NL1007249C2 - Scherminrichting, schermvanger dan wel roedegeleider, en gebouw waarin zulks is toegepast. - Google Patents

Description

SCHERMINRICHTING, SCHERMVANGER DANWEL ROEDEGELEIDER EN GEBOUW WAARIN ZULKS IS TOEGEPAST

5 De onderhavige uitvinding heeft onder meer betrekking op een scherminrichting zoals is weergegeven in de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke scherminrichting is bekend uit de folder “Het Verzuu dakrolscherm van Leen Huisman” ten name van aanvraagster, meer in het bijzonder uit het deel “het Markies-systeem: insecten zien er geen gat in”. De bekende scherminrichting wordt 10 doorgaans toegepast in een tuinbouwkas voor het insect-ondoorlatend afdekken van een beluchtingsopening, doorgaans aangebracht in een schuin verlopend dakdeel. De schermroedes zijn hierbij aangebracht tussen het scherm en de daarin aangebrachte, horizontale balijnen. Het scherm is bevestigd aan het beluchtingspaneel voor het automatisch meebewegen daarvan bij het openen van het paneel. Bij het sluiten van het 15 paneel beweegt het scherm onder invloed van de zwaartekracht, daarbij geholpen door het gewicht van de balijnen, in neerwaartse richting. Het scherm wordt daarbij opgevangen door schermvangers aangebracht onder de rand van de opening in het dakdeel.

De voor de opvang van het scherm beschikbare ruimte is beperkt door de positie 20 van de bedieningsdelen van het beluchtingspaneel. Deze bij zogenaamde breedkapschermen waarin de uitvinding in het bijzonder zijn toepassing vindt, vaak uitgevoerd als tandheugel. In verband met de teelt-technische eis dat lichtinval in de kas zo min mogelijk belemmerd dient te worden zijn constructiedelen licht uitgevoerd. Dit betekent ondermeer dat de genoemde bedieningsdelen zo ver mogelijk van het 25 scharnier van het beluchtingspaneel worden gepositioneerd, ofwel bij voorkeur vrijwel samenvallend met de rand in de opening van het dakdeel.

Het bekende scherm heeft het nadeel dat na regelmatig gebruik op den duur schade ontstaat aan het scherm, in het bijzonder in de nabijheid van de schermroedes, waardoor de insectwerende functie verloren gaat. De onderhavige uitvinding heeft tot 30 doel het ontstaan van dergelijke schade te voorkomen althans sterk tegen te gaan. Overeenkomstig de uitvinding wordt dit bereikt met een constructie overeenkomstig het kenmerkend deel van conclusie 1. Met een dergelijke constructie worden de schermroedes op afstand van het scherm gehouden of wordt althans bereikt dat de druk in het contact tussen scherm en schermroedes nabij de opvangplaats van het scherm 35 beperkt wordt. Aan de ingreep volgens de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat 1007249 2 voornoemde schade aan het scherm ontstaat door onder druk plaats vindende schuurbeweging tussen scherm en schermroedes. Ofschoon de ruimte waarin het scherm opgevangen wordt in de gesloten toestand van het raam, dat wil zeggen de ruimte tussen een dakgording en een roede in, voldoende groot is om een geringe druk 5 van een vrijhangende roede tegen het scherm te bewerkstelligen, is gebleken dat bij het openen van het dakraam de druk van de roede tegen het scherm vergroot wordt als gevolg van een circelboogvormige beweging van het scharnierpunt van de roede. De circelboogvormige beweging van het scharnierpunt en de schuine stand van het dak van de kas zorgen ervoor dat het scharnierpunt gedurende een deel van zijn beweging in 10 een schuine, druk veroorzakende stand tegen het scherm steunt. De schuurbeweging zelf is het gevolg van het feit dat scherm en roede bij het openen van het beluchtingspaneel althans gedeeltelijk een niet-eenparige beweging met het scherm vertonen, als gevolg van het beperken van de schermbeweging door de schermvangers, ofwel als gevolg van het als pakket op de schermvangers blijven liggen van het scherm.

