NL1007235C1 - Inrichting voor het sorteren van afval. - Google Patents

Inrichting voor het sorteren van afval. Download PDF

Info

Publication number
NL1007235C1
NL1007235C1 NL1007235A NL1007235A NL1007235C1 NL 1007235 C1 NL1007235 C1 NL 1007235C1 NL 1007235 A NL1007235 A NL 1007235A NL 1007235 A NL1007235 A NL 1007235A NL 1007235 C1 NL1007235 C1 NL 1007235C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sieve drum
holes
drum
sieve
plates
Prior art date
Application number
NL1007235A
Other languages
English (en)
Inventor
Alfonsius Johannes M Busschers
Original Assignee
Busschers Metaalbedrijf Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Busschers Metaalbedrijf Bv filed Critical Busschers Metaalbedrijf Bv
Priority to NL1007235A priority Critical patent/NL1007235C1/nl
Priority to EP98202696A priority patent/EP0896837B1/en
Priority to AT98202696T priority patent/ATE279993T1/de
Priority to DE69827087T priority patent/DE69827087T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1007235C1 publication Critical patent/NL1007235C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B1/00Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
    • B07B1/46Constructional details of screens in general; Cleaning or heating of screens
    • B07B1/50Cleaning
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B1/00Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
    • B07B1/18Drum screens
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B1/00Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
    • B07B1/18Drum screens
    • B07B1/22Revolving drums
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B1/00Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
    • B07B1/46Constructional details of screens in general; Cleaning or heating of screens
    • B07B1/50Cleaning
    • B07B1/54Cleaning with beating devices

Landscapes

  • Combined Means For Separation Of Solids (AREA)

