NL1006674C1 - Inrichting voor laden en lossen. - Google Patents

Inrichting voor laden en lossen. Download PDF

Info

Publication number
NL1006674C1
NL1006674C1 NL1006674A NL1006674A NL1006674C1 NL 1006674 C1 NL1006674 C1 NL 1006674C1 NL 1006674 A NL1006674 A NL 1006674A NL 1006674 A NL1006674 A NL 1006674A NL 1006674 C1 NL1006674 C1 NL 1006674C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tail lift
truck
loading
supporting
foregoing
Prior art date
Application number
NL1006674A
Other languages
English (en)
Inventor
Ben De Jong
Pouw Jongbloed
Original Assignee
Rom B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rom B V filed Critical Rom B V
Priority to NL1006674A priority Critical patent/NL1006674C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1006674C1 publication Critical patent/NL1006674C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/44Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element
    • B60P1/4414Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element and keeping the loading platform parallel to the ground when raising the load

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Vehicle Waterproofing, Decoration, And Sanitation Devices (AREA)

Description

INRICHTING VOOR LADEN EN LOSSEN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het laden en lossen van goederen, in het bijzonder verplaatsbare toiletten en dergelijke, op respectievelijk van een vrachtwagen.
5 Verplaatsbare toiletten of toiletcabines worden veelvuldig gebruikt bij manifestaties, bouwwerkzaamheden, popconcerten, en dergelijke. De toiletten worden op de laadvloer van een vrachtwagen naar de plaats van bestemming vervoerd, waarna ze door middel van een aan de 10 vrachtwagen bevestigde kraan van de laadvloer worden gehesen. Na gebruik worden de toiletten gereinigd met behulp van een reinigingsinstallatie die in de meeste gevallen op de laadvloer van de vrachtwagen is geplaatst. Na reiniging worden de toiletten weer op de vrachtwagen 15 gehesen waarna deze naar een volgende bestemming vervoerd worden.
Het bedrijfsklaar maken van de kraan, het bedienen daarvan maar vooral ook het bevestigen en loskoppelen van de haak van de kraan aan de toiletcabines is 2 0 tijdrovend en levert bovendien in de praktijk veel problemen op. De haak van de kraan dient bijvoorbeeld aan de bovenzijde van de toiletcabines te worden bevestigd. Gezien de hoogte van een toiletcabine van doorgaans circa 2,3 m is dit niet eenvoudig en bovendien niet zonder 25 gevaar. In de praktijk kiest men derhalve vaak voor het handmatig laden en lossen van de toiletcabines, hetgeen zwaar en vermoeiend werk is.
De onderhavige uitvinding verschaft derhalve een laadklepconstructie waarmee op eenvoudige en snelle 30 wijze de toiletcabines of andere goederen op de laadvloer van de vrachtwagen geladen en van de laadvloer van de vrachtwagen gelost kunnen worden.
1006674 2
Laadklepconstructies voor het laden en lossen van vrachtwagens die aan de achterzijde van de laadvloer zijn geplaatst, zijn reeds bekend. Deze laadkleppen zijn echter vooral ontworpen voor het laden en lossen van 5 goederen met een groot gewicht, waardoor een vrij gecompliceerde en zware laadklepconstructie vereist is, die bovendien kostbaar is. Gezien het beperkte gewicht van de toiletcabines (bijvoorbeeld in de orde van grootte van 100 tot 200 kg) kan voor deze specifieke toepassing 10 worden volstaan met een lichtere, minder gecompliceerde laadklepconstructie.
In de praktijk bestaat er een vraag naar laadkleppen aan de zijkant van de laadvloer van de vrachtwagen, hetgeen voor het ophalen en plaatsen van de 15 toiletcabines handiger is. Dat neemt overigen niet weg, dat de onderhavige constructie ook aan de achterzijde van de wagen te bevestigen is. Gezien de breedte van het vrachtwagenchassis en de wettelijke eisen voor wat betreft maximale breedte van een vrachtwagen is echter 20 slechts een zeer beperkte ruimte van niet meer dan 0,60 m beschikbaar om de laadklepconstructie aan te brengen.
De onderhavige inrichting verschaft derhalve een laadklepconstructie die zijdelings van de vrachtwagenopbouw aan te brengen is en die bovendien zeer compact is.
25 De laadklep zelf heeft in opgeborgen toestand niet meer dan ca. 5 cm in de breedterichting van de laadvloer van de vrachtwagen nodig. Ook verschaft de onderhavige uitvinding een laadklepconstructie een geringe inbouwhoogte. In bepaalde uitvoeringsvormen behoeft deze niet meer te 30 bedragen dan 2/3 van de hoogte van de laadvloer ten opzichte van de bodem.
