NL1025294C1 - Werkwijze voor het aanleggen van een fundering voor kassen. - Google Patents

Werkwijze voor het aanleggen van een fundering voor kassen. Download PDF

Info

Publication number
NL1025294C1
NL1025294C1 NL1025294A NL1025294A NL1025294C1 NL 1025294 C1 NL1025294 C1 NL 1025294C1 NL 1025294 A NL1025294 A NL 1025294A NL 1025294 A NL1025294 A NL 1025294A NL 1025294 C1 NL1025294 C1 NL 1025294C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sleeve
foundation
ground level
concrete
reinforcement
Prior art date
Application number
NL1025294A
Other languages
English (en)
Inventor
Ger-Jan Koster
Original Assignee
Koster & Durieux Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koster & Durieux Beheer B V filed Critical Koster & Durieux Beheer B V
Priority to NL1025294A priority Critical patent/NL1025294C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025294C1 publication Critical patent/NL1025294C1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D27/00Foundations as substructures
    • E02D27/10Deep foundations
    • E02D27/12Pile foundations

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Foundations (AREA)

Description

Werkwijze voor het aanlegaen van een fundering voor kassen
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanleggen van een funderingsconstructie voor kassen en/of warenhuizen en dergelijke, in het bijzonder een funderingsconstructie voor kolommen daarvan, in het 5 bijzonder voor middenveldkolommen daarvan.
De uitvinding heeft verder betrekking op een dergelijke funderingsconstructie en op bijzondere hulpmiddelen in het aanleggen daarvan.
In het aanleggen van een bekende 10 funderingsconstructie in zwak-draagkrachtige gronden wordt ter plaatse van de plek waar een kolom moet komen eerst een houten paal met het boveneind tot beneden de grondwaterspiegel in de grond gedreven. Het laatste stuk kan de paal met een daarop scharnierend geplaatste beton-15 nen oplanger in de grond worden ingedreven, waarna de oplanger zich tot boven de grondwaterspiegel uitstrekt, maar met het boveneind zo'n 1,0 meter beneden het maaiveld blijft. Alternatief kan de gehele paal van beton zijn.
Vervolgens wordt tot de bovenzijde paal/oplanger 20 een gat uit de grond geboord. Dat gat wordt dan tot bijvoorbeeld 40 cm onder het maaiveld gevuld met beton, om een zogenaamde betonprop te vormen. De verbinding paal-prop is vaak slecht, waardoor deze als een scharnier te beschouwen is. Voor verbetering van de stabiliteit maakt 1025294
I 2 I
I men de prop groot, met een doorsnede van 40-80 cm. In de I
I nog niet geharde betonprop wordt een zogenaamd -prefab- I
I Zeus- of normpaaltje gesteld, welk paaltje zich tot onge- I
I veer 40 cm boven het maaiveld uitstrekt. Deze paaltjes I
I 5 vormen de ondersteuning voor de stalen kolommen van de I
I kasconstructie. Nadat aldus alle paaltjes geplaatst zijn I
I vult men het gat weer aan en kan men de stalen kommen op I
I die paaltjes bevestigen. I
I Een nadeel van deze bekende techniek is dat het I
I 10 boren van de grond materieel vereist, en dat het boren I
I moeilijk nauwkeurig is uit te voeren, omdat de grondboor I
I snel verloopt, scheef gaat staan of door de werkman op een I
I onjuiste plaats ingevoerd wordt. De betonprop bevindt zich I
I daardoor vaak niet recht onder de stramienplaats van de I
I 15 kolom en eveneens niet recht boven de onderliggende paal. I
I Door het grote oppervlak van de betonprop kan men welis- I
I waar de mogelijkheid hebben het paaltje in het nog natte I
I beton te plaatsen op het stramien voor de kolommen, maar I
I dit is zeer zwaar werk, mede gezien het gewicht van onge- I
I 20 veer 40 kg van de paaltjes. I
I Een doel van de uitvinding is een werkwijze van I
I de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die op I
I althans enige van voomoemde punten verbetering brengt. I
I Een verder doel van de uitvinding is een I
I 25 werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaf- I
I fen, die eenvoudiger en betrouwbaarder kan worden uit- I
I gevoerd. I
I Een verder doel van de uitvinding is een I
I werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaf- I
I 30 fen, waarmee onder gegeven omstandigheden optimale I
I krachtlijnen realiseerbaar zijn. I
I Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe I
I in een werkwijze voor het maken van een I
I funderingsconstructie voor kolommen van kassen, omvattend I
I 35 het in een beneden een maaiveld gelegen grond plaatsen van I
I een funderingselement, met een boveneind daarvan dat zich I
I op afstand beneden het maaiveld bevindt, waarna op het I
I 1025294 1 3 boveneind een langwerpige huls geplaatst wordt, die zich althans tot nabij maaiveld uitstrekt, en de huls gesteld wordt om met het boveneind in het stramien van de kaskolommen te passen, vervolgens de huls in de gestelde stand 5 gefixeerd wordt, en de huls in de gefixeerde stand gevuld wordt met beton, waarna op het boveneind een kaskolom geplaatst wordt.
