NL1008720C2 - Inrichting en werkwijze voor het invriezen van voedselproducten. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het invriezen van voedselproducten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1008720C2 NL1008720C2 NL1008720A NL1008720A NL1008720C2 NL 1008720 C2 NL1008720 C2 NL 1008720C2 NL 1008720 A NL1008720 A NL 1008720A NL 1008720 A NL1008720 A NL 1008720A NL 1008720 C2 NL1008720 C2 NL 1008720C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- products
- medium
- blowing
- shaped
- openings
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23L—FOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
- A23L3/00—Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs
- A23L3/36—Freezing; Subsequent thawing; Cooling
- A23L3/361—Freezing; Subsequent thawing; Cooling the materials being transported through or in the apparatus, with or without shaping, e.g. in form of powder, granules, or flakes
- A23L3/362—Freezing; Subsequent thawing; Cooling the materials being transported through or in the apparatus, with or without shaping, e.g. in form of powder, granules, or flakes with packages or with shaping in form of blocks or portions
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23L—FOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
- A23L3/00—Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs
- A23L3/36—Freezing; Subsequent thawing; Cooling
- A23L3/361—Freezing; Subsequent thawing; Cooling the materials being transported through or in the apparatus, with or without shaping, e.g. in form of powder, granules, or flakes
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D13/00—Stationary devices, e.g. cold-rooms
- F25D13/06—Stationary devices, e.g. cold-rooms with conveyors carrying articles to be cooled through the cooling space
- F25D13/067—Stationary devices, e.g. cold-rooms with conveyors carrying articles to be cooled through the cooling space with circulation of gaseous cooling fluid
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Nutrition Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Devices That Are Associated With Refrigeration Equipment (AREA)
- Freezing, Cooling And Drying Of Foods (AREA)
Description
Titel: Inrichting en werkwijze voor het invriezen van voedselproducten.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het invriezen van voedselproducten. Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend.
De bekende inrichting omvat een transportband die 5 zich door een vriesruimte uitstrekt. Aan een zijde van de transportband zijn blaasmiddelen opgesteld, voorzien van een zich langs de lengterichting van de band uitstrekkende uitblaasopening, waar doorheen tijdens gebruik een sterk gekoeld medium kan worden geblazen, ongeveer evenwijdig aan 10 het oppervlak van de transportband en de zich daarop bevindende producten. Tijdens het door de invriesruimte bewegen worden de producten zodanig gekoeld dat deze bevriezen.
Uit onderzoek is gebleken dat de invriessnelheid 15 voor de producten zo hoog mogelijk dient te zijn, teneinde tijdens invriezen vochtonttrekking aan de producten en tijdens het ontdooien kwaliteitsverliezen te verhinderen, althans tot een minimum te beperken. Zonder aan enige theorie te willen worden gebonden wordt bovendien 20 aangenomen dat de invriessnelheid zo hoog mogelijk dient te zijn om de vorming van grote kristallen te verhinderen, althans te minimaliseren. Grote kristallen in de producten zullen tot beschadigingen van de celmembranen en dripverliezen leiden en daardoor de kwaliteit en de 25 houdbaarheid van de producten nadelig beïnvloeden.
Bij de bekende inrichting wordt het gekoelde medium ongeveer horizontaal over de producten geblazen. De stromingssnelheid van het gekoelde medium kan daardoor slechts relatief laag worden gekozen, met name wanneer deze 30 wordt gemeten op het oppervlak van de te koelen producten. Te hoge mediumsnelheden zorgen voor bewegingen van de producten ten opzichte van de transportbaan, in ongewenste richtingen. De kans bestaat dat de producten van de transportbaan worden afgeblazen. Voorts worden bij deze 1008720 2 bekende inrichting te grote turbulenties verkregen nabij de blaasopening, waardoor de koelende werking van het gekoelde medium nog verder wordt verminderd.
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de 5 aanhef beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Doordat bij een inrichting volgens de uitvinding de 10 blaasmiddelen zijn ingericht voor het in verticale richting, althans in hoofdzaak ongeveer haaks op de producten en de transportrichting uitblazen van het gekoelde medium, tegen de producten, wordt verhinderd dat de producten door de mediumstroom van de transportband 15 worden geblazen. Dit biedt het voordeel dat de luchtsnelheid aanmerkelijk kan worden opgevoerd, zonder dat = productverlies optreedt. Bovendien wordt hierdoor - vervuiling van de omgeving van de transportband aanmerkelijk beperkt.
20 Doordat de mediumstroom met relatief hoge snelheid op de producten wordt geblazen wordt een gunstige invalshoek verkregen en wordt bovendien de stagnante laag rond de producten doorbroken, waardoor een relatief goede warmte-overdracht wordt verkregen tussen de mediumstroom en 25 de producten. Dit is met name van belang bij verse, nog niet sterk gekoelde producten, aangezien de warmtegeleidbaarheid daarvan aanmerkelijk minder is dan die van bevroren producten. Zelfs wanneer voor de koeling een medium wordt gebruikt met een niet bijzonder lage 30 temperatuur kan daardoor een zeer goede en snelle koeling worden verkregen. Dit is energetisch en product-technisch voordelig.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de 35 maatregelen volgens conclusie 2.
