NL1006653C1 - Bodembedekkingsmateriaal voor een kooibehuizing alsmede werkwijze voor het impregneren van resp. aanbrengen op doekmateriaal van een desinfectans. - Google Patents

Description

- 1 -

Bodembedekkingsmateriaal voor een kooibehuizing alsmede werkwijze voor het impregneren van resp. aanbrengen op doekmateriaal van een desinfectans.

5 De uitvinding heeft betrekking op doekmateriaal als vervanging van gebruikelijk bodembedekkingsmateriaal in een kooibehuizing, zoals kwartszand en grit, in het bijzonder voor toepassing in een vogelbehuizing ter preventie van infectueuze en allergische aandoeningen bij de mens en ter bestrijding van infectueuze aandoeningen bij vogels, welke 10 vogelbehuizing meestal in een betrekkelijk kleine ruimte is opgesteld en onder gebruikmaking van een op zichzelf bekend desinfectans waarmee het doekmateriaal vooraf is geïmpregneerd.

In kooien gehouden kleine huisdieren, in het bijzonder vogels, 15 veroorzaken verhoogde stofconcentraties met voor de mens inadembare stofdeeltjes ter grootte van 3//m of meer, welke voor een groot deel sedimenteren in de bronchi en bronchioli bij de mens. Dit kan leiden tot infectueuze aandoeningen, zowel bij de mens als bij b.v. de vogel.

20 De uitvinding beoogt om de oorzaak van dergelijke infectueuze aandoeningen tegen te gaan door binnen de kooi gebruik te maken van een kooistofbindend bodembedekkend materiaal waardoor eerdergenoemde stofdeeltjes afdoende neergeslagen worden en blijvend aan het bodembedekkend materiaal vasthechten. Eerder werd wel gebruik gemaakt van 25 een gedesinfecteerd doekje voor dit doel, echter betrof het dan een in water opgelost desinfectans. Het nadeel daarvan was dat bij opdroging, b.v. door de warmte binnenshuis reeds na enkele minuten droge plekken ontstaan, daardoor wellicht eerder vastgehouden stofdeeltjes weer kunnen opwervelen en het beoogde doel beslist niet bereikt wordt.

30

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag om te bereiken dat stofdeeltjes alleen dan blijvend vastgehouden kunnen worden indien de oppervlaktelaag die de bodembedekking van een kooibehuizing vormt, voldoende stofaanhechtende resp. stofbindende eigenschappen behoudt bij 35 binnenshuis voorkomende temperatuurschommelingen. Olie en dan in het bijzonder paraffine, in de vorm van medicinale paraffine, gemengd met desinfectans, blijkt juist voor toepassing bij doekmateriaal in kooibehuizingen deze stofbindende eigenschap te vormen waardoor 1006653 - 2 - optredende infectueuze stofconcentraties drastisch beperkt kunnen blijven.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het impregneren resp. aanbrengen van een stofbindend mengsel ter 5 vervaardiging van het doekmateriaal voor dit doel, waarbij de uitdrukking "doekmateriaal" in ruimere zin ook elk materiaal met absorberende eigenschappen voor het desinfecterende mengsel omvat.

Volgens de uitvinding wordt het doekmateriaal bij voorkeur volledig 10 geïmpregneerd met een in olie (oplosbare) opgeloste desinfectans waardoor het doekoppervlak bij toepassing gedurende langere tijd aanmerkelijke stofbindende eigenschappen vertoont en als zodanig geschikt is om opwervelende en zwevende infectiekiemen welke voortdurend in een kooibehuizing, zoals een vogelkooi, aanwezig zijn, blijvend op het 15 doekmateriaal te doen vasthechten of neer te slaan.

Doekmateriaal kan volgens de uitvinding uit geweven doekvezel-materiaal bestaan maar ook kan daarvoor b.v. nonwoven synthetisch materiaal worden toegepast. Andere geschikte materialen kunnen eveneens 20 worden toegepast indien tenminste het oppervlak daarvan de eigenschap bezit tot het vasthouden van het in olie opgeloste desinfectans dat het stofbindende vermogen oplevert. Men kan kiezen voor het eenzijdig aanbrengen van de kooistofbindende oppervlaktelaag en voor het tweezijdig aanbrengen ervan terwijl men bovendien de gedoseerde 25 hoeveelheid van het desinfectans kan kiezen. De optimale gebruiksduur van het doekmateriaal hangt daarmee ten nauwste samen.