Aldus kan afgezien worden van de prefab paaltjes en kan het stellen plaatsvinden aan de hand van de huls, 10 die veel makkelijker te hanteren en te richten is. Het fixeren van de huls kan bijvoorbeeld plaatsvinden met een weinig mortel dat in de huls gestort wordt.
In voornoemde constructies van zwak-draagkrachtige gronden kan voorts worden afgezien van de betonprop, 15 waarbij dan de huls op de oplanger of de paal geplaatst kan worden. Hierdoor wordt bespaard op betonwerk.
In geval van een betonprop die uit lijn met de stramienmaat aangebracht is kan men door kanteling van de in de nog niet geharde beton van de betonprop geplaatste 20 huls/wapening het boveneind daarvan in de stramienmaat brengen.
In een uitvoering wordt voorafgaande aan het plaatsen van de huls een wapening op of in het funderingselement -op staal gefundeerde betonnen prop of 25 paal- geplaatst. Deze wapening kan met stekken in de gestorte paal een stijve verbinding vormen, waardoor slanker kan worden geconstrueerd.
In een alternatieve uitvoering wordt de wapening geplaatst na plaatsing van de huls.
30 Eenvoudige plaatsing en stelling van de huls kan geschieden indien de huls met het ondereind gesteund wordt op een bovenvlak van het funderingselement.
In een uitvoering waarin sprake is van draagkrachtige grond kan het funderingselement poer- of 35 balkvormig zijn, zoals voornoemde, op staal gefundeerde betonnen prop.
In een alternatieve uitvoering, voor minder 1025294
4 I
draagkrachtige gronden, is het gebruikte funderingselement I
paalvormig, in de vorm van een funderingspaal danwel een I
oplanger daarvoor. I
In die uitvoering heeft het de voorkeur dat het I
5 ondereind van de huls klemmend op het boveneind van het I
funderingselement wordt geplaatst. Men kan hierbij de huls I
gemakkelijk op de juiste hoogte en in de juiste hoek stel- I
len. I
In een verdere uitvoering hiervan wordt gebruik I
10 gemaakt van een huls met een verbreed ondereind, bij I
voorkeur met een dwarsdoorsnede die afgestemd is op die I
van het funderingselement. I
Indien gebruik wordt gemaakt van een huls met I
een zich neerwaarts verwijdende dwarsdoorsnede kunnen de I
15 hulzen genest worden ter verkleining van transport- en I
opslagvolume. Voorts kan een type huls worden ingezet bij I
palen met verschillende doorsnede-afmetingen. I
De stijfheid van de fundering wordt verder I
vergroot indien aan het boveneind van de huls een verbin- I
20 dingswapening voor een kolom wordt geplaatst en gesteld. I
In een eenvoudige uitvoering wordt de kolomver- I
bindingswapening geplaatst na het vullen van de huls met I
beton, en bij voorkeur na het plaatsen en stellen van die I
wapening het boveneind van de huls wordt afgestort met I
25 beton. De verbindingswapening, die in horizontale en I
verticale zin op de juiste plaats ligt, kan dan eenvoudig I
zuiver verticaal gericht worden. I
Vanuit een ander aspect voorziet de uitvinding I
in een huls kennelijk bestemd en geschikt voor uitvoering I
30 van de werkwijze volgens de uitvinding. I
Bij voorkeur is de huls vervaardigd van I
kunststof. I
Voor vergemakkelijking van het aanbrengen van de I
langswapening na plaatsing van de huls kan de huls aan de I
35 binnenzijde voorzien zijn van af standhouders voor het in I
dwarsdoorsnede richten van langswapening. Indien de huls I
geplaatst wordt na plaatsing van de langswapening kunnen I
1025294 I
5 de af standhouders ringen vormen, waardoorheen de wape-ningsstaven gestoken kunnen worden, zodat deze in dwars-richting plaatsvast zijn gehouden voorafgaande aan het storten van het beton in de huls.
