NL1007055C2 - Thermisch werkende gasafsluit-armatuur. - Google Patents

Description

Thermisch werkende gasafsluit-armatuur.

De uitvinding heeft betrekking op een thermisch werkende gasaf sluit-armatuur met een huis en een in het huis aangebracht afsluitelement, dat door een veer wordt voorge-5 spannen in de richting van een afdicht-zitting en in de voorgespannen stand wordt gehouden door een zekering uit smeltmateriaal.

De bij gas-apparaten toegepaste materialen en afdichtingen zijn temperatuur-gevoelig en gaan stuk in geval van 10 brand. Daardoor zal een niet-gekontroleerde uitstroraing van gas ontstaan wat kan leiden tot een aanmerkelijk explosiegevaar. Wanneer het gas in de brandhaard verbrandt, wordt de brand er ernstiger door. Hierdoor wordt de veroorzaakte schade groter en wordt bovendien het milieu belast. Ook is 15 aanmerkelijk meer bluswater nodig voor het bestrijden van de brand.

Deze gevaren kunnen worden vermeden door thermisch werkende gasafsluit-armaturen. Deze armaturen worden stroomopwaarts van de gas-apparaten in de gasleidingen 20 ingebouwd of in de gas-apparaten dan wel in de armaturen daarvan geïntegreerd.

De vervaardigings-technische kosten van de thermisch werkende gasafsluit-armaturen zijn voor een aanzienlijk deel gelegen in de vervaardiging en montage van de in het 25 inwendige van het huis aangebrachte onderdelen en onder-delengroepen.

De uitvinding heeft nu als doel deze vervaardigings-technische kosten minimaal te maken.

Ter bereiking van dit doel is de thermisch werkende 30 gasafsluit-armatuur van het hierboven beschreven type, volgens de uitvinding gekenmerkt door een veerelement dat in een inwendige groef van het huis is gesnapt, waarbij op de naar de afdicht-zitting toe gerichte zijde van het veerelement de veer aangrijpt voor het voorspannen van het afslui-35 telement en op de van de afdicht-zitting afgekeerde zijde er van de zekering uit smeltmateriaal.

De bewerking van de inwendige ruimte van het huis wordt dus beperkt tot de vorming van de afdicht-zitting en 1007055 2 het aanbrengen van de inwendige groef waar het veerelement in kan snappen. De verdere onderdelen vormen een groep, die door het veerelement wordt gedragen. Het inbrengen van deze onderdelengroep in het huis is bijzonder eenvoudig moge-5 lijk, daar het voldoende is de groep zover in het huis te schuiven tot het veerelement in de inwendige groef is gesnapt. Het montage-proces is dan beëindigd, terwijl de onderdelengroep exakt en betrouwbaar in het huis is gearre-teerd. Er zijn geen aanvullende schroef- of vergrendelings-10 elementen noodzakelijk.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding wordt voorgesteld dat het veerelement een centraal lichaam bezit van waaraf ten minste twee, en bij voorkeur drie, radiale armen uitgaan, en dat elke arm in hoofdzaak U-vormig is 15 gekromd en aan zijn vrije einde een radiaal omgebogen rib draagt. De armen bezitten dus een relatief grote verende lengte, waardoor de montage eenvoudiger wordt. Bovendien wordt een zeer betrouwbare vasthoudkracht opgewekt, die de omgezette ribben in de inwendige groef van het huis drukt.

20 De U-vormige krommingen van de armen van het veerele ment zijn bij voorkeur naar de afdicht-zitting gericht om het steken van de onderdelengroep in het huis te vergemakkelijken. Tot dit doel dient ook een verder gunstig kenmerk, namelijk dat het huis aan zijn insnap-einde een 25 kegelvormige verwijding bezit voor de montage van het veerelement.

Verder wordt volgens een verdere uitwerking van de uitvinding voorgesteld dat het veerelement een centrale opening bezit, waar door heen een aan het afsluitelement 30 aangebrachte, door de veer omvatte pen steekt, waarbij de zekering van smeltmateriaal is aangebracht op het door het veerelement heen stekende einde van de pen.

Daarbij is het bijzonder gunstig, dat de zekering van smeltmateriaal een ring bezit, die op het einde van de pen 35 is gestoken en daarmee door smeltmateriaal is verbonden. Bij voorkeur is de pen in het afsluitelement geschroefd, waarbij het afsluitelement in het naar de afdicht-zitting toe gerichte kopvlak is voorzien van een sleuf voor een schroevendraaier.

