NL1007931C2 - Informatiesysteem voor wegverkeer. - Google Patents

Description

Informatiesysteem voor wegverkeer ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een informatiesysteem voor een verkeersnet, waarbij voor reizigers van belang zijnde informatie door een zenderstelsel wordt uitgezonden naar data-ontvangers in van het 5 verkeersnet gebruik makende voertuigen.

Een dergelijk systeem is bekend uit W090/05969, waarin de verkeersintensiteit van weggedeelten wordt gemeten door middel van infrarood-detectors en die informatie, na te zijn bewerkt, wordt verzonden aan pagers die zich in voertuigen bevinden. Op die pagers 10 wordt dan de verkeersintensiteit van regio getoond door middel van een grafisch display waarop het regionale wegennet wordt getoond en de verkeersintensiteit op de verschillende wegen. Hoewel het bekende systeem een goede aanzet geeft tot het informeren van weggebruikers, strekt het systeem zich niet uit tot buiten een bepaalde regio.

15 Weliswaar kan natuurlijk de "regio" groot gekozen worden, echter wordt dan de informatie, daar deze betrekking heeft op een groot gebied, waardoor de totale informatie minder specifiek wordt voor elke weggebruiker.

20 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding voorziet in een systeem als in het voorgaande aangeduid, waarin echter de informatie specifieker naar elke weggebruiker kan worden overgedragen, terwijl het systeem toch over een groot gebied (nationaal, Europees) bruikbaar is.

25 De onderhavige uitvinding stelt een systeem voor waarmee die regionle distributie van informatie kan worden uitgevoerd zodanig dat per gebruiker de relevante informatie als het ware met hem meereist. Daartoe voorziet de uitvinding in middelen waardoor de pager die de reiziger gebruikt voor (ondermeer) het ontvangen van 30 verkeersinformatie, automatisch wordt overgeschakeld van de ene naar de andere "informatieregio". Het verkeersnet is volgens de uitvinding verdeeld in informatieregio's met elk een regionale (pager-)identificatiecode (RIC), en middelen om pagers (in een vooertuig) bij het binnenkomen van een nieuwe regio te voorzien van de in die nieuwe 35 regio geldige RIC. Uiteraard moet daarbij gebruik worden gemaakt van (moderne) pagers de geschikt voor het door een extern codesignaal instellen van de RIC. Dit soort pagers is in staat om berichten te ontvangen en weer te geven die geadresseerd zijn aan de (een) 1 00 793 1 2 individuele pager-ID, maar ook berichten die geadresseerd zijn aan een collectieve ID, waardoor aan verschillende pagers gelijktijdig hetzelfde bericht kan worden doorgegeven. Pagers waarbij die collectieve ID van buiten kan worden ingesteld, kunnen in het systeem 5 volgens de uitvinding worden gebruikt. De collectieve ID wordt bij voorkeur ingesteld door middel van bakenzenders.

UITVOERINGSVOORBEELD

Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, i 10 Over een autoweg 1 rijden auto's 2, voorzien van pagers, waarvan in de figuur slechts de antennes zichtbaar zijn. Informatie kan via een zenderstelsel 3 (waarvan één zender is getekend) naar de pagers worden ~ overgedragen.

De pagers hebben elk een individuele ID code waarop slechts die ene ^ 15 pager reageert, maar ook tenminste één ID code, een collectieve ID

code, die niet uniek is en waarop dus verscheidene pagers kunnen reageren. Pagers die ingesteld zijn voor het ontvangen van een dergelijke collectieve code, kunnen, nadat ze die collectieve ID code gedetecteerd hebben, een daarop volgend bericht ontvangen en op een 20 display weergeven. Moderne pagers hebben bovendien de mogelijkheid om via een speciaal "systeemkanaal" dat door middel van een speciale ID code benaderd kan worden, één of meer andere (collectieve) ID codes te ontvangen. Ook zijn er pagers waarbij ID codes kunnen worden ingesteld via een apart systeemkanaal, buiten de informatie-ontvanger om, 25 bijvoorbeeld gebruik makend van "RF tagging" technieken, transponders etc.. Van dit soort moderne pagers maakt de uitvinding gebruik.