_ 1 008720 3
Bij vorming van de blaasopeningen door straalpijpen of dergelijke wordt het voordeel bereikt dat het medium relatief eenvoudig met relatief hoge snelheid gericht op het product kan worden uitgeblazen. Bovendien wordt hiermee 5 een concentratie van het gekoelde medium verkregen die een nog betere koeling mogelijk maakt.
In nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 3 .
10 Positionering van de blaasopeningen in rijen en/of kolommen leidt tot een systeem met het voordeel dat een regelmatige verdeling van het medium over de producten wordt verkregen, terwijl bovendien tussen de afzonderlijke rijen blaasopeningen zones worden verkregen waarin geen, 15 althans aanmerkelijk minder gekoeld medium op de producten wordt geblazen. Door afwisselend een bereik waarin wel, en een bereik waarin geen, althans weinig gekoeld medium over de producten wordt geblazen te doorlopen wordt een energetische wijze van koeling verkregen. Verrassenderwijs 20 is namelijk gebleken dat voortdurend aanblazen van relatief verse, warme producten met een stroom koud medium nauwelijks tot snellere afkoeling leidt dan intermitterend aanblazen van dergelijke producten met medium met dezelfde temperatuur. Een inrichting volgens de uitvinding vergt 25 reeds om deze reden minder koud medium dan de bekende inrichting voor het invriezen van een gelijke hoeveelheid voedselproducten.
In een eerste bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts 30 gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 4.
Positionering van een serie blaasopeningen uit ten minste één rij in de bodem van een bakvormig deel biedt het voordeel dat een dergelijke inrichting relatief eenvoudig te vervaardigen en te onderhouden is. Het of elk bakvormig 35 deel maakt toegang tot de blaasopeningen eenvoudig mogelijk, ook bij relatief kleine blaasopeningen. Anders 1 008720 4 dan bij de bekende inrichting wordt hiermee bovendien het voordeel bereikt dat vervuiling van de inrichting, in het bijzonder van de blaasopeningen eenvoudiger kan worden vermeden, althans worden verholpen. Een verder voordeel van 5 een dergelijke uitvoeringsvorm is dat uit de blaasopeningen gestroomd medium niet tussen twee naast elkaar in dezelfde rij gelegen blaasopeningen kan doorstromen, waardoor ongewenste turbulentie van het medium althans grotendeels wordt verhinderd. Ook hierdoor wordt de koelende werking 10 van een inrichting volgens de uitvinding nog verder vergroot.
In nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 5.
15 Positionering van een reeks bakvormige delen achter elkaar, waarbij steeds tussen twee achter elkaar gelegen bakvormige delen een kanaalvormige uitsparing is voorzien biedt het voordeel dat ongewenste turbulentie van het gekoelde medium binnen de inrichting nog verder wordt 20 beperkt. Immers, althans een groot deel van het tijdens gebruik uit de blaasopeningen gevoerde gekoelde medium kan door de genoemde kanaalvormige uitsparingen zijdelings worden afgevoerd, bijvoorbeeld voor hergebruik, zonder dat daardoor het uitstromende medium wordt gehinderd en zonder 25 dat de producten, in het bijzonder de positie daarvan op de transportbaan nadelig wordt beïnvloed.
In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 8.
30 Positionering van althans een gedeelte van een rij blaasopeningen in de wand van een buisvormig deel biedt een constructief, onderhoudtechnisch en economisch voordelige oplossing voor het voorzien in de genoemde blaasopeningen. Bovendien wordt hiermee het voordeel verkregen dat op 35 bijzonder gerichte wijze gekoeld medium aan de blaasopeningen kan worden toegevoerd, voor elk buisvormig j 1008720 5 deel afzonderlijk. Op deze wijze kan voor verschillende rijen bijvoorbeeld een verschillende stromingssnelheid van het gekoelde medium worden verkregen terwijl ook andere grootheden van de aanvoer van het gekoelde medium kunnen 5 worden beïnvloed, bijvoorbeeld individueel al dan niet aanvoeren van gekoeld medium naar de verschillende buisvormige delen, verschillende intervaltijden, verschillende temperaturen en dergelijke.
Overigens wordt opgemerkt dat althans een aantal van 10 de blaasopeningen bij bijvoorbeeld de eerder beschreven bakvormige delen of buisvormige delen een uitstroomrichting kan hebben die een bij voorkeur relatief kleine component in of tegen de transportrichting van de transportbaan hebben. Een voordeel hiervan kan zijn dat daarmee de 15 bewegingen van de producten op de transportbaan in de transportrichting positief kunnen worden beïnvloed, bijvoorbeeld door versnelling of afremming met behulp van het uitstromende gekoelde medium.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt 20 een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.
Vormgeving van de inrichting op zodanige wijze dat het gekoelde medium uit althans een aantal van de blaasopeningen wordt geblazen met een snelheid die zodanig 25 is dat de snelheid van het medium waarmee de producten worden geraakt hoger is dan 4 m/s, bij voorkeur meer dan 5 m/s en in het bijzonder tussen 12 en 25 m/s wordt het voordeel bereikt dat een stagnante laag rond het product eenvoudig door de mediumstroom kan worden doorbroken en een 30 betere warmte-overdracht kan worden verkregen en derhalve snellere koeling. Dergelijke relatief hoge snelheden zijn in het bijzonder mogelijk als gevolg van de gekozen uitstroomrichting van het gekoelde medium. Bovendien dragen de blaasopeningen bij tot gerichte stromen gekoeld medium 35 die een relatief hoge snelheid kunnen hebben. Het uitstroompatroon (richting, snelheid en dergelijke) zal 1 008720 6 daarbij zodanig worden gekozen dat beschadiging van de producten wordt verhinderd, hetgeen met name een maximale uitstroomsnelheid tot gevolg zal kunnen hebben.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een 5 inrichting volgens conclusie 13.
