NL1010070C1 - Inrichting voor het schoffelen tussen een in rijen geplant gewas. - Google Patents

Inrichting voor het schoffelen tussen een in rijen geplant gewas. Download PDF

Info

Publication number
NL1010070C1
NL1010070C1 NL1010070A NL1010070A NL1010070C1 NL 1010070 C1 NL1010070 C1 NL 1010070C1 NL 1010070 A NL1010070 A NL 1010070A NL 1010070 A NL1010070 A NL 1010070A NL 1010070 C1 NL1010070 C1 NL 1010070C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
crop
hoe
row
hoes
guide means
Prior art date
Application number
NL1010070A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerrit Jan Dijk
Original Assignee
Gerrit Jan Dijk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1007106A external-priority patent/NL1007106C2/nl
Application filed by Gerrit Jan Dijk filed Critical Gerrit Jan Dijk
Priority to NL1010070A priority Critical patent/NL1010070C1/nl
Priority to DE69815629T priority patent/DE69815629T2/de
Priority to AT98203628T priority patent/ATE242955T1/de
Priority to EP98203628A priority patent/EP0914760B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1010070C1 publication Critical patent/NL1010070C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B69/00Steering of agricultural machines or implements; Guiding agricultural machines or implements on a desired track
    • A01B69/003Steering or guiding of machines or implements pushed or pulled by or mounted on agricultural vehicles such as tractors, e.g. by lateral shifting of the towing connection
    • A01B69/004Steering or guiding of machines or implements pushed or pulled by or mounted on agricultural vehicles such as tractors, e.g. by lateral shifting of the towing connection automatic
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B39/00Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing
    • A01B39/12Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing for special purposes, e.g. for special culture
    • A01B39/18Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing for special purposes, e.g. for special culture for weeding

