NL1009184C2 - Voertuig en werkwijze voor het inzamelen van huisvuil. - Google Patents

Description

VOERTUIG EN WERKWIJZE VOOR HET INZAMELEN VAN HUISVUIL

Huisvuil, in het bijzonder GFT (Groente Fruit Tuin) en restafval wordt in de thans gangbare praktijk door de gebruikers in zogeheten minicontainers van afmetingen van bijv. 1201, 140£, 240£ of in zogeheten duo-5 bakken met inhoud van 240i en 210i aan een desbetreffende reinigingsinstantie aangeboden. In de thans gangbare praktijk worden de huisvuilcontainers geledigd met behulp van een conventionele vuilnisauto, die bijv. is voorzien van een hef/kantelinrichting voor het heffen en kantelen 10 van de huisvuilcontainers.

Voorts is het bekend om de huisvuilcontainers vervolgens te reinigen met behulp van een afzonderlijke waswagen, zoals die bijvoorbeeld beschreven is in de Britse octrooipublicatie GB-A-2283409 waarbij vloeistof 15 voor het reinigen van de huisvuilcontainers zoveel moge-lijk in een gesloten circuit wordt hergebruikt, teneinde te voorkomen dat vloeistof in het milieu geraakt.

De genoemde bestaande praktijk vereist een complexe organisatie die tot problemen leidt, waardoor 20 reiniging onvoldoende plaats vindt en waardoor vooral 's zomers stankproblemen ontstaan.

Uit de Europese octrooiaanvrage 0 628 500 is een zogeheten combinatievoertuig bekend, waarbij huisvuilcontainers zowel worden geledigd, als worden gerei-25 nigd. Investeringen voor dergelijke combinatievoertuigen zijn aanzienlijk, terwijl de inzamelcapaciteit aanzienlijk lager is dan van een afzonderlijk inzamelvoertuig, bijv. vanwege de relatief grote installaties. Alhoewel bij dit bekende combi-voertuig sprake is van een afzon-30 derlijke ruimte voor het reinigingen van de containers, wordt het uit de containers verwijderde vuil in een zeefbak verzameld, die vervolgens wordt omgekiept. De scheiding tussen vuil en water blijft derhalve onvoldoen- 1009184' 2 de, waardoor reinigingswater vermengd met afval stank zal veroorzaken en problemen zal geven voor wat betreft acceptatie van het GFT-afval door composteringsbedrijven.

Voorts is uit het Duitse octrooischrift 5 DE-A-4404281 een voertuig voor het inzamelen van huisvuil bekend, dat omvat: - een inzamelcompartiment voor inzameling van het huisvuil; - ten minste een reservoir voor reinigings-10 vloeistof, zoals warm water; - een of meer op het reservoir aangesloten spuitmonden voor het in een huisvuilcontainer sproeien van reinigingsvloeistof; - een hef/kiepinrichting voor het vanaf het 15 maaiveld heffen en tot in een eerste stand kiepen van een huisvuilcontainer waarin de inhoud daarvan ledigbaar is in het inzamelcompartiment, alsmede voor het tot in een tweede stand brengen van de huisvuilcontainer, waarin de spuitmonden de reinigingsvloeistof in het inwendige van 20 de huisvuilcontainer spuiten; en - scheidingsmiddelen voor het in een natte en droge fractie scheiden van de reinigingsvloeistof met daarin uit de huisvuilcontainers gespoelde afvalresten, waarbij de scheidingsmiddelen een zeeforgaan omvatten.

25 Bij dit bekende voertuig worden de scheidings middelen gevormd door een klep aan de onderzijde van een opvangbak voor de reinigingsvloeistof met de afvalresten daarin. Hierbij vindt scheiding onvoldoende plaats.