Positionering van blaasopeningen aan tegenover elkaar gelegen zijden van de transportbaan biedt het voordeel dat de producten vanaf twee zijden worden gekoeld, terwijl bovendien de producten althans gedeeltelijk door 10 het uitstromende gekoelde medium kunnen worden gedragen en eventueel voortgestuwd. Dit is met name mogelijk doordat de stromen gekoeld medium althans nagenoeg geen krachtcomponent opwekken op de producten in een richting dwars op de transportrichting, zodat wordt verhinderd dat 15 de producten door de stromen gekoeld medium van de transportbaan worden gedrukt. Hierdoor kan een enigszins zwevende productstroom worden verkregen hetgeen beschadigingen verhindert en transport vereenvoudigt.
De uitvinding heeft verder betrekking op een 20 werkwijze voor het invriezen, althans onderkoelen van voedselproducten, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 14.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op blaasmiddelen voor gebruik in een inrichting of werkwijze 25 volgens de onderhavige uitvinding.
De uitvinding heeft daarenboven betrekking op een bakvormig deel of buisvormig deel voor gebruik in een inrichting of werkwijze volgens onderhavige uitvinding.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van een 30 inrichting of werkwijze volgens onderhavige uitvinding zijn gegeven in de volgconclusies.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting en werkwijze, alsmede van blaasmiddelen, een bakvormig deel en een 35 buisvormig deel daarvoor worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont:
-I
! 1 008720 i 7 fig. 1 schematisch een bovenaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding, in gedeeltelijke doorsnede, volgens de lijn I-I in fig. 2; fig. 2 schematisch een doorgesneden zijaanzicht van 5 een inrichting volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 schematisch een doorgesneden vooraanzicht van een inrichting volgens fig. 1 en 2; fig. 4 een doorgesneden zijaanzicht van een bakvormig deel voor gebruik in een inrichting volgens de 10 uitvinding; fig. 5 schematisch een doorgesneden bovenaanzicht van een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding, in een alternatieve uitvoeringsvorm; fig. 6 een doorgesneden zijaanzicht van een 15 inrichting volgens de lijn VI-VI in fig. 5; fig. 7 een doorgesneden vooraanzicht van een inrichting volgens de lijn VII-VII in fig. 5; en fig. 8 een doorgesneden zijaanzicht van een tweetal buisvormige delen voor gebruik in een inrichting volgens de 20 uitvinding.
In deze figuurbeschrijving hebben vergelijkbare delen corresponderende verwijzingscijfers. Wanneer in deze beschrijving sprake is van te koelen of in te vriezen producten dienen daaronder ten minste verschillende soorten 25 etenswaren te worden begrepen welke zodanig worden gekoeld dat daardoor de levensduur, in het bijzonder de houdbaarheid wordt verlengd zonder dat daarbij noemenswaardig kwaliteitsverlies optreedt.
Fig. 1 toont in doorgesneden bovenaanzicht een 30 inrichting 1 voor het invriezen van producten, welke inrichting 1 een behuizing 2 omvat waar doorheen zich in horizontale richting, zoals in het bijzonder getoond in fig. 2, een transportband 3 uitstrekt. De bovenzijde 4 van de transportband 3 vormt een transporterend oppervlak, 35 zodat producten relatief warm nabij een eerste einde 5 binnen de behuizing 2 kunnen worden gebracht en aan het 1008720 8 tegenover gelegen tweede einde 6 de behuizing in bevroren toestand kunnen verlaten.
Op enige afstand boven de bovenzijde 4 van de transportband 3 is een matrix van blaasopeningen 7 voorzien 5 met rijen 8 welke zich haaks op de transportrichting P uitstrekken, en kolommen 9 welke zich evenwijdig aan de transportrichting P uitstrekken. Deze blaasopeningen 7 zijn aangebracht in bakvormige delen 10, waarop nog nader wordt teruggekomen.
10 Naast de transportband 3 is binnen de behuizing 2 een reeks op zichzelf bekende ventilatoren 11 en koelmiddelen 12 opgesteld, voor het verplaatsen van relatief grote stromen gekoeld medium. Tussen de blaaszijde van de ventilatoren 11 en de open bovenzijde van de 15 bakvormige delen 10 zijn omleidmiddelen 13 voor het gekoelde medium voorzien, in de vorm van een binnenbehuizing, waardoor het met behulp van de koelmiddelen 12 gekoelde medium door de ventilatoren 11 naar de blaasopeningen 7 kan worden geleid en met kracht 20 vanuit de blaasopeningen 7 tegen zich op de transportband 3 bevindende producten (niet getoond) kan worden geblazen. De binnenbehuizing 13 is in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een uit plaat opgebouwde kast.