Description

Inrichting voor het schoffelen tussen een in rijen geplant gewas
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 schoffelen tussen een in rijen geplant, gezaaid of gepoot gewas, voorzien van tenminste één schoffel die in een gebruikstoestand in een althans in hoofdzaak horizontale positie onder het maaiveld langs een gewasrij kan worden gevoerd.
10
Inrichtingen van deze soort zijn bekend. Doorgaans wordt een aantal aan een frame bevestigde schoffels gelijktijdig tussen rijen planten getrokken met behulp van een tractor. Hierbij doet zich het probleem voor dat de onderlinge 15 afstanden tussen de gewasrijen of groepen van rijen kunnen variëren en dat de stuurmanskunst van de chauffeur van de tractor begrensd is, waardoor het nodig is de schoffels zodanig in te stellen dat ze steeds op voldoende afstand van de gewasrijen blijven om het verlies van planten te 20 voorkomen. Het nadeel hiervan is dat relatief brede stroken aarde rond de gewasrijen ongeschoffeld blijven, op welke stroken onkruid kan gedijen. Vooral bij een traag groeiend gewas kan dit onkruid het gewas overwoekeren en de grond uitdrogen. Dit beperkt de effectiviteit van schoffelen als 25 methode van onkruidbestrijding en het maakt de vernietiging van onkruid met bestrijdingsmiddelen aantrekkelijk, iets wat uit milieu-oogpunt minder gewenst is.
De inventieve inrichting komt aan dit bezwaar tegemoet en 30 heeft volgens een aspect van de uitvinding als kenmerk, dat is voorzien in geleidemiddelen die in de gebruikstoestand samen met de tenminste één schoffel langs het gewas worden gevoerd, welke geleidemiddelen zijn ingericht voor het in de gebruikstoestand beperken van een beweging van de 1 0 1 0 0 7 0- 2 tenminste één schoffel in althans een bewegingsrichting naar het gewas toe.
De inventieve inrichting is met name geschikt voor het 5 schoffelen tussen rijen van een gewas dat op een relatief stevige stengel staat, zoals maïs of jonge boompjes, omdat het gewas in staat moet zijn althans enige weerstand te bieden aan de geleidemiddelen.
10 Een schoffelinrichting voorzien van geleidemiddelen is bekend uit US-A- 2,633,790, maar bij deze inrichting worden de geleidemiddelen uitsluitend gebruikt voor het opnemen van het gewas, zodanig dat de meelopende schoffel het gewas niet beschadigt.
15
Een schoffelinrichting die de ongeschoffelde strook tracht te minimaliseren is bekend uit US-A- 1,831,686, maar bij deze inrichting wordt de positie van de ongeschoffelde strook uitsluitend bepaald door de stuurmanskunst van de 20 chauffeur.
Een gunstige uitvoeringsvorm volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk, dat de tenminste één schoffel asymmetrisch ten opzichte van de bewegingsrichting is 25 uitgevoerd, voor het in de gebruikstoestand opwekken van een kracht naar het gewas toe. Men kan dan vóórdat men langs een gewasrij schoffelt de schoffel of schoffels enigszins uit elkaar plaatsen, waarna tijdens gebruik de schoffels zelfstandig naar de gewasrij toe zullen bewegen. 30
Een gunstige uitvoeringsvorm volgens een verder aspect van de uitvinding heeft als kenmerk, dat de schoffels althans in hoofdzaak V-vormig zijn uitgevoerd en dat in de gebruikstoestand de van het gewas afgewende benen van de 35 schoffels langer zijn uitgevoerd dan de andere benen. Door 'I 0 'i 0070Ή 3 de V-vorm wordt een goede snijdende werking verkregen, terwijl tengevolge van de asymmetrie de schoffels een kracht in de richting van het gewas ondervinden.
5 Een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens een verder aspect van de uitvinding heeft als kenmerk, dat is voorzien in twee in de gebruikstoestand aan weerszijden van de gewasrij geplaatste schoffels die elk individueel via een schoffelsteel zijn bevestigd aan een arm en dat de 10 armen scharnierend zijn bevestigd aan een frame. Op deze wijze kunnen de schoffels nauwkeurig de bewegingen van de geleidemiddelen en daarmee de gewasrij volgen.
Een door zijn eenvoud gunstige uitvoeringsvorm volgens een 15 verder aspect van de uitvinding heeft als kenmerk, dat voor elke schoffel is voorzien in een aan de bijbehorende arm of schoffelsteel bevestigd, in de gebruikstoestand tegen de gewasrij afgesteund geleidemiddel.
20 Een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens een verder aspect van de uitvinding heeft als kenmerk, dat is voorzien in twee in de gebruikstoestand aan weerszijden van de gewasrij geplaatste schoffels die elk individueel via een schoffelsteel en een schoffelhouder scharnierend zijn 25 bevestigd aan twee parallel verlopende armen en dat de armen scharnierend zijn bevestigd aan een frame. Op deze wijze kunnen de schoffels nauwkeurig de bewegingen van de geleidemiddelen en daarmee de gewasrij volgen zonder te verdraaien.