5 Voor het bevorderen van voomoemde eventuele klemwerking van de huls op de paal kan de huls aan het ondereind voorzien zijn van profileringen voor de klemwerking. Indien de huls over de paal grijpt kan de huls aan de binnenzijde voorzien zijn van de profileringen. 10 Deze profileringen kunnen ook een afdichting tegen grondwater vormen, dat anders in het gebied binnen de huls, boven de paal kan instromen. De profilering kan bijvoorbeeld ook gevormd zijn als rubber elementen.
Het ondereind van de huls kan verbreed zijn, 15 voor besparing op beton voor het te vormen paaltje. Het verbrede eind en het bovengelegen opstaande hulsdeel kunnen apart onderdelen vormen, die aan elkaar te bevestigen zijn. Hierdoor kan men een ondereind afstemmen op de vorm en afmetingen van het onderliggende 20 funderingselement.
Indien de huls in neerwaartse richting taps uitloopt kan deze genest worden, maar wordt bovendien verder bespaard op beton, met behoudt van sterkte.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding 25 in een funderingsconstructie voor kassen, in het bijzonder voor kolommen in een middenveld van kassen, omvattend een in de grond, met het boveneind beneden het maaiveld aangebracht f underingselement, zoals een paal of oplanger, een daarop met verbindingswapening bevestigde paal van in 30 situ gestort gewapend beton, welke paal zich onder een van de verticaal afwijkende hoek opwaarts uitstrekt en zich met het boveneind nabij, bij voorkeur boven, het maaiveld bevindt, en met dat boveneind in het stramien van de kolommen past.
35 Vanuit nog een verder aspect voorziet de uitvin ding in een kas of warenhuis voorzien van een of meer van dergelijke funderingsconstructies.
