NL1007184C1 - Werkwijze voor het oprichten van lichamen van een aanzienlijke hoogte, in het bijzonder via de tussenkomst van koppelmiddelen en een hijsinrichting hiervoor. - Google Patents

Description

J JB/MB/Stotral

WERKWIJZE VOOR HET OPRICHTEN VAN LICHAMEN VAN EEN AANZIENLIJKE HOOGTE, IN HET BIJZONDER VIA DE TUSSENKOMST VAN KOPPELMIDDELEN EN EEN HIJSINRICHTING HIERVOOR

De uitvinding betreft een werkwijze voor het oprichten van lichamen van een aanzienlijke hoogte middels een hijsinrichting.

Het is algemeen bekend dat bij het oprichten 5 van lichamen van een aanzienlijke hoogte, bijvoorbeeld een hoogte van 50m of meer, welke lichamen in het algemeen omvangrijk en zwaar zijn, bijvoorbeeld 1.000 ton of meer zoals bijvoorbeeld constructies uit reactorvaten in de procesindustrie, windturbines en bouwelementen in de 10 utiliteits- en bruggenbouw, gebruik gemaakt wordt van zeer zware en hoogreikende hijsinstallaties. In het algemeen wordt de eis gesteld dat de hijshoogte van de kraan de hoogte van het op te richten lichaam overtreft. Er wordt tevens opgemerkt dat het mobiliseren en het op 15 een bouwplaats aanbrengen van dergelijke omvangrijke hijsinrichtingen vaak gepaard gaan met grote problemen, in het bijzonder waar gebruik dient te worden gemaakt van een contragewicht.

De uitvinding beoogt voor dit probleem een 20 werkwijze te verschaffen welke dit probleem beoogt op te lossen, welke werkwijze wordt gekenmerkt doordat het lichaam in de liggende stand op een intermediaire positie met een door een hefeenheid beheersbare hijskabel van de hijsinrichting wordt gekoppeld en door deze hefeenheid 25 wordt opgetild.

Hierdoor is het mogelijk om een lichaam op te richten welke aanzienlijk hoger is dan de hijsinrichting.

In het bijzonder wordt de werkwijze bevoorde-ligd wanneer aan het ondereinde van het op te richten 30 lichaam besturingsmiddelen aanwezig zijn welke het ondereinde van het op te richten lichaam positioneren in een opgetilde toestand.

10071 84 2

Hierdoor wordt het mogelijk het lichaam aan te slaan en te besturen tot zijn uiteindelijke eindpositie, bijvoorbeeld op een vooraf aangelegde fundatie, wordt ingenomen.

5 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een driepoothijsinrichting voor het oprichten van lichamen van een aanzienlijke hoogte volgens de hierboven weergegeven werkwijze, welke hijsinrichting omvat een staande driepoot, een door het bovenste deel van de driepoot 10 gedragen hefeenheid, ten minste één door de hefeenheid beheersbare hijskabel en een liggend basisframe voor het fixeren van de stand van de driepoot. Dit basisframe, dat in het algemeen op het grondvlak afsteunt, maakt een krachtenevenwicht binnen de omtrek van de installatie 15 mogelijk waarbij de vertikale krachtcomponenten in het grondvlak hun reaktie vinden.

De uitvinding wordt nader verklaard door de beschrijving van enkele uitvoeringsvormen aan de hand van de bij gevoegde tekening, waarin tonen: 20 figuren 1, la en lb schematische aanzichten van uitvoeringsvormen van de hijsinrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een schematisch, perspectivisch aanzicht van een eerste en tweede fase in de oprichting van 25 een lichaam; figuur 3 een aan figuur 2 gelijksoortig aanzicht waarbij het lichaam in opgerichte positie wordt weergegeven; figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een 30 voorkeursuitvoeringsvorm van de hijsinrichting; figuur 5 een voorkeursuitvoeringsvorm van de koppelmiddelen volgens de uitvinding; en figuur 6 een voorkeursuitvoeringsvorm van een hijsinrichting voorzien van besturingsmiddelen volgens de 35 uitvinding.

Figuur 1 toont een uitvoering van de hijsinrichting alsmede een wijze van oprichten van deze inrichting op het basisframe 1. De grondvorm van dit basisframe 1007184 3 1 kan, afhankelijk van de vereisten, zoals in de figuren la en lb zijn opgebouwd. De vorm volgens figuur lb met vijf fixatiebenen maakt het mogelijk een fundatie 9 voor het op te richten object geheel of gedeeltelijk binnen de 5 omtrek van de hijsinrichting te situeren. De keuze van de afmetingen en het materiaal van het basisframe l alsmede van drie poten uit de masten 2 en de achtermast 3 is afhankelijk van de betreffende toepassing. Voor de opbouw van de masten kan ondermeer gebruik worden gemaakt van 10 elementen die zo zijn ontworpen dat transport over water en land aanzienlijk wordt vereenvoudigd, bijvoorbeeld in een standaardmaat geschikt voor containertransport.

Figuur 2 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de werkwijze met de in figuur 1 beschouwde hijsin-15 richting, de uitgangs- en een tussenpositie van het op te richten object 4, benevens de voor de werkwijze bepalende aanslag- en besturingsmiddelen, de koppelmiddelen uit een juk 5 en de besturingsdraden of, in een andere toepassing, besturingscilinders 6. Het hijsen vindt, in dit 20 voorbeeld, plaats middels een hydraulisch werkende hef-eenheid 7 en de hijskabel(s) 8 die via een haak, strop of anker met het juk 5 zijn verbonden.