1 007055 3

Bij de montage wordt de ring op het einde van de pen gestoken en daaraan vast gesoldeerd, waarbij het soldeer het smeltmateriaal vormt. Daarna wordt de pen door de centrale opening van het veerelement heen gestoken. Vervolgens 5 schuift men de veer over de pen heen en schroeft men het afsluitelement er op, waarbij de veer wordt voorgespannen. De onderdelengroep is dan gereed om in het huis van de βίε luit-armatuur te worden gesnapt. Vervaardigings- en monta-gekosten zijn daardoor laag.

10 Bij een thermisch in werking treden van de afsluit- armatuur wordt het afsluitelement tezamen met de pen tegen de afdicht-zitting geschoten. Een geleiding van deze beweging is slechts nog mogelijk door de veer, daar de pen vrij is gekomen van het veerelement. Daarbij bestaat het gevaar, 15 dat het afsluitelement tijdens zijn verplaatsing kantelt. Om dit gevaar te minimaliseren wordt voorgesteld, het afsluitelement aan zijn van de afdicht-zitting afgekeerde zijde te voorzien van een kraag die de veer omvat.

In dit verband moet er rekening mee worden gehouden, 20 dat de binnen-diameter van de veer bij het samendrukken ervan groter wordt waardoor de veer eerst in gestrekte toestand de pen goed omsluit. Bepaalde ongekontroleerde bewegingen kunnen dus nauwelijks worden vermeden. Om er echter voor te zorgen, dat de afsluit-armatuur bij een 25 thermisch in werking treden ervan betrouwbaar afsluit, wordt volgens een verdere uitwerking van de uitvinding voorgesteld dat de afdicht-zitting kegelvormig is uitgevoerd en dat het afsluitelement ten minste in het afdich-tings-gebied een bolvormig buitenvlak bezit. Het afsluite-30 lement dringt in de kegel van de afdicht-zitting binnen en drukt zich afdichtend tegen de wand daarvan aan. Daardoor wordt het afsluitelement automatisch gecentreerd. Verder kunnen in verband met het bolvormig buitenvlak van het afsluitelement zonder meer kantelingen worden toegelaten, 35 daar zij de afdichtende werking niet nadelig beïnvloeden.

De uitvinding wordt in het nu volgende nader toegelicht aan de hand van een voorkeurs-uitvoeringsvorm in samenhang met de bijbehorende tekening. In de tekening toont: 1007055 4

Fig. 1 een axiale doorsnede over een thermisch werkende afsluit-armatuur in de niet werkzame stand ervan;

Fig. 2 de armatuur overeenkomstig fig. 1 maar in de werkzame stand ervan; 5 Fig. 3 een aanzicht van een veerelement.

De thermisch werkende afsluit-armatuur omvat een huis 1, dat een kegelvormige afdicht-zitting 2 vormt. Verder omvat het huis 1 een afsluitelement 3, dat door een veer 4 in de richting naar de afdicht-zitting 2 toe is voorgespannen. 10 Het afsluitelement 3 is geschroefd op een pen 5 en wel met behulp van een schroevendraaier-sleuf 6.

De hiervoor beschreven onderdelengroep wordt binnen het huis vast gehouden door een veerelement 7, dat in een inwendige groef 8 is gesnapt. Het veerelement 7 bezit een 15 centrale opening 9, waar door heen de pen 5 is gestoken. De pen draagt aan zijn einde een ring 10, die onder gebruik making van een smeltmateriaal 11 op de pen is vast gesoldeerd. De ring 10 wordt door de veer 4 tegen het veerelement 7 aangedrukt, waarbij de veer 4 werkzaam is tussen het 20 afsluitelement 3 en het veerelement 7.

Het veerelement 7 bezit een centraal lichaam 12, van waaraf radiale armen 13 lopen. In het onderhavige geval gaat het om drie radiale armen 13, waarvan er één over 60° verdraaid is getoond. Elke radiale arm bezit een in hoofd-25 zaak U-vormige kromming 14, die naar de afdicht-zitting 2 is gericht. Dit vergemakkelijkt het steken van de onder-delengroep in het huis 1 en wekt een voldoende vasthoud-kracht op in de afgebogen ribben 15, waarmee het veerelement 7 in de inwendige groef 8 grijpt. Het insteken van het 30 veerelement 7 wordt verder vergemakkelijkt door een kegelvormige verwijding 16 die zich bij het insnap-einde van het huis 1 bevindt.

