NL1006773C2 - Filter en filter-werkwijze. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Filter en filter-werkwijze

De uitvinding heeft betrekking op een filter volgens het inleidende gedeelte van conclusie 1 alsmede op een filter-werkwijze volgens het inleidende gedeelte van conclusie 15.

5 Dergelijke filters en filter-werkwijzen zijn uit de praktijk bekend in de vorm van filters en filter-werkwijzen, waarmee een te filteren substantie aan de buitenkant van de omtreksmantel van de trommel wordt aangeboden en een filtraat aan de binnenkant van de omtreksmantel wordt verkregen. Om de 10 mantel, die in het algemeen wordt gevormd door een steungaas, is daarbij een filterdoek aangebracht.

Er kan slechts in een beperkt aantal toepassingen, worden volstaan met filtratie op het filterdoek alleen. Veel materialen kunnen niet door het doek zelf worden uitgefilterd. 15 Vooral indien zeer fijne deeltjes in zeer sterke mate moeten worden verwijderd, worden filterhulpmiddelen buitenom de trommel aangebracht in de vorm van een zogenaamde precoat.

Als precoat wordt bijvoorbeeld diatomee-aarde, perliet of houtmeel, telkens in geclassificeerde vorm, toegepast. Het 20 vervangen van de precoat is omslachtig, gaat gepaard met onderbreking van het filtratie-proces (typischerwijs is telkens een onderbreking van een uur na 2-4 uur filteren nodig) en beperkt zodoende de produktiviteit. Verder wordt het afvoeren van afval in de vorm van de precoat met het uitgefilterde ma-25 teriaal in het algemeen moeilijker en kostbaarder.

De uitvinding heeft als doel een oplossing te bieden, waarmee deze bezwaren kunnen worden ondervangen.

Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt dit doel bereikt door een filter uit te voeren overeenkomstig 30 het kenmerkende deel van conclusie 1.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt dit doel bereikt door een filter-werkwijze uit te voeren overeenkomstig het kenmerkende deel van conclusie 15.

De uitvinding maakt het mogelijk te filteren door meer-35 dere lagen filterpapier of ander baanvormig filtermateriaal, 1 00 6 7 7 3 -2- dat om de mantel van de trommel is gespoeld. Onder "spoelen" wordt in het kader van de onderhavige beschrijving verstaan: het wikkelen van een materiaal, bijvoorbeeld zoals een magnetische geluidsband of een baan papier op een spoel wordt ge-5 wikkeld. Overmatige weerstand tijdens het filteren wordt, of althans kan worden, vermeden door te zeer verzadigd filterma-teriaal van de omtrek van de trommel af te wikkelen en aldus buiten het gebied te brengen waar dit als filtermateriaal werkzaam is wanneer het filter in bedrijf is. Een verder 10 voordeel van de onderhavige uitvinding is, dat door het afwikkelen van filtermateriaal bij het filteren opgevangen materiaal op zeer eenvoudige wijze en zeer volledig van de trommel kan worden verwijderd, wanneer het filtermateriaal op is, kan zeer snel een nieuwe filtermateriaal-baan om de man-15 tel worden gespoeld.

Het uitgefilterde materiaal kan, zo dit gewenst wordt, in het algemeen eenvoudig van het filtermateriaal worden gescheiden, al naar gelang de soort baanvormig filtermateriaal die wordt toegepast en de aard van het uitgefilterde materi-20 aal bijvoorbeeld door uitwassen en/of afschrapen. Dit is voordelig voor het winnen of terugwinnen van het uitgefilterde materiaal en/of hergebruik van het filtermateriaal. Het is ook mogelijk, het baanvormige materiaal met het uitgefilterde materiaal te vernietigen, bijvoorbeeld door dit te ver-25 branden.

De uitvinding maakt het verder mogelijk op eenvoudige wijze een stof of samenstelling met de passerende substantie in contact te brengen en tegen meestromen met de substantie vast te houden. Een dergelijke stof of samenstelling kan bij-30 voorbeeld in bedrijf een bepaalde reactie met de passerende substantie aangaan of bevorderen. Deze stof of samenstelling kan door het materiaal van het baanvormige filter gevormd worden. Het baanvormige filter kan ook bestaan uit een drager en de bedoelde stof of samenstelling, die door de drager 35 wordt gedragen. Dat de substantie door meerdere lagen van het filterpakket passeert is daarbij bevorderlijk voor een volledige behandeling van die substantie.

100 6 7 7 3 -3-

Het is ook mogelijk, als filtermateriaal een combinatie van een drager en een daarop aangebrachte precoat te gebruiken. Doordat de precoat is uitgevoerd als onderdeel van een op de trommel gespoelde baan filtermateriaal, kan deze een-5 voudig, al naar gelang deze verzadigd raakt of dichtslaat, met de drager van de trommel verwijderd worden, zonder dat het nodig is het filteren veelvuldig te onderbreken.