Description

Inrichting voor het sorteren van afval
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het sorteren van afval, omvattende een in de gebruikstoestand 5 roterende zeeftrommel, aan een eerste axiale uiteinde voorzien van een vulopening voor het opnemen van ongesorteerd afval, aan een tweede axiale uiteinde voorzien van een afvoeropening voor het afvoeren van althans in hoofdzaak grover afval en aan zijn omtrek voorzien van 10 gaten voor het afvoeren van fijner afval.
Inrichtingen van deze soort zijn op zich bekend, ook voor het sorteren van afval. Doorgaans is de afvoeropening dan lager geplaatst dan de vulopening, zodat het grover afval 15 na enige tijd vanzelf de zeeftrommel bij de afvoeropening verlaat en bijvoorbeeld op een transportband terecht komt. Fijner afval, dat de zeeftrommel via de gaten verlaat, komt dan bijvoorbeeld op een tweede transportband terecht, die onder de zeeftrommel doorloopt.
20
Het probleem van deze bekende inrichtingen is dat geregeld een stang, buis, paal of enig ander lang, slank voorwerp de zeeftrommel via een gat probeert te verlaten en daarbij buiten de zeeftrommel uitsteekt. Het voorwerp komt dan vaak 25 vast te zitten en het uitstekende deel kan in aanraking komen met een in de nabijheid van de zeeftrommel geplaatst object, zoals een transportband. Hierbij kan schade en ook letsel ontstaan en ontstaat in elk geval oponthoud, omdat het voorwerp manueel moet worden verwijderd, waarbij iemand 30 van het bedienend personeel de zeeftrommel dient te betreden.
De inrichting volgens de uitvinding lost dit probleem althans in hoofdzaak op en heeft als kenmerk, dat is 35 voorzien in met de trommel meebewegende obstructie- 1 r, o ~ -> £ 2 middellen, om doorval van lang slank afval door de gaten te voorkomen.
Een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 5 uitvinding heeft als kenmerk, dat de obstructiemiddellen een stelsel van althans in hoofdzaak parallel aan de zeeftrommel verlopende platen omvatten. Op deze wijze is het vrijwel onmogelijk dat een slank voorwerp de zeeftrommel verlaat, terwijl fijner afval nauwelijks hinder 10 ondervindt van de platen. Hierbij dient een plaat niet te klein te worden gekozen, omdat dan een slank voorwerp dat een gat kan passeren mogelijk klem kan komen zitten tussen de zeeftrommel en de plaat. Een gunstige uitvoeringsvorm heeft daarom als kenmerk, dat de afmetingen van een plaat 15 groter zijn dan de afmetingen van het bij die plaat behorend gat.
Een verdere gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft daarom als kenmerk, dat de obstructiemiddelen een 20 stelsel van aan de zeeftrommel bevestigde, in de axiale richting of in radiale richting verlopende platen omvatten, waarbij elke plaat een veelvoud van gaten obstrueert. Het voordeel hierbij is dat met minder bevestigingen kan worden volstaan en dat de axiaal of 25 radiaal verlopende platen bijdragen aan de stijfheid van de zeeftrommel althans in axiale of in radiale richting.
Om te voorkomen dat fijner afval dat de gaten heeft kunnen passeren klem raakt tussen de platen en de zeeftrommel is 30 in een nog verdere gunstige uitvoeringsvorm een afstand tussen een plaat en de zeeftrommel groter dan de afmetingen van gaten in de zeeftrommel.
Een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij het 35 te sorteren afval in twee fracties kan worden gescheiden, 1 O ( * *4 V.
* KJ \J f ^ 3 heeft als kenmerk dat de afstand tussen twee platen onderling groter is dan de afmetingen van de gaten in de zeeftrommel. Fijner afval dat de gaten passeert zal dan vrijwel onbelemmerd de inrichting verlaten en op bijvoor-5 beeld een onder de zeeftrommel lopende transportband terecht komen.
Een zeer gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarmee te sorteren afval in drie fracties kan worden 10 gescheiden, heeft als kenmerk dat de afstand tussen twee platen onderling kleiner is dan de afmetingen van gaten in de zeeftrommel. Zeer fijn afval, bijvoorbeeld een in het afval aanwezige zandcomponent, kan dan de inrichting verlaten tussen de platen, terwijl minder fijn afval nabij 15 de afvoeropening het stelsel van platen verlaat.
In een verdere bijzonder gunstige uitvoeringsvorm heeft de uitvinding als kenmerk, dat de obstructiemiddelen een tweede zeeftrommel omvatten, welke de eerste zeeftrommel in 20 radiële zin omvat, waarbij de tweede zeeftrommel de gaten in de eerste zeeftrommel obstrueert en waarbij de tweede zeeftrommel is voorzien van kleinere gaten dan de eerste zeeftrommel. De obstructiemiddelen dragen nu volledig bij aan de structurele sterkte van de inrichting en ze maken 25 het bovendien mogelijk om zeer fijn afval separaat.af te voeren. Hierbij kan men bij voorkeur de afvoeropening van de eerste zeeftrommel buiten de tweede zeeftrommel laten uitsteken, zodanig dat fijner afval en zeer fijn afval separaat kunnen worden opgevangen voor verder transport.
30
Incidenteel kan het voorkomen dat een lang slank voorwerp een gat passeert en vervolgens klem komt te zitten tussen de plaat en de zeeftrommel, een effect dat wordt bewerkstelligd door het draaien van de trommel, waarbij het 35 buiten de zeeftrommel uitstekende uiteinde van het voorwerp 10 01235 4 in radiële zin wegdraait. Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heft dit bezwaar althans in hoofdzaak op en heeft als kenmerk, dat de obstructiemiddelen zijn voorzien van in de axiale richting verlopende ribben waarmee dit 5 wegdraaien van eventuele uitstekende uiteinden wordt voorkomen. Bijzonder eenvoudig kan dit worden gerealiseerd bij de toepassing van axiaal verlopende platen, die dan bijvoorbeeld als U-profiel kunnen worden uitgevoerd, waarbij de twee benen naar binnen wijzen.
10