Om automobilisten in staat te stellen via hun pagers informatie te kunnen ontvangen die relevant is voor het weggedeelte waarop ze rijden, zijn langs de wegen lokale bakenzenders 4 opgesteld. Die 30 bakenzenders 4 (waarvan er slechts één getekend is, maar waarvan er over het hele weggennet een groot aantal zijn) dragen, via het systeemkanaal, aan de pagers van passerende automobilisten de ID code over die gebruikt wordt voor de distrubutie van informatie over het weggedeelte in de nabijheid van die bakenzender 4. De bakenzenders 4 35 zelf kunnen "stand alone" werken en hoeven zelf niet met een informatienetwerk te zijn verbonden: ze behoeven alleen maar een of twee codes uit te zenden, de ID-code die geldig is voor het weggedeelte waar de bakenzender staat en eventueel de systeemkanaal- 1 00 7931 ; 1 ! ! 3 ID-code. De bakenzenders kunnen gevoed worden uit het openbare electriciteitsnet of met behulp van zonnecellen.

Voor het systeem van bakenzenders zijn verschillende opties. Het gebied waarop een bakenzender betrekking heeft wordt helemaal door die 5 bakenzender gedekt; de bakenzender staat midden in de regio. Alle pagers in de regio ontvangen van de bakenzender de ID code vóór die regio. Deze optie wordt in figuur 3 geïllustreerd. Een andere optie is dat elke bakenzender maar een zeer beperkt vermogen heeft en aan de grens van de regio staat. Dit wordt geïllustreerd in de figuren 5 en 7 10 die, met de figuren 6 en 8, nog nader zullen worden besproken.

De eigenlijke informatie wordt uitgezonden door de zenders 3. Ook van dergelïjke zenders 3 staan er verscheidene, echter veel minder dan het aantal bakenzenders 4. De zenders 3 zenden dus informatie uit over de verschillende weggedeelten via verschillende "informatiekanalen", elk 15 met zijn eigen ID code; er is dus een koppeling: wegdeel gebonden ID code - wegdeel· gebonden informatie.

Stel, een automobilist passeert bakenzender 4. Die zendt de ID code van het systeemkanaal uit en de ID code die geldig is voor die bakenzender en het weggedeelte waarin die staat. Na ontvangst van de 20 ID code van het systeemkanaal, ontvangt de pager van de bakenzender de ID code die bij het weggedeelte hoort en stelt zichzelf in op ontvangst van informatie via die ID code. Zodra de zender 3 dan ook Informatie uitzendt onder gebruikmaking van die wegdeel-ID, geeft de pager die informatie door aan de automobilist. De informatie die de 25 zender 3 uitzendt over andere weggedeelten, laat de pager aan zich voorbijgaan daar die immers via kanalen met andere, voor andere wegdelen relevante, ID-codes uitgezonden wordt.

Zodra de automobilist een volgende bakenzender passeert, detecteert de pager weer de systeemkanaal-ID en een nieuwe ID-code. De pager stelt 30 zichzelf dan in op ontvangst van het kanaal dat bij die ID code behoort, waardoor de automobilist vanuit de zender(s) 7 de informatie ontvangt die relevant is het wegdeel waarop deze zich dan bevindt. Figuur 2 illustreert de uitzending, door een zender 3 van het informatiezenderstelsel, van een serie informatiemodules 5. Elk 35 daarvan omvat een header met een identificatiecode (ID1, ID2, ID3, etc.) en een dataveld (datal, data2, data3, etc.). De data omvat informatie over verschillende informatieregio's, zoals in figuur 3 aangegeven met 6a, 6b, 6c, etc. Figuur 3 toont behalve de 1007931 4 informatieregio's 6, tevens het verloop van een paar autowegen 1. De informatie over de verkeerssituatie op de weggedeelten die de informatieregio's doorsnijden wordt uitgezonden door het zenderstelsel 3. Teneinde te bereiken dat de pagers (data-ontvangers) in de auto's 5 alleen de informatie doorgeven die relevant is voor de regio waar de auto zich in bevindt, wordt de data-ontvanger "afgestemd" op berichten die worden voorafgegaan door een ID-code (ID1 of ID2 of ID3 etc.) die geldig is voor die regio. Bijvoorbeeld is in het zenderstelsel (of informatiecentrum dat van het zenderstelsel gebruik maakt) vastgelegd 10 dat berichten die relevant zijn voor regio 6a, worden voorafgeaan door ID1, berichten voor regio 6b door ID2, berichten voor 6c door 1D3, etc. De data-ontvangers in passerende auto's worden door middel van de bakenzenders 4a...g ingesteld op doorgifte van slechts die berichten die worden voorafgegaan door de ID code van de regio waarvan de 15 bakenzender het middelpunt vormt. Zo stelt bakenzender 4a de pagers van auto's die de regio 6a binnenrijden in voor ontvangst van berichten die worden voorafgegaan door ID1. Zodra een auto regio 6b binnenrijdt en zijn pager binnen de invloedssfeer van bakenzender 4b komt (d.w.z. als de veldsterkte van het van 4b ontvangen signaal 20 groter is dan die van 4a) wordt de pager omgeschakeld van ontvangst van berichten met IDl/datal naar de ontvangst van berichten met ID2/data2.

