NL1007714C1 - Inrichting voor het rechtop houden van elementen zoals hekwerken en afbakeningen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het rechtop houden van elementen, zoals hekwerken en afbakeningen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het recht-5 op houden van elementen, zoals hekwerken en afbakeningen, bestaande uit een voetdeel waarop of waarin een of meerdere stijlen kunnen worden geplaatst.

Het is gebruikelijk om bijvoorbeeld hekwerken, in het bijzonder 10 bouwhekken, uit afzonderlijke elementen op te bouwen, waarbij elk element op of in één of meerdere voetdelen wordt geplaatst, teneinde genoemde elementen in de rechtopstaande stand te houden. Het is bekend om dergelijke voetdelen als betonnen lichamen uit te voeren, met een aantal gaten aan de bovenzijde, waarin de 15 stijlen van genoemde elementen geplaatst kunnen worden.

Deze betonnen lichamen hebben twee belangrijke nadelen. Het eerste nadeel is het gewicht, noodzakelijk om de elementen rechtop te houden, maar hinderlijk bij het transport en oorzaak van rug-20 klachten of andere lichamelijke klachten bij mensen die deze voetdelen moeten transporteren en plaatsen. Het tweede nadeel is dat deze betonnen voetdelen moeilijk op te pakken zijn. Dit verschijnsel wordt veroorzaakt door het feit dat er slechts beperkte mogelijkheden bestaan om handgrepen in betonnen lichamen mee 25 te vormen.

Er zijn diverse vindingen bekend, waarbij het gewicht beperkt wordt.

30 Genoemd kunnen worden de uitgeholde betonnen lichamen. Deze voetdelen bestaan uit een dunne schaal en hebben aan de bovenen zijkanten een vorm gelijkend op die van de massief betonnen lichamen. Deze uitgeholde voetdelen zijn weliswaar lichter van gewicht, maar hebben een aantal intrinsieke nadelen. Een eerste 35 intrinsiek nadeel is dat evenals in de massieve betonnen voetdelen, in de uitgeholde betonnen lichamen slechts rudimentaire handgrepen mogelijk zijn. Een tweede intrinsiek nadeel van de 1007714 2 uitgeholde betonnen lichamen is dat door de minimalisering van de wanddikte een kwetsbaar element ontstaat, dat snel barst of breekt tijdens gebruik. Een derde intrinsiek nadeel is dat de functie, namelijk het rechtop houden van elementen, aanzienlijk 5 slechter wordt uitgeoefend dan bij de massieve betonnen voetde-len, hetgeen veroorzaakt wordt door het geringere gewicht.

Daarnaast zijn bekend de kunststof voetdelen, o.a. uit de Nederlandse octrooiaanvraag NL 9401555. Hierin worden voetdelen om-10 schreven, bestaande uit een hol kunststof lichaam dat is opgevuld met een massa als water, zand, beton of een ander materiaal. Deze hol kunststof lichamen brengen echter veel handwerk op de bouwplaats met zich mee, omdat ze aldaar nog dienen te worden gevuld. Er zijn ook varianten bekend van massief kunststof. Ech-15 ter, deze massieve kunststof lichamen oefenen hun functie, namelijk het rechtop houden van elementen, aanzienlijk slechter uit dan de gebruikelijke massieve betonnen voetdelen, hetgeen wordt veroorzaakt door hun geringere gewicht. Bovendien zijn beide types kunststof voetdelen veel duurder dan de massief betonnen 20 voetdelen.

Tenslotte zijn bekend de verzinkt stalen voetdelen. Deze voetdelen bestaan veelal uit horizontaal liggend plaat- of stripmate-riaal, met daarop één of meerdere kokers bevestigd, waar de ele-25 menten ingezet kunnen worden. Deze voetdelen oefenen hun functie, namelijk het rechtop houden van elementen, zeer goed uit, maar zijn duur en erg diefstal gevoelig. Om diefstal te bemoeilijken worden de metalen voetdelen veelal vastgebout aan de stijlen van de elementen die ze rechtop houden, hetgeen zeer 30 veel handwerk met zich meebrengt. Daarom worden ze zelden toegepast bij onbeheerde bouwplaatsen en dergelijke.

De bekende alternatieven voor de massief betonnen voetdelen slagen er aldus niet in, om het gebruiksprobleem in zijn algemeen-35 heid op te lossen. Bij alle bovengenoemde alternatieven komen voor het gewichtsprobleem, andere problemen in de plaats.

1007714 3

De uitvinding beoogt een inrichting van het in de aanhef beschreven type te verschaffen, waarbij bovengenoemde bezwaren niet voorkomen. Het gewicht van de voetdelen wordt gereduceerd tot een ergonomisch aanvaardbaar niveau. Tevens is in de voetde-5 len door de wijze van opbouwen een ergonomisch verantwoorde handgreep geïntegreerd, waardoor ze eenvoudig met één hand zijn op te pakken. Bovendien wordt de functie, namelijk het rechtop houden van elementen, zoals hekwerken en afbakeningen, niet minder goed uitgeoefend dan door de momenteel gebruikelijke, maar 10 problematische massieve betonnen voetdelen. Tenslotte zijn de voetdelen niet kwetsbaarder dan de momenteel gebruikelijke massieve betonnen voetdelen.

De inrichting onderscheidt zich, doordat het voetdeel is gevormd 15 uit twee zware delen, die worden verbonden door een licht en stijf verbindingsdeel, dat tevens kan dienen als handgreep. De zware delen zijn voorzien van één of meerdere voorzieningen die dienen om een stijl van de sectie, die rechtop gehouden moet worden, in of op te plaatsen.