Al naar gelang de toepassing kan het tegengaan van het doorslaan van uit te filteren materiaal of het dichtslaan van 10 het filter - of beide - van bijzonder belang zijn. Het doorslaan van uit te filteren materiaal en het dichtslaan van het filter kunnen op zeer effectieve wijze worden bestreden door een uitwerking van de onderhavige uitvinding te kiezen, waarbij filtermateriaal niet alleen van de trommel af wordt ge-15 wikkeld, maar tegelijkertijd aan het tegenovergelegen uiteinde van het om de trommel gewikkelde filterpakket op de trommel wordt gewikkeld. Hiertoe wordt het om de trommel gewikkelde filterpakket plaatselijk van de trommel af geleid. Tussen het plaatselijk van de trommel af geleide filterpakket 20 en de trommel is een houder geplaatst die een voortzetting van de baan materiaal van het filterpakket draagt.

Het filtermateriaal wordt bij voorkeur vanaf deze houder naar de trommel gevoerd, zodat vanaf de binnenzijde van het om de mantel gespoelde filtermateriaal nieuw filter-25 materiaal wordt toegevoerd. Het is echter ook mogelijk het filtermateriaal vanaf de trommel naar deze houder te voeren, zodat het filtermateriaal aan de binnenzijde van het om de mantel gespoelde filterpakket wordt afgevoerd.

Verder wordt het filtermateriaal bij voorkeur aan de 30 stroomopwaartse zijde van het pakket om de mantel van de trommel gewikkeld filtermateriaal van de trommel af gewikkeld, d.w.z. aan de buitenzijde als van buiten naar binnen wordt gefilterd en aan de binnenzijde als van binnen naar buiten wordt gefilterd. Aldus verplaatst het filtermateriaal 35 tijdens het filteren geleidelijk tegenlopend ten opzichte van de filtratie-richting waardoor doorslaan wordt tegengegaan, is de meest stroomafwaartse laag filtermateriaal het meest 1 00 6 7 7 3 -4- vers en wordt de meest verzadigde laag filtermateriaal van het filterpakket afgevoerd, zodat de weerstand van het filter effectief wordt begrensd. Verder is het aantal lagen filtermateriaal waar doorheen gefilterd wordt constant zolang het 5 afwikkelen van filtermateriaal wordt gecompenseerd door de toevoer van vers filtermateriaal.

Andere bijzonder voordelige uitvoeringsvormen en uitvoeringswijzen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.

10 Navolgend worden verdere doelen, uitvoeringen, effecten en voordelen van de uitvinding nader toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, waaronder het op dit moment de meeste voorkeur genietend uitvoeringsvoorbeeld. Daarbij wordt verwezen naar de tekening, waarin: 15 fig. 1 een weergave is van een filtersysteem met een filter volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding in verticale doorsnede en met perifere apparaten en leidingen in schematische weergave, en fign. 2 en 3 weergaven zijn van filtersystemen met fil-20 ters volgens een tweede en een derde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding in verticale doorsnede en met perifere apparaten en leidingen in verder geschematiseerde weergave.

Het in fig. 1 getoonde 1 filtersysteem is samengesteld uit een toevoerleiding 1 met een daarin opgenomen toevoerpomp 25 2, een op de toevoerleiding 1 aangesloten filter 3 voor het filteren van deeltjes uit een substantie 4 die is aangevoerd via de toevoerleiding 1, een op het filter 3 aangesloten va-cuüm-leiding 5 die naar een vacuüm-pomp 6 leidt, en een op het filter 3 aangesloten filtraat-leiding 7 die via een fil-30 traat-pomp 8 leidt naar een reservoir voor het opslaan van gefilterd filtraat. Verder sluit op het filter 3 een afvoer-leiding 9 voor het draineren van het filter ten behoeve van onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan. De afvoerleiding 9 is voorzien van een afsluitklep 10.

35 Het getoonde filter 3 is opgebouwd uit een trommel 11 met een mantel 12 uit gaas en in hoofdzaak hermetisch afgesloten kopse uiteinden, een omlopend pakket filtermateriaal 100 6 7 7 3 -5- 13 gedragen door de mantel 12 en een bassin 14 voor het onderdompelen van althans een ondergedeelte van de trommel 11, in welk bassin in de getoonde bedrijfstoestand een werkvoor-raad te filteren substantie 4 wordt aangehouden. Het gaas 5 heeft doorlaten voor het doorlaten van filtraat. De trommel 11 heeft een in hoofdzaak horizontale rotatie-as 22 die boven het bassin 14 is gelegen.

Voor het beheersen van de werkvoorraad te filteren substantie 4 is in het bassin, aan de buitenkant van het filter-10 pakket 13, een vloeistofpeil-taster 15 aangebracht die via een verbinding 16 is gekoppeld aan de toevoerpomp 2. Hierdoor kan de toevoerpomp 2 in afhankelijkheid van het peil van de vloeistof aan de toevoerzijde van het filterpakket 13 worden bediend.