Zoals in meer detail getoond in fig. 4 omvat een 25 bakvormig deel 10, een aantal rijen 8 blaasopeningen 7, in de getoonde uitvoeringsvorm een drietal. Elk bakvormig deel 10 is bij voorkeur vervaardigd uit plaatmateriaal, bijvoorbeeld door diep- of duntrekken uit metaal of in een voordelige uitvoeringsvorm vervaardigd uit kunststof door 30 bijvoorbeeld vacuümvormen, persen of spuitgieten. Geschikte vervaardigingswijzen zullen voor de vakman direkt duidelijk zijn. Elk bakvormig deel 10 omvat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een drietal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende, in de richting van de blaasopeningen 7 35 enigszins taps toelopende kamers 14, welke aan de bovenzijde 15 open zijn en tijdens gebruik aansluiten op de '1008720 9 binnenbehuizing 13. Via de bovenzijde 15 in de kamers 14 geblazen gekoeld medium zal derhalve in de kamers 14 worden versneld en met kracht uit de blaasopeningen 7 worden geblazen, waarbij de kamers 14 als straalpijpen of 5 dergelijke mediumversnellende inrichtingen zullen functioneren. De binnenwanden van de kamers 14. zijn glad uitgevoerd, zodat reiniging daarvan eenvoudig mogelijk is. Elke rij 8 blaasopeningen 7 is in de bodem 16 van een kamer 14 aangebracht waardoor een blaasrichting wordt verkregen 10 die zich haaks op de transportrichting uitstrekt. Eventueel kunnen in elke kamer 14 tussenwanden 23 zijn voorzien, zodat binnen elke kamer 14 subkamers worden verkregen voor scheiding van mediumstromen. Bovendien wordt hierdoor de stijfheid van de bakvormige delen vergroot.
15 Zoals uit het bovenaanzicht volgens fig. 1 blijkt is een tweetal binnenbehuizingen 13 voorzien, elk uitgerust met bijvoorbeeld een drietal ventilatoren 11 en bijbehorende koelmiddelen 12. Uiteraard kunnen andere aantallen binnenbehuizingen en/of ventilatoren worden 20 toegepast. Tussen twee naast elkaar gelegen ventilatoren 11 is bij voorkeur steeds een tussenwand 22 opgenomen, zodanig dat met elke ventilator 11 steeds een beperkt aantal blaasopeningen 7 wordt aangeblazen. Hierdoor wordt het voordeel bereikt dat bijvoorbeeld de aanblaas-snelheid van 25 het medium en/of de temperatuur daarvan en/of enig intermitterend patroon daarvan in transportrichting P gezien over de transportband 3 kan worden geregeld, ter verkrijging van een optimaal koelprofiel. Overigens kunnen in een voordelige uitvoeringsvorm steeds twee relatief 30 smalle bakvormige delen 10, eventueel verschillend in uitvoering naast elkaar worden geplaatst. Dergelijke relatief kleine bakvormige delen 10 zijn relatief eenvoudig te vervaardigen en te behandelen, bijvoorbeeld te reinigen, weg te nemen en te plaatsen.
35 Tussen de zijwanden 17 van twee naast elkaar gelegen kamers 14 is telkens een kanaal 18 te noemen kanaalvormige 1008720 10 uitsparing voorzien, dat naar ten minste één en bij voorkeur beide zijden van het bakvormige deel 10 open is.
De kamers 14 zijn daarentegen naar de zijden gesloten. Tijdens gebruik kan uit de blaasopeningen 7 geblazen 5 gekoeld medium in de kanalen 18 stromen en via deze kanalen worden afgevoerd, zonder dat daardoor ongewenste turbulenties en andere beïnvloeding vanuit de blaasopeningen 7 geblazen mediumstromen optreden. De wanden 17 zijn aan de naar de kanalen 18 gekeerde buitenzijde bij 10 voorkeur glad of voorzien van de stroming positief beïnvloedende structuur.
Nabij de bovenzijde 15 is aan weerszijden van het bakvormige deel 10 een flens 19 voorzien waarmee het bakvormige deel tegen de onderzijde van de binnenbehuizing 15 13 kan worden aangesloten, zodanig dat een bij voorkeur lucht- en vochtdichte afsluiting wordt verkregen tussen het betreffende bakvormige deel 10 en de binnenbehuizing 13. Hierdoor wordt lek van gekoeld medium verhinderd. In de getoonde uitvoeringsvorm is daartoe aan de onderzijde van 20 de binnenbehuizing 13 een reeks zich evenwijdig aan elkaar en haaks op de doorvoerrichting P uitstrekkende T-vormige profielen 20 aangebracht, onder vorming van twee zich horizontaal uitstrekkende, naar de zijden open kanalen 21 waarin telkens een flens 19 van het bakvormige deel 10 kan 25 worden geschoven, bij voorkeur onder enige klemming. Dit betekent dat elk bakvormig deel 10 eenvoudig kan worden verwijderd en kan worden geplaatst, waardoor reiniging van de bakvormige delen en de verdere inrichting bijzonder eenvoudig mogelijk is.
30 Een inrichting 1 volgens fig. 1-4 kan als volgt worden gebruikt.
Nabij het eerste einde 5 worden producten op de bovenzijde 4 van de transportband 3 geplaatst en binnen de behuizing 2 onder de blaasopeningen 7 bewogen.