15 Een bijzonder aspect van de uitvinding betreft de aanbrenging om een roede van een ruim passende sok van soepel materiaal, welke sok nabij het bovenste uiteinde van de roede en nabij een schermvanger of roedegeleider in de inrichting is vastgezet. De sok vangt in een dergelijke constructie de schuurbeweging van de roede op en heeft het voordeel dat vervanging relatief eenvoudig en voordelig kan plaatsvinden. De uitvinding 20 heeft tevens betrekking op een constructie volgens het inleidend deel van conclusie 1, gecombineerd met een constructie volgens voornoemd bijzondere aspect van de uitvinding.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de navolgende 25 tekening. Daarin is:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een door een scherminrichting afgeschermde opening in een gebouw;

Figuur 2 is een weergave in detail van de wijze waarop het scherm in gesloten toestand opvouwt.

30 Figuur 3 is een weergave in bovenaanzicht van een uit één stuk gevormde schermvanger met geïntegreerde roedegeleider;

Figuur 4A is een zijaanzicht van een voorkeursuitvoering van een schermvanger met geïntegreerde roedegeleider;

Figuur 4B is een bovenaanaanzicht van de schermvanger volgens figuur 4A;

i Ou iÜ4a I

3

Figuur 5 een dwarsdoorsnee van een gedeelte van een schuin dak van een kas met een geopend beluchtingspaneel;

Figuur 6 is een gespiegelde weergave overeenkomstig Figuur 2, waarbij het beluchtingspaneel zowel in geopende als gesloten stand is weergegeven, tesamen met 5 de bewegingslijnen van de uiteinden van een roede;

Figuur 7 is een weergave van een constructie zonder geleidingsmiddel ten behoeve van een schermroede.

Figuur 1 toont in perspectief een mogelijke toepassing van de scherminrichting. 10 Doorgaans is de scherminrichting volgens de onderhavige vinding aangebracht in een zogenaamde, op zichzelf bekende breedkapkas. De figuur toont een dakspant 8 waarop glasplaten 1 zijn aangebracht, een om een in de geopende kasraam 9 ofwel beluchtingspaneel 9, een beluchtingsopening insectwerend doch luchtdoorlatend afdekkend scherm 7 met daarin horizontaal opgenomen stabilisatiepennen 5 ofwel 15 balijnen 5. Deze houden door hun gewicht het scherm 7 in vrijwel elke raamstand strak verticaal. Tussen het scherm 7 en de pennen 5 zijn verticale schermroeden 6 opgenomen. Deze zijn zoals weergegeven in Figuur 2 via een klembevestiging met de onderzijde van het raam 9 verbonden en daarbij scharnierbaar om een haaks omgebogen uiteindedeel.

20 Figuur 2 toont voorts een in hoofdzaak U-vormig uitgevoerde metalen kas gording 2 welke in de lengterichting van de kas loopt, en waarop de glasplaten en het kasraam 9 rusten. Het kasraam 9 is nabij zijn rand voorzien van een geprofileerde metalen raamdorpel 3 waartegen met behulp van kunststofstrippen, de bovenrand van het gaas 7 tegen het dakraam is bevestigd. In de weergegeven uitvoering gaat het om 25 op zichzelf bekende zogenaamde sluitstrippen die het scherm 7 in het raamdorpel 3 geïntegreerde danwel gemonteerde klikprofielen vastklemmen. In de weergegeven kasgording 2 is eveneens een klikprofiel opgenomen en is op overeenkomstige wijze de onderrand van het scherm 9 bevestigd.

De schermroeden 6 vormen bij het openen en sluiten van het dakraam 9 een 30 geleiding voor het scherm 7 en de daarmee verbonden stabilisatiepennen 5, zodanig dat het scherm niet bekneld raakt tussen raam 9 en glasplaat 1. Ook behoedt de schermroede 6 het scherm voor kontakt met de tandheugel 10. In geopende toestand van het kasraam 9 dragen de roeden 6 bij aan de vormvastheid van het scherm 7, hetgeen onder meer van belang is voor het minimaliseren van belemmering van lichtinval 35 in kassen. De roedes 6 zijn voorzien van een kunststof mantel hetgeen oxidatie en i u U /249 4 daarmee indirecte plaatselijke verkleuring van het scherm 7 en schade daaraan ten gevolge van ruwheid voorkomt. Tegen het luchtraamdorpel 3 zijn op onderlinge afstand bedieningsstangen, hier in de vorm van tandheugels 10, scharnierbaar bevestigd voor het openen van het dakraam 9. Tegen de kasgording zijn in de figuur niet zichtbare, 5 bekende, staaf of penvormige schermvangers aangebracht.

