NL1007191C2 - Dubbeldeks-autotransporteur. - Google Patents

Description

VO 1186

Korte aanduiding: Dubbeldeks-autotransporteur

De uitvinding heeft betrekking op een dubbeldeks-autotransporteur volgens de aanhef van conclusie 1.

In hoofdlijnen zijn twee categorieën autotransporteurs te onderscheiden. Bij de eerste categorie oplossingen is het 5 bovendek voorzien van kantelbare brugdelen die kantelend neergelaten kunnen worden in de restruimtes tussen de auto's op het onderdek. Deze kantelbare brugdelen maken tevens een overlappende belading van auto's op het bovendek mogelijk.

De uitvinding heeft betrekking op de andere categorie 10 oplossingen, waarbij het bovendek een raamwerk heeft dat na het laden neergelaten wordt, waarbij brugdelen vooraf omhoog gekanteld zijn, teneinde contact met auto's op het onderdek te voorkomen en een overlappende belading van het bovendek mogelijk te maken. In het bijzonder voor het vervoer van hoge 15 auto's, zoals zogenaamde ruimtewagens en terreinwagens blijken autotransporteurs vein de laatstgenoemde categorie oplossingen in veel gevallen een grotere transportcapaciteit en een betere verdeling van de lading op te leveren.

Er bestaat echter behoefte aan een verdere vergroting 20 van de vervoerscapaciteit van autotransporteurs alsmede aan een verdere verbetering van de optredende gewichtsverdelingen.

De uitvinding heeft als doel een autotransporteur te verschaffen die, althans voor bepaalde beladingen, een verder 25 vergrote vervoerscapaciteit en/of gewichtsverdeling biedt.

Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt doordat bij een autotransporteur van de besproken tweede categorie het overbruggings-dekdeel onafhankelijk van het kantel-dekdeel in lengterichting van het bovendek ver-30 plaatsbaar is.

Dit maakt het mogelijk delen van auto's op het onderdek op meer plaatsen door het neergelaten raamwerk te laten uitsteken, hetgeen in het bijzonder de transportcapaciteit van auto's met een relatief lang en hoog dak verbetert. Afhanke-35 lijk van formaat en model van de te transporteren auto's kun- 1007191 -2- nen bijvoorbeeld op een vrachtwagen of aanhangwagen tot twee extra auto's worden meegenomen. In veel gevallen kan, al dan niet bovendien, een betere verdeling van het gewicht van de belading over de dekken worden verkregen.

5 De uitvinding is in het bijzonder geschikt voor toepas sing op transporteurs in de vorm van vrachtwagens en aanhangwagens voor het wegvervoer, of althans opbouwen daarvoor, waar het optimaal benutten van de maximale lengte en hoogtematen bijzonder van belang is, maar kan ook toegepast worden 10 voor andere transporteurs zoals spoorwagons of binnenwerken van containers.

Navolgend worden verdere doelen, uitvoeringen, effecten en voordelen van de uitvinding beschreven en toegelicht aan de hand van een op dit moment de meeste voorkeur genietend 15 uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorzicht, van een voorbeeld van een vrachtwagen-combinatie volgens de uitvinding in ongeladen toestand, 20 fig. 2 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorzicht, van de vrachtwagen-combinatie volgens fig. met een eerste belading van de vrachtwagen, en fig. 3 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorzicht, van de vrachtwagen-combinatie volgens fig. 2 met een tweede bela-25 ding van de vrachtwagen.

De in de figuren weergegeven dubbeldeks-autotranspor-teur wordt gevormd door een vrachtwagen-combinatie met een vrachtwagen 1 en een aanhangwagen 2. Hoewel het voorgestelde concept ook met voordeel toegepast kan worden op de aanhang-30 wagen is bij wijze van voorbeeld de vrachtwagen uitgevoerd overeenkomstig het voorgestelde concept. Alleen de vrachtwagen wordt derhalve navolgend nader beschreven.

De vrachtwagen 1 heeft een cabine 3 met daarachter een onderdek 4. Boven het onderdek 4 en de cabine verloopt een 35 bovendek 5. Het bovendek 5 steunt via een steunstructuur op het chassis 6. De steunstructuur is uitgevoerd met verstelbare steunpoten 7, 8 voor het verplaatsen van het bovendek 5 1007191 -3- tussen een bovengelegen laadstand en lager gelegen transports tand. In de bovengelegen (niet getoonde) laadstand bevindt het bovendek 5 zich ter hoogte van de bovenuiteinden van de voorste poten 7. Lagere transportstanden zijn in de 5 tekeningen weergegeven. De precieze hoogte van de lagere transportstanden wordt gekozen in afhankelijkheid van de vorm en de hoogte van de op het onderdek en het bovendek geladen auto's. Verder kan het bovendek, zoals op zich bekend is, aan de achterzijde omlaag worden gebracht tot een stand waarin 10 het achteruiteinde aansluit op het wegdek of op een dek van een achter de vrachtwagen geladen aanhanger. Bij het laden en lossen kunnen de auto's dan, al dan niet via de aanhanger, vanaf het wegdek op de vrachtwagen dan wel van de vrachtwagen naar het wegdek worden gereden.