Opgemerkt wordt dat de bakenzenders 6 stand-alone kunnen werken. In de in figuur 3 getoonde optie, waarbij de bakenzenders het middelpunt 25 vormen van een regio, moet het zendvermogen relatief groot zijn. Ook moet voorkomen worden, door middel van een juiste frequentietoewijzing, dat geen interferentie, onderling of met andere systemen (bijvoorbeeld GSM) kan plaatsvinden. Wel kunnen in deze optie de bakenzenders worden gecombineerd met bijvoorbeeld GSM 30 basisstations.

Voorts wordt opgemerkt dat bij gebruik van één van de normale pager-kanalen als systeemkanaal, er wel in voorzien moet worden dat de (stand-alone) bakenzenders de ID codes gesynchroniseerd uitzenden. Daartoe dient de bakenzender te worden voorzien van een ontvanger, die 35 aan de hand van de door de zenders 3 uitgezonden informatiepakketten, de bakenzender daarmee synchroniseert.

Figuur 4 toont schematisch een pager die in het bovenstaande systeem kan worden gebruikt. De pager, die zich in een auto 2 bevindt, 1007931 5 ontvangt van de zender 3 verschillende ID codes met bijhorende data (IDrec;data) en vergelijkt die met in de pager opgeslagen ID codes: IDsys - de ID code van het kanaal waarmee in de pager ID codes kunnen worden ingesteld waardoor de pager geactiveerd wordt; 5 IDshared - een collectieve ID code waardoor de pager geactiveerd wordt (er kunnen meer van die codes zijn: IDsharedl, IDshared2, etc.); IDprivate - een individuele ID code waardoor de pager geactiveerd wordt (ook daarvan kunnen er meer zijn: IDprivatel, IDprivate2, etc.). De ontvangen ID codes en data worden normaliter van de zender(s) 3 10 ontvangen. In het systeem volgens de uitvinding echter ontvangt de pager in de auto's 2 ook een ID code en "data" van de bakenzender 4. Door die bakenzender(s) 4 wordt de IDsys code uitgezonden, met als "data" de waarde van de ID code die nodig is voor ontvangst van data over het wegtraject in de nabijheid van de bakenzender. Zodra een auto 15 in de nabijheid van de bakenzender 4 komt, ontvangt de pager dus IDsys als toegangscode en in het dataveld de waarde voor de collectieve (shared) ID code (IDshared) waarmee de pager nadien geactiveerd kan worden voor het ontvangen van data die betrekking heeft op het weggedeelte waarvoor de bakenzender verantwoordelijk is. Die 20 weggedeelte-specifieke data wordt overigens door de zender 3 uitgezonden en is afkomstig van bijvoorbeeld een landelijke verkeerscentrale. Daar worden de lokale omstandigheden op de verschillende weggedeelten gemonitord en via weggedeelte-specifieke IDshared codes uitgezonden, zodat alle weggebruikers die op hetzelfde 25 weggedeelte rijden, voorzover ze zijn uitgerust met een pager zoals hier beschreven, van informatie (data) over dat weggedeelte worden voorzien.

