NL1005890C2 - Werkblad alsmede werkwijze voor het vervaardigen en samenstellen van een werkblad. - Google Patents

Description

t -1-

Werkblad alsmede werkwijze voor het vervaardigen en samenstellen van een werkblad.

De uitvinding heeft betrekking op een werkblad dat aan de bovenzijde voorzien is van een afwerklaag en waarbij een warmtegeleidend materiaal onder de afwerklaag aangebracht is, alsmede op een werkwijze voor het vervaardigen en 5 samenstellen van een werkblad.

Een werkblad zoals boven aangegeven is bekend uit het Nederlandse octrooi NL-A-1.000.002. Bij dit bekende werkblad is direkt onder de afwerklaag een plaat van een warm-10 tegeleidend materiaal aangebracht, zoals bijvoorbeeld aluminium, teneinde er voor te zorgen dat de aan de afwerklaag afgegeven warmte snel afgevoerd en daarmee de temperatuur van de afwerklaag beneden een zekere maximale temperatuur gehouden kan worden. De bedoeling hierbij is er in te 15 voorzien dat bijvoorbeeld pannen direkt van een fornuis op een keukenblad gezet kunnen worden zonder dat dat beschadigd raakt, of om bijvoorbeeld in een laboratorium over een redelijk warmtebestendig werkblad te kunnen beschikken.

20 Bij dit bekende werkblad is de warmtegeleidende laag direkt boven op het dragende deel van het werkblad aangebracht, waarbij het dragende deel gevormd wordt door een plaat multiplex, spaanplaat of vezelplaat. In de praktijk is gebleken dat wanneer direkt van het fornuis pannen op dit 25 bekende blad worden gezet, veelal toch beschadiging van het werkblad optreedt. Deze beschadigingen bestaan uit het losraken van de afwerklaag van de warmtegeleidende laag, het losraken van de warmtegeleidende laag van het dragende deel en ook mogelijk het versplinteren van delen van de 30 afwerklaag, hetgeen veelal niet te herstellen beschadigingen zijn.

De uitvinding beoogt dit nadeel te ondervangen en in een werkblad te voorzien dat een voldoende grote warmteafvoer 35 heeft om beschadiging van de afwerklaag te kunnen voorkomen.

.1005890 -2-

Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in voorzien dat het deel van het werkblad onder de afwerklaag nagenoeg geheel uit warmtegeleidend materiaal bestaat. Hierbij is er bij voorkeur in voorzien dat het uit warmte-5 geleidend materiaal bestaande deel van het werkblad in hoofdzaak een hol warmtegeleidend blad vormt.

Het voordeel van de constructie met een in hoofdzaak hol warmtegeleidend blad waar de afwerklaag op aangebracht is, 10 ten opzichte van die van het bekende blad, is dat de warmte veel sneller afgevoerd kan worden. Hoewel de warmtegelei-» dingscoëfficiënt van het warmtegeleidende materiaal in beide gevallen gelijk is, is het warmtetransport in een richting loodrecht op het blad bij het bekende werkblad 15 vele malen slechter, aangezien de warmtedoorgangscoëffi- ciënt daar mede bepaald wordt door de dikte en de warmtege-leidingscoëfficiënt van het dragende deel.

Hierdoor kan de in de warmtegeleidende laag opgevangen 20 warmte alleen in een richting evenwijdig aan het blad getransporteerd worden, en nauwelijks afgestaan worden.

Bij het werkblad volgens de uitvinding kan de warmte wel direkt afgegeven worden aan de ruimte binnen het blad dan 25 wel door geleiding naar de onderzijde van het blad naar de ruimte onder het blad.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is er in voorzien dat het warmtegeleidende blad een hol aluminium 30 blad is, dat bij voorkeur door extrusie verkregen is. Teneinde voldoende stevigheid te hebben is het holle blad aan de binnenzijde voorzien van verstevigingselementen, die binnen de door het warmtegeleidende blad omsloten ruimte aan de onder- en/of bovenkant van het warmtegeleidende blad 35 zijn aangebracht, of die de onder- en bovenkant van het warmtegeleidende blad met elkaar verbinden.

Het werkblad volgens de uitvinding, dat uit één of meer warmtegeleidende bladen kan bestaan, is in de praktijk 1005890 -3- bijzonder goed bestand gebleken tegen hete voorwerpen, zoals bijvoorbeeld pannen die direkt van het fornuis op het werkblad geplaatst worden. Het werkblad kan temperaturen tot tenminste 250° C hebben, zonder dat enige schade aan het 5 werkblad ontstaat, en dan met name wat betreft de afwerk-laag en de bevestiging daarvan aan het warmtegeleidende blad.

