NL1005864C2 - Zeefinrichting voor viskeuze massa. - Google Patents

Zeefinrichting voor viskeuze massa. Download PDF

Info

Publication number
NL1005864C2
NL1005864C2 NL1005864A NL1005864A NL1005864C2 NL 1005864 C2 NL1005864 C2 NL 1005864C2 NL 1005864 A NL1005864 A NL 1005864A NL 1005864 A NL1005864 A NL 1005864A NL 1005864 C2 NL1005864 C2 NL 1005864C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sieve
screening device
pressure
viscous mass
backwashing
Prior art date
Application number
NL1005864A
Other languages
English (en)
Inventor
Mathieu Franciscu Kerssemakers
Original Assignee
Mathieu Franciscus Josephus Ke
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19764827&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1005864(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Mathieu Franciscus Josephus Ke filed Critical Mathieu Franciscus Josephus Ke
Priority to NL1005864A priority Critical patent/NL1005864C2/nl
Priority to EP98917792A priority patent/EP0977659A1/en
Priority to PCT/NL1998/000224 priority patent/WO1998047688A1/nl
Priority to JP54551898A priority patent/JP2001521458A/ja
Priority to AU70850/98A priority patent/AU7085098A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1005864C2 publication Critical patent/NL1005864C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/62Regenerating the filter material in the filter
    • B01D29/66Regenerating the filter material in the filter by flushing, e.g. counter-current air-bumps
    • B01D29/668Regenerating the filter material in the filter by flushing, e.g. counter-current air-bumps with valves, e.g. rotating valves for coaxially placed filtering elements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/11Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with bag, cage, hose, tube, sleeve or like filtering elements
    • B01D29/13Supported filter elements
    • B01D29/15Supported filter elements arranged for inward flow filtration
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/44Edge filtering elements, i.e. using contiguous impervious surfaces
    • B01D29/46Edge filtering elements, i.e. using contiguous impervious surfaces of flat, stacked bodies
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/62Regenerating the filter material in the filter
    • B01D29/66Regenerating the filter material in the filter by flushing, e.g. counter-current air-bumps
    • B01D29/665Regenerating the filter material in the filter by flushing, e.g. counter-current air-bumps by using pistons
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C48/00Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor
    • B29C48/25Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C48/36Means for plasticising or homogenising the moulding material or forcing it through the nozzle or die
    • B29C48/50Details of extruders
    • B29C48/69Filters or screens for the moulding material
    • B29C48/694Cylindrical or conical filters
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C48/00Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor
    • B29C48/03Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor characterised by the shape of the extruded material at extrusion
    • B29C48/04Particle-shaped
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C48/00Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor
    • B29C48/03Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor characterised by the shape of the extruded material at extrusion
    • B29C48/07Flat, e.g. panels
    • B29C48/08Flat, e.g. panels flexible, e.g. films

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Extrusion Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Description