35 Tegelijkertijd wordt gekoeld medium, bijvoorbeeld lucht of een ander geschikt gas of gas/luchtmengsel, 'eventueel j 1008720 11 voorzien van bijvoorbeeld schimmel en/of bacteriedodende toevoegingen vanuit de behuizing 2 en/of de kanalen 18 door de ventilatoren 11 aangezogen en langs de koelmiddelen 12 geblazen, teneinde een gewenste, relatief lage temperatuur 5 te verkrijgen. Het gekoelde medium heeft bij voorkeur een temperatuur tussen - 50 en + 20° C, waarmee koeling en/of bevriezing van producten kan worden verkregen, welke producten eventueel kunnen zijn voorgevroren of voorgekoeld. Ook kan bijvoorbeeld worden geglaceerd. Het 10 gekoelde medium wordt via de binnen-behuizing 13 in de kamers 14 gedwongen en van daaruit in verticale richting uit de blaasopeningen 7 geblazen, in hoofdzaak haaks op de doorvoerrichting P van de producten op de transportband 3. Het gekoelde medium wordt vervolgens via de kanalen 18 15 weggezogen en via verdere omleidmiddelen teruggeleid naar bij voorkeur de zuigzijde van de ventilatoren 11 voor een volgende koelcyclus. Aangezien het gekoelde medium in hoofdzaak verticaal, d.w.z. haaks op de doorvoerrichting P wordt uitgeblazen kan de stromingssnelheid hiervan relatief 20 hoog worden opgevoerd, hetgeen bijzonder gunstig is voor het verkrijgen van goede koeling. De stromingssnelheid van het gekoelde medium wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat, gemeten op, althans nabij het oppervlak van de producten de stromingssnelheid hoger is dan 4 m/s meer in het bijzonder 25 meer dan 5 m/s en bij voorkeur tussen 12 en 25 m/s. Daarbij geldt dat een hogere stromingssnelheid in algemene zin een betere koeling tot gevolg zal hebben, daar een betere warmte-overdracht zal plaatsvinden, met name daar een eventuele stagnante luchtlaag rond het product dan 30 eenvoudig kan worden doorbroken, hoewel een optimum snelheid zal kunnen worden bereikt.
Doordat de blaasopeningen 7 in rijen 8 zijn opgesteld, welke een onderlinge afstand hebben die ten opzichte van afmetingen van de blaasopeningen 7 relatief 35 groot is, wordt het voordeel bereikt dat tijdens doorvoer van producten deze afwisselend wel en niet door 1008720 12 mediumstromen worden aangeblazen. Hierdoor wordt met relatief weinig gekoeld medium een bijzonder goed koelresultaat verkregen, doordat op bijzonder gunstige wijze warmte-uitwisseling tussen de producten en de 5 omgeving, in het bijzonder het gekoelde medium kan worden verkregen. Zonder aan enige theorie te willen worden gebonden wordt aangenomen dat dit verrassend effect optreedt als gevolg van het gegeven dat warmtetransport vanuit de kern van de producten naar het gekoelde oppervlak 10 daarvan niet significant groter wordt bij verdere koeling van het oppervlak in de tussen het passeren van twee rijen aanblaasopeningen 7 gelegen periode. Met een inrichting of werkwijze volgens onderhavige uitvinding wordt derhalve een intermitterend koelpatroon verkregen, hetgeen eveneens kan 15 worden bereikt of kan worden versterkt door intermitterend aanblazen van gekoeld medium. Hierdoor wordt energie bespaard.
In fig. 5-8 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting 101 volgens de uitvinding getoond, voorzien 20 van een in hoofdzaak gesloten behuizing 102 met daarin een aantal zich evenwijdig aan elkaar, boven elkaar uitstrekkende transportbanden 103 tussen een eerste einde 105 en een tweede einde 106. Boven elke transportband 103 is wederom een matrix van blaasopeningen 107 voorzien, 25 welke blaasopeningen zijn aangebracht in een reeks buisvormige delen 110 die zich evenwijdig aan elkaar, haaks op de transportrichting P en evenwijdig aan het transportoppervlak van de transportband 103 uitstrekken.
Aan een eerste einde, in fig. 7 ter rechter zijde, zijn de 30 buisvormige delen 110 afgesloten, terwijl deze met het andere einde in open verbinding staan met omleidmiddelen 113 voor gekoeld medium, verder te benoemen als binnenbehuizing 113. Deze binnenbehuizing 113 sluit aan op voor ventilatoren 111 geplaatste mediumkoelmiddelen 112, 35 zodanig dat een gekoeld medium met behulp van de ventilatoren 111, via de koelmiddelen 112 en 1008720 13 binnenbehuizingen 113 in de buisvormige delen 110 kan worden geblazen en vervolgens via de blaas-openingen 107 op, althans tegen zich op de transportbanden 103 bevindende producten kan worden geblazen.
