NL1007736C2 - Spreekklepsamenstel. - Google Patents

Description

Spreekklepsamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een klep bestemd om te worden aangebracht op de luchtpijpstoma van een gelaryngectomeerde. Bij een dergelijke patiënt is in een 5 punctiekanaal (fistel) tussen luchtpijp en slokdarm een stemprothese geplaatst, door middel waarvan samengeperste lucht uit de luchtpijp via de slokdarm in de mondholte kan worden geleid. Daarmee wordt de patiënt de mogelijkheid tot spraak geboden.

Bij spreken moet de lucht derhalve niet via de luchtpijpstoma afgevoerd 10 worden, maar via de stemprothese. De patiënt kan daartoe met een vinger de luchtpijpstoma afsluiten, maar het is comfortabeler om voor dat doel de genoemde spreekklep te voorzien. Onder invloed van een enigszins verhoogde druk of uitstroomsnelheid kan de patiënt de klep laten sluiten, waardoor de gewenste omleiding via de spreekprothese wordt verkregen.

15 Een spreekklepsamenstel voor aansluiting op de luchtpijpstoma van een gelaryngectomeerde, omvattende een huis met een doorgang die zich uitstrekt tussen een proximaal eind nabij de luchtpijpstoma en een tegenoverliggend vrij eind, een filtermiddel dat zich bevindt nabij het proximale eind, alsmede een klep die een kleplichaam en een klepzitting omvat is op zich bekend uit WO-A-9517138. Deze 20 klep omvat een buis met een doorgang die plaatsbaar is over de luchtpijpstoma.

Teneinde bezwaren bij het inademen van omgevingslucht te voorkomen, moet op de klep tevens een filter worden aangebracht. Bij het uitademen wordt dat filter verwarmd en bevochtigd, zodanig dat de vervolgens ingeademde omgevingslucht voorverwarmd en op een hogere vochtigheidsgraad wordt gebracht. De aldus 25 voorbehandelde omgevingslucht conditioneert de lucht en beperkt in belangrijke mate chronische klachten van de luchtwegen. Niet geconditioneerde (buiten)lucht is te koud en te droog.

De bekende klep bezit een aantal nadelen. Allereerst is de opbouw daarvan vrij ingewikkeld en daardoor duur. Bovendien produceert deze klep bijgeluiden en moet 30 deze met bijvoorbeeld een vinger dicht gedrukt worden teneinde spraak mogelijk te maken.

Doel van de uitvinding is een oplossing te bieden voor deze problemen. Dat wordt bereikt doordat de klep zich bevindt aan de naar het vrije eind gekeerde zijde 1007736 2 van het filter, en het kleplichaam en de klepzitting tegen een voorspanning in met elkaar in samenwerking brengbaar zijn onder invloed van een luchtstroming van het proximale naar het vrije eind door de doorgang van het huis.

Het spreekklepsamenstel volgens de uitvinding heeft verscheidene voordelen.

5 Doordat het filtermiddel zich, in de uitstroomrichting van de uitgeademde lucht gezien, bevindt vóór de klep, zal de laatste aanzienlijk minder snel vervuild raken. Eventueel slijm en dergelijke verzamelen zich in het filtermiddel, dat gemakkelijk gereinigd of vervangen kan worden, (disposable materiaal). Bovendien sluit de klep automatisch wanneer spraak geproduceerd wordt, onder invloed van de daarbij 10 optredende drukverhoging. Het is niet nodig om de klep daartoe apart te bedienen met bijvoorbeeld een vinger.

Verder leidt de integrale constructie van klep en filtermiddel tot relatief kleine totale afmetingen. Dit is aangenamer voor de patiënt, en ook vanuit esthetisch opzicht acceptabeler.

15 De constructie van het spreekklepsamenstel bezit minder onderdelen, en leidt daardoor tot lagere kosten.

Bij voorkeur is het kleplichaam een bolsegment waarvan de holle zijde naar de klepzitting is gekeerd. De uitgeademde lucht stroomt tegen de holle zijde van het bolsegment aan, waardoor het sluiten van de klep wordt bevorderd. Groot voordeel 20 van de bolvorm is tevens dat het sluiten vrij geruisloos kan geschieden, wat de patiënt als zeer aangenaam ervaart.