15 Ook aan de binnenkant van het filterpakket 13 is in het bassin een vloeistofpeil-taster 17 aangebracht. Deze vloeistofpeil-taster 17 is via een verbinding 18 gekoppeld aan de filtraat-pomp 8, teneinde de filtraat-pomp 8 in afhankelijkheid van het peil van de vloeistof aan de afvoerzijde van het 20 filterpakket 13 te bedienen.

Het filtermateriaal wordt gevormd door een filtermate-riaal-baan 19 die om de mantel 12 is gespoeld (gewikkeld) tot een filterpakket 13 dat uit meerdere lagen van het baanvor-mige filtermateriaal 19 bestaat. Een gedeelte 20 van de fil-25 termateriaal-baan 19 strekt zich van het filterpakket 13 af uit naar een verzamel-houder 21. Door roteren van de trommel 11 om de rotatie-as 22 kan filtermateriaal 19 van de trommel 11 af naar de verzamel-houder 21 worden gespoeld.

In bedrijf wordt de substantie 4 toegevoerd aan een 30 stroomopwaartse zijde - hier de buitenzijde - van het filterpakket 13 toegevoerd aan het bassin 14. Middels de vacuüm-pomp 6 en via de leiding 5 wordt een onderdruk aangebracht in de trommel 11. Hierdoor passeert de substantie 4 door het filterpakket 13 heen naar de stroomafwaartse zijde - hier de 35 binnenzijde - van filterpakket 13 onder achterlating van uit te filteren bestanddelen in het filterpakket 13. In afhankelijkheid van signalen afgegeven door de vloeistofpeil-taster 100 6 77 3 -6- 17 aan de binnenzijde van de trommel 11 wordt het aldus verkregen filtraat uit de trommel 11 via de filtraat-leiding 7 afgevoerd door de werking van de filtraat-pomp 8. Wanneer een zodanige hoeveelheid substantie 4 door het filter is gepas-5 seerd, dat het peil in het bassin tot een bepaalde waarde is gedaald, wordt de toevoerpomp 2 geactiveerd in reactie op signalen van de vloeistofpeil-taster 15 aan de buitenzijde van de trommel 11. Bij voorkeur stelt het filter-systeem zich automatisch zo in, dat de toevoerpomp 2 continu in bedrijf 10 kan blijven, waarbij het debiet zich aanpast aan het debiet aan substantie 4 dat door het filterpakket 13 passeert.

Door de trommel 11 te roteren om de rotatie-as 22 wordt het baanvormige filtermateriaal 19 - dat voorafgaand aan het filteren om de mantel 12 was gespoeld tot het meerlaags fil-15 terpakket 13 rondom de mantel 12 - met daarin opgevangen uitgefilterde bestanddelen van de substantie van de mantel 13 af gespoeld en opgevangen in de verzamel-houder 21. Substantie die in een gedeelte van het filterpakket 13 is gedrongen terwijl dat gedeelte van het filterpakket 13 ondergedompeld was 20 in de substantie 4 in het bassin 14, verlaat gedurende het roteren van de trommel met dat gedeelte van het filterpakket 13 het bassin 14, maar filtraat-bestanddelen daarvan blijven door de onderdruk in de trommel 11 verder door het filterpakket 13 bewegen. Aldus wordt verder gefilterd of althans be-25 handeld in het desbetreffende gedeelte van het filterpakket 13. Op het moment dat de buitenste laag van het desbetreffende gedeelte van het filterpakket 13 wordt afgewikkeld bevat dit nog slechts zeer weinig van de door te laten fractie van de substantie.

30 Doordat wordt gefilterd door een filterpakket bestaande uit meerdere lagen baanvormig filtermateriaal, is het filter en de filter-werkwijze als beschreven geschikt voor toepassingen, waarvoor gebruikelijkerwijs om de mantel precoats, zoals diatomee-aarde, perliet of houtmeel, worden aangebracht 35 teneinde ook kleine deeltjes in voldoende mate uit te kunnen filteren. De met het toepassen van een precoat gemoeide bezwaren van het veelvuldig en langdurig onderbreken van het 1006773 -7- filterproces voor verversing van de precoat alsmede het moeilijke verwerken van verbruikte precoat worden bij toepassing van het filter en de filter-werkwijze als beschreven echter vermeden. Al naar gelang de fijnheid van het baanvormige 5 filtermateriaal kunnen ook deeltjes kleiner dan 1 μπι zeer effectief uitgefilterd worden. Door bijvoorbeeld uit te gaan van een trommel met 1000 wikkelingen van het baanvormige filtermateriaal, kan in een gemiddelde toepassing een standtijd van het filter van ongeveer 1 week worden bereikt. Het fil-10 termateriaal wordt, al naar gelang de mate waarin de buitenste laag is dichtgeslagen, van de trommel 11 afgewikkeld.