1025294
6 I
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand I
van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voor- I
beelduitvoering. Getoond wordt in: I
figuur 1 een isometrisch aanzicht op een voor- I
5 beelduitvoering van een huls volgens de uitvinding; I
figuur IA een doorsnede volgens vlak IA in I
figuur 1; I
figuren 2A-I schematische weergaven van opeen- I
volgende stappen in het uitvoeren van een werkwijze vol- I
10 gens de uitvinding, gebruikmakend van een huls volgens I
figuur 1; I
figuur 3 een alternatieve uitvoering van een I
werkwijze volgens de uitvinding; I
figuren 4A en 4B gedeelten van twee alternatieve I
15 uitvoeringen van een huls volgens de uitvinding; I
figuren 5A en 5B schematische weergaven van I
verdere mogelijke uitvoeringen van hulzen volgens de I
uitvinding; I
figuren 6A-D een verdere alternatieve uitvoering I
20 van een werkwijze volgens de uitvinding. I
De huls 1 in figuur 1 is vervaardigd van kunst- I
stof en omvat een kokervormig kolomdeel 2, met een hoogte I
hl, en een breder, kokervormig voetdeel 3, met hoogte h2. I
Ter plaatse van de overgang tussen kolomdeel 2 en voetdeel I
25 3 is een trede 4 gevormd. Het voetdeel 3 is aan de binnen- I
zijde voorzien van horizontale ribben 9. Het kolomdeel 2 I
is aan de binnenzijde, ter plaatse van de hoeken, voorzien I
van daarmee verbonden ogen 7, waarin wapeningsstaven I
gestoken of geleid kunnen worden. I
30 Bij wijze van voorbeeld is de breedte dl van een I
zijde van het kolomdeel 2 14 cm, de hoogte hl 70 cm, de I
breedte d2 van het voetdeel 3 25 cm en de hoogte h2 daar- I
van 30 cm. De huls 1 is aan het boveneind en het ondereind I
open. I
35 Het gebruik van de huls 1 is toegelicht in de I
figuren 2A-I. In figuur 2A is in een bodem 60 een ontgra- I
ving 62 gemaakt, beneden het maaiveld 61. Eerder is een I
1025294 ‘ 7 funderingspaal 10 in de bodem geheid of getrild, die aan het boveneind voorzien is van een pen 13, waarop vervolgens een zogenaamde oplanger 11 geplaatst is, die vervaardigd is van beton, die voor het laatste deel mee de grond 5 in is geheid of getrild. In het boveneind van de oplanger 11 zijn gaten 15 aanwezig, waarin stekeinden 16 geplaatst zijn. Als gevolg van de scharnierverbinding tussen de funderingspaal 10 en de oplanger 11, kan de oplanger 11 scheef staan en daardoor het middelpunt T van het boven-10 vlak van de oplanger 11 met een maat e buiten de stramien-lijn S van de te bouwen constructie, in het bijzonder een kas, gelegen zijn.
In figuur 2B heeft men een aantal wapeningssta-ven 30 om de stekeinden 16 geplaatst, welke wapeningssta-15 ven 30 met elkaar verbonden zijn door middel van een of meer ringdraden 31, zodat als het ware een soort van korf gevormd wordt die makkelijk hanteerbaar is.
In figuur 2C laat men de huls 1 over de wapening 30, in de richting A zakken, totdat de situatie weergege-20 ven in figuur 2D verkregen is, waarin de inwendige ribben 9 aan kunnen grijpen op het zijoppervlak van de oplanger 11 en de bovenzijde van de huls in het stramienvlak U ligt. De huls 1 steunt dan op de oplanger 11, maar kan in de richting B gekanteld worden, waarbij de ribben 9 dan 25 langs het zijoppervlak van de oplanger 11 schuiven. De wapeningsstaven 30, die meer in het bovengedeelte van kolomdeel 2 door de ringen 7 zijn gehouden, bewegen met de kanteling mee.
De kanteling is bedoeld om het boveneind van het 30 kolomdeel 2 in lijn te brengen met de stramienlijn S, zoals weergegeven in figuur 2E, waarin de huls 1 enigszins schuin staat. Deze toestand wordt, voor zover de ribben 9 daar niet al voor zorgen, gefixeerd met behulp van enige mortel 32, die toegevoerd wordt in de richting D uit 35 handgereedschap 38. Nadat het middelpunt M van de bovenzijde van de huls 1 aldus is gefixeerd in overeenstemming met de stramienlijn S, kan overeenkomstig te werk gegaan 1025294
8 I