De onderhavige uitvinding verschaft derhalve een inrichting voor het laden en lossen van goederen op respectievelijk van een vrachtwagen, die omvat: 35 - een laadklep waarop de goederen te plaatsen zijn; - dragers voor het dragen van de laadklep; 1006674 3 - aandrijf apparatuur voor het bewegen van de laadklep tussen een hoge stand, waarin de laadklep in het verlengde van het vlak van de laadvloer ligt, en een lage stand, waarin de laadklep naar beneden is gebracht.
5 Bovendien is de laadklep voorzien van opklapmiddelen voor het vanaf de hoge stand, waarin de laadklep in het verlengde van het vlak van de laadvloer ligt, opklappen tot in een transportstand, waarin de laadklep rechtop staat.
Tijdens het rijden bevindt de laadklep zich in 10 transportstand, dat wil zeggen rechtop staand tegen een zijkant van de vrachtwagenopbouw en wel zodanig dat de laadklep de ruimte onder de vrachtwagenopbouw gedeeltelijk afschermt. Door deze gedeeltelijke afscherming kan voldaan blijven worden aan de tegenwoordig vereiste 15 zijkantbescherming voor vrachtwagens, die als doel heeft te voorkomen dat verkeersdeelnemers van de zijkant onder de wielen van de vrachtwagen kunnen geraken.
De laadklep kan handmatig vanaf de transportstand, waarin deze in hoofdzaak rechtop staat, tot in de 2 0 hoge stand, waarin deze in hoofdzaak evenwijdig met de laadvloer ligt, worden gebracht. Door middel van een lierkabel, een werkcilinder of dergelijke kan de laadklep vervolgens naar beneden tot in een lage stand worden gebracht. Hierbij maakt de laadklep ten opzichte van de 25 bodem een hellingshoek van ongeveer 5 a 10 graden, teneinde het laden en lossen van de toiletcabines te vergemakkelijken.
De laadklep is bevestigd aan een steunbalk die op zijn beurt door middel van draagarmen met de vracht-30 wagenopbouw verbonden is. Het ontwerp van het mechanisme is zodanig uitgevoerd, dat bij het verplaatsen van de laadklep van de hoge stand naar de lage stand, de steunbalk enigszins kantelt, waardoor de genoemde hellingshoek tussen de laadklep en de bodem tot stand wordt gebracht. 35 In combinatie met het kunnen scharnieren van de laadklep zijn hierdoor derhalve geen speciale voorzieningen nodig om de steeds veranderende wagenhoogte te compenseren en 1006674 4 de laadklep of lippen van de laadklep altijd op de bodem te laten komen.
De onderhavige uitvinding wordt hierna in meer detail verklaard aan de hand van bevoorkeurde uitvoe-5 ringsvormen onder verwijzing naar de figuren, waarin: - figuur 1 een aanzicht geeft van een vrachtwagen, die voorzien is van toiletcabines, reinigingsin-stallatie en een uitvoeringsvorm van de laadklep volgens de onderhavige uitvinding; 10 - figuur 2 een gedeeltelijk opengewerkt aan zicht geeft van de laadklep in de hoge stand; - figuur 3 een gedeeltelijk opengewerkte doorsnede geeft van de laadklep in de hoge stand (aangegeven door middel van onderbroken lijnen) en de transportstand 15 (aangegeven door ononderbroken lijnen); - figuur 4 een zij-aanzicht geeft van de laadklep in de lage positie, en - figuur 5 gedeeltelijk opengewerkte doorsnede geeft van een alternatieve uitvoeringsvorm van de laad- 20 klep in de hoge stand.
In figuur 1 is een vrachtwagen weergegeven, die op zijn laadvloer 2 een reinigings- en opvanginstallatie 3 en een viertal toiletcabines 4 heeft staan. De reinigings- en opvanginstallatie 3 is in deze opstelling aan 2 5 de achterzijde van de laadvloer 2 geplaatst en omvat een tank, waarin uit de toiletten afkomstige fecaliën en dergelijke opgevangen en bewaard worden, alsmede een pomp en een aantal slangen waarmee de toiletten van de toiletcabines leeggezogen kunnen worden. Tussen de vrachtwagen-30 cabine 1 en de reinigings- en opvanginstallatie 3 staan twee aan twee de toiletcabines opgesteld. Voor de bovenstaande opstelling zijn vele alternatieven mogelijk zoals bijvoorbeeld het plaatsen van een reinigings- en opvanginstallatie in het midden van de laadvloer van de vracht -35 wagen en twee of meer toiletcabines tussen de vrachtwagencabine en de reinigings- en opvanginstallatie en twee toiletcabines achter op de laadvloer van de vrachtwagen .
1006674 5