De onderhavige uitvinding beoogt een of meer 30 van bovengenoemde problemen te ondervangen, en verschaft daartoe een voertuig voor het inzamelen van huisvuil, omvattende: - een inzamelcompartiment voor inzameling van het huisvuil; 35 - ten minste een reservoir voor reinigings vloeistof, zoals warm water; 1009184 3 - een of meer op het reservoir aangesloten spuitmonden voor het in een huisvuilcontainer sproeien van reinigingsvloeistof; - een hef/kiepinrichting voor het vanaf het 5 maaiveld heffen en tot in een eerste stand kiepen van een huisvuilcontainer waarin de inhoud daarvan ledigbaar is in het inzamelcompartiment, alsmede tot in een tweede stand, waarin de spuitmonden de reinigingsvloeistof in het inwendige van de huisvuilcontainers spuiten; en 10 - scheidingsmiddelen voor het in een vloeibare natte en vaste droge fractie scheiden van de reinigingsvloeistof en de uit de huisvuilcontainers gespoelde afvalresten.

De hydrocyclonen maken het gebruikte reini-15 gingswater geschikt voor hergebruik terwijl het schraap-orgaan verzekert dat vloeibaar en vaste fractie goed worden gescheiden door het zeeforgaan.

Bij voorkeur omvatten de sproeimiddelen een of meer roteerbare spuitmonden, die bij voorkeur in twee 20 vlakken en/of axiaal verplaatsbaar zijn, teneinde een goede reiniging te waarborgen.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm voor het ledigen van duobakken, dat wil zeggen huisvuilcontainers met twee (of meer) van elkaar afgescheiden compartimen-25 ten, is het voertuig voorzien van twee (of meer) spuitmonden, waarvan de locatie correspondeert met de positie van de compartimenten, opdat de verschillende compartimenten van de huisvuilcontainers gelijktijdig zo goed mogelijk kunnen worden gereinigd.

30 In verdere voorkeursuitvoeringsvormen is het reservoir voor reinigingsvloeistof goed geïsoleerd, zodat volstaan kan worden met een verwarming van het water met beperkt vermogen, en gebruik kan worden gemaakt van warmte uit het bestaande koelwatersysteem van het voer-35 tuig.

Voorts verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het inzamelen van huisvuil, waarbij een voertuig volgens de onderhavige uitvinding wordt toege- 100918» 4 past, en waarbij in een voorkeursuitvoeringsvorm het reservoir bij aanvang van een rit wordt gevuld met water van relatief hoge temperatuur, bijv. ca. 80 °C, opdat gedurende de rit het water met relatief weinig vermogen 5 op een werktemperatuur boven ca. 50 °C kan worden gehouden .

Verdere kenmerken, voordelen en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van een voorkeursuit-10 voeringsvorm daarvan, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: fig. 1 een zij-aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een voertuig volgens de onderhavige uitvinding; 15 fig. 2 een bovenaanzicht van het voertuig uit fig ï; fig. 3 een achteraanzicht van het in fig. 1 en 2 getoonde voertuig; fig. 4 een gedeeltelijk weggebroken achteraan-20 zicht in perspectief van het voertuig volgens fig. 1, 2 en 3 ; fig. 5 een gedeeltelijk schematisch zij-aanzicht van detail V uit fig. 1; fig. 6 een zij-aanzicht van de in fig. 5 aange-25 duide hef/kiepinrichting in een tweede stand; fig. 7 een zij-aanzicht van de hef/kiepinrichting uit fig. 5 in een derde stand; fig. 8 een zij-aanzicht van de hef/kiepinrichting uit fig. 5 in een vierde reinigingsstand; 30 fig. 9 een schema ter verduidelijking van het voertuig volgens fig. 1-8; en fig. 10 een aanzicht in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de bij het voertuig volgens de fig. 1-5 toegepaste reinigingskop.

35 Een voertuig 1 (fig. 1, 2), omvat een ruimte 2 voor het inzamelen van huisvuil en twee hef/kiepinrich-tingen 3, resp. 4, voor het heffen van huisvuilcontainers H vanaf de bodem naar een eerste hoge stand en vervolgens 100918# 5 naar een tweede lage stand, zoals schematisch is aangegeven in fig. 1, waarbij in de hoge stand de container wordt geledigd, en in de lage stand de container met warm water wordt gereinigd.