worden, volgens de figuren 2A-E, ter plaatse van andere I
funderingspunten in de kas, in het bijzonder in het mid- I
denveld daarvan. I
Nadat men daarmee gereed is, kunnen de hulzen 1 I
5 volgestort worden, met behulp van een voor die gelegenheid I
aangevoerd extern middel, zoals een rijdende betonmolen. I
Door middel van betonpompslangen 39 (figuur 2F) en een I
trilnaald 41 wordt het beton 33 in de huls 1, op de mor- I
tel laag 32 gestort, totdat de huls 1 nagenoeg gevuld is I
10 met beton 33. Het bovenvlak van het beton zal een horizon- I
taal vlak vormen. Men kan, wanneer de beton hard is, I
eventueel de hele huls verwijderen (niet-verloren bekis- I
ting, waarbij de huls bijvoorbeeld uit twee langshelften I
bestaat, die voor het storten tegen elkaar gespannen I
15 worden). Voordat de beton volledig hard is, eventueel na I
aanvulling (47) met gietmortel om de krimp in het beton te I
vereffenen, steekt men (figuur 26) een draadeind 42 in het I
midden van het boveneind van de huls 1 in de beton 33, en I
plaatst men daarover een kap 44 en draait men een moer 43 I
20 aan. Vervolgens kan men bij het achtereenvolgens, reeksge- I
wijs plaatsen van stalen kaskolommen 46 deze met de voeten I
45 op de kappen 44 plaatsen, en deze daarop vastbouten. De I
kolom 46 staat precies in de stramienmaat S, en bevindt I
zich boven het maaiveld 61. Opgemerkt wordt dat de werk- I
25 wijze volgens de figuren 2A-I ook toegepast kan worden I
indien er geen sprake is van een oplanger, maar van een I
doorgaande funderingspaal. I
De huls volgens de uitvinding kan ook gebruikt I
worden wanneer gebruik wordt gemaakt van een al dan niet I
30 op een funderingspaal steunende betonprop, van bijvoor- I
beeld 30 cm doorsnede, zoals in figuur 3 (betonprop 70) . I
De betonprop 70 ligt niet in de stramienmaat S. De huls I
101 zou bij een plaatsing rechtop en in lijn met S daar- I
door uitsteken van de rand van de betonprop 70. In het I
35 voorbeeld van figuur 3 wordt de huls 101 (in hoofdzaak I
overeenkomstig huls 1, maar nu gestrekt) nabij de rand van I
de betonprop 70, geplaatst over langswapening 130, die in I
1025294 9 de nog niet-geharde beton is gestoken in het bovenoppervlak van de betonprop 70. De wapening 130 en de huls 101 kan men op eenvoudige wijze kantelen (B) om het midden van de bovenzijde in lijn met de stramienmaat S te brengen.
5 Daarna kan verder te werk worden gegaan zoals volgens de figuren 2E-I.
In figuur 4A is een eerste mogelijke uitvoering weergegeven van een huls 201 volgens de uitvinding, waarbij het voetdeel 203 en het kolomdeel 202 aanvankelijk 10 aparte onderdelen vormen. Aan de onderrand, op het binnen-oppervlak, zijn ribben 205 voorzien, die voor verbinding kunnen samenwerken met ribben 204 op het voetdeel 203, na neerlaten van het kolomdeel 202 in de richting G, om dan één hanteerbaar geheel 201 te vormen. Het voordeel van 15 deze oplossing is dat transport en opslag vergemakkelijkt is. Het voetdeel kan men kiezen op het betreffende funde-ringselement. Het kolomdeel kan de standaard zijn.
In figuur 4B wordt daarvan een alternatieve uitvoering gegeven, waarbij nu het buitenvlak aan de 20 onderrand van kolomdeel 302 voorzien is van ribben 205, die verbindend kunnen samenwerken, bijvoorbeeld door snappen, met naar binnen gekeerde ribben 304 op het voetdeel 303.
In figuur 5A is een andere uitvoering van een 25 tweedelige huls 401 weergegeven, waarbij het kolomdeel 402 voor verticaal stellen onder wrijving verschuifbaar is in axiale richting binnen het voetdeel 403. Het voetdeel 403 bezit een bovendeel 403a, dat door middel van een al dan niet omgaande flens 404 gescheiden is van een onderste 30 deel 403b. Het onderste deel 403b vormt een kraag (eventueel voorzien van een profilering zoals in huls 1) die om het boveneind van een funderingspaal 10 grijpt, waarbij de flens 404 steunt op het bovenoppervlak daarvan.