30
Een door zijn eenvoud gunstige uitvoeringsvorm volgens een verder aspect van de uitvinding heeft als kenmerk, dat voor elke schoffel is voorzien in een aan de bijbehorende schoffelsteel of schoffelhouder bevestigd, in de gebruiks-35 toestand tegen de gewasrij afgesteund geleidemiddel.
4
Bij een mechanisch gepoot of geplant gewas is de afstand tussen de gewasrijen in een groep rijen vaak nauwkeurig gelijk. Een gunstige uitvoeringsvorm die van dit feit gebruik maakt heeft als kenmerk, dat de inrichting is 5 voorzien van twee groepen schoffels, waarbij een eerste groep schoffels langs een eerste zijde van een aantal gewasrijen wordt gevoerd en een tweede groep schoffels langs een tweede zijde van deze rijen wordt gevoerd, en dat per groep schoffels is voorzien in tenminste één, in de 10 gebruikstoestand tegen een gewasrij afgesteund geleide-middel. Hierbij wordt bijvoorbeeld door een eerste groep van vier schoffels de linkerkant van vier gewasrijen geschoffeld en door een tweede groep de rechterkant.
15 In een gunstige uitvoeringsvorm is het geleidemiddel uitgevoerd als een althans in hoofdzaak staafvormig object, dat in de gebruikstoestand langs het gewas en net over de grond schuift. Een verdere gunstige uitvoeringsvorm, die goed bestand is tegen oneffenheden van de grond, heeft als 20 kenmerk, dat de bevestiging van het geleidemiddel is voorzien van scharniermiddelen, die een beweging van het geleidemiddel in verticale richting mogelijk maken.
Een gunstige uitvoeringsvorm volgens een verder aspect van 25 de uitvinding, waarbij de mechanische belasting van het gewas tot een minimum wordt beperkt, heeft als kenmerk, dat is voorzien in arreteermiddelen zoals kettingen of aanslagnokken voor het bewaren van een minimum afstand tussen twee in de gebruikstoestand aan weerszijden van een 30 gewasrij aanliggende geleidemiddelen. Hierbij houden de door beide schoffels opgewekte krachten elkaar grotendeels in evenwicht en wordt de stand van de schoffels incidenteel, als dat nodig is, bijgestuurd door de geleidemiddelen.
35 I J ; 5
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarbij:
Fig. IA in bovenaanzicht een eerste uitvoeringsvorm van de schoffelinrichting weergeeft; 5 Fig. 1B in zijaanzicht de eerste uitvoeringsvorm van de schoffelinrichting weergeeft;
Fig. 2 in bovenaanzicht een samengestelde schoffelinrichting weergeeft;
Fig. 3A in bovenaanzicht een tweede uitvoeringsvorm van 10 de schoffelinrichting weergeeft;
Fig. 3B in zijaanzicht de tweede uitvoeringsvorm van de schoffelinrichting weergeeft.
Fig. IA geeft in bovenaanzicht een eerste uitvoeringsvorm 15 van de schoffelinrichting weer, omvattende een frame 1, waaraan met behulp van klemmen 2a,2b twee armen 3a,3b zijn bevestigd, onder toepassing van twee lagers 4a,4b. Armen 3a,3b zijn aan het uiteinde voorzien van twee in de figuur verder niet zichtbare verticaal verlopende schoffelstelen 20 5a,5b, die aan hun onderzijde zijn voorzien van twee schoffels 6a,6b. In de gebruikstoestand wordt frame 1 op een op zich bekende wijze door een tractor voortgetrokken, zodanig dat de armen 3a,3b in hoofdzaak horizontaal verlopen en schoffels 5a,5b zich nét onder het maaiveld 25 bevinden. Het is daarbij de bedoeling dat schoffels 6a,6b dicht langs een in rijen geplant, gepoot of gezaaid gewas 7a,7b,7c,... schoffelen. Om dat te bewerkstelligen is voorzien in enerzijds middelen die de armen 3a,3b naar elkaar toe drijven en anderzijds in geleidemiddelen die 30 voorkomen dat schoffels 6a,6b het gewas raken. Voor het naar elkaar toe drijven kunnen de armen 3a,3b bijvoorbeeld onderling worden verbonden met een veer, maar in deze uitvoeringsvorm wordt de naar elkaar toedrijvende kracht verkregen uit de schoffels 6a,6b zelf, die daartoe 35 asymmetrisch zijn uitgevoerd. De geleidemiddelen zijn -i 6 uitgevoerd als twee staafvormige objecten 8a,8b, die in de gebruikstoestand langs het gewas glijden en die verbonden zijn met de armen 3a,3b. Daarbij is het voordelig om de staafvormige objecten 8a,8b precies over het maaiveld te 5 leiden, omdat daar doorgaans het gewas het stevigst is. Om dat te bewerkstelligen zijn de verbindingen tussen staafvormige objecten 8a,8b en armen 3a,3b uitgevoerd met in hoofdzaak horizontale verbindingsstukken 9a,9b, scharnieren 10a,10b en met hier niet zichtbare in hoofdzaak 10 verticale verbindingsstukken 11a,11b. Staafvormige objecten 8a,8b zullen daardoor dicht bij het maaiveld blijven. Een verdere verbetering is mogelijk door de voorzijden van staafvormige objecten 8a,8b enigszins naar boven en naar buiten te richten. Hierdoor wordt voorkomen dat de staaf-15 vormige objecten 8a,8b in een oneffenheid vasthaken of dat ze een enigszins uit de rij geplaatste plant beschadigen.