Het kleplichaam kan op allerlei verschillende manieren onder voorspanning worden opgehangen. Volgens de uitvinding kan het bolsegment over de omtrek verdeelde veermiddelen bezitten die zijn afgesteund op het huis, welke veermiddelen 25 het bolsegment in rust in een positie op afstand van de klepzitting houden.

De veermiddelen kunnen strippen omvatten, waarbij elke strip gekromd is, en nabij het uiteinde is opgenomen in een uitsparing in de inwendige wand van het huis.

Tevens kunnen de strippen aan hun van het bolsegment afgekeerde eind onderling zijn verbonden door een steunring.

30 Het bolsegment, de strippen en de steunring kunnen uit een geheel van kunststof bestaan zoals siliconenrubber. Een dergelijke uitvoering is goedkoop en kan eenvoudig worden verwisseld door de patiënt.

1007736 3

Bovendien kan een aldus uitgevoerd kleplichaam in verschillende stugheden worden uitgevoerd. Dat levert een verdere mogelijkheid tot aanpassing aan individuele patiënten op. Ook kan het spreekklepsamenstel afgestemd worden op verschillende behoeften van de patiënt, zoals sport, inspanning, rust e.d.

5 Een aanvullend voordeel van het spreekklepsamenstel volgens de uitvinding hangt samen met het hoesten van de patiënt. Zoals reeds genoemd kan bij bekende kleppen in een dergelijk geval de klep of het huidzegel losschieten. Het spreekklepsamenstel volgens de uitvinding heeft echter het grote voordeel dat het kleplichaam van buiten direct bereikbaar is doordat het filter niet de toegang daartoe 10 blokkeert. Als gevolg daarvan kan de patiënt bij een hoestprikkel in een natuurlijk reflex met zijn vinger het kleplichaam licht indrukken, zodanig dat het sluiten van de klep wordt verhinderd en de lucht zonder problemen kan ontsnappen. Deze reflex is analoog aan het naar de mond brengen van de hand bij een hoestbui, en om die reden dan ook volledig acceptabel voor de patiënt.

15 Het huis kan aan het vrije eind een naar binnen wijzende klepzitting dragen.

Bij voorkeur is de klepzitting instelbaar in de doorgangsrichting van het huis. Dat kan bijvoorbeeld verkregen worden doordat de klepzitting onderdeel vormt van een in het huis verschroefbare ring.

Ter vergemakkelijking van het reinigen of verwisselen kan het filtermateriaal 20 los in het huis opneembaar zijn. Het filtermateriaal kan een wegwerpfilter van gegolfd papiermateriaal zijn.

Op bekende wijze kan het huis aan het proximale eind bevestigingsmiddelen dragen voor het bevestigen daarvan aan een rond de luchtpijpstoma aanbrengbaar huidzegel.

25 Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een spreekklepsamenstel volgens de uitvinding, zoals toegepast bij een patiënt.

Figuur 2 toont een langsdoorsnede door het spreekklepsamenstel volgens de 30 uitvinding.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht op het kleplichaam.

Zoals weergegeven in figuur 1 is het spreekklepsamenstel 1 volgens de uitvinding aangebracht in de luchtpijpstoma 2 van een patiënt. Die luchtpijpstoma 2 1007736 4 vormt de uitmonding van de luchtpijp 3 van een gelaryngectomeerde, waarvan het strottenhoofd is verwijderd.

Op gebruikelijke wijze is tussen de luchtpijp 3 en de slokdarm 4 een in zijn geheel met 5 aangeduide spreekprothese aangebracht. Deze spreekprothese 5 is op 5 zich bekend, en vormt niet het onderdeel van de huidige uitvinding.

Indien de patiënt wenst te spreken, moet hij lucht uit de luchtpijp 3 via de spreekprothese 5 in de slokdarm 4 persen. Vervolgens kan hij door zijn mondholte spraak ontwikkelen.