Voor het in de stramienlijn S brengen van het 35 middelpunt M van het boveneind van de huls 401 kan het kolomdeel 402 in de richting H verplaatst worden, en ten opzichte van het voetdeel 403 gescharnierd worden in de 1025294 '
I 10 I
I richting I. In dit voorbeeld kan het buitenoppervlak van I
I het kolomdeel 402 voorzien zijn van ribben, die samenwer- I
I ken met aan de binnenzijde van het gat 404 van voetdeel I
I 403 voorziene blokken of iets dergelijks. De ribben kunnen I
I 5 zodanig gevormd zijn dat ook de verdraaide of gekantelde I
I stand gefixeerd wordt. Eventueel kunnen daarbij externe I
I hulpmiddelen gebruikt worden, zoals wiggen. I
I In figuur 5B is de vorm van het voetdeel 503 I
I gewijzigd, en steunt deze met schouder 504 op het bovenop- I
I 10 pervak van paal 10. Het voetdeel 503 is hierbij voorzien I
I van een kolomgedeelte 502b, waarin het kolomdeel 502 voor I
I verticaal stellen in de richting H geschoven kan worden. I
I Ook hier kan sprake zijn van een ribbenaangrijping. Het I
I voetdeel 503 kan kantelbaar zijn in verticale vlakken om I
I 15 het midden N van het boveneind daarvan in de stramienmaat I
I te brengen. Dan kan het kolomdeel 502 daarop geplaatst I
I worden, waarbij het middelpunt M daarvan op de juiste I
I hoogte U wordt gesteld. Opgemerkt wordt dat het kolomge- I
I deelte 502 alternatief een grotere doorsnede (passend) kan I
I 20 hebben dan voetdeel 503. I
I Door verschuiving in de richting H kan het I
I middelpunt M van het bovenvlak van de huls 501 eenvoudig I
I op het referentievlak U voor de nog te plaatsen kaskolom- I
I men gebracht worden. I
I 25 In de figuren 6A-D is een alternatieve wijze van I
I plaatsing van de langswapening voor de te vormen opzetpaal I
I getoond (en tevens alternatief als extra brede hulzen zijn I
I gewenst), waarbij de oplanger of paal 110 voorzien is van I
I zijwaarts gerichte gaten 111, en een wapeningskorf 130 met I
I 30 aan het ondereind vier uitlopende wapeningsstaven 131, I
I bijeengehouden door een onderlinge beugel 132, in de I
I richting J neerwaarts wordt bewogen. De wapeningsstaven I
I 131 zijn aan het ondereind voorzien van omgebogen einden I
I 133, die op een zodanige afstand van elkaar gelegen zijn, I
I 35 dat, zoals te zien is in figuur 6B, zij over het boveneind I
I van de oplanger 110 kunnen bewegen. Op het boveneind van I
I de oplanger 110 is een verticaal voetdeel 140 geplaatst, I
I 1025294 11 met een brede plaat 141 en een opstaande kraag 142. Dit voetdeel 140 kan in het bijzonder gebruikt worden bij grond die te slap is voor neerwaarts tegenhouden van verse mortel of als extra brede hulzen gewenst zijn, zoals in 5 zeer slechte grond (weinig steundruk). In de situatie weergegeven in figuur 6B wordt de beugel 132 neerwaarts bewogen, in de richting K, over de wapeningsstaven 131. Deze worden dan naar elkaar toe verbogen, waardoor de omgebogen einden 133 in de gaten 111 zullen treden, waarna 10 de situatie weergegeven in figuur 6C is verkregen. Daarna wordt een hiervoor in vorm aangepaste huls 101 (figuur 6D) neergelaten over de wapeningkorf 130, waarbij het ondereind 103 binnen de ondereinden van de wapeningsstaven 131 reikt en binnen de kraag 142 past. Na plaatsing en uit-15 richting, op voornoemde wijzen, kan beton gestort worden in de richting D om de huls 101 en de wapening te fixeren. De kraag 142 en het ondereind 103 kunnen weer zijn voorzien van profileringen, zoals in figuur 4B, of ribbels zoals ribbels 9 in figuur 1.