Een ander voordeel van het werkblad volgens de uitvinding 10 is dat dit een bijzonder gering gewicht heeft, zodat ook bladen met een voor keukenbladen veel toegepaste dikte van 32 mm makkelijk gehanteerd kunnen worden. Tevens kan de constructie, die het werkblad moet dragen, lichter uitgevoerd worden.

15

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is er in voorzien dat het warmtegeleidende blad aan tenminste één zijde voorzien is van koppelmiddelen waarmee het blad aan bijvoorbeeld een ander warmtegeleidend blad gekoppeld kan 20 worden, waarbij er bij voorkeur in voorzien is dat de koppelmiddelen uit complementaire delen bestaan die op de corresponderende zijden van de te koppelen warmtegeleidende bladen zijn aangebracht.

25 Hierdoor is het mogelijk om werkbladen of werkbladdelen samen te stellen, die een van de standaardbreedten afwijkende maat hebben. Dit is vooral belangrijk indien de aluminium bladen door extrusie verkregen worden, zodat met een beperkt aantal breedten gewerkt kan worden, die dan met 30 een ruime marge binnen de uiterste grens kunnen liggen van hetgeen met extrusie mogelijk is.

Tevens is het mogelijk om met dezelfde complementaire koppelmiddelen een rand aan het blad te bevestigen, hetgeen 35 bij een keukenblad een speciaal gevormd waterkeringsprofiel kan zijn en voor andere toepassingen bijvoorbeeld alleen een afgeronde rand. Ook is het mogelijk om op deze wijze bij een keukenblad gebruikelijke opstaande rand aan te brengen aan de zijde die tegen de muur aan komt en daar .100 5 ö 5 -j -4- eventueel ten dele in weggewerkt wordt.

De uitvinding omvat tevens een werkwijze voor het vervaardigen en samenstellen van een werkblad volgens die de stap-5 pen omvat van het door extrusie vormen van holle warmtege-leidende bladen, waarbij verstevigingselementen binnen het blad en koppeldelen aan één of meer zijden gevormd worden en dat een waterkering aan tenminste één zijde van een blad gevormd wordt, dan wel los gevormd wordt, het koppelen van 10 warmtegeleidende bladen tot een werkblad of een werkblad-deel, het aanbrengen van een opstaande rand, het aanbrengen van verdere koppelmiddelen tussen werkbladdelen, het aan-brengen van een afwerklaag, en het koppelen van werkbladdelen tot een werkblad.

15

De uitvinding wordt in het volgende nader uitgelegd aan de hand van de tekening, waarin fig.l een doorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een 20 warmtégeleidend blad toont, fig.2 een doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een warmtegeleidend blad toont, fig.3 een bovenaanzicht toont van een eerste uitvoerings-voorbeeld van een samengesteld werkblad, 25 fig.4 een bovenaanzicht toont van een tweede uitvoerings-voorbeeld van een samengesteld werkblad, en fig.5 een bovenaanzicht toont van een derde uitvoerings-voorbeeld van een samengesteld werkblad.

30 In fig.l is met 1 een warmtegeleidend blad aangegeven, dat aan de binnenzijde aan onder- en bovenkant voorzien is van verstevigingsribben 2. Aan tegenoverliggende zijden van het blad 1 is in koppeldelen 3,4 voorzien, die daar bij voorkeur in gevormd zijn. In het gegeven voorbeeld zijn de 35 koppelmiddelen als delen van een zwaluwstaart verbinding aangegeven, echter kunnen natuurlijk ook andere koppelsys-temen toegepast worden.

De koppeldelen 3,4 zijn bedoeld samen te werken met comple- 1005890 -5- mentaire delen 5,6, die hier respectievelijk deel uitmaken van eën opstaande rand 7 en een waterkering 8.

In fig.2 is met 9 een tweede uitvoeringsvorm van een warm-5 tegeleidend blad aangegeven, waarbij de waterkering vast deel uitmaakt van het blad. De opstaande rand 7 kan hier wel met complementaire koppeldelen 3,5 aan het blad bevestigd worden. De versterkingsribben 10 verbinden onder- en bovenzijde van het blad, hetgeen bij bredere bladen de 10 voorkeur zal hebben boven de versterkingsribben 2 van fig.l.

De complementaire koppeldelen 3,4 kunnen behalve om een opstaande rand 7 of waterkering 8, tevens dienen om twee of 15 meer warmtegeleidende bladen 1 met elkaar te koppelen.

Fig.3 toont een voorbeeld van een uit delen 11,12,13,14 samengesteld werkblad. Dit blad is verder voorzien van een waterkering 8, bestaande uit de delen 15,16,17,18, waarvan 20 de delen 15,16 en 18 met de complementaire koppelmiddelen 4,6 aan de respectievelijk bladen zijn bevestigd. Het blad 13 is voorzien van een waterkering 17 die niet evenwijdig aan de lengterichting van het blad 13 verloopt en waarvoor apart bevestigingsvoorzieningen aangebracht moeten worden. 25 Een mogelijkheid hiervoor is een los bevestigingsdeel, dat voorzien is van een koppeldeel 4, dat in de door het blad ingesloten ruimte past en daar aan bevestigd kan worden.

