgebied voor de einden van de beschermbuis (13) completeren.

7. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat 5 de tussenwanden (20) in de richting van de bodemwand (2) van in hoofdzaak rechtopstaande ribben (23) zijn voorzien.

8. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de vrije ruimte (30) vanaf het ingangsgebied (5) naar het uitgangsgebied (11) toe breder 10 wordt.

9. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de zijwanden (3, 4) in het ingangsgebied (5), bijvoorbeeld door ribben (10), wrijvingsverhogend zijn uitgevoerd. 15

10. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat in het ingangsgebied (5) opneemplaatsen (6, 9) voor de buizen (8) bevestigende kabelbinders (7) zijn voorzien.

11. Vezelverdeelkop volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat in de zijwanden (3, 4) uitsparingen (6) en in het ingangsgebied (5) liggende gebied van de bodemwand (2) openingen (9) voor kabelbinders (7) zijn voorzien.

12. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, 25 dat de inrichtingen (40, 41) voor het bevestigen van de vezelverdeelkop (1) aan het constructiedeel (15) van een zijwand (4) van de vezelverdeelkop (1) afstaan.

13. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 1 tot 12, met het kenmerk, dat de inrichtingen voor het bevestigen van een vezelverdeelkop (1) een starre haak 30 (40) en een elastische verende haak (41) omvatten.

14. Vezelverdeelkop volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de elastisch verende haak (41) in hoofdzaak U-vormig is uitgevoerd en met slechts een van de be- 1015041« * nen daarvan met de vezelverdeelkop (1), in het bijzonder met de zijwand (4) daarvan, verbonden is.

15. Vezelverdeelkop volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat in het 5 vrije, verende been van de U-vormige haak (41) een grendeluitsparing (42) is voorzien.

16. Vezelverdeelkop volgens een van de conclusies 13, 14 of 15, met het kenmerk, dat aan de vezelverdeelkop (1) van de inrichting (40,41) voor het bevestigen van dezelfde aan de bodemplaat (15) een splitsinrichting, liggend tegenover een 10 handgreep (43) bevestigd is.

17. Vezelverdeelkop volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de handgreep (43) aan een zijwand (3) van de vezelverdeelkop (1) naar buiten uitstaand aangevormd is. 15 xxxxxxx 1015041·