Korte aanduiding: Zeefinrichting voor viskeuze massa
De uitvinding heeft betrekking op een zeefinrichting voor het verwijderen van vaste deeltjes uit een viskeuze massa, in het bijzonder gesmolten kunststof, omvattende een huis voorzien van een aanvoerkanaal en een afvoerkanaal 5 voor de viskeuze massa, een passend in het huis tussen het aanvoerkanaal en afvoerkanaal aangebracht in hoofdzaak cilindrisch hol zeeflichaam, dat in radiale richting door de viskeuze massa doorstroomd kan worden, en middelen voor het reinigen van het zeeflichaam door middel van terugspoe-10 len, welke middelen terugspoelkanalen omvatten die bestemd zijn voor het bij het terugspoelen afvoeren van de door het zeeflichaam afgevangen vaste deeltjes en die via een te openen afsluitorgaan in verbinding gebracht kunnen worden met een uitstroomkanaal.
15 Een dergelijke zeefinrichting is bijvoorbeeld bekend uit het Offenlegungsschrift DE-2 407 663. Bij deze bekende zeefinrichting wordt het zeeflichaam gereinigd door een gedeelte van het zeeflichaam vóór de terugspoelkanalen te brengen. Door het openen van het afsluitorgaan worden de 20 terugspoelkanalen in verbinding gebracht met de omgeving.
De druk in de terugspoelkanalen is dan gelijk aan de atmosferische druk waardoor de viskeuze massa die zich in het inwendige van het zeeflichaam bevindt voor een gedeelte terugspoelt door het zeefgedeelte dat zich vóór de terug-25 spoelkanalen bevindt. Het zeeflichaam van de bekende zeef-inrichting bestaat uit een zeefdrager, een zeef en een zeefplaat waarbij in de zeefdrager en zeefplaat evenwijdige rijen boorgaten zijn aangebracht. Elke rij boorgaten wordt achtereenvolgens voor de terugspoelkanalen geplaatst waar-30 door viskeuze massa terug kan spoelen door de betreffende boorgaten waardoor de zich in de boorgaten bevindende verontreinigingen worden verwijderd.
Het bezwaar van de bekende zeefinrichting is, dat telkens slechts een klein gedeelte van het zeeflichaam 35 gereinigd wordt door middel van terugspoelen. Wanneer de 1005864 2 viskeuze massa sterk verontreinigd is zullen de openingen van het zeeflichaam sneller verstopt raken dan dat het reinigen van het zeeflichaam plaatsvindt. Daardoor zal de druk in het aanvoerkanaal van de zeefinrichting steeds 5 hoger oplopen en de capaciteit van de zeefinrichting afnemen .
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een zeef inrichting van het in de aanhef genoemde type dat dit bezwaar niet heeft.
10 Dit doel wordt bereikt met een zeefinrichting volgens de uitvinding met het kenmerk, dat de middelen voor het reinigen van het zeeflichaam verder een drukorgaan omvatten, dat bediend kan worden om de viskeuze massa onder een druk die hoger is dan de druk in het aanvoerkanaal, terug 15 te spoelen door het zeeflichaam en dat samenwerkt met het afsluitorgaan om de door het zeeflichaam afgevangen vaste deeltjes af te voeren.
Op deze wijze is het mogelijk het zeeflichaam op elk gewenst moment in zijn geheel te reinigen. Wanneer bijvoor-2 0 beeld de druk in het aanvoerkanaal teveel oploopt, kan de plunjer bediend worden om het zeeflichaam te reinigen.
Voorkeursuitvoeringsvormen van de zeefinrichting volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies.
25 De uitvinding zal in de hiernavolgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van de zeefinrichting volgens . de uitvinding nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een schematische weergave in doorsnede is van 30 een zeefinrichting volgens de uitvinding, fig. 2 een aanzicht op vergrote schaal is van een axiale zijde van één van de ringen waaruit de zeefmantel van de inrichting van fig. 1 is samengesteld, fig. 3 een perspectivisch aanzicht is van een gedeel-35 te van de ring van fig. 2, fig. 4 een aanzicht in radiale richting is van een gedeelte van de uit ringen volgens fig. 2 samengestelde h’ö5ö64 3 zeefmantel.
In fig. 1 is schematisch een zeef inrichting voor het verwijderen van vaste deeltjes uit een viskeuze massa, in het bijzonder een gesmolten kunststof, weergegeven. De 5 zeefinrichting omvat een huis 1. In het huis 1 is een in hoofdzaak radiaal aanvoerkanaal 2 voor met vaste deeltjes verontreinigde viskeuze massa aangebracht, welk aanvoerkanaal 2 uitmondt in een centraal in het huis gelegen cilindrische ruimte 3 via de radiale omtrekswand van de 10 ruimte 3.
Coaxiaal met de ruimte 3 is in het huis 1 een verbin-dingskanaal 4 aangebracht. Verder is in het huis 1 een in hoofdzaak radiaal afvoerkanaal 5 voor gereinigde viskeuze massa aangebracht waarvan de instroomopening is aangebracht 15 in de radiale omtrekswand van het verbindingskanaal 4. Het aanvoerkanaal 2 staat via de ruimte 3 en het verbindingskanaal 4 in verbinding met het afvoerkanaal 5.