Bij het thermisch in werking treden van de afsluit-armatuur, dat wil zeggen bij de overgang van de stand vol-35 gens fig. 1 naar de stand volgens fig. 2, smelt het materiaal 11 waardoor de pen 5 vrij komt van de ring 10 en dus van het veerelement 7. Het afsluitelement 3 wordt onder het meenemen van de pen 5 door de veer 4 in de afdicht-zitting 2 geschoten. Daar het afsluitelement 3 in het afdichtings- 1007055 5 gebied een bolvormig buitenvlak 17 bezit, dringt het ook dan binnen in de kegelvormige afdicht-zitting 2 wanneer de veer 4 de pen 5 niet zuiver centrisch geleidt. Bovendien biedt het bolvormige oppervlak 17 de mogelijkheid kantelin-5 gen van het afsluitelement 3 toe te laten, zonder dat daardoor de afdichtende werking van de afsluit-armatuur wordt beïnvloed.

Verder draagt het afsluitelement 3 een kraag 18, waardoor de veer 4 aanvullend wordt vastgehouden.

10 Binnen het kader van de uitvinding zijn variaties mo gelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld de U-vormige krommingen van het veerelement naar de tegengestelde zijde zijn gericht, hoewel de getoonde uitvoeringsvorm bijzonder gunstig is. Verder bestaat de mogelijkheid het veerelement van twee of 15 meer dan drie radiale armen te voorzien. Drie armen vormen evenwel het optimum, zowel wat betreft vanuit vervaardi-gings-technisch gezichtspunt als ook met het oog op een zorgvuldige centrering. Het afsluitelement kan een geheel vormen met de pen, waarbij dan kan worden af gezien van de 20 sleuf voor de schroevendraaier. Ten slotte bestaat de mogelijkheid de pen onder gebruik making van het smeltmateri-aal direkt aan het veerelement vast te solderen.

conclusies 1007055

Claims (9)

1. Thermisch werkende gasafsluit-armatuur met een huis (1) en een in het huis aangebracht afsluitelement (3), dat door een veer (4) wordt voorgespannen in de richting van 5 een afdicht-zitting (2) en in de voorgespannen stand wordt gehouden door een zekering uit smeltmateriaal, gekenmerkt door, een veerelement (7) dat in een inwendige groef (8) van het huis (1) is gesnapt, waarbij op de naar de afdicht-zitting (2) toe gerichte zijde van het veerelement de veer 10 aangrijpt voor het voorspannen van het afsluitelement en op de van de afdicht-zitting afgekeerde zijde er van de zekering uit smeltmateriaal.

2. Afsluit-armatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het veerelement (7) een centraal lichaam (12) bezit van 15 waaraf ten minste twee, en bij voorkeur drie, radiale armen (13) uitgaan, en dat elke arm in hoofdzaak U-vormig is gekromd en aan zijn vrije einde een radiaal omgebogen rib (15) draagt.

3. Afsluit-armatuur volgens conclusie 2, met het kenmerk, 20 dat de U-vormige krommingen (14) van de armen (13) van het veerelement (7) naar de afdicht-zitting (2) zijn gericht.

4. Afsluit-armatuur volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het huis (1) aan zijn insnap-einde een kegelvormige verwijding (16) bezit voor de montage van het 25 veerelement (7).

5. Afsluit-armatuur volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat het veerelement (7) een centrale opening (9) bezit, waar door heen een aan het afsluitelement (3) aangebrachte, door de veer (4) omvatte pen (5) steekt, 30 waarbij de zekering van smeltmateriaal is aangebracht op het door het veerelement (7) heen stekende einde van de pen (5). 1 007055

6. Afsluit-armatuur volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de zekering van smeltmateriaal een ring (10) bezit, die op het einde van de pen (5) is gestoken en daarmee door smeltmateriaal (11) is verbonden.

7. Afsluit-armatuur volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de pen (5) in het afsluitelement (3) is geschroefd, en het afsluitelement in zijn naar de afdicht-zitting (2) toe gerichte kopvlak is voorzien van een sleuf (6) voor een schroevendraaier.

8. Afsluit-armatuur volgens een der conclusies l tot 7, met het kenmerk, dat het afsluitelement (3) aan zijn van de afdicht-zitting (2) afgekeerde zijde is voorzien van een kraag (18) die de veer (4) omvat.

9. Afsluit-armatuur volgens een der conclusies 1 tot 8, 15 met het kenmerk, dat de afdicht-zitting (2) kegelvormig is uitgevoerd en dat het afsluitelement (3) ten minste in het afdichtings-gebied een bolvormig buitenvlak (17) bezit. 1 nn -70 ς ς