Voorbeelden van mogelijke toepassingen van het voorgestelde filter en de beschreven werkwijze zijn: het ontwateren van geraffineerd zetmeel voorafgaand aan thermische droging, 15 het winnen van wijn uit bezinksel van wijnvaten, het winnen van sap uit vruchtenpulp, het filteren van gist uit bier, het filteren van actieve kool uit glucose-oplossingen die daarmee ontkleurd zijn, het filteren van vloeibare kunstmest, het ontwateren van zoutkristallen, het drogen van sediment uit 20 afvalwater-zuiveringsinstallaties, het behandelen van boor-spoeling bij het boren naar olie en/of gas, scheiding van afvalstoffen bij koffieproduktie en ontzwaveling van rookgas. Meer in het algemeen gaat het om toepassingen, waarin fijne deeltjes uit een gas of een vloeistof moeten worden gefil-25 terd. Het kan daarbij gaan om het winnen van de te filteren deeltjes, om het winnen van het filtraat of om beide tegelijk.

Het is echter ook mogelijk, een filterbaan toe te passen die een stof of een samenstelling bevat die deelneemt aan 30 een bepaalde reactie in de door het filter passerende substantie of die een dergelijke reactie bevordert.

Doordat filtermateriaal van de omtrek van de trommel 11 af wordt gewikkeld, en aldus buiten het gebied wordt gebracht waar dit als filtermateriaal werkzaam is, wordt het door 35 dichtslaan toenemen van de weerstand van het filterpakket 13 tot onacceptabele waarden voorkomen, ook als een zeer lange standtijd als bovenomschreven wordt toegepast.

1 00 6 7 7 3 -8-

Teneinde doorslaan van het filter verder te beperken, kan de trommel 11 naarmate het aantal daar omheen aanwezige lagen filtermateriaal afneemt sneller worden geroteerd.

Door het afwikkelen van de filtermateriaal-baan 19 5 wordt het bij het filteren opgevangen produkt of afval op zeer eenvoudige wijze en zeer volledig van de trommel 11 verwijderd. Wanneer de filtermateriaal-baan 19 op is, kan zeer snel een nieuwe filtermateriaal-baan om de mantel 12 worden gespoeld, bijvoorbeeld vanaf een in de nabijheid van de trom-10 mei 11 opgehangen rol.

Voor het bereiken van een gelijkmatig filter-effect en een hoge produktiviteit is het voordelig het van de mantel 12 af spoelen van het baanvormige filtermateriaal 19 uit te voeren tijdens het filteren. Het filterproces wordt dan niet on-15 derbroken tijdens het uit het filtergebied afvoeren van filtermateriaal 19 en daarin opgevangen deeltjes.

De inlaat van de vacuüm-leiding 5 en het afgewikkelde gedeelte 20 van de filtermateriaal-baan 19 zijn aan tegenover elkaar gelegen zijden van het filterpakket 13 gelegen, zodat 20 een door het vacuüm gegenereerde drukval over het filterpakket 13 zodanig is gericht ten opzichte van het afgewikkeld gedeelte 20 van de filtermateriaal-baan 19, dat dit afgewikkelde gedeelte 20 van de filtermateriaal-baan 19 aan de stroomopwaartse zijde van het filterpakket is gelegen. Hier-25 door wordt steeds de meest stroomopwaartse laag, die het sterkst is verbruikt, van het filterpakket 13 af gewikkeld.

Het is overigens ook mogelijk de filtermateriaal-baan als zodanig uit te voeren als een meerlagige constructie, zodat steeds twee of meer lagen tegelijk van de trommel af wor-30 den gewikkeld.

In sommige gevallen is het wenselijk het vacuüm over bepaalde, in een vaste richting georiënteernde segmenten van de trommel 11 niet uit te oefenen teneinde overmatige toestroom van lucht door gebieden waar uitgefilterd materiaal 35 van de trommel is verwijderd en nog geen nieuwe substantie wordt aangeboden tegen te gaan. Verder zou het in sommige gevallen voordelig zijn, het vacuüm tijdelijk in zijn geheel 1006773 -9- weg te laten vallen als er geen aanvoer van te filteren materiaal is. Ten opzichte van filters met een precoat bieden filters van de voorgestelde soort het voordeel, dat men het vacuüm weg kan nemen van sterk hellende of zelfs omlaag 5 gekeerde segmenten van de mantel van de trommel 11, zonder dat zich het probleem voordoet dat het filtermateriaal van de mantel 12 af valt.

Doordat de inlaatopening van de vacuüm-leiding 5 met de binnenzijde van de trommel 11 communiceert, is de drukval van 10 de buitenzijde naar de binnenzijde van de trommel 11 gericht. Dit biedt ten eerste het voordeel dat de uit te filteren deeltjes aan de buitenzijde van de trommel 11 neerslaan waar deze eenvoudiger te verwijderen zijn dan aan de binnenzijde van de trommel 11. Verder wordt in combinatie met het aan de 15 stroomopwaartse zijde van het filterpakket 13 afspoelen van de filtermateriaal-baan 19 het voordeel bereikt, dat ook het afgewikkelde filtermateriaal 19 aan de buitenzijde van de trommel 11 vrijkomt. Aan de buitenzijde van de trommel 11 is meer ruimte beschikbaar om het afgewikkelde filtermateriaal 20 19 te behandelen en op te slaan dan aan de binnen zijde van de trommel 11.