Fig. 1B geeft in zijaanzicht de eerste uitvoeringsvorm van de schoffelinrichting weer met frame 1, klem 2b, arm 3b 20 lager 4b, schoffelsteel 5b en schoffel 6b. In de gebruikstoestand is frame 1 op wielen geplaatst, waarvan hier één wiel 12 zichtbaar is. Frame 1 is gekoppeld aan een tractor met een op zich bekende hoogteinstelling, waarmee de diepte van schoffels 6a,6b kan worden ingesteld. Daarbij blijven 25 de staafvormige objecten 8a,8b precies boven het maaiveld dankzij de samenwerkende horizontale verbindingsstukken 9a,9b, de scharnieren 10a,10b en de in hoofdzaak verticale verbindingsstukken 11a,11b.
30 Vóórdat een nieuwe gewasrij wordt geschoffeld worden de armen 3a,3b uit elkaar geplaatst. Zodra de tractor gaat rijden ontstaat er op de schoffels tengevolge van de asymmetrie een naar het gewas gerichte kracht, waardoor de armen naar elkaar gaan bewegen. Dit stopt als de 35 staafvormige objecten 8a,8b het gewas 7a,7b,7c,... raken.
7
Fig. 2 geeft in bovenaanzicht een samengestelde schoffelinrichting weer, in deze uitvoeringsvorm geschikt voor het gelijktijdig schoffelen van twee gewasrijen met behulp van de beweegbaar opgestelde schoffels 6a,6b,6c,6d 5 en met een vaste schoffel 13 die de resterende oppervlakte tussen de gewasrijen schoffelt. Schoffels 6a,6b,6c,6d zijn weer via de armen 3a,3b,3c,3d, scharnieren 4a,4b,4c,4d en klemmen 2a,2b,2c,2d verbonden met een frame 1 dat door een tractor wordt voortbewogen. Sturing van de schoffels vindt 10 weer plaats via de staafvormige objecten 8a,8b,8c,8d.
Door de vorm van de schoffels 6a,6b,6c,6d worden de staafvormige objecten 8a,8b,8c,8d voortdurend tegen de planten 7a,7b,7c,7d gedrukt. Het is mogelijk de naar elkaar 15 gaande beweging op een andere manieren te beperken, bijvoorbeeld door aanslagnokken tussen de armen 3a,3b en tussen 3c,3d of, zoals hier, door spankettingen 14a,14b die worden aangebracht tussen de naar voren gerichte verlengstukken van de armen 3a,3b,3c,3d. Daarmee kan dan 20 bijvoorbeeld een minimale afstand van vijf centimeter tussen de staafvormige objecten 8a,8b worden ingesteld. Het voordeel is dat het gewas niet voortdurend een tegenkracht hoeft te leveren en dus minder wordt belast.
25 Het spreekt voor zich dat verschillende combinaties kunnen worden gerealiseerd, afhankelijk van bodemgesteldheid en type gewas. Zo kan men bijvoorbeeld de schoffels 6a,6d weglaten, inclusief de daarbij behorende delen. Men verkrijgt dat een schoffelinrichting die de ruimte tussen 30 twee gewasrijen schoffelt. Men kan ook, als de stengel van het gewas voldoende stevig is, staafvormige objecten 8c,8d weglaten en in plaats daarvan de armen 3a en 3c en de armen 3b en 3d onderling verbinden. De sturing voor vier schoffels vindt dan plaats uitsluitend via de staafvormige 35 objecten 8a,8b. Ook kan men bijvoorbeeld vijf gewasrijen , ·, 0 / 0 ^ 8 tegelijk schoffelen onder toepassing van één paar staafvor-mige objecten 8a,8b dat de middelste rij volgt. Het is dan van belang om de schoffelinrichting licht uit te voeren en om wrijving in de scharnieren tot een minimum te beperken 5 om schade aan de stengels van het gewas te voorkomen.
Fig. 3A geeft in bovenaanzicht een tweede uitvoeringsvorm van de schoffelinrichting weer, waarbij de armen zijn vervangen door paren parallel verlopend armen 15a,15b en 10 15c,15d. Armen 15a,15b zijn aan een zijde bevestigd aan klem 2a met behulp van scharnieren 16a,16b en aan de andere zijde aan een schoffelhouder 17a met behulp van scharnieren 18a,18b. Armen 15c,15d zijn geheel overeenkomstig aan een zijde bevestigd aan klem 2b met behulp van scharnieren 15 19a,19b en aan de andere zijde aan een schoffelhouder 17b met behulp van scharnieren 20a,20b. Deze op zich bekende constructie bewerkstelligt dat de armen 15a,15b en de armen 15c,14d kunnen draaien, maar dat de schoffelhouders 17a,17b en de schoffels 6a,6b parallel bewegen en dus steeds in 20 dezelfde stand blijven. Bovendien kunnen nu ook de staaf-vormige objecten 8a,8b via de horizontale verbindingsstukken 9a,9b, scharnieren 10a,10b en de verticale verbin-dingstukken 11a,11b aan de schoffelhouders 17a,17b worden bevestigd. Het resultaat is dat de schoffelinrichting 25 nauwkeurig de gewasrij 7a,7b,7c... volgt en dat daarbij de staafvormige objecten 8a,8b parallel aan de gewasrij blijven.
Fig. 3B geeft in zijaanzicht de tweede uitvoeringsvorm van 30 de schoffelinrichting weer. Zichtbaar is alleen arm 15b, horizontaal verbindingsstuk 9b, scharnier 10b en verticaal verbindingsstuk 11b, dat een verbinding met schoffelhouder 17b te bewerkstelligt.