5 Zoals in meer detail getoond in fig. 8, waarbij de buisvormige delen 110 met een cirkelvormige dwarsdoorsnede zijn weergegeven, zijn de blaasopeningen 107 in de tijdens gebruik naar onder gekeerde zijde aangebracht. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat elk buisvormig deel 110 een 10 tweetal rijen 108A, 108B naast elkaar opgestelde blaasopeningen 107A, 107B. Uiteraard kunnen ook meer of minder rijen blaasopeningen zijn voorzien. De uitblaasrichting Ml van de eerste rij 108A blaasopeningen 107A is nagenoeg volledig verticaal, althans haaks op de transportrichting P 15 van de producten gericht, terwijl de uitstroomrichting M2 van de tweede rij 108B blaasopeningen 107B een relatief kleine horizontale component heeft, evenwijdig aan de transport-richting P. Hierdoor wordt tijdens gebruik het product door ten minste elke tweede stroom medium uit de 20 uitstroom-openingen 107B enigszins in de transportrichting P gedwongen. Dit is met name voordelig wanneer de producten op een transportbaan worden gedragen met relatief weinig wrijving, bijvoorbeeld op een fluïdumbed. Daartoe kunnen in een voordelige, niet getoonde uitvoeringsvorm ook 25 blaasopeningen 7, 107 onder de of elke transportband 3, 103 zijn voorzien, voor het althans gedeeltelijk dragen van de producten op bijvoorbeeld stromen gekoeld medium. Deze stromen kunnen dan al dan niet eveneens een horizontale component hebben. De transportband is bij voorkeur 30 mediumdoorlatend, bijvoorbeeld een schakelband of een band met openingen. Overigens kan de blaasrichting M van elke opening 7, 107 naar believen worden gekozen.
Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 8 is tussen twee naast elkaar opgestelde buisvormige delen 110 steeds 35 wederom een kanaalvormige uitsparing 118 voorzien waar doorheen althans een groot deel van het gekoelde medium kan 1008720 14 worden teruggevoerd in de richting van de ventilatoren lil. Hiermee wordt wederom in hoofdzaak ongewenste turbulentie vermeden. Tijdens gebruik kunnen bij een inrichting 101 volgens de uitvinding verschillende stromen producten boven 5 elkaar worden behandeld, evenwijdig aan elkaar, doch een dergelijke inrichting kan ook worden ingericht voor het heen en weer door de inrichting voeren van dezelfde stroom producten, waarbij de producten steeds worden overgebracht naar een hoger of lager gelegen transportband.
10 De buisvormige delen 110 kunnen vast in de inrichting zijn opgesteld doch het verdient de voorkeur dat deze eenvoudig losneembaar zijn bevestigd, bijvoorbeeld met behulp van bajonetverbindingen, boutverbindingen of andere daartoe geschikte, voor de vakman bekende bevestigings-15 technieken. Aangezien de kamers 114 van de buisvormige delen 110 gladde wanden hebben zijn deze buisvormige delen 110 eenvoudig reinigbaar. De bij voorkeur relatief kleine wanddikte biedt daarbij bovendien het voordeel dat reiniging van de blaasopeningen 107 eenvoudig mogelijk is. 20 Ditzelfde geldt ook voor de blaasopeningen 7 van de bakvormige delen 10 als getoond in fig. 4.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Binnen het raam van de uitvinding zijn vele variaties mogelijk.
25 Zo kunnen de onderlinge afstanden van de rijen blaasopeningen in de lengterichting van de transportbanden worden gevarieerd, voor beïnvloeding van het koelpatroon, terwijl bovendien voor variatie van de positie van de blaasopeningen het stromingspatroon van het gekoelde medium 30 kan worden beïnvloed. Hoewel in de getoonde uitvoeringsvoorbeelden matrixvormige patronen voor de blaasopeningen als bijzonder voordelig zijn getoond, kunnen ook andere patronen voor de blaasopeningen worden toegepast, waarbij bovendien de blaasopeningen andere vormen kunnen hebben, 35 bijvoorbeeld rechthoekig, ovaal en dergelijke. Afhankelijk van onder meer de soort en hoeveelheid te koelen producten, ! 1008720 15 de gewenste afkoeltemperatuur en de layout van de inrichting zal door de vakman steeds eenvoudig een optimale inrichting volgens de uitvinding kunnen worden samengesteld. Het zal bovendien duidelijk zijn dat de 5 doorsneden van de bakvormige en buisvormige delen anders kunnen worden gekozen, bijvoorbeeld buisvormige delen met rechthoekige, veelhoekige, ovale doorsnede en dergelijke. Uiteraard kunnen in de getoonde uitvoeringsvormen naar believen zowel bakvormige als buisvormige elementen worden 10 toegepast, eventueel in combinatie, voor het aanvoeren van gekoeld medium. Voorts kunnen binnen het raam van de uitvinding andere middelen worden toegepast voor het verkrijgen van de gewenste koeling en verplaatsing van het gekoelde medium, bijvoorbeeld zuigende middelen en 15 dergelijke. Deze en vele variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
1008720
Claims (18)
1. Inrichting voor het invriezen van voedselproducten, voorzien van ten minste een invrlesruimte en een transportbaan voor het voortbewegen van de voedselproducten door de invriesruimte, waarbij blaasmiddelen zijn voorzien 5 voor het over de op de transportbaan aanwezige producten blazen van een gekoeld medium, met het kenmerk, dat de blaasmiddelen blaasopeningen omvatten, ten minste boven althans een gedeelte van de ten minste ene transportbaan, welke blaasopeningen zijn ingericht voor het althans in 10 hoofdzaak haaks op de transportrichting van de ten minste ene transportbaan uitblazen van het gekoelde medium.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de blaasopeningen in hoofdzaak worden gevormd door straalpijpen of dergelijke de snelheid van het medium 15 verhogende en/of het medium richtende middelen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de blaasopeningen in rijen en/of kolommen zijn opgesteld, bij voorkeur matrixvormig.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij steeds 20 althans een gedeelte van ten minste één rij blaasopeningen is opgenomen in de bodem van een bakvormig deel.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij een reeks bakvormige delen in transportrichting van de transportbaan gezien achter elkaar is opgesteld, waarbij steeds tussen 25 ten minste twee bakvormige delen een kanaalvormige uitsparing is voorzien voor het tijdens gebruik zijdelings afvoeren van ten minste een gedeelte van het uit de blaasopeningen over de producten gevoerde medium.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij het ten 30 minste ene bakvormige deel relatief eenvoudig losneembaar is en uitwisselbaar is voor een vergelijkbaar bakvormig deel, waarbij bij voorkeur een reeks bakvormige delen tegelijkertijd kan worden weggenomen. 1008720
7. Inrichting volgens één der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat het of elk bakvormig deel trogvormig ten minste één trogvormig deel en in hoofdzaak gladde binnenwanden heeft, zodanig dat het betreffende bakvormige 5 deel eenvoudig reinigbaar is.
8. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij steeds ten minste één rij blaasopeningen, althans een gedeelte van een rij, is opgenomen in de wand van een buisvormig deel.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij telkens een 10 aantal rijen blaasopeningen in één buisvormig deel is opgenomen.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij het of elk buisvormig deel relatief eenvoudig losneembaar is en uitwisselbaar is voor een vergelijkbaar buisvormig deel.
11. Inrichting volgens één der conclusies 8-10, waarbij een reeks buisvormige delen in transportrichting van de transportbaan gezien achter elkaar is opgesteld, waarbij steeds tussen twee buisvormige delen een kanaalvormige uitsparing is voorzien voor het tijdens 20 gebruik zijdelings afvoeren van ten minste een gedeelte van het uit de blaasopeningen over de producten gevoerde medium.
12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de blaasmiddelen zijn ingericht voor het uit de 25 blaasopeningen blazen van het gekoelde medium met een zodanige snelheid dat het medium gemeten op het oppervlak van de producten een snelheid heeft van minimaal 4 m/s, bij voorkeur meer dan 5 m/s, in het bijzonder tussen 12 - 25 m/s.
13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij aan tegenover elkaar gelegen zijden van de transportbaan blaasopeningen zijn voorzien.
14. Werkwijze voor het invriezen, althans onderkoelen van voedselproducten, waarbij de voedselproducten door een 35 koelruimte worden gevoerd en waarbij een gekoeld medium met relatief hoge snelheid, nader bepaald met een snelheid, 1008720 gemeten op, althans nabij het oppervlak van het product, van meer dan 4 m/s, in het bijzonder meer dan 5 m/s en bij voorkeur met een snelheid tussen 12 en 25 m/s, wordt uitgeblazen over de producten.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het gekoelde medium in hoofdzaak in een richting haaks op de doorvoerrichting op de producten wordt geblazen.
16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij het gekoelde medium in discrete luchtstromen op de producten 10 wordt geblazen, bij voorkeur intermitterend.
17. Blaasmiddelen voor gebruik in een inrichting of werkwijze volgens één der voorgaande conclusies.
18. Bakvormig deel of buisvormig deel voor gebruik in een inrichting of werkwijze volgens één der conclusies 15 1 - 17. i 1008720
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1008720A NL1008720C2 (nl) | 1998-03-26 | 1998-03-26 | Inrichting en werkwijze voor het invriezen van voedselproducten. |
EP99200937A EP0945077A1 (en) | 1998-03-26 | 1999-03-25 | Apparatus and method for freezing food products |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1008720A NL1008720C2 (nl) | 1998-03-26 | 1998-03-26 | Inrichting en werkwijze voor het invriezen van voedselproducten. |
NL1008720 | 1998-03-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1008720C2 true NL1008720C2 (nl) | 1999-09-28 |
Family
ID=19766831
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1008720A NL1008720C2 (nl) | 1998-03-26 | 1998-03-26 | Inrichting en werkwijze voor het invriezen van voedselproducten. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0945077A1 (nl) |
NL (1) | NL1008720C2 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
SE515811C2 (sv) * | 1999-01-20 | 2001-10-15 | Frigoscandia Equipment Ab | Apparat för gasbehandling av produkter innefattande en högtryckskammare |
FR2808080B1 (fr) * | 2000-04-25 | 2003-04-25 | Paul Tondeux | Dispositif pour optimiser la surgelation en continu de produits en vrac, individuellement, une installation equipee dudit dispositif et application dudit dispositif |
WO2006126870A1 (en) * | 2005-05-26 | 2006-11-30 | Gti Koudetechniek B.V. | Apparatus and method for processing food products, drying and/or cooling unit and processed food product |
Citations (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH220296A (de) * | 1942-02-28 | 1942-03-31 | Sulzer Ag | Verfahren zum Kühlen bezw. Gefrieren von Kühlgut und Einrichtung zum Kühlen oder Gefrieren zur Ausübung des Verfahrens. |
FR1529188A (fr) * | 1967-06-26 | 1968-06-14 | Frigoscandia Aktiebolag | Procédé de réfrigération de produits emballés |
US3879954A (en) * | 1973-02-09 | 1975-04-29 | Chemetron Corp | Method of chilling products |