20 In plaats van de omgebogen Staven 131 kan men in voorkomende gevallen ook rechte wapeningsstaven plaatsen in daarvoor in het bovenvlak van de oplanger voorziene gaten.
Het voetdeel 140 kan nog wijder zijn om een 25 extra breed onderste deel van een huls te steunen.
Begrepen zal worden dat de kantelbaarheid (B) van de huls afhankelijk is van de doorsnede-vorm daarvan. In het geval van een rechthoekige doorsnede is kanteling in twee richtingen mogelijk. In het geval van een cirkel-30 vormige doorsnede in alle richtingen.
1025294 ’

Claims (25)

1. Werkwi j ze voor het maken van een I funderingsconstructie voor kolommen van kassen, omvattend I het in een beneden maaiveld gelegen grond plaatsen van een I funderingselement, met een boveneind daarvan dat zich op I 5 afstand beneden het maaiveld bevindt, ‘waarna op het I boveneind een langwerpige huls geplaatst wordt, die zich I althans tot nabij maaiveld uitstrekt, en de huls gesteld wordt om met het boveneind in het stramien van de kasko- I lommen te passen, vervolgens de huls in de gestelde stand I 10 gefixeerd wordt, en de huls in de gefixeerde stand gevuld I I wordt met beton, waarna op het boveneind een kaskolom I I geplaatst wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij I I voorafgaande aan het plaatsen van de huls een wapening op I I 15 of in het funderingselement wordt geplaatst. I
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij I I de huls met het ondereind gesteund wordt op een bovenvlak I I van het funderingselement. I
4. Werkwijze, volgens conclusie 1, 2 of 3, waar- I I 20 bij het funderingselement poer^ of balkvormig is. I
5. Werkwijze volgens conclusie 1,. 2 of 3, waar- I I bij het gebruikte funderingselement paalvormig is, in de I I vorm van een funderingspaal danwel een oplanger daarvoor. I
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het I I 25 ondereind van de huls klemmend op het boveneind van het I I funderingselement wordt geplaatst. I
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij I I gebruik wordt gemaakt van een huls met een verbreed I I ondereind, I I 30
8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij het I I ondereind een dwarsdoorsnede bezit die afgestemd is op die I I van het funderingselement. I I 1025294-
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij gebruik wordt gemaakt van een huls met een zich neerwaarts verwijdende dwarsdoorsnede.
10. Werkwijze volgens een der voorgaande 5 conclusies, waarbij aan het boveneind van de huls een verbindingswapening voor een kolom wordt geplaatst en gesteld, waarbij de kolomverbindingswapening bij voorkeur wordt geplaatst na het vullen van de huls met beton, en bij voorkeur na het plaatsen en stellen van die wapening 10 het boveneind van de huls wordt afgestort met beton.
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de huls zich boven maaiveld uitstrekt.
12. Huls kennelijk bestemd en geschikt voor uitvoering van de werkwijze volgens een der voorgaande 15 conclusies.
13. Huls volgens conclusie 12, vervaardigd van kunststof.
14. Huls volgens conclusie 12 of 13, waarbij de huls aan de binnenzijde voorzien is van afstandhouders 20 voor het in dwarsdoorsnede rechten van langswapening.
15. Huls volgens conclusie 14, waarbij de afstandhouders ringen voor doorvoer van wapeningsstaven · omvatten.
16. Huls. volgens conclusie 12, voor éen 25 werkwijze volgens conclusie 6 of 7,. waarbij de huls aan het ondereind voorzien is van profileringen voor de klem-werking.
17. Huls volgens conclusie 16, voor een werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de huls aan de 30 binnenzijde voorzien is van de profileringen.
18. Huls volgens conclusie 16 of 17, waarbij het ondereind van de huls verbreed is.
19. Huls volgens conclusie 18, waarbij het verbrede eind. en het bovengelegen opstaande hulsdeel 35 aparte onderdelen vormen, die aan elkaar te bevestigen zijn.