Het filtermateriaal 19 bestaat voor toepassingen, waarbij het gaat om het filteren van deeltjes uit een substantie bij voorkeur uit een vliesvormig materiaal, zoals een cellu-25 lose- en/of viscose-vlies met een gewicht van 17-50 g/m2.

Teneinde een trommel met axiale afmetingen groter dan de grootste beschikbare breedte van het baanvormige filtermateriaal toe te kunnen passen, kan de trommel twee of meer, elkaar in axiale richting opeenvolgende, elk omlopende man-30 telgedeeltes hebben. Op elk van de mantelgedeeltes kan een baan van het filtermateriaal worden gewikkeld.

In de figuren 2 en 3 zijn overeenkomende delen aangeduid met onderling identieke verwijzingscijfers. Ook de in de figuren 2 en 3 getoonde 1 filtersystemen zijn uitgerust met 35 een toevoerleiding 31, een op de toevoerleiding 31 aangesloten filter 33, een op het filter 33 aangesloten vacuüm-leiding 35, en een op het filter 33 aangesloten filtraat-leiding 100 6 7 7 3 -10- 37. Verder sluit ook bij deze filtersystemen op het filter 3 een afvoerleiding 39 met een afsluitklep 40 voor het draineren van het filter 33 aan.

De in de figuren 2 en 3 getoonde filters 33 zijn elk 5 opgebouwd uit een trommel 41 met een mantel 42 voorzien van doorlaten (in de tekening niet zichtbaar) voor het doorlaten van filtraat en in hoofdzaak hermetisch afgesloten kopse uiteinden, een omlopend pakket filtermateriaal 43 gedragen door de mantel 42 en een bassin 44 voor het onderdompelen van al-10 thans een ondergedeelte van de trommel 41. In de getoonde bedrijf stoestand bevat het bassin 44 een werkvoorraad te filteren substantie 34. De trommel 41 heeft een in hoofdzaak horizontale rotatie-as 52 die boven het bassin 44 is gelegen.

Het om de mantel 42 gespoelde filterpakket 43 is plaat-15 selijk van de mantel 42 af en om een houder 53 geleid. Die houder 53 is tussen het om de mantel 42 gespoelde filterpakket 43 uit baanvormig filtermateriaal 49 en de trommel 41 gelegen. De houder 53 draagt een voorraad 54 van het filtermateriaal 49 dat via een tussengedeelte 55 van het filtermate-20 riaal 49 tussen de houder 53 en de trommel 41 overgaat in het om de mantel 42 gespoelde pakket 43 van de filtermateriaal-baan 49.

Voorafgaand aan het filteren wordt een volle houder 53 in het filter geplaatst en wordt filtermateriaal van die hou-25 der 53 afgewikkeld naar het manteloppervlak 42 van de trommel 41 en bovendien plaatselijk van dat manteloppervlak af langs een traject, dat van de trommel 41 af en buiten de houder 53 om verloopt. Dit wordt voortgezet totdat een filterpakket 43 om het manteloppervlak 42 is verkregen dat het gewenste aan-30 tal lagen van de filtermateriaal-baan 49 bevat. Vervolgens wordt het voorlopende uiteinde van de filtermateriaal-baan 49 gekoppeld aan de verzamelhouder 51 die in de onderhavige voorbeelden telkens is uitgevoerd als een spoel.

In bedrijf wordt bij rotatie van de trommel 41 het om 35 de mantel 42 gespoelde filterpakket 43 aldus plaatselijk van de mantel 42 af omgeleid langs het traject om de houder 53 heen. Daarbij wordt verder filtermateriaal 54 vanaf de houder 100 6 7 7 3 -11- 53 via het tussengedeelte 55 van de filtermateriaal-baan 49 tussen de houder 53 en de trommel 41 overgedragen naar het om de mantel 42 gespoelde filterpakket 43.

Aldus is bij de filters 33 volgens de figuren 2 en 3, 5 behalve het afwikkelen van filtermateriaal 49 vanaf de buitenzijde van het filterpakket 43, tevens het aan de binnenzijde toevoeren van materiaal aan het filterpakket 43 mogelijk. Het is overigens ook mogelijk materiaal aan de binnenzijde toe te voeren zonder het aan de buitenzijde van het 10 filterpakket af te wikkelen, of het materiaal aan de binnenzijde af te wikkelen, al dan niet in combinatie met toevoer vanaf de buitenzijde.

Teneinde het segment van de mantel 42 van de trommel 41 waar het filterpakket 43 niet tegen aanligt in omtreksrich-15 ting zo kort mogelijk te houden, is het filterpakket 43 tussen de trommel 41 en de houder 53 over omleidingsrollen 56, 57 geleid.