Claims (11)

1. Inrichting voor het schoffelen tussen een in rijen geplant, gezaaid of gepoot gewas, voorzien van tenminste 5 één schoffel die in een gebruikstoestand in een althans in hoofdzaak horizontale positie onder het maaiveld langs een gewasrij kan worden gevoerd, met het kenmerk, dat is voorzien in geleidemiddelen die in de gebruikstoestand samen met de tenminste één schoffel langs het gewas worden 10 gevoerd, welke geleidemiddelen zijn ingericht voor het in de gebruikstoestand beperken van een beweging van de tenminste één schoffel in althans een bewegingsrichting naar het gewas toe.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tenminste één schoffel asymmetrisch ten opzichte van de bewegingsrichting is uitgevoerd, voor het in de gebruikstoestand opwekken van een kracht naar het gewas toe. 20
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tenminste één schoffel althans in hoofdzaak V-vormig is uitgevoerd en dat in de gebruikstoestand het van het gewas afgewende been langer is uitgevoerd dan het andere been. 25
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat is voorzien in twee in de gebruikstoestand aan weerszijden van de gewasrij geplaatste schoffels die elk individueel via een schoffelsteel zijn bevestigd aan een arm en dat de 30 armen scharnierend zijn bevestigd aan een frame.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat voor elke schoffel is voorzien in een aan de bijbehorende arm of schoffelsteel bevestigd, in de gebruikstoestand 35 tegen de gewasrij afgesteund geleidemiddel. ) o 1 ·1 ·' ^ 1. i J f 1 j 7
6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat is voorzien in twee in de gebruikstoestand aan weerszijden van de gewasrij geplaatste schoffels die elk individueel via een schoffelsteel en een schoffelhouder scharnierend 5 zijn bevestigd aan twee parallel verlopende armen en dat de armen scharnierend zijn bevestigd aan een frame.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat voor elke schoffel is voorzien in een aan de bijbehorende 10 schoffelsteel of schoffelhouder bevestigd, in de gebruikstoestand tegen de gewasrij afgesteund geleidemiddel.
8. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van twee groepen schoffels, 15 waarbij een eerste groep langs een eerste zijde van een aantal gewasrijen wordt gevoerd en een tweede groep langs een tweede zijde van deze gewasrijen wordt gevoerd, en dat per groep is voorzien in tenminste één, in de gebruikstoestand tegen een gewasrij afgesteund geleidemiddel. 20
9. Inrichting volgens conclusie 5,7 of 8, met het kenmerk, dat het geleidemiddel een althans in hoofdzaak staafvormig object omvat.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de bevestiging van het geleidemiddel is voorzien van scharniermiddelen, die een beweging van het geleidemiddel in verticale richting mogelijk maken.
11. Inrichting volgens conclusie 5,7 of 8, met het kenmerk, dat is voorzien in arreteermiddelen, zoals kettingen of aanslagnokken, voor het bewaren van een minimum afstand tussen twee in de gebruikstoestand aan weerszijden van een gewasrij aanliggende geleidemiddelen. Λ
NL1010070A 1997-09-24 1998-09-11 Inrichting voor het schoffelen tussen een in rijen geplant gewas. NL1010070C1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010070A NL1010070C1 (nl) 1997-09-24 1998-09-11 Inrichting voor het schoffelen tussen een in rijen geplant gewas.
DE69815629T DE69815629T2 (de) 1997-09-24 1998-09-21 Vorrichtung zum Jäten zwischen in Reihen gepflantztes Gewächs
AT98203628T ATE242955T1 (de) 1997-09-24 1998-09-21 Vorrichtung zum jäten zwischen in reihen gepflantztes gewächs
EP98203628A EP0914760B1 (en) 1997-09-24 1998-09-21 Arrangement for weeding between planted row crops