15 Het bovendek 5 wordt gevormd door een door de steunpo- ten 7, 8 gedragen raamwerk 9, twee door het raamwerk 9 gedragen, gedeeltelijk omhoog kantelbare kantel-dekdelen 10, 11 en een overbruggings-dekdeel 12 dat ook door het raamwerk 9 wordt gedragen. Wanneer de kantel-dekdelen 10, 11 in neerge-20 laten toestand verkeren (fig. 1) en het overbruggings-dekdeel 12 zich in een laad- en lospositie bevindt, verlopen doorgaande rijgoten in langsrichting van het bovendek 5 over de kantel-dekdelen 10, 11 en het overbruggings-dekdeel 12. Bij het laden en lossen van een auto naar resp. vanuit de voorste 25 positie op het bovendek 5 rollen de wielen van de desbetreffende auto door deze goten. Door de twee kantel-dekdelen 10, 11 te kantelen, kunnen de twee volgende auto's elk met een deel van de carrosserie daarvan boven een voorgaande auto gebracht worden. Daarbij ontstaat telkens onder het omhoog ge-30 kantelde gedeelte van het kantel-dekdeel 10, 11 een vrije ruimte, waarin bij het neerlaten van het bovendek 5 delen van auto's op het onderdek 4 uit kunnen steken.

Het overbruggings-dekdeel 12 is onafhankelijk van de kantel-dekdelen 10, 11 in lengterichting van het bovendek 5 35 verplaatsbaar. Dit is in de figuren 1, 2 en 3 geïllustreerd door de verschillende standen waarin het overbruggings-dekdeel 12 zich bevindt. Bij het beladen en ontladen van het bo- 1007191 -4- vendek 5 bevindt het overbruggings-dekdeel 12 zich in de in fig. 1 weergegeven stand achter het voorste kantel-dekdeel 10. Nadat het bovendek 5 is beladen met auto’s en voor of na het beladen van het onderdek 4 wordt het overbruggings-dek-5 deel 12 al naar gelang de vorm en plaats van de auto's op het onderdek 4 verschoven naar een plaats waar het de mate waarin het bovendek 5 neergelaten kan worden niet, of althans zo min mogelijk, belemmert.

Fig. 2 toont een belading met ruimtewagens op het on-10 derdek 4 die niet mogelijk zou zijn als het overbruggings-dekdeel 12 op conventionele wijze vast in de in fig. 1 getoonde positie zou zijn gemonteerd.

De verplaatsbaarheid van het overbruggings-dekdeel 12 zou op verschillende manieren kunnen worden gerealiseerd.

15 Rekening houdend met de beschikbare ruimte waarbinnen de verplaatsing moet kunnen worden uitgevoerd en het belang van het verschaffen van een zo groot mogelijke aanpasbaarheid van het bovendek 5 aan daarop en daaronder te laden auto's, geniet een in langsrichting van het bovendek 5 verschuifbaar over-20 bruggings-dekdeel 12 de meeste voorkeur.

Voor een optimale aanpassing van het bovendek 5 aan de restruimtes tussen de auto's op het onderdek 4 is het verder voordelig dat het overbruggings-dekdeel 12 verplaatsbaar is tot in posities waarin dit het kantel-dekdeel 10 in langs-25 richting overlapt, zoals is weergegeven in de figuren 1 en 2. Voor sommige beladingen is het voordelig, indien het overbruggings-dekdeel 12 ook verschuifbaar is tot in een positie waarin deze het achterste kantel-dekdeel 11 overlapt.

De getoonde kantel-dekdelen 11, 12 zijn elk samenge-30 steld uit een omhoog kantelbaar gedeelte 13, 14 en een scharnierend aan het omhoog kantelbare gedeelte 13, 14 gekoppeld steungedeelte 15, 16, waarop de wielen van een as van een auto steunen als de wielen van de andere as van die auto op het omhoog gekantelde gedeelte 13, 14 van het desbetreffende 35 kantel-dekdeel 10, 11 steunen. Het overbruggings-dekdeel 12 is verplaatsbaar tot in een positie waarin dit het steungedeelte 15 van het voorste kantel-dekdeel 10 in langsrichting 1007191 -5- overlapt. In deze positie belemmert het overbruggings-dekdeel 12 het neerlaten van het bovendek 5 in de meeste gevallen niet of zeer weinig, omdat het in dezelfde restruimte tussen auto's op het onderdek 4 neerlaatbaar is als het steunge-5 deelte 15 van het voorste kantel-dekdeel 10. Een dienovereenkomstig voordeel is ook bereikbaar indien het overbruggings-dekdeel 12 verschuifbaar is tot in een positie waarin dit het steungedeelte 16 van het achterste kantel-dekdeel 11 overlapt. Dit vergt echter een verplaatsing van het overbrug-10 gings-dekdeel 12 over een langere afstand.