In figuur 3 is een bovenaanzicht een uit één stuk metaaldraad gebogen schermvanger 12 weergegeven. In de schermvanger 12 is een roedegeleider 11 geïntegreerd in de vorm van een oogvormige verbuiging van het draad. Het oog is ongeveer in het midden van het voor schermopvang beschikbare deel van de 10 schermvanger 12 aangebracht. Ofschoon een schermvanger 12 staafvormig kan zijn uitgevoerd, is een deel van het metaaldraad U-vormig verbogen, zodanig dat de schermvanger 12 met twee op afstand gelegen draaddelen op stabiele wijze tegen de kasgording 2 bevestigd kan worden. Dit bevordert tevens een betere opvang van het scherm 7. Bevestiging van de draaduiteinden tegen de kasgording 2 vindt plaats met 15 daartoe geëigende, op zichtzelf bekende klemmen. Bij voorkeur echter, zijn de beide uiteinden 21 van een schermvanger 12 zodanig U-vormig omgebogen dat hiermee ter bevestiging toepasbare schroeven zijn op te vangen.

Figuur 4A is een zijaanzicht van een verbeterde uitvoering van schermvanger 12 en roedegeleider 11, vergelijkbaar met het aanzicht in de langsrichting van de 20 kasgording wanneer de schermvanger daaraan is bevestigd. De schermvanger is gevormd uit een enkel stuk metaaldraad met dwars op een door delen 14 van het draad gedefinieerd vangvlak gerichte uiteindedelen. De uiteinden 21 zijn ten behoeve van schroefbevestiging tegen de opstaande zijde van een kasgording 2 lus- of oogvormig omgebogen, hetgeen in dit aanzicht overigens niet zichtbaar is. Nabij het vangvlak is een 25 achterwaartse verbuiging 13 aangebracht welke voor vlotte bevestiging van de schermvanger als aanslag tegen de onderzijde van de kasgording 2 dient. In de het vangvlak definierende draaddelen 14 is een neerwaartse lusvormige verbuiging gerealiseerd. De verbuigingen dragen een als pen of bout uitgevoerde, hier haaks op de draaddelen 14 gerichte as 16, welke op zijn beurt een diabolisch gevormde roller 15 30 draagd. In de weergegeven uitvoering is de as 16 tevens gevoerd door een boring in hier buisvormig uitgevoerde aanslagen 20 die de opwaartse beweging van de as 16 door een aanslag met de draaddelen 14 beperkt en die het uitbuigen van de lus door aanslag tegen de bovenzijde van het lusdeel beperkt. Eén der draaddelen 14 is op enige, geringe afstand van de neerwaartse lus in de richting van het naastliggende draaddeel 14 35 afgebogen met een overstekend draaddeel. Het overstekend draaddeel, vormt met de 1007249 5 roller 15 en de tussengelegen draaddelen 14 een relatief kleine geleideopening voor een roede 6, en zorgt ervoor dat tesamen met het naastliggende draaddeel 14 uit één stuk draad een relatief brede schermopvang 12 gecreeerd wordt.

Figuur 5 is een schematische weergave in dwarsdoorsnee van de 5 scherminrichting 4 in geopende toestand van het paneel 3. Hierbij bevindt de roede 6 zich op enige afstand achter de dwarsdoorsnede, zodat de doorsnede de boiling van een schermdeel 7 tussen twee roeden 6 representeert. De roede 6 wordt op enige afstand van de kasgording 2 gehouden, met behulp van een roedegeleider 11 bij voorkeur ongeveer in het midden tussen de tandheugel 10 en de onderzijde van de 10 gording 2. De roedegeleider 11 voorkomt met name bij het openen en sluiten van het kasraam 9, waarbij de roede ten gevolge van de circelboogvormige beweging van zijn scharnierpunt en de vaste afstemming tegen de kasgording 2 dat de roede 6 met al te grote druk via het scherm 7 tegen de kasgording 2 aanleunt en aldus, conform het aan de uitvinding ten grondslag liggende inzicht, wrijvingsschade veroorzaakt met name ter 15 plaatse van de plooien in het scherm 7, vooral aan de onderzijde van het scherm. De circelboogvormige beweging van het scharnierpunt van de roede, alsmede de beweging van het onderste uiteinde zijn in figuur 6 in onderbroken lijnen weergegeven, eenvoudshalve onder weglating van de weergave van het scherm 7. Figuur 7 toont, zonder weergave van het scherm 7, de situatie volgens de stand van de techniek zonder 20 roedegeleider 11.