5 Bij voorkeur op een apart frame 5 is tussen de cabine 6 en de ruimte 2 een tweetal tanks 7, 8 geplaatst, die bij voorkeur goed geïsoleerd zijn en van kunststof materiaal zijn vervaardigd, teneinde het warme water niet te snel te laten afkoelen. Bij aanvang van een rit wordt 10 een van de tanks gevuld vanuit een voorraadtank 10, waarin het water bijv. is opgewarmd tot een temperatuur van 80 °C.

Het warme water wordt vanuit de eerste tank via een bij voorkeur geïsoleerde leiding 11 aan de bovenzijde 15 van het voertuig toegevoerd naar de hogedrukpompen 26 en 27. Het warme water wordt naar de hogedrukpompen gevoerd langs of over de hydraulische kleppen 12. Zoals in het onderstaande verder uiteen zal worden gezet, wordt het warme water in een huisvuilcontainer gespoten, ter reini-20 ging daarvan, waarna het water zoveel mogelijk van afval-resten wordt gereinigd, en in de tweede tank wordt teruggevoerd voor hergebruik daarvan.

In het achteraanzicht van fig. 3 zijn bedieningspanelen 20, 21 voor handmatige bediening van de 25 diverse functies zichtbaar, alsmede de spuitmonden 22, 23, die via leidingen 24, resp. 25 op niet getoonde wijze zijn aangesloten op hogedrukpompen 26, resp. 27. In fig.

3 zijn voorts twee hydromotoren 34 zichtbaar, die elk dienen voor het heffen/kiepen van een hef/kiepinrichting 30 3, resp. 4. De hef/kiepinrichtingen 3, 4 zijn aan de bovenzijde voorzien van tanden 30, die kunnen aangrijpen op een bovenrand van een huisvuilcontainer.

Vanuit de in fig. 4 getoonde stand wordt een huisvuilcontainer H, die op de tanden 30 is geplaatst, 35 door gedeeltelijk zichtbare hydraulische middelen opgeheven en gekanteld tot de in fig. 6 getoonde stand, waarin een rand E aansluit op een verend opgehangen stortplaat 31.

1009184 6

Gedurende het tijdsinterval tussen de in fig. 6 en 7 getoonde stand - in fig. 7 wordt de huisvuilcontai-ner H door hydromotoren 28, 29 leeggeschud wordt via een overbrenging met twee kettingen 41 en 42 een 5 schraap/duwelement 44 langs een zeef 45 bewogen, terwijl in de in fig. 7 getoonde stand het duweinde 46 daarvan een scharnierbare klep 47 openduwt, teneinde het van de zeef 45 afgeschraapte restafval in de ruimte 2 af te voeren. De overbrenging wordt geactiveerd door de getoon-10 de arm 32. Bij teruggaande beweging van arm 32 wordt het schraap/duwelement 44 terugbewogen naar de in fig. 6 getoonde stand.

Vanuit de in fig. 7 getoonde stand wordt de huisvuilcontainer H gebracht in de lage stand, waarbij de 15 randen daarvan steunen op een raam 50 met ongeveer dezelfde afmetingen als de bovenopening van de huisvuilcontainer H. In deze stand steekt een alzijdig roteerbare sproeier 23 in het inwendige van de huisvuilcontainer H, teneinde deze met warm water te reinigen. Het warme water 20 met afvalresten wordt gezeefd in een vloeibare fractie in een opvangbak 51 onder de zeef 45, terwijl de vaste fractie achterblijft op die zeef en zoals hierboven uiteengezet in een later stadium daarvan wordt afgeschraapt en in de inzamelbak 2 wordt afgevoerd. In deze 25 in fig. 8 getoonde stand is de klep 47 gesloten, opdat wordt voorkomen dat warm water in de inzamelruimte 2 terecht komt.