Figuur 3 toont het opgerichte en op zijn fundatie 9 geplaatste object 4. De afbeelding maakt duidelijk 25 dat de werkwijze tot een aanzienlijke vermindering in de hoogte van de hijsinrichting leidt. Andere voordelen die deze werkwijze biedt is het verkrijgen van de vereiste stabiliteit zonder het gebruik van een doorgaans omvangrijk contragewicht en het combineren van de bevestiging 30 van de besturingselementen 6 met het basisframe 1, hetgeen een externe verankering overbodig maakt en waarbij het gehele krachtenspel evenwicht kan vinden binnen de omtrekken van de hijsinrichting.

Figuur 4 toont een voor de werkwijze toegepaste 35 hijsinrichting waarbij de achterpoot 3 gevormd wordt door de giek van een, bijvoorbeeld telescopische, mobiele hijskraan. Het zal duidelijk zijn dat door het op deze wijze toevoegen van de masten aan een dergelijke hijs- 1 00 V i 8 4 4 kraan de hijscapaciteit, gelet op hijshoogte en/of gewicht van de last, wordt vergroot.

Figuur 5 toont schematisch de voorkeursuitvoeringsvorm van koppelmiddelen 5 voor de werkwijze voor het 5 aanslaan van de last. Deze koppelmiddelen 5 kunnen zowel onderdeel zijn van het op te richten object als er in de vorm van een hulpmiddel tijdelijk aan zijn bevestigd.

Deze koppelmiddelen omvatten een draagframe 5a en een verbindingselement 5b ter verbinding met de hijskabel. De 10 constructie, plaats en afmetingen van de koppelingsmidde-len zijn afhankelijk van de toepassing. Met name het bereik "a" van de koppelingsmiddelen zal optimaal moeten worden gekozen.

Figuur 6 verklaart in een zijaanzicht en een 15 bovenaanzicht van de werkwijze de inzet van de bestu-ringselementen 6. Deze besturingselementen, die hun verankering vinden op het basisframe 1 van de hijsinstallatie, kunnen gevormd worden door een stelsel van kabels of hydraulisch te bedienen cilinders of manipulatoren.

20 Het samenstel van besturingselementen is zo uitgelegd dat het object naar de oprichtingsplaats kan worden getrokken, dan wel geduwd en in de vereiste richting kan worden gedraaid. In de figuur wordt het systeem met toepassing van kabels getoond. De besturingskabels 6a en 6b worden 25 in de punten 10a en 10b aan het op te richten object bevestigd en via kabelschijven lla en lib naar de kaap-staanders 12a en 12b geleid. De kabelschijven 11 en de kaapstaanders 12 kunnen aan de onderzijde van de masten 2 en 3 of direct op het basisframe 1 zijn bevestigd.

30 1007184

Claims (11)

1. Werkwijze voor het oprichten van lichamen van een aanzienlijke hoogte middels een hijsinrichting, met het kenmerk, dat het lichaam in een liggende stand op een intermediaire positie met een door de hefeenheid 5 beheersbare hijskabel van de hijsinrichting wordt gekoppeld en door de hefeenheid wordt opgetild.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ondereinde van het op te richten lichaam middels besturingsmiddelen wordt gepositioneerd wanneer 10 het lichaam tenminste gedeeltelijk is opgetild.

3. Driepoothijsinrichting voor het oprichten van lichamen van een aanzienlijke hoogte volgens de werkwijze van conclusie l of 2, omvattende een staande driepoot, een door het bovenste deel van de driepoot 15 gedragen hefeenheid, tenminste een door de hefeenheid beheersbare hijskabel en een liggend basisframe ter fixatie van de stand van de driepoot.

4. Driepoothijsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het basisframe ten minste vijf 20 fixatiebenen omvat, welke fixatiebenen twee driehoeken beschrijven in het grondvlak met een gemeenschappelijke zijde en waarvan het gemeenschappelijke oppervlak van de twee driehoeken kleiner is dan het oppervlak van de driehoek welke bepaald wordt door de ondereindpunten van 25 de drie poten van de driepoot in het grondvlak.

5. Driepoothijsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een fundatie voor het lichaam op het grondvlak is voorzien gelegen buiten de twee door de vijf fixatiebenen beschreven driehoeken.

6. Driepoothijsinrichting volgens één van de conclusies 3-5, met het kenmerk, dat besturingsmiddelen zijn voorzien voor het beheersen van de positie van het lichaam, welke besturingsmiddelen bij voorkeur gekoppeld zijn met het basisframe enerzijds en anderzijds met het 35 onderste deel van het op te richten lichaam. % 1007184

7. Driepoothijsinrichting volgens één van de conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de derde poot gevormd is door een telescopische giek op een verrijdbare platform.

8. Driepoothijsinrichting volgens één van de conclusies 3-7, met het kenmerk, dat de poten, die uit een aantal delen zijn gevormd en de andere onderdelen van de hijsinrichting een voor het transport geschikte vorm en afmeting hebben.

9. Driepoothijsinrichting volgens één van de conclusies 3-8, met het kenmerk, dat de hefeenheid een hydraulisch werkzaam vijzel omvat.

10. Koppelmiddelen voor het koppelen van een door de hefeenheid beheersbare hijskabel van een hijsin- 15 richting volgens één van de conclusies 3-9, volgens een werkwijze volgens conclusie 1 of 2.

11. Koppelmiddelen volgens conclusie 10, omvattende een afneembaar draaglichaam voor het dragen van het lichaam en een verbindingselement ter verbinding met de 20 hijskabel. ; Π0718 4