Daarnaast kan worden voorzien in een boven de zeeftrommel geplaatste, op de in de gebruikstoestand in radiële zin passerende platen aangrijpende trilinrichting, waarmee eventueel toch ingeklemde voorwerpen op het moment dat ze 15 boven in de zeeftrommel zijn aangekomen kunnen worden losgeschud.
Bij een nog verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding gaat men er van uit dat lang, slank afval vrijwel uitsluitend 20 aan de onderzijde van de zeeftrommel door de gaten zal vallen en dat het daarom voldoende is de obstructiemiddelen alleen aan de onderzijde van de zeeftrommel te plaatsen. Deze uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de obstructiemiddelen een onder de zeeftrommel in radiale richting 25 verlopende additionele transportband omvatten. Een bijkomend voordeel is dat fijner afval op een welgedefinieerde plaats de additionele transportband verlaat, waardoor een smalle transportband kan worden benut voor de feitelijke afvoer van het fijner afval.
30
Een gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de transportband is voorzien van loodrecht op de transport-richting van de additionele transportband verlopende ribben. De ribben zorgen voor een goed kontakt tussen de 35 additionele transportband en de zeeftrommel, terwijl er 10 07 23 5 5 toch ruimte is voor het opnemen van het fijner afval dat de gaten passert. Daarnaast verkleinen de ribben de kans dat doorvallend lang, slank afval klem komt te zitten tussen de additionele transportband en de zeeftrommel.
5
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarbij:
Fig. 1 schematisch in vooraanzicht een zeeftrommel 10 voorzien van platen weergeeft;
Fig. 2 schematisch in zijaanzicht een zeeftrommel met enkelvoudige platen weergeeft;
Fig. 3 schematisch in zijaanzicht een zeeftrommel met axiaal verlopende platen weergeeft; 15 Fig. 4 schematisch in zijaanzicht een zeeftrommel met radiaal verlopende platen weergeeft;
Fig. 5 schematisch in zijaanzicht een dubbele zeeftrommel weergeeft;
Fig. 6 schematisch in vooraanzicht een zeeftrommel 20 voorzien van een additionele transportband weergeeft.
Fig. 1 toon schematisch in vooraanzicht een zeeftrommel 1, die met behulp van en aandrijfmechanisme 2 kan worden 25 rondgedraaid, bijvoorbeeld met een stelsel van transport-wielen dat wordt aangedreven door een verder niet getoonde elektromotor. Aan zeeftrommel 1 wordt aan een uiteinde afval 3 toegevoerd, waarvan een grover bestanddeel aan het andere uiteinde de zeeftrommel verlaat. Een fijner 30 bestanddeel kan zeeftrommel 1 via een stelsel van gaten 4 verlaten. Dit fijner bestanddeel komt dan bijvoorbeeld op een transportband 5 terecht, die onder zeeftrommel 1 verloopt. Zeeftrommel 1 kan, om het transport van het afval te bevorderen, in axiale richting wat aflopend worden 35 geplaatst. Als alternatief kan zeeftrommel 1 inwendig van ~ ·-» c : : ,-s .,s· 6 schuin of spiraalvormig verlopende ribben zijn voorzien.
Aan de buitenzijde is zeeftrommel 1 voorzien van platen 6, die voorkomen dat een stang, buis, paal of enig ander lang en slank voorwerp door een gat 4 naar buiten valt of vast 5 komt te zitten. Platen 6 kunnen worden vastgelast aan zeeftrommel 1, maar bij voorkeur zijn ze zó bevestigd dat ze betrekkelijk eenvoudig verwijderd kunnen worden. Daarme-e is het dan mogelijk om een incidenteel toch vastzittend voorwerp van buitenaf, dus zonder de trommel te betreden, 10 te lossen. Verder is voorzien in een trilinrichting, hier uitgevoerd als een wiel 7, dat aan een zwenkarm 8 rond een as 9 kan draaien en over de omtrek van de roterende zeeftrommel 1 loopt. Hierbij wordt wiel 7 steeds opgetild door passerende platen 6 en valt vervolgens tussen de 15 opeenvolgend passerende platen, wat een krachtige' trilling veroorzaakt. Eventueel in de gaten 4 vastzittende objecten zullen daardoor los raken.
Fig. 2 toont schematisch in zijaanzicht een zeeftrommel 1, 20 voorzien van aandrijfmechanisme 2 en een niet roterende vulsilo 10 die aansluit op vulopening 11. In de gebruiks-toestand wordt zeeftrommel 1 van links naar rechts aflopend opgesteld, zodanig dat in de vulsilo 10 gestort grover afval door de ronddraaiende beweging van zeeftrommel 1 deze 25 uiteindelijk bij afvoeropening 12 verlaat. Zeeftrommel 1 is langs vrijwel zijn hele omtrek voorzien van gaten 4, die elk individueel zijn afgedekt met platen 6. De platen 6 zijn op enige afstand van de overeenkomstige gaten 4 geplaatst, zodanig dat fijner afval dat de gaten 4 kan 30 passeren op een transportband 5 valt en kan worden afgevoerd. De totaliteit van platen 6 vormt als het ware een tweede zeeftrommel 13, die met eerste zeeftrommel 1 meedraait en deze omsluit. Hierbij is men vrij de afstand tussen de platen onderling te kiezen. Een voor de hand 35 liggende keus is een zodanige afstand dat fijner afval, dat 1 , Π 7 ·? ^ k 7 de gaten 4 heeft kunnen passeren, vrijwel ongehinderd op transportband 5 kan vallen. Men kan echter ook de afstand tussen de platen onderling heel klein kiezen, zodanig dat fijner afval tussen de eerste zeeftrommel 1 en de tweede 5 zeeftrommel 13 opgesloten zit, totdat het fijner afval de tweede zeeftrommel 13 bij een additionele afvoeropening 14 kan verlaten. Zeer fijn afval kan echter wel tussen de platen 6 passeren en worden opgevangen op transportband 5. Op deze wijze wordt het afval dus in drie componenten 10 gescheiden.
De enkelvoudige platen 6 worden bij voorkeur met een schroefverbinding aan zeeftrommel 1 bevestigd. Dit heeft als voordeel dat een eventueel vastzittend voorwerp 15 eenvoudig kan worden verwijderd, omdat slechts één schroefverbinding hoeft te worden losgemaakt en de plaat manueel hanteerbaar is. Het nadeel is dat er veel bevestigingen noodzakelijk zijn en dat het grover afval, vooral als de afstand tussen de platen 6 klein is gekozen, 20 veel hinder ondervindt van deze bevestigingen op zijn weg naar additionele afvoeropening 14.