De bladen 11,12 kunnen tegen elkaar aan geplaatst worden, 30 waarbij bevestiging van de bladen aan een dragend gestel deze in de juiste positie houden. De waterkeringsdelen 15,16 kunnen op maat gezaagd worden en via het koppelsys-teem op de juiste plaats geschoven worden. Het voordeel hiervan is dat in het blad 12 geen uitsparing aangebracht 35 hoeft te worden ter hoogte van de raaklijn 19 met het blad 11. Hierbij is het ook nog mogelijk om het blad 11 te voorzien van een bevestigingsdeel, dat complementair is aan het koppeldeel van blad 12.

1005830 -6-

Bij werkbladen met een schuin verloop in een hoek moet een aanzienlijke lengte overspannen worden, die vaak groter zal zijn dan de breedten van bestaande bladen, en al zeker indien dat geëxtrudeerde aluminium bladen betreft.

5

In fig.3 is met de bladen 13,14 hiervoor een mogelijke uitvoeringsvorm gegeven. De bladen zijn van dezelfde standaardbreedte en zijn met behulp van koppeldelen 3,4 met elkaar verbonden. Het waterkeringsdeel 18 kan eveneens met 10 het complementaire koppelsysteem aan het blad 14 bevestigd worden. Alleen voor het waterkeringsdeel 17 moet een aparte voorziening aangebracht, zoals boven aangegeven.

Voor de bevestiging van de bladen 12 en 13 langs de lijn 20 15 is er dan weer dezelfde mogelijkheid als voor het aan elkaar bevestigen van de bladen 11 en 12.

In fig.4 is een tweede uitvoeringsvorm getoond voor een schuin verloop van een werkblad in een hoek, waarbij twee 20 evenwijdige delen 23,24 de hoek overspannen. Deze delen zijn in dit voorbeeld smaller dan de overige delen 21,22 en 25 van het werkblad. Voor de bevestiging van de bladen 22,23 en 24,25, alsmede van het waterkeringsdeel voor de bladen 23,24 moeten dan apart voorzieningen getroffen 25 worden.

Fig.5 toont een uitvoeringsvoorbeeld voor bladen volgens fig.2, waar de waterkering vast onderdeel van uitmaakt. De bladen 26,27,28 en 30 zijn hier langs de bissectrice afge-30 kort, zodat niet de waterkering over de lengte van de raaklijn tussen twee bladen verwijderd hoeft te worden.

Voor de opvulling van de hoek dient hoekblad 29, dat voorzien kan zijn van een koppeldeel dat complementair is aan het koppeldeel van blad 28 langs de lijn 31, en dat langs 35 de overige randen voorzien is van een koppeldeel bestemd om samen te werken met het koppeldeel van een opstaande rand.

In de fig. 3,4,5 is geen opstaande rand aangegeven, echter de bevestiging hiervan is direkt vergelijkbaar met de

‘CGC89C

-7- bevestiging van een waterkering aan de samenstellende delen van het werkblad.

De bladen worden voorzien van een afwerklaag, bijvoorbeeld 5 een hoge druk laminaat, die tot aan of tot over de waterkering loopt. In het geval dat de afwerklaag tot aan de waterkering aangebracht zal worden, dan kan de waterkering ook pas later aan het werkblad bevestigd worden, bijvoorbeeld nadat het gehele werkblad in de uiteindelijke positie 10 aangebracht en gemonteerd is.

De bladen, die bijvoorbeeld tezamen een hoekdeël moeten vormen, kunnen al voordat een afwerklaag aangebracht wordt, vast met elkaar verbonden worden. Hoewel deze samengestelde 15 delen vrij groot kunnen zijn, is daartegen niet al te veel bezwaar, aangezien bij gebruik van geëxtrudeerde aluminium bladen, het gewicht gering blijft.

Duidelijk zal zijn dat bij toepassing van een losse water-20 kering, deze van een ander materiaal vervaardigd kan zijn dan het blad zelf, bijvoorbeeld van een kunststof.

Behalve het gegeven voorbeeld van een zwaluwstaartverbin-ding voor het complementaire koppelsysteem, kan natuurlijk 25 ook met andere systemen gewerkt worden. Bijvoorbeeld met een messing en groef systeem, waarbij vasthoudmiddelen, zoals bijvoorbeeld lijm, toegepast kunnen worden.