20

De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, welke in bijgaande figuren zijn weergegeven.

25 Figuur 1 toont een perspectivische tekening van een eerste uitvoeringsvorm met rechthoekige zware delen, verbonden door een rond verbindingsdeel. De voorzieningen, dienend om een stijl van het element, dat rechtop gehouden moet worden in te plaatsen, bestaan in deze uitvoeringsvorm uit een gat in de massieve zware 30 delen.

Figuren 2 tot en met 7 tonen een schematisch bovenaanzicht op een aantal uitvoeringsvormen, waarbij ter wille van de duidelijkheid het gedeelte van het verbindingsdeel dat zich in de 35 zware delen bevindt gestreept is getekend. Figuren 8 en 9 tonen een schematisch zijaanzicht op een aantal uitvoeringsvormen.

1007714 4

In de figuren is met het cijfer 1 steeds het lichte en stijve verbindingsdeel aangegeven en met het cijfer 2 telkens de zware delen, welke elk zijn voorzien van een of meerdere voorzieningen 3.

5

Het verbindingsdeel(1) kan bestaan uit een homogeen materiaal, maar ook uit combinaties van verschillende materialen en kan diverse doorsneden hebben bijvoorbeeld rond, drie-, vier- of meerhoekig of bijvoorbeeld een I-, H- U- of T-vorm of een andere 10 doorsnede. Ook kan het verbindingsdeel(1) een licht gebogen vorm hebben (fig. 8).

De zware delen(2) bestaan uit een zwaar materiaal, zoals bijvoorbeeld beton, staal of een ander materiaal en zijn aan de 15 einden van het verbindingsdeel bevestigd. Het bevestigen van de zware delen aan het verbindingsdeel kan op vele wijzen plaatsvinden, bijvoorbeeld met behulp van bevestigingsmiddelen als schroeven, bouten, klemmen en dergelijke. Ook kunnen de zware delen bevestigd zijn met behulp van een bevestigingsmateriaal 20 als lijm of bijvoorbeeld door het materiaal van de zware delen om de verbindingsdelen te vormen door bijvoorbeeld gieten. In figuren 2 tot en met 7 is een aantal voorbeelden van mogelijke bevestigingswijzen getekend.

25 Teneinde het verbindingsdeel onlosmakelijk met de zware delen te verbinden kan het bijvoorbeeld aan de einden zijn voorzien van een vervorming, waarvan uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven in figuren 2 en 3, ofwel van een extra onderdeel, waarvan uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven in figuren 4, 5 en 6.

30

De zware delen(2) kunnen diverse vormen hebben. Een aantal uitvoeringsvormen is weergegeven in figuren 1 tot en met 9, maar ook andere vormen, zoals bijvoorbeeld rond, ovaal of kegelvormig zijn mogelijk. Teneinde de stabiliteit van het voetdeel te ver-35 hogen is de onderzijde ervan bij voorkeur gewelfd uitgevoerd, zodanig dat de uiteinden van het voetdeel op de grond komen te rusten. Dit is schematisch weergegeven in figuur 8.

.007714 5

De zware delen zijn voorzien van één of meerdere voorzienin-gen(3), die dienen om een stijl van het element, dat rechtop gehouden moet worden, in of op te plaatsen. Deze voorzieningen 5 kunnen bijvoorbeeld bestaan uit gaten in de materie van de zware delen (zoals weergegeven in figuren 1 tot en met 6 en figuur 8), maar ook bijvoorbeeld uit buisvormige elementen die volledig in de zware delen geïntegreerd zijn, en bijvoorbeeld aan de verbindingsdelen zijn bevestigd (fig. 7). De voorzieningen(3) kunnen 10 zich tot aan het ondervlak van de zware delen uitstrekken (fig.

8), maar er zijn ook uitvoeringsvormen mogelijk, waarbij de voorzieningen niet tot aan het bodemvlak doorlopen (fig. 9). Ook zijn uitvoeringsvormen mogelijk waarbij de voorzieningen boven de zware delen uitsteken, zoals schematisch is weergegeven in 15 figuur 9. In een dergelijke uitvoeringsvorm is de stijl van het element dat rechtop gehouden moet worden hol aan de onderzijde en heeft de voorziening(3) dezelfde vorm als de holte aan de onderzijde van genoemde stijl.

20 De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen .

1007714

Claims (7)

1.Inrichting voor het rechtop houden van elementen, zoals hekwerken en afbakeningen, bestaande uit een voetdeel waarop of 5 waarin één of meerdere stijlen kunnen worden geplaatst, met het kenmerk, dat het voetdeel bestaat uit twee zware delen, die verbonden worden door een licht, stijf en recht verbindingsdeel, terwijl de zware delen voorzien zijn van één of meerdere verticaal georiënteerde voorzieningen voor het plaatsen van één 10 of meerdere stijlen van het element dat rechtop gehouden moet worden.

2.Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zware delen aan het lichte en stijve verbindingsdeel worden bevestigd door ze er om heen te vormen. 15

3.Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het lich te en stijve verbindingsdeel aan de uiteinden is vervormd, teneinde te voorkomen dat de zware delen los geraken.

4.Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan het lichte en stijve verbindingsdeel extra onderdelen zijn beves- 20 tigd, teneinde te voorkomen dat de zware delen los geraken.

5.Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zware delen niet om het lichte en stijve verbindingsdeel worden gevormd, maar eraan worden bevestigd door middel van extra bevestigingsmateriaal . 25

6.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat de onderzijde van het voetdeel gewelfd is.

7.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel gebogen is. 1 u ü / Ί 1 4