Een toiletcabine is gewoonlijk circa 2,3 m hoog. De breedte van twee toiletcabines naast elkaar is circa 2,35 m. Zijdelings en aan de onderzijde van de laadvloer 2 is een laadklepconstructie aangebracht. In 5 figuur 1 bevindt de laadklep 5 zich in de transportstand, dat wil zeggen dat de laadklep 5 in hoofdzaak rechtop staat en wel zodanig dat een gedeelte van de ruimte onder de laadvloer 2 door de laadklep 5 wordt afgesloten, zodat er geen verkeersdeelnemers onder de vrachtwagen kunnen 10 geraken. De laadklep 5 doet in deze stand derhalve dienst als zijbescherming van de vrachtwagen.
De laadklep 5 is bevestigd aan een steunbalk 15 die zich in hoofdzaak evenwijdig met de zijkant van de laadvloer 2 uitstrekt. De steunbalk 15 is aan weerszijde 15 roteerbaar bevestigd aan bovenste draagarmen 8 en onderste draagarmen 9, welke draagarmen roteerbaar zijn bevestigd aan de onderzijde van de vrachtwagen.
De laadklep 5 is bevestigd aan de steunbalk 15 door middel van laadklepassen 14 die in sleuven 6 worden 20 opgevangen. De laadklep 5 kan over in hoofdzaak een kwart cirkel vanaf een rechtopstaande stand, die overeenstemt met de eerder genoemde transportstand, roteren tot een liggende positie, die overeenstemt met de eerder genoemde hoge stand.
25 In figuur 2 is een aanzicht gegeven van een vrachtwagenopbouw met laadklepconstructie waarbij de laadklep 5 zich in de eerder genoemde hoge stand bevindt. De uitstekende onderdelen 21, die zich aan weerszijden van de laadklep 5 en wel in het verlengde daarvan uit-30 strekken, worden in een opening in de steunbalk 15 geleid totdat zij onder tegen de bovenzijde van de steunbalk 15 rusten. Hierdoor kan de laadklep 5 niet verder dan de liggende cq. hoge stand roteren.
Aan de laadklep 5 is een U-vormig vergrende-35 lingsuitsteeksel 16 gevormd, dat een aan de steunbalk 15 bevestigde vergrendeling 17 bediend. De werking van deze vergrendeling zal later beschreven worden. Door de vergrendeling 17 wordt verzekerd dat de laadklep 5 zich in 1006674 6 de transportstand blijft bevinden gedurende de tijd waarin de vrachtwagen rijdt en dat de laadklep 5 in deze stand mechanisch vergrendeld is.
De vergrendeling 17 kan voorzien worden van een 5 signaleringssysteem, zodat de bestuurder van de vrachtwagen bijvoorbeeld een signaal krijgt dat de laadklep 5 daadwerkelijk vergrendeld is. Ook kan het signaleringssysteem er voor zorgen, dat de motor niet gestart kan worden indien de laadklep 5 niet op juiste wijze vergren-10 deld is. Hierdoor wordt voorkomen dat de vrachtwagen gaat rijden wanneer de laadklep 5 zich niet in de transport stand bevindt.
Vanaf de transportstand kan de laadklep 5 in de genoemde hoge stand worden gebracht. Dit geschiedt door 15 de laadklep 5 handmatig aan verbindings- en handgreep-onderdeel 7 omhoog te trekken totdat de laadklepassen 14 tegen het eind van sleuven 6 rusten. Vervolgens wordt handmatig de laadklep 5 rondom de laadklepassen 14 geroteerd totdat deze zich in de liggende of in hoofdzaak 20 horizontale stand bevindt. Naast bovengenoemde functie van handgreep dient het verbindings- en handgreeponder-deel 7 tevens als verbindingsstuk tussen verschillende gedeelten van de laadklep.
De laadklep 5 is in de hoge stand in hoofdzaak 25 vlak met de laadvloer 2, zodat toiletcabines 4 gemakkelijk vanaf de laadvloer 2 op de laadklep 5 geschoven kunnen worden.
Nu de laadklep 5 zich in de zogenaamde hoge stand bevindt, drukt het vergrendelingsuitsteeksel 16 30 niet meer tegen de vergrendeling 17. De vergrendelings-veer 18 trekt vervolgens de vergrendeling 17 los, waardoor de steunbalk 15 niet meer gefixeerd is ten opzichte van de laadvloer 2 van de vrachtwagen. Hierdoor is de laadklepconstructie naar beneden beweegbaar.
35 De laadklep 5 is, zoals eerder is vermeld, bevestigd aan de steunbalk 15, die met de vrachtwagenop-bouw verbonden is door bovenste draagarmen 8 en onderste draagarmen 9, die op hun beurt kunnen roteren rondom 1006674 7 assen in de steunbalk 15 en de onderzijde van de vracht-wagenopbouw, welke assen zich evenwijdig aan de zijkant van de laadvloer 2 uitstrekken.
In figuur 3 is dit in meer detail aangegeven.