Met de werkwijze volgens de uitvinding wordt bereikt dat voor het verkrijgen van een gelijkmatige verdeling van het desinfectans over het 30 totale oppervlak van de doekbaan het desinfectans en de paraffine vooraf zorgvuldig in een bepaalde mengverhouding, bijvoorbeeld van 1:1000, met elkaar vermengd worden, bij voorkeur onder handhaving van een neutrale pH, waarna de baan van het doekmateriaal in een vloeistofbad daarvan wordt ondergedompeld en vervolgens het overtollige vloeibare mengsel 35 door een drukwals wordt aangesmeerd resp. gedoseerd kan worden en pas daarna de doekbaan voor gebruik in stukken wordt versneden.

Een andere werkwijze kan bestaan uit het toepassen van het zgn.

1006653 -3- offsetprocédé waarbij een walsoppervlak voorzien wordt van een aanhechtend paraffine/desinfectans mengsel dat vervolgens als oppervlaktelaag op het doekoppervlak wordt aangebracht. Dit kan zowel eenzijdig als tweezijdig op de doekbaan worden aangebracht en door de 5 beïnvloedbare viscositeit van het mengsel kan de dosering van het desinfectans beheerst worden.

Volgens de uitvinding kan voor het aanbrengen en/of impregneren bij voorkeur voor het mengsel 1 gram hexachlorofeen per liter medicinale 10 paraffine worden toegepast. Echter is de gewenste desinfectie van een kooi ook met andere gelijkwaardige middelen te bereiken mits daarmee voldaan wordt aan de overweging dat het doekmateriaal beslist niet mag uitdrogen gedurende de toelaatbare optimale gebruiksduur ervan in de kooi.

1 b Bij gebruik van een betrekkelijk dun vezelvliesmateriaal waarvan de oppervlakte tenminste aan weerszijden voorzien is van een afzonderlijk opgebrachte laag van een in (paraffine)olie opgelost desinfectans wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van witte medicinale paraffineolie welke tenminste 1 gram hexachlorofeen per liter bevat bij een pH welke neutraal 20 is en waarvan de viscositeit η dan ongeveer 360 bedraagt. Dit levert bij de genoemde dosering een homogene oppervlaktelaag met het desinfectans op.

Teneinde de desinfecterende doekjes in een kooi een aantrekkelijker 25 aanzien te verlenen kan bijvoorbeeld nog een natuurlijke kleurstof aan het mengsel worden toegevoegd of kan het doekmateriaal reeds zelf van een aangepaste kleur zijn voorzien.

Het doekmateriaal dat vervolgens in stukken wordt gesneden nadat 30 het impregneren en/of opbrengen heeft plaatsgevonden, kan rechthoekig worden gesneden of rond, al naar gelang de vorm van de bodembedekking. De verpakking geschiedt in luchtdichte verpakkingsfolie welke uiteraard bestendig is tegen het in olie opgeloste desinfectans.

35 De uitvinding zal hierna aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld worden toegelicht.

Een thermogebonden vliesvezeldoek bestaat uit polypropyleenvezels en heeft een soortelijk gewicht van 23 g/m2 bij een dikte van 0,3 mm. Dit 1006653 - 4- vliesdoek heeft een treksterkte van 35 N in de baanrichting en van 8 N dwars daarop. Dit vliesdoek wordt volledig geïmpregneerd met witte medicinale paraffineolie met een viscositeit η van ongeveer 360 waarin 1 g hexachlorofeen per liter is opgelost. Het desinfectans heeft bij een 5 neutrale pH een optimale werking en is overigens onschadelijk voor de mens bij contact met de huid, slijmvliezen of de ogen. Daarnaast is het niet toxisch voor mens of vogel. Dierproeven hebben aangetoond dat witte paraffineolie geen carcinogeniteit oplevert, zie IARC monograph Vol. 33.

10 In deze uitvoering van het stofbindende bodembedekkingsmateriaal droogt het niet uit en geeft een oppervlaktedesinfectie met stofbinding van tenminste twee dagen. Ook is het stofbindende materiaal geschikt om b.v. de zitstokken in de kooi te ontsmetten.

15 Door wetenschappelijk onderzoek werd aangetoond dat fijne stofdeeltjes vrijkomen uit vogelkooien. Het stofgehalte van de binnenlucht in vogelhoudende huishoudens is aanzienlijk verhoogd gebleken. Kooivogels brengen grote aantallen ectoparasieten, zoals luizen en vogelmijten met zich mee hetgeen de productie van stofdeeltjes bevordert. Dit stof bevat 20 door vogelmijten geproduceerd allergeen, maar kan ook microben bevatten, waarvan Chlamydia sporen in gedroogde vorm wekenlang infectueus kunnen blijven. Gebleken is dat het door kooivogels geproduceerde stof chronische aandoeningen van de luchtwegen bij de mens kan geven. Het stofbindende bodembedekkingsmateriaal volgens de uitvinding ondervangt 25 dit gezondheidsrisico voor mens en vogel afdoende.