De roedegeleider 11 vormt in de onderhavige uitvoering onderdeel van een zogenaamde schermvanger 12. De schermvanger 12 strekt zich ten opzichte van de opstaande rand van de kasgording 2 haaks uit zodat een in hoofdzaak V-vormige opvang voor het scherm 7 en balijnen 5 ontstaat. De schermvanger 12 dient zich 25 tenminste horizontaal of onder een hoek daarmee uit te strekken. De roedegeleider is in deze uitvoering, zoals weergegeven in figuur 3, gevormd door een oog dat gevormd is door passende verbuiging van het stuk metaaldraad waaruit de schermvanger 12 is gevormd. Niettemin kan de roedegeleider 11 volgens de uitvinding zijn gevormd uit één of meer verdere constructiedelen danwel delen metaaldraad. De roedegeleider 11 kan 30 tevens zijn gevormd door een samenstel van passend, bijvoorbeeld in drie- of meerhoeksvorm opgestelde constructiedelen die niet noodzakelijkerwijs direct onderling aansluiten maar de roede toch voldoende voor geleiding insluiten. Zoals weergegeven in figuur 4 kan volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding de roedegeleider 11 althans gedeeltelijk beneden het niveau van de schermvanger 12 zijn aangebracht. Een 35 verder bevoorkeurd aspect van de uitvinding is het als vrij draaibare rol 15 uitgevoerd zijn

1007?4Q

6 van dat deel van de roedegeleider 11 dat het verst van het scharnier van het kasraam 9 is opgesteld. Bij voorkeur is dit deel van de schermgeleider 12 tevens onder het niveau van de schermvanger 12 in de constructie opgenomen. De rol 15 is meer in het bijzonder bij voorkeur als diabolisch gevormd zodat tevens de axiale geleiding van een roede 6 5 draaibaar is uitgevoerd. Plaatsing van dit roedegeleidingsdeel beneden het niveau van de schermvanger 12 voorkomt althans in vergaande mate dat opgevangen schermdelen beklemd en beschadigd raken tussen roede 6 en schermgeleider 12. De vrije draaibaarheid van het betreffend roedegeleidingsdeel draagt bij aan vermindering van wrijving tussen roedegeleider 11 en de roede 6 welke tot verruwing daarvan en daardoor 10 op zij beurt tot schade aan het scherm 7 kan voeren. Dit kan met name het geval zijn bij beweging van het scherm als gevolg van winddruk, en bij de relatieve onderlinge beweging van scherm 7 en roede 6 bij het openen en sluiten van het scherm 7 ofwel van het kasraam 9.

Draaibaarheid van het aangegeven roedegeleidingsdeel 15 is volgens de 15 uitvinding vooral van belang vanwege de druk die hierop bij het openen en sluiten van het raam 9 ontstaat ten gevolge van de circelvormige beweging van het scharnierpunt van de roede 6, de vaste positie van de schermgeleider 11, en het gewicht waarmee de roede in een niet verticale stand op dit geleidedeel drukt.

Ter verdere bescherming van het scherm 7 is volgens de uitvinding een roede 6 20 omgeven met een ruim passende sok uit soepel doek- of schermmateriaal dat van gelijke hardheid als/of zachter is dan het scherm 7. De sok is nabij zijn bovenste uiteinde verbonden met het uiteindedeel van de roede 6 of met de raamdorpel 3 en nabij zijn onderste uiteinde met de een nabij de kasgording 2 aanwezig constructiedeel , bij voorkeur de schermvanger 12 of de roedegeleider 11. De sok voorkomt althans directe 25 wrijving tussen roede 6 en scherm 7 en kan bij eventuele, onverhoopt alsnog optredende slijtage daaraan ten gevolge van verruwing van de betreffende roede 6, eenvoudig en voordeliger dan het scherm 7 vervangen worden. De sok dient goed plooibaar dat wil zeggen uit soepel materiaal te zijn uitgevoerd vanwege de geringe ruimte welke met name in de nabijheid van een tandheugel 10 beschikbaar is voor opvang van het 30 scherm, en vanwege de relatie geringe hoogte van de kasgording 2 waarbinnen de sok opgepropt dient te raken. De sok heeft hierbij niet de uitwijkmogelijkheid die het scherm van weerszijden van de stabilisatiepennen 5 heeft. De sok kan doorgaans gunstig uit hetzelfde materiaal als het scherm 7 zijn gevormd.