ICΓ; .:'ï * -

Claims (17)

1. Werkblad dat aan de bovenzijde voorzien is van een afwerklaag en waarbij een warmtegeleidend materiaal onder de afwerklaag aangebracht is, met het kenmerk, dat het deel van het werkblad onder de afwerklaag nagenoeg geheel uit 5 warmtegeleidend materiaal bestaat.

2. Werkblad volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uit warmtegeleidend materiaal bestaande deel van het werkblad in hoofdzaak een hol warmtegeleidend blad vormt. 10

3. Werkblad volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan de binnenzijde van het warmtegeleidende blad verstevigings-elementen voor het blad zijn aangebracht.

4. Werkblad volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verstevigingselementen binnen de door het warmtegeleidende blad omsloten ruimte aan de onderkant en/of bovenkant van het warmtegeleidende blad zijn aangebracht.

5. Werkblad volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verstevigingselementen de onder- en bovenkant van het warmtegeleidende blad met elkaar verbinden.

6. Werkblad volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat in 25 het warmtegeleidende blad aan tenminste één zijde een waterkering gevormd is.

7. Werkblad volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat aan tenminste één zijde van het warmtegeleidende blad een 30 opstaande rand aangebracht is.

8. Werkblad volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het warmtegeleidende blad aan tenminste één zijde voorzien is van koppelmiddelen waarmee het blad aan een ander warm- 35 tegeleidend blad gekoppeld kan worden.

9. Werkblad volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de 1005890 -9- koppelmiddelen uit complementaire delen bestaan die op de corresponderende zijden van de te koppelen warmtegeleidende bladen zijn aangebracht.

10. Werkblad volgens conclusie 8-9, met het kenmerk, dat een opstaande rand voorzien is van een koppeldeel, bestemd om samen te werken met een complementair deel op een zijde van een warmtegeleidend blad.

11. Werkblad volgens conclusie 8-10, met het kenmerk, dat een waterkering voorzien is van een koppeldeel, bestemd om samen te werken met een complementair deel op een zijde van een warmtegeleidend blad.

12. Werkblad volgens conclusie 1-11, met het kenmerk, dat het warmtegeleidend materiaal in hoofdzaak uit aluminium bestaat.

13. Werkblad volgens conclusie 2-11, met het kenmerk, dat 20 het warmtegeleidend blad door extrusie is verkregen.

14. Werkblad dat aan de bovenzijde voorzien is van een afwerklaag en waarbij een warmtegeleidend materiaal onder de afwerklaag aangebracht is, met het kenmerk, dat het uit 25 warmtegeleidend materiaal bestaande deel van het werkblad in hoofdzaak een hol warmtegeleidend blad vormt, waarbij het werkblad uit één of meer warmtegeleidende bladen bestaat, dat aan de binnenzijde van een warmtegeleidend blad verstevigingselementen voor het blad zijn aangebracht, dat 30 in een warmtegeleidend blad aan tenminste één zijde een waterkering gevormd of bevestigd is, en dat aan tenminste één zijde van een warmtegeleidend blad een opstaande rand bevestigd is.

15. Werkblad dat aan de bovenzijde voorzien is van een afwerklaag en waarbij een in hoofdzaak uit aluminium bestaande laag onder de afwerklaag aangebracht is, met het kenmerk, dat de in hoofdzaak uit aluminium bestaande laag een door extrusie verkregen hol warmtegeleidend blad is, 1005890 -10- waarbij het werkblad uit één of meer warmtegeleidende bladen bestaat, dat aan de binnenzijde van een warmtegelei-dend blad verstevigingselementen voor het blad zijn aangebracht, dat in een warmtegeleidend blad aan tenminste één 5 zijde een waterkering gevormd of bevestigd is, dat aan tenminste één zijde van een warmtegeleidend blad een opstaande rand bevestigd is, en waarbij de warmtegeleidende bladen aan tenminste één zijde voorzien zijn van koppelde-len die bestemd zijn samen te werken met daaraan complemen-10 taire koppeldelen op zijden van aangrenzende warmtegeleidende bladen en/of met complementaire koppeldelen aangebracht aan een zijde van een waterkering en/of een opstaande rand.

14. Werkwijze voor het vervaardigen en samenstellen van een werkblad volgens één of meer van de voorafgaande conclusies 1-13, met het kenmerk, dat deze de stappen omvat van het door extrusie vormen van holle warmtegeleidende bladen, waarbij verstevigingselementen binnen het blad en koppelde-20 len aan één of meer zijden gevormd worden en dat een waterkering aan tenminste één zijde van een blad gevormd wordt, dan wel los gevormd wordt, het koppelen van warmtegeleidende bladen tot een werkblad of een werkbladdeel, het aanbrengen van een opstaande rand, het aanbrengen van verdere 25 koppelmiddelen tussen werkbladdelen, het aanbrengen van een afwerklaag, en het koppelen van werkbladdelen tot een werkblad.

100 Cc 21