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007106A NL1007106C2 (nl) 1997-09-24 1997-09-24 Zelfsturende schoffel.
NL1007106 1997-09-24
NL1010070 1998-09-11
NL1010070A NL1010070C1 (nl) 1997-09-24 1998-09-11 Inrichting voor het schoffelen tussen een in rijen geplant gewas.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010070C1 true NL1010070C1 (nl) 1999-03-25

Family

ID=26642661

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010070A NL1010070C1 (nl) 1997-09-24 1998-09-11 Inrichting voor het schoffelen tussen een in rijen geplant gewas.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0914760B1 (nl)
AT (1) ATE242955T1 (nl)
DE (1) DE69815629T2 (nl)
NL (1) NL1010070C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103283331A (zh) * 2013-06-20 2013-09-11 苏州博田自动化技术有限公司 一种智能导向横移机具

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4515531B1 (ja) * 2009-08-31 2010-08-04 有限会社渥美不動産アンドコーポレーション 草引き抜き装置
NL1037338C2 (nl) * 2009-09-29 2011-03-30 Gerrit Jan Dijk Schoffelmachine.
AT521601B1 (de) 2018-11-19 2020-03-15 Rohringer Werner Vorrichtung zum Entfernen und Zerkleinern, insbesondere Mulchen von Unkraut, Untersaaten oder dgl.

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR389550A (fr) * 1908-03-14 1908-09-11 Paul Comment Houe à soc mobile
DE216962C (nl) * 1908-07-14 1909-12-13
FR19429E (fr) * 1911-04-19 1915-01-29 Maurice Massignon Charrue décavaillonneuse
FR26314E (fr) * 1914-04-09 1923-11-06 Bineuse-décavaillonneuse
US1831686A (en) 1928-06-27 1931-11-10 Adolph L Ritter Cultivator and weeder
US2633790A (en) * 1949-08-08 1953-04-07 Jeroe P Bauer Rotary flanged disk weed cutter
DE3618064A1 (de) * 1986-05-28 1987-12-03 Artur Pieroth Pflug

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103283331A (zh) * 2013-06-20 2013-09-11 苏州博田自动化技术有限公司 一种智能导向横移机具
CN103283331B (zh) * 2013-06-20 2016-02-10 苏州博田自动化技术有限公司 一种智能导向横移机具

Also Published As

Publication number Publication date
EP0914760B1 (en) 2003-06-18
EP0914760A2 (en) 1999-05-12
DE69815629T2 (de) 2004-05-13
EP0914760A3 (en) 2000-03-08
ATE242955T1 (de) 2003-07-15
DE69815629D1 (de) 2003-07-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5394945A (en) Precision weeding machine for row crops
US4762181A (en) Minimum tillage implement
NL1010070C1 (nl) Inrichting voor het schoffelen tussen een in rijen geplant gewas.
US3223177A (en) Sway limiting means for a tool mounted on a mast type hitch
US1900440A (en) Cultivator
KR20140040408A (ko) 트랙터 부착형 제초기
US3554297A (en) Cultivator
RU2559949C2 (ru) Секция обработки рядка, имеющая смещающее устройство, и сеялка с подобными секциями
US2623310A (en) Wheel track attachment for tractors
US2308575A (en) Attachment for cultivators
US2044396A (en) Bean pick-up guard
NL1042892B1 (nl) Wiedmachine en wiedelement
CA2333246A1 (en) Apparatus for weeding between planted row crops
US4316510A (en) Soil cultivating machine with interconnected pivoted members
US5415234A (en) Rotor tiller skirt assembly
US652513A (en) Weed-destroyer and cultivator.
GB2100567A (en) A device with tined rotors
US840898A (en) Cultivator.
US354557A (en) Spring-tooth harrow
CZ231693A3 (en) Cultivator
RU2529311C1 (ru) Способ борьбы с сорняками и устройство для его осуществления
US1596334A (en) Cotton chopper and cultivator
US1647607A (en) Agricultural implement
US1225386A (en) Hoe.
RU107885U1 (ru) Культиватор-борона