Doordat de houder 53 tussen het van de mantel 42 af omgeleide gedeelte van het om de mantel 42 gespoelde filterma-20 teriaal en de trommel 41 is uitgevoerd als een spoel 53, kan op de houder op een compacte wijze een grote hoeveelheid van het filtermateriaal worden opgeslagen. Verder kan het omgeleide filtermateriaal over het op de spoel 53 opgeslagen filtermateriaal 54 verlopen, warbij de spoel 53 tevens dient als 25 omleidingsrol voor het geleiden van het van het mantelopper-vlak 42 af geleide gedeelte van het filterpakket 43. Verder kan filtermateriaal door spoelen wordt overgedragen van de houder 53 naar de trommel 41, waardoor een constante aanvoer van filtermateriaal met weinig risico van vastlopen van de 30 aanvoer wordt verkregen.

Doordat bij de filters 33 volgens de figuren 2 en 3 steeds een van de houders 51, 53 binnen het om de mantel gespoelde filterpakket 43 is gelegen en de andere van de houders 51, 53 buiten het om de mantel gespoelde filterpakket 43 35 is gelegen, en het filtermateriaal van de ene houder 51 naar de andere houder 53 verloopt, kan het afwikkelen van materiaal aan de ene zijde van het filterpakket 43 steeds eenvoudig 100 6 7 7 3 -12- gecombineerd worden met het toevoeren van materiaal aan het andere uiteinde van het filterpakket 43. Filtermateriaal wordt dan toegevoerd vanaf de houder 53 binnen het om de mantel 42 gespoelde filterpakket 43, vervolgens meer dan een 5 keer om de mantel 42 gevoerd en vervolgens naar de andere van de houders 51 buiten het om de mantel 42 gespoelde filterpakket 43 gespoeld.

Hierdoor is in bedrijf de het aantal lagen filtermateriaal 49 in het filterpakket 43 steeds constant, althans zo-10 lang het afwikkelen van filtermateriaal aan de ene kant van het filterpakket 43 wordt gecompenseerd door het opwikkelen van filtermateriaal aan de andere kant van het filterpakket 43. Het constante aantal lagen kan nauwkeurig worden aangepast aan de vereisten van het uit te voeren filterproces. Dit 15 maakt het onder meer mogelijk, met een filterpakket 43 dat gemiddeld bestaat uit een veel kleiner aantal lagen filtermateriaal dan het filterpakket 13 van het filter 3 volgens fig.

1 - bij voorkeur 2-50 en meer in het bijzonder 5-25 lagen -toch een lange standtijd van een filtermateriaal-baan 49 te 20 bereiken. Door het gemiddeld kleinere aantal lagen wordt de weerstand die de substantie bij het passeren van het filter ondervindt beperkt.

Langs een sectie van de mantel 42 van de trommel 41 waar het om de mantel gespoelde filterpakket van de mantel af 25 is geleid is een scherm 58 voor het voorkomen van het doorlaten van valse lucht is aangebracht. Het is ook mogelijk, voor dit doel, het trommeloppervlak te verdelen in secties die elkaar in omtreksrichting opvolgen en een zuigkop in de trommel zo uit te voeren, dat het vacuüm een of meer van die segmen-30 ten niet bereikt. Een dergelijke constructie van de trommel is op zich bekend en hier derhalve niet nader beschreven.

Teneinde afgewikkeld filtermateriaal efficiënt en compact te kunnen opslaan zijn bij de filters volgens de figuren 2 en 3 de verzamel-houders 51 ook uitgevoerd als spoelen.

35 Bij het filter volgens fig. 2 is daarbij de filtermate riaal-baan 49 zodanig om de verzamel-spoel 51 en om de trommel 41 gewikkeld, dat bij van de trommel 41 spoelen van fil- 100 6 7 7 3 -13- termateriaal 49 en bij het op de verzamel-spoel 51 spoelen van filtermateriaal 49 de tronunel 41 en de verzamel-spoel 51 worden geroteerd met tegengestelde draaizin (pijlen 59, 60). Dit brengt met zich mee, dat de zijde van het filtermateriaal 5 die, althans in om de trommel 41 gespoelde toestand, van de trommel 41 af gekeerd was, en derhalve in veel gevallen een koek bestaande uit uitgefilterd materiaal draagt, bij het wikkelen op de verzamel-spoel 51 naar binnen wordt gekeerd. Dit is voordelig indien het gewenst is het uitgefilterde ma-10 teriaal en het filtermateriaal, althans voorlopig bij elkaar te houden, omdat na het opspoelen op de verzamel-spoel 51 desbetreffende gedeeltes van het filtermateriaal de daarop neergeslagen koek binnenwaarts opsluiten.

Indien het gewenst is, uitgefilterd materiaal van het 15 filtermateriaal 49 te schrapen, verdient het in het algemeen de voorkeur, zoals is weergegeven in fig. 3, de filtermateri-aal-baan 49 zodanig om de verzamel-spoel 51 en om de trommel 41 te wikkelen, dat bij van de trommel 41 spoelen van filtermateriaal 49 en bij het op de verzamel-spoel 51 spoelen van 20 filtermateriaal 49 de trommel 41 en de verzamel-spoel 51 worden geroteerd met eenzelfde draaizin (pijlen 59, 60 in fig.