5 De steunbalk 15 wordt omhoog gehouden door een kabel 13, die bevestigd is aan de vrachtwagen en via steunbalkrol 20 en rollen 12 rondom een trommel 11 van een lier 10 gewikkeld is. Deze lier kan handmatig of mechanisch aangedreven worden, waarbij de mechanische aandrijving 10 het voordeel heeft dat deze indien gewenst op afstand bediend kan worden. Door de lier 10 te bedienen kan de kabel 13 gevierd worden, zodat de steunbalk 15 door het eigen gewicht van de constructie naar beneden bewogen wordt. Door de lier 10 kan eveneens de kabel aangetrokken 15 worden, waardoor de steunbalk 15 en derhalve ook de laadklep 5 naar boven bewogen wordt.
Bij de beweging naar beneden kan de steunbalk 15 gekanteld worden. Dit kan bijvoorbeeld tot stand worden gebracht door de bovenste draagarmen 8 langer te 20 maken dan de onderste draagarmen 9. In dat geval zal bij beweging naar beneden toe de steunbalk 15 in de richting van de klok kantelen. Doordat in de onderhavige uitvoeringsvorm de lengte van de onderste draagarm 9 verstelbaar is, kan de mate van kanteling van de steunbalk 15 25 veranderd worden door de lengte van de onderste draagarm 9 te veranderen. Indien de onderste draagarmen 9 korter gemaakt worden, zal de steunbalk 15 meer kantelen, terwijl indien de onderste draagarmen 9 langer gemaakt worden, de steunbalk 15 minder zal kantelen. Op soortge-30 lijke wijze kan in andere uitvoeringsvormen ervoor gekozen worden de lengtes van de bovenste draagarm 8 of beide draagarmen 8 en 9 instelbaar uit te voeren.
Tevens is het mogelijk een kanteling tot stand worden gebracht door de hartmaten tussen de scharnier-35 punten van de bovenste en onderste draagarmen 8 en 9, welke hartmaten in de figuren zijn aangeduid met A en B, verschillend te kiezen. Eventuele verstelbare onderste draagarmen 9 en/of bovenste draagarmen 8 dienen dan voor 1006674 8 de instelling voor de positionering van de steunbalk 15 en daarmee de laadklep 5.
In figuur 4 is de inrichting weergegeven wanneer deze zich in de lage stand bevindt. Door de bovenge-5 noemde kanteling van de steunbalk 15 is de laadklep 5 onder een kleine hellingshoek ten opzichte van de bodem georiënteerd. Deze hoek is afhankelijk van het lengteverschil tussen de bovenste draagarmen 8 en de onderste draagarmen 9 of afhankelijk van het eerder genoemde 10 verschil in hartmaat A en B en bedraagt bij voorkeur circa 5 é 10 graden. Hierdoor kunnen de toiletcabines gemakkelijk van of op de laadklep 5 geschoven worden.
Doordat de laadklep 5 een dergelijke hoek met de bodem maakt, bevindt de steunbalk 15 zich op enige 15 afstand van de bodem. Hierdoor zal in het algemeen bij invering van de vrachtwagen door gewichtsverplaatsing, bijvoorbeeld door het verplaatsen van de toiletten, de steunbalk 15 de bodem niet raken. Doordat de laadklep 5 bovendien in sleuven 6 kan scharnieren en derhalve de 20 bodem mag raken, behoeven geen speciale voorzieningen voor het geval van invering van de vrachtwagen getroffen te worden.
In figuur 5 is een bevoorkeurde alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding weerge-25 geven. In plaats van gebruik te maken van een kabel die de laadklep omhoog en omlaag brengt, kan geopteerd worden dit tot stand te brengen door minimaal één regelbare drukcilinder 22, welke te verbinden is tussen de onderzijde van de vrachtwagenopbouw en steunbalk 15. Door de 30 druk op de drukcilinder 22 te variëren, kan de laadklep 5 naar boven en naar beneden bewogen worden.
In een andere uitvoeringsvorm is de drukcilinder 22 voorzien van terugstelveren, waardoor bij uitval van de druk de steunbalk 15 naar de hoge stand wordt 35 getrokken, zodat de laadklep 5 niet over de grond blijft slepen. In nog een andere uitvoeringsvorm is het mogelijk de drukcilinder 22 te voorzien van een slangbreukbeveili-ging in de vorm van terugslagkleppen, zodat bij het 1016674 9 wegvallen van de druk de steunbalk 15 in zijn positie gefixeerd wordt. In deze uitvoeringsvormen is het mogelijk de vergrendeling 17 weg te laten.
In beide bevoorkeurde uitvoeringsvormen is de 5 laadklep 5 uitgevoerd als twee in hoofdzaak parallelle platen of lippen van een lengte van circa 1 m, zoals is weergegeven in de figuren, in plaats één plaat. Aangezien men in dit geval er tussen in kan gaan staan, kunnen hierdoor de toiletcabines gemakkelijker van de laadklep 5 10 op de laadvloer 2 worden geschoven. Bovendien verschaft dit ruimte voor verbindings- en handgreeponderdeel 7, zodat de laadklep 5 waarvan het gewicht slechts circa 25 kg bedraagt, gemakkelijk van de hoge stand in de trans-portstand en vice versa te brengen is.
1916674