De ontvangen ID codes en data worden, zoals figuur 4 illustreert, ontvangen door een ontvanger 10, verwerkt in een besturingsmodule 11. 30 Als de besturingsmodule detecteert dat de ontvangen ID code (IDrec) gelijk is aan de systeem ID code (IDsys) --waavan de waarde in de besturingsmodule 11 is ingeprogrammeerd--, dan wordt de bijhorende data-waarde geïnterpreteerd als nieuwe ID code (IDshared) waarop de pager relevante weggedeelte-informatie kan ontvangen ("If IDrec-IDsys 35 then IDshared=data"). Als (vervolgens) een ontvangen ID code gelijk is aan hetzij die IDshared code, hetzij de (ingeprogrammeerde, unieke) IDprivate code, dan wordt de bijhorende data doorgezonden naar een display module 12, waarop de data in (bijvoorbeeld) alfanumerieke vorm 1 00 7831 6 wordt weergegeven: "if IDrec-IDshare then display data (or) if IDres=IDprivate then display data".

. Figuur 5 en 6 tonen een voorkeursoptie van de uitvinding, waarbij gebruik wordt gemaakt van bakenzenders met een beperkt vermogen. De 5 bakenzenders staand daarbij aan de randen van de informatieregio. De pager in een passerende auto ontvangt tijdens het passeren de ID code waarop de pager moet worden ingesteld voor ontvangst van informatie (vanuit zenders 3) die relevant is voor de regio (weggedeelte) die wordt binnengegaan. Bij voorkeur wordt in deze optie gebruik gemaakt 10 van pagers die door middel van een aparte bakenontvanger 13 die signalen ontvangt op een andere frequentie (Fpilot) dan die van de draaggolf waarop de zenders 3 hun informatie (data) overbrengen (Fdata). Door het geringe bereik van de bakenzenders 4 kunnen ze alle van dezelfde frequentie gebruik maken zonder kans op interferentie, 15 ook niet met andere draadloze systemen. Elk bakenzender zendt een ID code uit (IDpilot) die gelijk is aan de ID code die door de informatiezenders 3 wordt gebruikt voor het uitzenden van data die relevant voor de regio na de bakenzender, de regio dus die door de passerende auto wordt binnengegaan. Zodra, bij passeren van een 20 bakenzender, het besturingsorgaan 11 een IDpilot die ongelijk is aan de ID code (IDshare) waarop de pager tot dan toe ingesteld stond, stelt het besturingsorgaan 11 de IDshare-waarde in conform die ontvangen ID code (IDpilot): "if IDpilotX"" andif IDpilotXlDshare 'then IDshare=IDpilot". Zoals in figuur 5 te zien is, staan bij de 25 overgang van elke regio steeds twee bakenzenders, namelijk een voor de ene rijrichting (regio A naar regio B) en een voor de andere rijrichting (regio B naar regio A), immers van automobilisten die B binnengaan moet de pager, via de ene bakenzender, worden ingesteld op de ID code van regio B, terwijl de pagers van automobilisten die regio 30 A binnengaan, door middel van de andere bakenzender, worden ingesteld op regio A. Het bereik en de opstelling van de bakenzenders moet dus zo zijn dat ze slechts de pagers in één rijrichting kunnen beïnvloeden. Een alternatief wordt geboden door het systeem dat de figuren 7 en 8 bieden.

35 In figuur 7 bevinden zich op elke overgang tussen twee naburige regio's of weggedeelten, slechts één bakenzender 4. Elke bakenzender zendt, op de bakenfrequentie Fpilot, niet één, maar twee ID codes uit: IDpilot(l), gelijk aan de ID code voor de ene regio en IDpilot(2), 1007931 7 gelijk aan de ID code voor de andere, naburige regio. Bij ontvangst van die twee onderzoekt het besturingsorgaan of hetzij IDpilot(l), hetzij IDpilot(2) ongelijk is aan de ID code waarop de pager reeds ingesteld was. Als in twee naburige regio's A en B ID codes IDA en IDB 5 gelden, dan zendt de bakenzender op de scheiding van die regio's IDpilot(l)=IDA en IDpilot(2)=IDB uit. De pager van een voertuig dat in regio A rijdt is ingesteld op IDshare=IDA. Bij passeren van de regiogrens detecteert het besturingsorgaan 11 dat IDpilot(2)XIDA en stelt vervolgens de pager in op IDshare=IDpilot(2)-IDB: "for n=l to 2: 10 if IDpilot(n)X"" andif IDpilot(n)XlDshare then IDshare=IDpilot(n): next n".