In het schema van fig. 9 zijn voor elke hef/-kiepinrichting drie achtereenvolgende standen A, B en C 30 aangeduid, waarbij in de stand 4C het huisvuil in het inzamelcompartiment wordt gestort, terwijl in de positie 4B door de resp. pompen 26 en 27 het warme water in de containers H wordt gespoten en vanuit de opvangbakken via een terugvoerleiding 60 en een pomp 61 naar hydrocyclonen 35 62, 63 wordt gevoerd, ter verdere scheiding van water en restafval, dat in een opvangbak 64 wordt opgevangen.

Het voor hergebruik geschikte water wordt in tank 8 opgeslagen. Nadat tank 8 vol is geraakt en tank 7 100918Ï 7 derhalve leeg is geraakt, wordt de inhoud van tank 8 overgebracht naar tank 7 en van daaruit kan opnieuw reiniging plaatsvinden. Indien de watertemperatuur onder een bepaalde temperatuur is geraakt, bijv. 50 °C, kan de 5 temperatuur daarvan worden verhoogd met behulp van schematisch aangeduide verwarmingsmiddelen 65, die bijv. kunnen zijn aangesloten op het koelsysteem van het voertuig .

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 10 is een 10 sproeikop 72 eveneens axiaal of telescopisch verplaatsbaar door middel van de uitgeoefende hoge druk. De huis-y vuilcontainer H' is in zogeheten duobak met verschillende i»· compartimenten Hl en H2, waarvan de grootte bijv. kan worden veranderd door middel van het verplaatsen van een 15 tussenschot T.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de boven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties 20 denkbaar zijn.

1009184

Claims (9)

1. Voertuig voor het inzamelen van huisvuil, omvattende: - een inzamelcompartiment voor inzameling van het huisvuil; 5. ten minste een reservoir voor reinigings- vloeistof, zoals warm water; - een of meer op het reservoir aangesloten spuitmonden voor het in een huisvuilcontainer sproeien van reinigingsvloeistof; 10. een hef/kiepinrichting voor het vanaf het maaiveld heffen en tot in een eerste stand kiepen van een huisvuilcontainer waarin de inhoud daarvan ledigbaar is in het inzamelcompartiment, alsmede voor het tot in een tweede stand brengen van de huisvuilcontainer, waarin de 15 spuitmonden de reinigingsvloeistof in het inwendige van de huisvuilcontainer spuiten; en - scheidingsmiddelen voor het in een natte en droge fractie scheiden van de reinigingsvloeistof met daarin uit de huisvuilcontainers gespoelde afvalresten, 20 waarbij de scheidingsmiddelen een zeeforgaan omvatten, met het kenmerk dat de scheidingsmiddelen een of meer hydrocyclonen omvatten, en/of een langs het zeeforgaan beweegbaar schraaporgaan voor het van de zeef schrapen van afvalresten.

2. Voertuig volgens conclusie 1, waarbij de sproeimiddelen een of meer roteerbare spuitmonden omvatten .

3. Voertuig volgens conclusie 2, waarbij de spuitmonden in twee vlakken roteerbaar zijn.

4. Voertuig volgens conclusie 2 of 3, waarbij de spuitmonden axiaal beweegbaar zijn.

5. Voertuig volgens een van de conclusies 1-4, waarbij de huisvuilcontainer twee of meer gescheiden compartimenten omvat en waarbij de sproeimiddelen twee of 1009184' meer spuitmonden omvatten, waarvan het aantal en de posities corresponderen met de compartimenten van de huisvuilcontainers.

6. Voertuig volgens een van de voorgaande 5 conclusies, waarbij het reservoir een mantel van isolerend materiaal, zoals kunststof omvat.

7. Voertuig volgens een van de voorgaand conclusies, voorzien van verwarmingsmiddelen voor het verwarmen van de reinigingsvloeistof.

8. Werkwijze voor het inzamelen van afval, waarbij een voertuig volgens een van de voorgaande conclusies wordt toegepast.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de reservoirs worden gevuld met warm water, van bijv. 80°C, 15 bij aanvang van een rit van het voertuig. 1009184