3). De koek met tegen het filtermateriaal neergeslagen materiaal wordt daarbij bij het opwikkelen op de verzamel-spoel 51 naar buiten gekeerd en het daarbij optredende buigen van 25 het filtermateriaal 49 bevordert het loslaten van het gefilterde materiaal. Voor het afnemen van het uitgefilterde materiaal is het filter volgens fig. 3 voorzien van een rakel 61 die boven een opvangbak 62 is gemonteerd.

Uitgefilterde bestanddelen kunnen aldus met het filter 30 volgens fig. 3 effectief van het filtermateriaal 49 worden gescheiden voordat het filtermateriaal 49 wordt opgeslagen op de verzamel-spoel 51.

1006773

Claims (25)

1. Filter voor het filteren van een substantie, omvattende : een trommel (11; 41) met een mantel (12; 42) ingericht voor het doorlaten van een filtraat, 5 een omlopend filtermateriaal gedragen door genoemde mantel (12; 42), een toevoer (1, 2; 31) voor het toevoeren van een te filteren substantie (4; 34) aan een stroomopwaartse zijde van genoemde mantel (12; 42), en 10 een afvoer (7, 8; 37) voor het afvoeren van gefilterd filtraat aan een tegenovergelegen, stroomafwaartse zijde van genoemde mantel (12; 42), met het kenmerk, dat het filtermateriaal een filtermateriaal-baan (19; 49) 15 omvat, welke baan een om genoemde mantel (12; 42) gespoeld meerlaags filterpakket (13; 43) vormt, waarbij in bedrijfstoestand ten minste een afgewikkeld gedeelte (20) van de filtermateriaal-baan (19; 49) zich van het filterpakket (13; 43) af naar een verzamel-gebied (21; 20 51) uitstrekt, en waarbij de trommel (11; 41) ten opzichte van genoemd afgewikkelde gedeelte van de filtermateriaal-baan (19; 49) roteerbaar is voor het van de trommel (11; 41) af naar het verzamel-gebied (21; 51) spoelen van filtermateriaal.

2. Filter volgens conclusie 1, verder omvattende midde len (1, 2, 5, 6; 31, 35) voor het genereren van een drukval tussen stroomopwaartse en stroomafwaartse zijden van genoemd filterpakket (13; 43), waarbij genoemd afgewikkelde gedeelte (20) van het filtermateriaal aan de stroomopwaartse zijde van 30 het filterpakket (13; 43) is gelegen.

3. Filter volgens conclusie 2, waarbij genoemde drukval van de buitenzijde naar de binnenzijde van het filterpakket (13; 43) is gericht.

4. Filter volgens een der voorgaande conclusies, waar-35 bij het om genoemde mantel (42) gespoelde filterpakket (43) 1006773 -15- plaatselijk is omgeleid van genoemde mantel (42) af, waarbij het filter (33) verder een houder (53) omvat die is gelegen tussen het omgeleide gedeelte van het filterpakket (43) en de trommel (41), en waarbij door genoemde houder (53) gedragen 5 filtermateriaal (54) via een tussengedeelte (55) van het fil-termateriaal tussen genoemde houder (53) en de trommel (41) overgaat in het om genoemde mantel (42) gespoelde filterpakket (43).

5. Filter volgens conclusie 4, waarbij genoemde houder 10 (53) tussen genoemd omgeleide gedeelte van het om genoemde mantel (42) gespoelde filterpakket (43) en de trommel (41) is uitgevoerd als een spoel.

6. Filter volgens conclusie 4 of 5, waarbij een andere van genoemde houders (51) buiten het om genoemde mantel (42) 15 gespoelde filterpakket (43) is gelegen, en waarbij de filtermateriaal -baan (49) van genoemde, ene houder (53) naar genoemde andere houder (51) verloopt.

7. Filter volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij langs een sectie van genoemde mantel (42) van de trommel (41) waar 20 het om genoemde mantel (42) gespoelde filterpakket (43) van genoemde mantel (142) af is geleid een scherm (58) voor het tegengaan van het doorlaten van valse aanzuiging is aangebracht .

8. Filter volgens een der voorgaande conclusies, waar- 25 bij genoemd verzamel-gebied wordt gevormd door een verzamel- spoel (51).

9. Filter volgens conclusie 8, waarbij de filtermateri-aal-baan (49) zodanig om genoemde verzamel-spoel en om genoemde trommel (41) is gewikkeld, dat bij van de trommel (41) 30 spoelen van filtermateriaal en bij op de verzamel-spoel (51) spoelen van filtermateriaal de trommel (41) en de verzamel-spoel (51) met eenzelfde draaizin (59, 60) roteren.

10. Filter volgens conclusie 8, waarbij de filtermate-riaal-baan (49) zodanig om genoemde verzamel-spoel en om ge- 35 noemde trommel (41) is gewikkeld, dat bij van de trommel (41) spoelen van filtermateriaal en bij op de verzamel-spoel (51) 100 6 7 7 3 -16- spoelen van filtermateriaal de trommel (41) en de verzamel-spoel (51) met tegengestelde draaizin (59, 60) roteren.