Teneinde de daartoe in de luchtpijp 3 benodigde overdruk te kunnen 10 ontwikkelen, moet het luchtpijpstoma 2 worden afgesloten, en voor dat doel is het spreekklepsamenstel 1 volgens de uitvinding voorzien.

Zoals weergegeven in figuur 2 omvat het spreekklepsamenstel 1 volgens de uitvinding een huis 6, dat aan zijn proximale, naar de luchtpijpstoma 2 gekeerde eind een omtreksribbe 7 draagt. Deze omtreksribbe 7 is geklemd of geklikt in een 15 overeenkomstig gevormde groef 8 in de rondlopende ribbe 9 van het in zijn geheel met 10 aangeduide huidzegel. Dit huidzegel is op bekende wijze door middel van een kleeflaag bevestigd aan de huid 11 van de patiënt, rond de luchtpijpstoma 2.

Aan zijn van de luchtpijpstoma 2 afgekeerde eind bezit het huis 6 een naar binnen stekende flens 12, die een inwendige schroefdraad 13 draagt. Verder is een 20 ring 14 voorzien, die met overeenkomstige schroefdraad 15 is geschroefd in de schroefdraad 13 van de flens 12.

De ring 14 bepaalt de positie van klepzitting 16, die in het huidige uitvoeringsvoorbeeld kegelvormig toelopend is uitgevoerd.

In de inwendige wand van het huis 6 is een uitsparing 17 voorzien, waarin de 25 geheel met 18 aangeduide klep is ondersteund. Deze klep 18 is in bovenaanzicht in figuur 3 weergegeven.

De klep 18 is opgebouwd uit een bolsegment 19, een viertal strippen 20, alsmede een ring 21.

Bolsegment 19, strippen 20 en ring 21 vormen een geheel uit kunststof 30 bijvoorbeeld siliconenrubber.

Zoals weergegeven in figuur 2 zijn de strippen 20 zodanig gekromd, dat zij steunen in de uitsparing 17 van het huis 6. De ring 21 steunt daarbij tegen een naar beneden wijzende richel 22 van de flens 12. Door de strippen 20 op de gewenste 10077 3 6 5 wijze uit te voeren, kan het bolsegment 19 op een gewenste afstand van de ring en daarmee van de zitting 16 worden gehouden. Zij kunnen op het nog te beschrijven filter 24 steunen.

Afhankelijk van de stijfheid van het toegepaste kunststofmateriaal, de vorm en 5 dikte van de strippen 20, en de afstand tussen het bolsegment 19 en de zitting 16, blijft de klep in de geopende toestand bij het normaal uitademen, zoals weergegeven door de pijlen 25.

Tijdens dat uitademen wordt het in zijn geheel met 24 aangeduide filter verwarmd en bevochtigd. Dit filter bevindt zich eveneens in het huis 6, en is 10 opgesloten tussen het kleplichaam 18, in het bijzonder de strippen 20 daarvan, en het huidzegel 10.

Bij het inademen wordt de koelere en drogere omgevingslucht via het filter 24 voorverwarmd en bevochtigd, hetgeen aangenamer is voor de patiënt. Groot voordeel van de plaatsing van het filter 24, in uitademrichting 25 voor het kleplichaam 18, is 15 dat het kleplichaam 18 nauwelijks vervuild raakt met bijvoorbeeld slijm. Bovendien kan het filter 24 gemakkelijk verwijderd en vervolgens gereinigd of weggeworpen worden. De patiënt behoeft slechts het huis 6 te verwijderen van het huidzegel 10, hetgeen gemakkelijk kan geschieden door de klikverbinding 7, 8.

Indien de patiënt spraak wenst te ontwikkelen, moet de klep 23 gesloten 20 worden. Daartoe wekt hij een hogere druk of hogere uitstroomsnelheid in zijn luchtpijp 3 op, zodanig dat de in de holle ruimte van het bolsegment 19 gevangen lucht, dit bolsegment 19 tegen de zitting 16 aandrukt.

De lucht kan nu niet langer ontsnappen via het spreekklepsamenstel 1 en kiest de weg via de spreekprothese 5.