Het is ook mogelijk de platen 6 zodanig uit te voeren dat ze meer dan een gat bedekken, bijvoorbeeld steeds een 25 viertal gaten, waarbij de platen 4 weer vierkant zijn en slechts één bevestigingspunt in het midden hebben.
Verder toont Fig. 2 dat zeeftrommel 1 daar waar aandrijfmechanisme 2 aangrijpt niet is voorzien van gaten.
30 Noodzakelijk is dit niet, het voorkomt alleen een snelle vervuiling van aandrijfmechanisme 2. Overigens kan zeeftrommel 1 ook worden aangedreven met behulp van een axiaal geplaatste rotatieas, waarop een aandrijfmechanisme aangrijpt en waarbij dan de hele zeeftrommel van gaten kan 35 zijn voorzien.
7 7 O O Γ
<- O
8
Fig. 3 toont schematisch in zijaanzicht een zeeftrommel 1 voorzien van gaten 4 en van een stelsel van axiaal verlopende platen 6, die weer voorkomen dat lange slanke voorwerpen via de gaten 4 naar buiten treden. Als de 5 onderlinge afstand tussen de platen 6 klein wordt gekozen, althans kleiner dan de diameter van de gaten 4, dan vormen de platen 6 weer als het ware een tweede zeeftrommel 13 die de eerste zeeftrommel 1 omsluit. Op deze wijze kan weer het afval in drie componenten worden gescheiden. Is de 10 onderlinge afstand groot, dan vindt weer een scheiding in twee componenten plaats. De platen 6 zijn eenvoudig te produceren en ze hebben een beperkt aantal bevestigingen in vergelijking met de bij Fig. 2 beschreven uitvoeringsvorm. Dit is vooral van voordeel als de platen 6 met een kleine 15 onderlinge afstand worden gemonteerd, voor het scheiden van het afval in drie componenten. Hoewel de platen 6 in Fig. 3 zodanig zijn weergegeven dat ze althans in de breedte steeds slechts één gat 4 bedekken, is het ook mogelijk de platen 6 breder uit te voeren, zodanig dat ze meerdere 20 gaten gelijktijdig bedekken. Het voordeel is dat met een nog kleiner aantal bevestigingen kan worden volstaan.
Fig. 4 toont schematisch in zijaanzicht een zeeftrommel 1, voorzien van gaten 4 en van een stelsel van radiaal 25 verlopende platen 6. De platen 6 hebben een beperkt aantal bevestigingen, wat van voordeel is als de platen 6 met een kleine onderlinge afstand worden gemonteerd, voor het scheiden van afval in drie componenten. De in Fig. 4 getoonde platen kunnen breder worden uitgevoerd, zodat ze 30 in axiale richting meerdere gaten bedekken. Het voordeel is weer dat minder bevestigingen nodig zijn.
De in Fig. 3 en Fig. 4 getoonde uitvoeringsvormen zijn gelijkwaardig, waarbij de eerste uitvoeringsvorm 35 hoofdzakelijk bijdraagt aan de sterkte van de inrichting in ·'' O b 9 axiale richting en de tweede uitvoeringsvorm aan de sterkte in radiale richting.
Fig. 5 toont in zijaanzicht een zeeftrommel 1, omgeven door 5 een tweede zeeftrommel 13 die uit één stuk is uitgevoerd. Hierbij is zeeftrommel 13 voorzien van gaten 15 die niet samenvallen met de gaten 4, welke gaten 15 weer zorgen voor het uitzeven van zeer fijn afval·. Bij deze uitvoeringsvorm draagt tweede zeeftrommel 13 zowel in axiale als in radiale 10 richting bij aan de sterkte van de inrichting.
Fig. 6 toont schematisch in vooraanzicht een zeeftrommel 1 die aan de onderzijde wordt omvat door een additionele transportband 15. Zeeftrommel 1 en additionele transport-15 band 15 hebben dezelfde omtreksnelheid en worden élk individueel aangedreven door verder niet aangegeven op zich bekende middelen. Via de gaten 4 in zeeftrommel 1 kan fijner afvan in de ruimte tussen zeeftrommel 1 en additionele transportband 15 belanden en vervolgens worden 20 gedeponeerd op een transportband 5, die in vergelijking met de bij Fig. 1-5 genoemde uitvoeringsvormen relatief smal kan zijn omdat het fijner afval nu geconcentreerd wordt afgegeven. Daarnaast dekt additionele transportband 15 weer de gaten 4 af om te voorkomen dat lang slank afval er door 25 valt.
Door additionele transportband 15 te voorzien van loodrecht op de transportrichting verlopende, in Fig. 6 verder niet getoonde ribben kan men bewerkstelligen dat er enerzijds 30 een wel gedefinieerde ruimte aanwezig is tussen zeeftrommel 1 en additionele transportband 15 en dat anderzijds de kans op inklemming van lang slank afval erg klein wordt. Doordat er nu bovendien sprake is van een goed gedefinieerd fysisch contact tussen zeeftrommel 1 en additionele transportband 35 15, is het in het algemeen voldoende om óf zeeftrommel 1 óf )!<i ί 23 5 10 zeeftrommel 1 óf additionele transportband 15 te voorzien van aandrijfmiddelen.
Vooral bij het scheiden van zeer grof afval, zoals 5 bouwafval, is het van belang zeeftrommel 1 zeer robuust uit te voeren. Men kan dan natuurlijk kiezen voor een zeeftrommel met een grote wanddikte, wat tevens een groot gewicht impliceert. Men kan daarentegen ook kiezen voor een zeeftrommel 1 met een dubbele wand 16,17, waarbij de gaten 10 4 zijn uitgevoerd als buizen die de wanden 16,17 verbinden en tevens het.fijner afval doorlaten. Een bijkomend voordeel van deze realisatie is dat de kans op het klemmen van een lang slank voorwerp nog verder afneemt.
15 Het is verder mogelijk om zeeftrommel 1 te voorzien van gaten met verschillende diameters, bijvoorbeeld de eerste drie meter gerekend vanaf vulsilo 10 met gaten van 50 millimeter en de daaropvolgende drie meter met gaten van 150 millimeter, waardoor weer een scheiding in meer 20 fracties mogelijk is. Bij toepassing van een additionele transportband 15 kan men dan naar keuze één gemeenschappelijke additionele transportband 15 of separate additionele transportbanden 15 inzetten voor het afvoeren van de fracties.
25 1 U W O 5