Het voordeel van deze optie is dat het bereik van de bakenzenders niet kritisch is, dat wil zeggen, er behoeft niet op te worden gelet dat de bakenzenders alleen door pagers in één richting moeten kunnen worden 15 ontvangen. In tegendeel, in deze optie moeten pagers in beide richtingen het bakenzendersignaal ontvangen. Dat kan weer een bezwaar zijn in verband met de energievoorziening van de bakenzenders. Een groter bezwaar lijkt echter te zijn dat aan de bakenzenders geen initiële ID code kan worden ontleend, zodat een initiële ID code 20 bijvoorbeeld handmatig zal moeten worden ingevoerd.

1 00 79 3 1

Claims (7)

1. Informatiesysteem voor een verkeersnet (1), waarbij voor reizigers van belang zijnde informatie door een zenderstelsel (3) wordt uitgezonden naar data-ontvangers in van het verkeersnet gebruik 5 makende voertuigen (2), met het kenmerk dat het verkeersnet verdeeld is in informatieregio's, dat het zenderstelsel informatiemodules (5) uitzendt die elk betrekking hebben op een informatieregio en die gekenmerkt worden door een regio-identificatiecode, welk informatiesysteem middelen (4) omvat om bij 10 het door een voertuig binnengaan van een informatieregio aan de data-ontvanger in dat voertuig de regio-identificatiecode van die regio over te dragen, waarbij de data-ontvanger zichzelf door middel van die regio-identificatiecode instelt voor ontvangst van door die regio-informatiecode gekenmerkte informatie, uitgezonden door het 15 zenderstelsel.

2. Informatiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de regio-identificatiecode in de data-ontvanger wordt ingesteld door middel van regionale bakenzenders (4) die de regio-identificatiecode naar data-ontvangers van voortuigen binnen het 20 zendbereik van die bakenzenders uitzenden, waarbij de data-ontvanger zichzelf instelt op het uitluisteren van door het zenderstelsel (3) uitgezonden informatiemodules die gekenmerkt worden door de door de regionale bakenzender uitgezonden regio-identificatiecode.

3. Informatiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk 25 d a t de regio-identificatiecode in de data-ontvanger wordt ingesteld door middel van lokale bakenzenders (4) die de regio-identificatiecode naar data-ontvangers van de bakenzender passerende voortuigen uitzenden, waarop de data-ontvanger zichzelf instelt op het uitluisteren van door het zenderstelsel (3) uitgezonden 30 informatiemodules die gekenmerkt worden door de door de lokale bakenzender uitgezonden regio-identificatiecode.

4. Informatiesysteem volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de identificatiecode door de bakenzender wordt overgedragen via hetzelfde medium (Fdata) als waarmee het 35 zenderstelsel (3) de informatiemodules (5) overdraagt.

5. Informatiesysteem volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de identificatiecode door de bakenzender wordt 1007831 overgedragen via een ander medium (Fpilot) dan het medium (Fdata) via hetwelk het zenderstelsel (3) de informatiemodules overdraagt.

6. Informatiesysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk dat elke lokale bakenzender uitsluitend de identificatiecode 5 uitzendt van de regio die door passerende voertuigen wordt binnengegaan, waarbij een besturingsorgaan (11) de data-ontvanger in een dergelijk voertuig instelt conform de van de bakenzender ontvangen identificatiecode.

7. Informatiesysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk 10 dat elke lokale bakenzender de identificatiecodes uitzendt van beide belendende regio's, dat wil zeggen de regio die wordt verlaten en de regio die wordt binnengegaan, waarbij een besturingsorgaan (11) de data-ontvanger van een passerend voertuig instelt conform de waarde van de identificatiecode die ongelijk is aan de identificatiecode-15 instelling van die data-ontvanger. 1007931