Met de uitdrukking "bodembedekkingsmateriaal” wordt mede verstaan dat het doekmateriaal ook gebruikt kan worden voor het geheel of gedeeltelijk afdekken van een kooi waardoor het totale stofbindende 30 vermogen natuurlijk nog aanmerkelijk kan worden verhoogd.

Conclusies 1006653

Claims (11)

1. Doekmateriaal als vervanging van gebruikelijk bodembedekkings-materiaal, zoals kwartszand en grit, in het bijzonder voor toepassing in een 5 vogelbehuizing ter preventie van infectueuze en allergische aandoeningen bij de mens en ter bestrijding van infectueuze aandoeningen bij vogels, welke vogelbehuizing in een betrekkelijk kleine ruimte is opgesteld en onder gebruikmaking van een op zichzelf bekend desinfectans waarmee het doekmateriaal vooraf is geïmpregneerd, met het kenmerk, dat het 10 doekmateriaal volledig is geïmpregneerd met een in olie (oplosbare) opgeloste desinfectans waardoor het doekoppervlak bij toepassing gedurende langere tijd aanmerkelijke stofbindende en desinfecterende eigenschappen vertoont en als zodanig geschikt is om opwervelende en zwevende inf ectiekiemen welke voortdurend inde vogelbehuizing aanwezig 15 zijn, blijvend op het doekmateriaal te doen vasthechten of neerslaan.

2. Doekmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gevormd is uit een op gebruikelijke wijze geweven doekvezelmateriaal.

3. Doekmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gevormd is uit thermogebonden non-woven synthetisch vezelmateriaal.

4. Doekmateriaal of dergelijke, volgens een der voorgaande conclusies 1 -4, met het kenmerk, dat voor het impregneren ervan paraffine, bij voorkeur 25 medicinale paraffine wordt toegepast.

5. Doekmateriaal volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het desinfectans een gehalte heeft van tenminste 1 gram hexachlorofeen per liter medicinale paraffineolie bij een neutrale pH van de oplossing. 30

6. Werkwijze voor het impregneren van een baan doekmateriaal of dergelijke volgens een der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat voor het verkrijgen van een gelijkmatige verdeling van het desinfectans over het totale oppervlak van de doekbaan het desinfectans en de 35 paraffineolie vooraf zorgvuldig in een bepaalde mengverhouding, bijvoorbeeld van 1: 1000, met elkaar vermengd worden, bij voorkeur onder handhaving van een neutrale pH, waarna de baan van het doekmateriaal in een vloeistofbad daarvan wordt ondergedompeld en vervolgens het 1006653 - 6- overtollige mengsel door een drukwals wordt aangesmeerd resp. gedoseerd kan worden en pas daarna de doekbaan voor gebruik in stukken wordt versneden.

7. Vezelviies materiaal ten gebruike als wand- en/of bodembedekking in een behuizing, met het kenmerk, dat de oppervlakte ervan tenminste aan weerszijden voorzien is van een afzonderlijk opgebrachte laag van een in olie opgelost desinfectans, bij voorkeur een witte medicinale paraffine met een viscositeit van circa 360 die per liter minstens 1 gram hexachlorofeen 10 bevat bij een pH die neutraal is.

8. Werkwijze voor het aanbrengen van een stofbindende laag van in olie opgeloste desinfectans op een vezelviies materiaal of dergelijke, met het kenmerk, dat de stofbindende laag wordt aangebracht onder gebruikmaking 15 van het zgn. offset (druk)procédé op tenminste één oppervlaktelaag van het materiaal.

9. Foliemateriaal of dergelijke, met geheel of gedeeltelijk absorberende hoedanigheid onder toepassing van de werkwijze volgens een der 20 conclusies 6-7 ter verkrijging van een wand- en/of bodembedekking met stofbindende en desinfecterende eigenschappen.

10. Wand- en/of bodembedekking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een doekbaan bestaat uit een laminaat van minstens 25 twee verschillende soorten doekmateriaal met een geschikte structuur voor het aan minstens een oppervlaktezijde aanbrengen van het werkzame desinfecterende mengsel.

11. Thermogebonden stofbindend vliesdoek uit polypropyleenvezels, 30 geïmpregneerd met een mengsel van witte medicinale paraffineolie, waarvan de viscositeit η ongeveer 360 bedraagt, en bevattend 1 gram hexachlorofeen per liter terwijl de pH van het mengsel neutraal is, waarbij verdamping bij kamertemperatuur gedurende tenminste twee dagen zeer gering is. 35 1006653