Claims (10)

1. Inrichting voor het sorteren van afval, omvattende een in de gebruikstoestand roterende zeeftrommel, aan een 5 eerste axiale uiteinde voorzien van een vulopening voor het opnemen van ongesorteerd afval, aan een tweede axiale uiteinde voorzien van een afvoeropening voor het afvoeren · van althans in hoofdzaak grover afval en aan zijn omtrek voorzien van gaten voor het afvoeren van fijner afval, met 10 het kenmerk, dat is voorzien in met de trommel meebewegende obstructiemiddelen, om doorval van lang slank afval door de gaten te voorkomen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 het obstructiemiddelen een stelsel van althans in' hoofdzaak parallel aan de zeeftrommel verlopende platen omvatten.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de obstructiemiddelen een stelsel van aan de zeeftrommel 20 bevestigde, in de axiale richting of in radiale richting verlopende platen omvat, waarbij elke plaat een veelvoud van gaten obstrueert.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, 25 dat een afstand tussen een plaat en de zeeftrommel.groter is dan de afmetingen van gaten in de zeeftrommel.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een afstand tussen twee platen onderling groter is dan de 30 afmetingen van gaten in de zeeftrommel.
6. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een afstand tussen twee platen onderling kleiner is dan de afmetingen van gaten in de zeeftrommel. 35 ’0ü/V3f,
7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de obstructiemiddelen een tweede zeeftrommel omvatten, welke de eerste zeeftrommel in radiële zin omvat, waarbij de tweede zeeftrommel de gaten in de eerste zeeftrommel 5 obstrueert en waarbij de tweede zeeftrommel is voorzien van kleinere gaten dan de eerste zeeftrommel.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de obstructiemiddelen zijn voorzien van in 10 axiale richting verlopende ribben.
9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de obstructiemiddelen een onder de zeeftrommel in radiale richting verlopende additionele transportband omvatten. 15
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de transportband is voorzien van loodrecht op de transportrichting van de additionele transportband verlopende ribben. 1 f'\ (- 7 9 3 s * -J ' . \ C V? v/
NL1007235A 1997-08-13 1997-10-09 Inrichting voor het sorteren van afval. NL1007235C1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007235A NL1007235C1 (nl) 1997-10-09 1997-10-09 Inrichting voor het sorteren van afval.
EP98202696A EP0896837B1 (en) 1997-08-13 1998-08-11 Arrangement for sorting garbage
AT98202696T ATE279993T1 (de) 1997-08-13 1998-08-11 Vorrichtung zum sortieren von abfall
DE69827087T DE69827087T2 (de) 1997-08-13 1998-08-11 Vorrichtung zum Sortieren von Abfall