20. Huls volgens een der conclusies 12-19, 1025294” Η I waarbij de huls in neerwaartse richting taps uitloopt.
21. Funderingsconstructie voor kassen, in het I bijzonder voor kolommen in een middenveld van kassen, I omvattend een in de grond, met het boveneind beneden het I 5 maaiveld aangebracht funderingselement, zoals een paal of I oplanger, een daarop met verbindingswapening bevestigde I paal van in situ gestort gewapend beton, welke paal zich I onder een van de verticaal afwijkende hoek opwaarts I uit strekt en zich met het boveneind nabij, bij voorkeur 10 boven, het maaiveld bevindt, en met dat boveneind in het I stramien van de kolommen past.
22. Kas of warenhuis voorzien van een of meer I funderingsconstructies volgens conclusie 21.
23. Funderingsconstructie voorzien van een of I 15 meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven I en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
24. Huls voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij- 20 gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
25. Werkwijze omvattend een of meer van de in de I bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij- gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- I AF/AT 1025294'·?
NL1025294A 2004-01-21 2004-01-21 Werkwijze voor het aanleggen van een fundering voor kassen. NL1025294C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025294A NL1025294C1 (nl) 2004-01-21 2004-01-21 Werkwijze voor het aanleggen van een fundering voor kassen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025294 2004-01-21
NL1025294A NL1025294C1 (nl) 2004-01-21 2004-01-21 Werkwijze voor het aanleggen van een fundering voor kassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025294C1 true NL1025294C1 (nl) 2005-07-25

Family

ID=35004379

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025294A NL1025294C1 (nl) 2004-01-21 2004-01-21 Werkwijze voor het aanleggen van een fundering voor kassen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025294C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010085148A1 (en) * 2009-01-21 2010-07-29 P.L.J. Bom Holding B.V. Greenhouse and foundation element for the forming thereof

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010085148A1 (en) * 2009-01-21 2010-07-29 P.L.J. Bom Holding B.V. Greenhouse and foundation element for the forming thereof

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7243897B2 (en) Foundation footing form and accessories
US6666625B2 (en) Retaining wall support posts
US20080104924A1 (en) System and method for casting column bases for a post frame structure
US5884439A (en) Concrete form with integral drain and adjustable stake therefor
AU2016355914A1 (en) Improvements in slab on ground formwork design and installation
KR20150101742A (ko) 자주식 파일을 이용한 데크로드 및 그 시공방법
CA2804702C (en) A fence post assembly
US20070193192A1 (en) Concrete forms
NL1025294C1 (nl) Werkwijze voor het aanleggen van een fundering voor kassen.
KR101436119B1 (ko) Cft 원형강관 기둥용 거치대와 이를 이용한 cft 원형강관 기둥의 설치방법
EP3351705B1 (fr) Piscine équipée avec une jambe de force et sa procédé de construction
KR101939825B1 (ko) 높이 조절이 용이한 데크로드용 지주받침대
KR101386527B1 (ko) 토목공사용 절첩형 흙막이 판넬
KR101150537B1 (ko) 비탈면 통행로 설치 구조
KR102316050B1 (ko) 경사지용 모노레일 장치 및 그 설치 방법
KR101091600B1 (ko) 측구용 pc 거푸집 구조체 및 이를 이용한 측구 시공방법
KR100725844B1 (ko) 휀스 주주 고정용 지주대
KR20120088929A (ko) 간이 흙막이 구조
JP3700119B2 (ja) 柱の施工方法
KR102222354B1 (ko) 프레임형 지중 압입 터널 구조체
JPH0734470A (ja) 支柱を取り付けられるようにしたl形擁壁
KR200213124Y1 (ko) 착탈식 강재 거푸집
NL1026354C2 (nl) Kaskolomfundering.
JP3383610B2 (ja) フェンス等の支柱設立法、設立支柱及びその設立装置
KR100767711B1 (ko) 휀스 주주의 시공방법

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080801