Indien het overbruggings-dekdeel 12 het voorste kantel-dekdeel 10 overlapt, bevindt het zich onder dat kantel-dekdeel 10. Dit maakt het mogelijk, het tussendekdeel langs het kantel-dekdeel 10 of 11 te verschuiven, zelfs als op het des-15 betreffende kantel-dekdeel 10, 11 een auto staat. Dit is van bijzonder belang voor het voorste kantel-dekdeel 10, omdat auto's over het overbruggings-dekdeel 12 naar het voorste kantel-dekdeel 10 moeten kunnen rijden, voordat het overbruggings-dekdeel 12 in een positie wordt gebracht, waarin dit 20 het kantel-dekdeel 10 overlapt.

Verder is het voordelig, dat het overbruggings-dekdeel 12 tot voorbij het steungedeelte 15 van het voorste kantel-dekdeel 10 verplaatsbaar is, omdat in sommige beladingstoe-standen, zoals in het in fig. 2 getoonde voorbeeld, onder het 25 steungedeelte 15 een carrosserie-gedeelte van een auto op het onderdek 4 is gelegen, dat de beperking vormt voor de afstand waarover het bovendek 5 kan worden neergelaten. Doordat het overbruggings-dekdeel 12 voorbij het steungedeelte 15 van het voorste kantel-dekdeel 10 verplaatst is, bevindt het zich in 30 de in fig. 2 getoonde beladingstoestand niet tussen het steungedeelte 15 en het daaronder gelegen carrosserie-gedeelte dat de maximale neerwaartse verplaatsing van het bovendek 5 begrenst.

* P071 Q 1

Claims (6)

1. Dubbeldeks-autotransporteur met een onderdek (4) en een bovendek (5) boven het onderdek (4) gesteund door een steunstructuur (7, 8), waarbij de steunstructuur (7, 8) is ingericht voor het verplaatsen van het bovendek (5) tussen 5 een bovengelegen laadstand en een lager gelegen transport-stand, waarbij het bovendek (5) een door de steunen gedragen raamwerk (9), ten minste een, ten minste gedeeltelijk omhoog kantelbaar kantel-dekdeel (10, 11) en ten minste een over-bruggings-dekdeel (12) omvat, waarbij het kantel-dekdeel (10, 10 11) in neergelaten toestand met het overbruggings-dekdeel (12) doorgaande rijgoten in langsrichting van het bovendek (5) vormt, en waarbij het ten minste ene kantel-dekdeel (10, 11) en het ten minste ene overbruggings-dekdeel (12) door het raamwerk (9) worden gedragen, met het kenmerk, dat het 15 overbruggings-dekdeel (12) onafhankelijk van het kantel- dekdeel (10, 11) in lengterichting van het bovendek (5) verplaatsbaar is.

2. Autotransporteur volgens conclusie 1, waarbij genoemd overbruggings-dekdeel (12) in lengterichting van het 20 bovendek (5) verschuifbaar is.

3. Autotransporteur volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemd overbruggings-dekdeel (12) tot in een het ten minste ene kantel-dekdeel (10, 11) in langsrichting overlappende positie verplaatsbaar is.

4. Autotransporteur volgens conclusie 3, waarbij het ten minste ene kantel-dekdeel (10, 11) een omhoog kantelbaar gedeelte (13, 14) en een scharnierend aan genoemd omhoog kantelbare gedeelte gekoppeld steungedeelte (15, 16) omvat en waarbij genoemd overbruggings-dekdeel (12) tot in een het ten 30 minste ene steungedeelte (15, 16) van het ten minste ene kantel-dekdeel (10, 11) in langsrichting overlappende positie verplaatsbaar is.

5. Autotransporteur volgens conclusie 3 of 4, waarbij genoemd overbruggings-dekdeel (12) in een het ten minste ene 35 kantel-dekdeel (10, 11) overlappende toestand, althans in het 1007191 -7- gebied van de overlapping onder het ten minste ene kantel-dekdeel (10, 11) is gelegen.

6. Autotransporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bovendek (5) ten minste twee exemplaren van 5 genoemd ten minste gedeeltelijk omhoog kantelbare kantel-dek-deel (10, 11) omvat. 1 0071 9 1