25 Bij het sluiten ontwikkelt de klep 23 weinig geluid, aangezien de op elkaar afgestemde vormen van bolsegment 19 en klepzitting 16 geen klik opwekken.

Eventueel kan de patiënt het kleplichaam 18 vervangen door een stugger of soepeler kleplichaam, afgestemd op zijn behoefte. Ook is het mogelijk om het klepsamenstel 1 toe te passen zonder filter 24 daarin. Als alternatief kan ook in het 30 klepsamenstel 1 slechts het filter 24 worden toegepast, zonder het kleplichaam 18.

Bij een hoestprikkel kan de patiënt gemakkelijk het bolsegment 19 met een vinger ingedrukt houden, waardoor sluiten van de klep 23 wordt verhinderd. Het spreekklepsamenstel 1 kan aldus betrouwbaar op zijn plaats worden gehouden.

Claims (12)

1. Spreekklepsamenstel (1) voor aansluiting op de luchtpijpstoma (2) van een gelaryngectomeerde, omvattende een huis (6) met een doorgang (26) die zich uitstrekt 5 tussen een proximaal eind nabij de luchtpijpstoma (2) en een tegenoverliggend vrij eind, een filtermiddel (24) dat zich bevindt nabij het proximale eind, alsmede een klep (23) die een kleplichaam (18) en een klepzitting (16) omvat, met het kenmerk dat de klep zich bevindt aan de naar het vrije eind gekeerde zijde van het filter (24), en dat het kleplichaam (18) en de klepzitting (16) tegen een voorspanning in met 10 elkaar in samenwerking brengbaar zijn onder invloed van een luchtstroming (25) van het proximale naar het vrije eind door de doorgang (26) van het huis (6).

2. Spreekklepsamenstel volgens conclusie 2, waarbij het kleplichaam (18) een bolsegment (19) is waarvan de bolle zijde naar de klepzitting (16) is gekeerd. 15

3. Spreekklepsamenstel volgens conclusie 2, waarbij het bolsegment (19) over de omtrek verdeelde veermiddelen (20) heeft die zijn afgesteund op het huis (6), welke veermiddelen (20) het bolsegment (19) in rust in een positie op afstand van de klepzitting (16) houden. 20

4. Spreekklepsamenstel volgens conclusie 3, waarbij de veermiddelen strippen (20) omvatten.

5. Spreekklepsamenstel volgens conclusie 4, waarbij elke strip (20) gekromd 25 is, en nabij het uiteinde is opgenomen in een uitsparing (17) in de inwendige wand van het huis (6).

6. Spreekklepsamenstel volgens conclusie 4 of 5, waarbij de strippen (20) aan hun van het bolsegment (19) afgekeerde eind onderling zijn verbonden door een 30 steunring (21). 1 1007736 Spreekklepsamenstel volgens conclusie 6, waarbij het bolsegment (19), de strippen en de steunring (20) uit een geheel van kunststofmateriaal bestaan. «

8. Spreekklepsamenstel volgens een der voorgaande conclusies 2-7, waarbij het huis (6) aan het vrije eind een naar binnen wijzende klepzitting (12, 14, 16) draagt.

9. Spreekklepsamenstel volgens conclusie 10, waarbij de klepzitting (14, 16) 5 instelbaar is in de doorgangsrichting van het huis (6).

10. Spreekklepsamenstel volgens conclusie 9, waarbij de klepzitting (16) onderdeel vormt van een in het huis (6) verschroefbare ring (14).

11. Spreekklepsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het filtermateriaal (24) los in het huis (6) opneembaar is.

12. Spreekklepsamenstel volgens conclusie 11, waarbij het filtermateriaal (24) een wegwerpfilter van bijvoorbeeld schuim, koolstof en/of gegolfd papiermateriaal is. 15

13. Spreekklepsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het huis (6) aan het proximale eind bevestigingsmiddelen (7) draagt voor het bevestigen daarvan aan een rond het luchtpijpstoma aanbrengbaar huidzegel (10). 100773R