11. Filter volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een bassin (14; 44) voor het onderdompelen van 5 althans een ondergedeelte van genoemde trommel (11; 41), waarbij de trommel (11; 41) een in hoofdzaak horizontale ro-tatie-as (22; 52) heeft die boven genoemd bassin (14; 44) is gelegen.

12. Filter volgens een der voorgaande conclusies, waar-10 bij het filtermateriaal is uitgevoerd als een vliesvormig materiaal .

13. Filter volgens conclusie 12, waarbij het vlies een cellulose- en/of viscose-vlies met een gewicht van 17-50 g/m2 is.

14. Filter volgens een der voorgaande conclusies, waar bij de trommel (11; 41) ten minste twee in axiale richting op elkaar volgende, elk omlopende mantelgedeeltes omvat, en waarbij op elk van genoemde mantelgedeeltes een bijbehorende baan van genoemd filtermateriaal is gewikkeld.

15. Filter-werkwijze voor het filteren van een substan tie (4; 34), omvattende: het toevoeren van genoemde substantie (4; 34) aan een stroomopwaartse zijde van een omlopend filtermateriaal dat is aangebracht langs een omtreksmantel (12; 42) van een trommel 25 (11; 41), het door genoemd filtermateriaal heen naar een stroomafwaartse zijde van genoemde mantel (12; 42) doen passeren van filtraat-bestanddelen van genoemde substantie (4; 34), het afvoeren van filtraat aan een stroomafwaartse zijde 30 van genoemde mantel (12; 42), en het met genoemd filtermateriaal van genoemde mantel (12; 42) verwijderen van uitgefilterde bestanddelen van genoemde substantie, met het kenmerk, 35 dat filtermateriaal in de vorm van een filtermateriaal- baan (19; 49) wordt gebruikt, waarvan althans een gedeelte om 1006773 -17- genoemde mantel (12; 42) is gespoeld tot een meerlaags fil-terpakket (13; 43) rondom genoemde mantel (12; 42), en dat althans een gedeelte van de filtermateriaal-baan (19; 49) met daarin opgevangen uitgefilterde bestanddelen van 5 genoemde substantie van genoemde mantel (12; 42) af wordt gespoeld.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het van genoemde mantel (12; 42) af spoelen van het filtermateriaal plaats heeft tijdens het filteren.

17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij de te filteren substantie (4; 34) aan de buitenzijde van genoemde trommel (11; 41) wordt toegevoerd.

18. Werkwijze volgens een der conclusies 15-17, waarbij het om genoemde mantel (42) gespoelde filterpakket (43) 15 plaatselijk van genoemde mantel (42) af wordt omgeleid, en waarbij filtermateriaal dat wordt gedragen door een houder (53) die is gelegen tussen het van genoemde mantel (42) af omgeleide gedeelte van het om genoemde mantel (42) gespoelde filterpakket (43) en de trommel (141) via een tussengedeelte 20 (55) van het filtermateriaal tussen genoemde houder (53) en de trommel (41) overgaat in het om genoemde mantel (42) gespoelde filterpakket (43).

19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij het filter-materiaal door spoelen wordt overgedragen tussen genoemde 25 houder (53) en genoemde trommel (41).

20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, waarbij het filtermateriaal van een houder (53) binnen het om genoemde mantel (42) gespoelde filterpakket (43) meer dan een keer om genoemde mantel (42) van de trommel (41) en naar een andere 30 houder (51) buiten het om genoemde mantel (42) gespoelde filterpakket (43) wordt gespoeld.

21. Werkwijze volgens een der conclusies 15-20, waarbij het filtermateriaal, na van genoemde mantel (42) af te zijn gespoeld, op een verzamel-spoel (51) wordt gespoeld.

22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij bij het van genoemde mantel (12; 42) af spoelen van filtermateriaal en bij het op de verzamel-spoel (51) spoelen van filtermateriaal 1 00 6 7 7 3 -18- de trommel (11; 41) en de verzamel-spoel (51) worden geroteerd met eenzelfde draaizin (59, 60).

23. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij bij het van genoemde mantel (12; 42) af spoelen van filtermateriaal en 5 bij het op de verzamel-spoel (51) spoelen van filtermateriaal de trommel (11; 41) en de verzamel-spoel (51) worden geroteerd met tegengestelde draaizin (59, 60).

24. Werkwijze volgens een der conclusies 15-23, waarbij de trommel (11; 41) roteert om een horizontale rotatie-as 10 (22, 52) en, althans een ondergedeelte, van de trommel (11; 41. roteert door een bad (14, 44) met genoemde substantie (4; 34).

25. Werkwijze volgens een der conclusies 15-24, waarbij uitgefilterde bestanddelen althans gedeeltelijk van het fil- 15 termateriaal worden gescheiden voordat genoemd filtermateriaal wordt opgeslagen. 100 6 7 73