Claims (19)

1. Inrichting voor het laden en lossen van goederen op respectievelijk van een vrachtwagen, omvattende : - een laadklep waarop de goederen te plaatsen 5 zijn; - draagmiddelen voor het dragen van de laadklep; - aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de laadklep tussen een hoge stand en een lage stand; 10 waarbij de laadklep voorzien is van opklapmiddelen voor het vanaf de hoge stand tot in een transportstand opklappen van de laadklep.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de draagmiddelen zijn gevormd door een steunmiddel en tussen 15 de vrachtwagenopbouw en het steunmiddel aangebrachte roterende eerste en tweede draagarmmiddelen, waarbij de lengte van de tweede draagarmmiddelen verschilt van die van de eerste draagarmmiddelen zodat het steunmiddel bij het in de hoge of lage stand brengen kantelt.
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de draagmiddelen zijn gevormd door een steunmiddel en tussen de vrachtwagenopbouw en het steunmiddel aangebrachte roterende eerste en tweede draagarmmiddelen, waarbij onderlinge afstand tussen de eerste en tweede draagarm- 25 middelen ter plaatse van de vrachtwagenopbouw verschilt van de onderlinge afstand ter plaatse van het steunmid del.
4. Inrichting volgens conclusie één der conclusies 1-3, waarbij de hellingshoek in de lage stand van de 30 laadklep ten opzichte van de bodem te kiezen is.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij in de lage stand de hellingshoek van de laadklep ten opzichte van de bodem 5 tot 10 graden bedraagt. 1006674
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lengte van de eerste en/of tweede draagarmmiddelen verstelbaar is.
7. Inrichting volgens een der voorgaande con- 5 clusies, waarbij de aandrijfmiddelen een kabel en aan de vrachtwagenopbouw bevestigde liermiddelen omvatten teneinde het steunmiddel met behulp van de liermiddelen via de kabel in de hoge of lage stand te brengen.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de 10 kabel aan het ene uiteinde bevestigd is aan de vrachtwagenopbouw en aan het andere uiteinde aan de liermiddelen waarbij het steunmiddel via daarop aangebrachte rolmiddelen in de hoge of lage stand te brengen is.
9. Inrichting volgens een der voorgaande con- 15 clusies, waarbij de aandrijfmiddelen ten minste één drukcilindermiddel bevatten.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij het drukcilindermiddel of de drukcilindermiddelen voorzien zijn van terugstelveren teneinde het verbindingsmid- 2. del bij afwezigheid van druk in de hoge stand te brengen.
11. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij het drukcilindermiddel voorzien is van terugslagkleppen teneinde het verbindingsmiddel bij wegvallen van druk te fixeren.
12. Inrichting volgens één der voorgaande con clusies, waarbij de opklapmiddelen aan het steunmiddel aangebrachte asmiddelen omvatten rondom welke de laadklep vanaf de hoge stand tot in een staande stand en vice versa te roteren is.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de opklapmiddelen tevens sleuven in de laadklep omvatten zodat de laadklep tevens vanaf de staande stand tot in een transportstand en vice versa te transleren is.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de 35 laadklep in transportstand de ruimte onder de vracht-wa-genopbouw daar waar de zijbescherming onderbroken wordt gedeeltelijk afschermt. 1 0 Θ 6 6 7 4
15. Inrichting volgens conclusies 13 en/of 14, tevens vergrendelingsmiddelen omvattende voor het in de transportstand vergrendelen van het steunmiddel.
16. Inrichting volgens één der voorgaande con-5 clusies, waarbij de laadklep aan de van de vrachtwagenop- bouw af gerichte zijde voorzien is van een uitsparing voor het vergemakkelijken van het laden en lossen van goederen.
17. Inrichting volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarbij deze in de transportstand compact is, bijvoorbeeld niet meer dan 5 cm diep is.
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij deze aan de zijkant van een vracht-wagenopbouw is aangebracht.
19. Systeem omvattende een vrachtwagen met laadvloer, welke voorzien is van een inrichting volgens één der voorgaande conclusies. 1 0 Θ 6 6 7 4
NL1006674A 1997-07-28 1997-07-28 Inrichting voor laden en lossen. NL1006674C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006674A NL1006674C1 (nl) 1997-07-28 1997-07-28 Inrichting voor laden en lossen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006674A NL1006674C1 (nl) 1997-07-28 1997-07-28 Inrichting voor laden en lossen.
NL1006674 1997-07-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1006674C1 true NL1006674C1 (nl) 1999-01-29