<ΛΛ^·?4 9 7

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven voorbeelden maar heeft tevens betrekking op de in de figuren weergegeven constructies en op allerlei variaties zoals volgens de navolgende conclusies mogelijk zijn.

1007249

Claims (13)

1. Scherminrichting voor het afschermen van een met het om een raamscharnier 5 openen van een relatief breed beluchtingspaneel (9) ontstane opening in een gebouw zoals een kas welk scherm (7) bij het openen van het paneel (9) over de ontstane opening wordt getrokken, en welke scherminrichting is voorzien van één of meer, langwerpige, althans relatief stijve schermroedes (6) die zich in hoofdzaak in de bewegingsrichting van het scherm (7) uitstrekken en in dezelfde bewegingsrichting beweegbaar in de inrichting 10 zijn opgenomen, en welke inrichting voorts is voorzien van, danwel in gemonteerde toestand samenwerkt met, tenminste één schermvanger (12), met het kenmerk, dat de scherminrichting is voorzien van een roedegeleiding (11), welke roedegeleiding (11) althans ongeveer ter hoogte van de schermvanger (12) de roede (6) op afstand van de rand (3) houdt. 15

2. Scherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de roedegeleiders (11) althans gedeeltelijk beneden het niveau van de schermvanger (12) is opgesteld.

3. Scherminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de roedegeleider 20 (11) tenminste één vrij draaibare rol (15) omvat.

4. Scherminrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rol (15) het verst van het raamscharnier verwijderde geleidingsdeel voor de roede (6) vormt.

5. Scherminrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de rol (15) diabolisch is gevormd.

6. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een schermvanger (12) en een roedegeleider (11) één geheel vormen. 30

7. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schermvanger (12) uit één stuk metaaldraad (13) is gebogen.

8. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 35 de as van de roller (15) is ondersteund in lus-vormige verbuigingen van het metaaldraad (13). 1UU7249

9. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draaduiteinden van de schermvanger (12) lusvormig zijn omgebogen, zodanig dat met de ombuiging een bout- of schroefkop kan worden opgevangen. 5

10. Schermvanger zoals is weergegeven in één of meer der voorgaande conclusies.

11. Scherminrichting volgens één der voorgaande betreffende conclusies, met het kenmerk, dat een roede (6) is gevat in een doorsnee ruim passende sok, van soepel stof- 10 of schermvormig materiaal, welke sok nabij het bovenste uiteinde van de roede (6) en nabij een schermvanger (12) of een roedegeleiding (11) in de inrichting is vastgezet.

12. Scherminrichting voor het insect-ondoorlatend afschermen van een met hetom een raamscharnier openen van een relatief breed beluchtingspaneel (9) ontstane opening in 15 een gebouw zoals een kas welk scherm (7) bij het openen van het paneel (9) over de ontstane opening wordt getrokken, en welke scherminrichting is voorzien van één of meer, langwerpige, althans relatief stijve schermroedes (6) die zich in hoofdzaak in de bewegingsrichting van het scherm (7) uitstrekken en in dezelfde bewegingsrichting beweegbaar in de inrichting zijn opgenomen, en welke inrichting voorts is voorzien van, 20 danwel in gemonteerde toestand samenwerkt met, tenminste één schermvanger (12), met het kenmerk, dat dat een roede (6) is gevat in een doorsnee ruim passende sok, van soepel stof- of schermvormig materiaal, welke sok nabij het bovenste uiteinde van de roede (6) en nabij een schermvanger (12) of roedegeleiding (11) in de inrichting is vastgezet. 25

13. Scherminrichting volgens één der voorgaande betreffende conclusies, met het kenmerk, dat een schermvanger (12) zich in hoofdzaak dwars uitstrekt op het vlak van het scherm (7) wanneer dit over de opening is getrokken.

14. Scherminrichting volgens één der voorgaande betreffende conclusies, met het kenmerk, dat een schermvanger (12) de neerwaartse bewegingsvrijheid van het scherm (7) bij het van de opening af bewegen daarvan beperkt.

13. Tuinbouwkas voorzien van een scherminrichting of schermvanger (12) of roede (6) 35 met sok volgens één of meer der betreffende voorgaande conclusies. 1007249