US4154861A (en) * | 1976-05-19 | 1979-05-15 | Smith Donald P | Heat treatment of food products |
US4555410A (en) * | 1982-08-31 | 1985-11-26 | Akiyoshi Yamane | Process for the production of controlled freezing point dried foods |
FR2699793A1 (fr) * | 1992-12-28 | 1994-07-01 | Freeze Agro Ingenierie | Surgélateur pour produits alimentaires en vrac. |
US5365752A (en) * | 1992-07-13 | 1994-11-22 | The Commonwealth Industrial Gases Limited | Freezing apparatus |
US5509277A (en) * | 1994-12-14 | 1996-04-23 | Air Products And Chemicals, Inc. | Combination immersion/impingement tunnel freezer |
US5551251A (en) * | 1995-02-08 | 1996-09-03 | York Food Systems | Impingement freezer |
JPH08256747A (ja) * | 1995-03-20 | 1996-10-08 | Toyo Eng Works Ltd | 連続凍結装置 |
US5606861A (en) * | 1995-06-07 | 1997-03-04 | Air Liquide America Corporation | Crossflow cryogenic freezer and method of use |
-
1998
- 1998-03-26 NL NL1008720A patent/NL1008720C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1999
- 1999-03-25 EP EP99200937A patent/EP0945077A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH220296A (de) * | 1942-02-28 | 1942-03-31 | Sulzer Ag | Verfahren zum Kühlen bezw. Gefrieren von Kühlgut und Einrichtung zum Kühlen oder Gefrieren zur Ausübung des Verfahrens. |
FR1529188A (fr) * | 1967-06-26 | 1968-06-14 | Frigoscandia Aktiebolag | Procédé de réfrigération de produits emballés |
US3879954A (en) * | 1973-02-09 | 1975-04-29 | Chemetron Corp | Method of chilling products |
US4154861A (en) * | 1976-05-19 | 1979-05-15 | Smith Donald P | Heat treatment of food products |
US4555410A (en) * | 1982-08-31 | 1985-11-26 | Akiyoshi Yamane | Process for the production of controlled freezing point dried foods |
US5365752A (en) * | 1992-07-13 | 1994-11-22 | The Commonwealth Industrial Gases Limited | Freezing apparatus |
FR2699793A1 (fr) * | 1992-12-28 | 1994-07-01 | Freeze Agro Ingenierie | Surgélateur pour produits alimentaires en vrac. |
US5509277A (en) * | 1994-12-14 | 1996-04-23 | Air Products And Chemicals, Inc. | Combination immersion/impingement tunnel freezer |
US5551251A (en) * | 1995-02-08 | 1996-09-03 | York Food Systems | Impingement freezer |
JPH08256747A (ja) * | 1995-03-20 | 1996-10-08 | Toyo Eng Works Ltd | 連続凍結装置 |
US5606861A (en) * | 1995-06-07 | 1997-03-04 | Air Liquide America Corporation | Crossflow cryogenic freezer and method of use |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 097, no. 002 28 February 1997 (1997-02-28) * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0945077A1 (en) | 1999-09-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4333318A (en) | CO2 Freezer | |
US4852358A (en) | Cryogenic combination tunnel freezer | |
US5765381A (en) | Multitier crossflow cryogenic freezer and method of use | |
EP0612966B1 (en) | Impingement heating or cooling apparatus and method of heating or cooling a food product | |
JP3671121B2 (ja) | 衝突冷却装置 | |
US20070169630A1 (en) | Thermal processing chamber and conveyor belt for use therein and method of processing product | |
US5606861A (en) | Crossflow cryogenic freezer and method of use | |
US6092388A (en) | Method and an apparatus for production of frozen confectionery, in particular edible ice bodies | |
US6912869B2 (en) | Helical impingement cooling and heating | |
US4444023A (en) | Snow horns | |
NL1008720C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het invriezen van voedselproducten. | |
CA1145575A (en) | Apparatus for freezing confections | |
NL8004262A (nl) | Koelinrichting voor het snel afkoelen van produkten. | |
US4324108A (en) | Apparatus for freezing confection material | |
US4669278A (en) | Freezer system | |
JP2009276040A (ja) | 多段式凍結装置 | |
US9791201B1 (en) | Spiral chiller apparatus and method of chilling | |
US6557367B1 (en) | Impingement cooler with improved coolant recycle | |
JP2023053984A (ja) | ノンフライ麺製造用乾燥装置 | |
JP4420369B2 (ja) | スチールベルトフリーザを用いた加工食材の凍結装置 | |
BE1027366B1 (nl) | Vriestunnel voor het invriezen van individuele porties levensmiddelen | |
KR101243222B1 (ko) | 급속 냉동용 공기 분배 유닛 | |
EP3285031B1 (en) | Apparatus for cooling or freezing | |
JP3030761B2 (ja) | 冷凍麺類専用フリーザー | |
EP3444547B1 (en) | Food freezer and corresponding method of exhausting freezing gas |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MK | Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20180325 |