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007235A NL1007235C1 (nl) 1997-10-09 1997-10-09 Inrichting voor het sorteren van afval.
NL1007235 1997-10-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007235C1 true NL1007235C1 (nl) 1999-04-12

Family

ID=19765811

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007235A NL1007235C1 (nl) 1997-08-13 1997-10-09 Inrichting voor het sorteren van afval.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1007235C1 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2239061A3 (de) * 2009-04-07 2012-04-25 Komptech Umwelttechnik Deutschland GmbH Siebtrommelsystem
ITMI20110398A1 (it) * 2011-03-14 2012-09-15 Mo El Srl Apparecchiatura per il trattamento di capsule esauste per la preparazione istantanea di infusi

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2239061A3 (de) * 2009-04-07 2012-04-25 Komptech Umwelttechnik Deutschland GmbH Siebtrommelsystem
ITMI20110398A1 (it) * 2011-03-14 2012-09-15 Mo El Srl Apparecchiatura per il trattamento di capsule esauste per la preparazione istantanea di infusi

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5116486A (en) Apparatus and method for separating recyclable waste
EP0783381B1 (fr) Dispositif pour le tri manuel de dechets
JP6001986B2 (ja) 果実種の殻割り分離分別装置
US20050045052A1 (en) Screening apparatus with hammermill
JP2003159582A (ja) 木質を含有しているゴミをクリーニングするユニット
NL1007235C1 (nl) Inrichting voor het sorteren van afval.
US5234109A (en) Apparatus and method for separating recyclable waste
US5301816A (en) Method and apparatus for the separation of a material mixture and use of the apparatus
NL1006768C1 (nl) Inrichting voor het sorteren van afval.
NL8302145A (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van afval, zoals licht bedrijfs- en huishoudelijk afval.
US6199702B1 (en) Method and apparatus for collecting and removing recyclable containers from a redemption center for transport to a separating facility and separating the containers and their components
US5967330A (en) Methods of separating metal cans and plastic bottles
JP2015071491A (ja) ベルトコンベア用スクレーパーおよびゴミ選別機
AU665486B2 (en) Material separating apparatus and method
JPH11169832A (ja) 除袋装置
EP0896837A2 (en) Arrangement for sorting garbage
NL9001256A (nl) Werkwijze voor het afscheiden van zogenaamd engelenhaar uit stortgoederen en afscheidingsinrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US4763793A (en) Installation for sorting articles by weight and shape
JPH10226409A (ja) 缶・びん類選別用振動篩
NL9001846A (nl) Werkwijze voor het scheiden van bouw/sloopafval.
KR101514428B1 (ko) 금속과 비닐 선별장치
JPH04500776A (ja) 物質混合物を分離するための方法と装置およびこの装置の使用
US4280900A (en) Rotary seed cleaner
NL193524C (nl) Samenstel van gootvormige schudtransporteur en zeeftrommel voor het verwerken van materiaalmengsels.
US912098A (en) Grain-separator.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020501