Family

ID=19765416

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006674A NL1006674C1 (nl) 1997-07-28 1997-07-28 Inrichting voor laden en lossen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1006674C1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9446700B2 (en) Roll off hoist with hinged end portion
US7503742B2 (en) Vehicle and equipment transport vehicle
US4204793A (en) Device for handling containers
US9840180B2 (en) Repositionable load carrying tray assembly for a vehicle
US5328320A (en) Apparatus for lifting a heavy load with respect to the bed of a truck
US3833261A (en) Dumping accessory for pick-up trucks and the like
US6457931B1 (en) Truck mounted hoist
US5562391A (en) Modular unit loading and unloading apparatus
US20090202328A1 (en) Low profile hook hoist
US6283699B1 (en) Container handling systems
EP0245104A2 (en) Drop-floor trailer
CA2165369A1 (en) Loading and recovery apparatus
US6957847B2 (en) Truck with picker crane and sleeper unit for extended duty
US3206053A (en) Equipment for handling freight containers
NL2004268A (en) Trailer for the transportation by road of containers.
US6698996B2 (en) Truck bed design for automotive and equipment delivery
NL1006674C1 (nl) Inrichting voor laden en lossen.
US5145307A (en) Cargo vehicle
US20060284393A1 (en) Truck bed design for automotive and equipment delivery
WO1989002838A1 (en) Side tipper support system
CA1294651C (en) Convertible container and vehicle
EP0025768A1 (en) A transporting system comprising a vehicle with removable container
KR100218192B1 (ko) 화물 운반장치
NL8303331A (nl) Op- en afzetsysteem voor containers alsmede werkwijzen voor het toepassen daarvan.
EP0939001A2 (en) Demountable frame

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Lapsed due to expiration of the term of protection

Effective date: 20030728