Op het aanvoerkanaal 2 kan een (niet weergegeven) inrichting voor het produceren van viskeuze massa worden 20 aangesloten, zoals bijvoorbeeld de extruder voor het produceren van gesmolten kunststof. Het afvoerkanaal 5 kan worden aangesloten op een (niet weergegeven) inrichting voor het vervaardigen van kunststofprodukten, zoals bijvoorbeeld folies.
25 Vanaf een axiale zijde van het huis 1 is een zeefli- chaam in de ruimte 3 geplaatst. Het zeeflichaam is samengesteld uit een steunlichaam 7 en een zeefmantel 8. Het steunlichaam 7 wordt gevormd door een holle cilinder welke aan een axiaal eind is afgesloten en aan het andere axiale 30 eind is voorzien van een zich radiaal naar buiten uitstrek-kende flens 6. De buitendiameter van de flens 6 komt overeen met de diameter van een cirkelvormige uitsparing 20 in het van de axiale zijde van het huis 1 afgekeerde axiale einde van de ruimte 3. In het steunlichaam 7 zijn op af-35 stand van elkaar sleuven 9 uitgespaard die zich in axiale richting uitstrekken vanaf de flens 6 tot aan het afgesloten axiale eind van het steunlichaam. De sleuven 9 hebben J005864 4 afmetingen waardoor een optimale verhouding wordt verkregen tussen de sterkte en de doorlaatcapaciteit van het steunli-chaam 7. De zich in axiale richting uitstrekkende sleuven 9 kunnen ook vervangen worden door radiale boorgaten in de 5 wand van het steunlichaam, die in een regelmatig patroon over de wand zijn verdeeld.
Aan de radiale buitenomtrek van het steunlichaam 7 is een zeefmantel 8 aangebracht. De zeefmantel 8 heeft een binnendiameter die overeenkomt met de buitendiameter van 10 het steunlichaam 7. De buitendiameter van de zeefmantel 8 komt overeen met de diameter van de uitsparing 20. De buitenomtrek van de zeefmantel 8 ligt op afstand van de radiale omtrekswand van de ruimte 3 zodat het zeeflichaam volledig omstroomt kan worden door uit het aanvoerkanaal 2 15 afkomstig viskeuze massa. Het steunlichaam 7 en de zeefmantel 8 worden in axiale en radiale richting onbeweeglijk in de ruimte 3 vastgezet door een afsluitmiddel 10.
De zeefmantel 8 wordt gevormd door een in hoofdzaak holle cilinder met radiale zeefkanalen die van binnenuit 20 naar buiten toe taps toelopen. In het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld van de zeefinrichting volgens de uitvinding is de zeefmantel 8 opgebouwd uit coaxiaal gestapelde ringen 22 waarbij op elke ring 22 ribben 23, 24 zijn aangebracht voor het vormen van de radiale zeefkanalen (zie fig. 2).
25 In het af sluitmiddel 10 zijn terugspoelkanalen 11 voorzien welke terugspoelkanalen aan één zijde uitmonden in de ruimte 3. Aan de andere zijde monden de terugspoelkanalen 11 uit in een centrale uitsparing 12 in het afsluitmid-del 10. De centrale uitsparing 12 staat in verbinding met 30 een zich in een afsluitorgaan 13 bevindend uitstroomkanaal 16 en kan worden afgesloten door het afsluitorgaan 13 waarin zich een afsluitkogel 14 bevindt. De afsluitkogel 14 kan door een bedieningsorgaan 15 in de richting van de centrale uitsparing 12 worden bewogen. Het uitstroomkanaal 35 16 staat in verbinding met de omgeving.
In plaats van de afsluitkogel 14 en het bedieningsorgaan 15 kan ook gebruik worden gemaakt van een het uit- 1005864 5 stroomkanaal 16 en de terugspoelkanalen 11 afsluitende plunj er.
Coaxiaal met het zeeflichaam is in het huis l een verbindingskanaal 4 aangebracht waarvan de diameter over-5 eenkomt met de binnendiameter van het steunlichaam 7. Het verbindingskanaal 4 strekt zich uit vanaf de ruimte 3 tot aan het andere axiale eind van het huis 1. Het afvoerkanaal 5 strekt zich in hoofdzaak in radiale richting uit vanaf het verbindingskanaal 4 naar de buitenomtrek van het huis 10 1.
Coaxiaal met het verbindingskanaal 4 is op het huis 1 een aandrijfcilinder 18 bevestigd. Een in de aandrijfcilinder 18 aangebrachte terugspoelplunjer 17 steekt in het verbindingskanaal 4 en kan door de aandrij f cilinder 18 tot 15 in het zeeflichaam bewogen worden. De aandrijfcilinder 18 is voorzien van een aanslag 21. De aanslag 21 bepaalt in samenwerking met een op de terugspoelplunjer 17 aangebrachte aanslag 19 de maximale afstand waarover de plunjer 17 door het verbindingskanaal 4 en in het zeeflichaam kan 20 bewegen.
In fig. 2 is een axiaal aanzicht weergegeven van een ring 22 waaruit de zeefmantel 7 is opgebouwd. Op een axiale zijde van de ring 22 zijn op regelmatige afstanden van elkaar radiale ribben 23 aangebracht. De andere axiale 25 zijde van de ring 22 is vlak. De ribben 23 zijn in dwarsdoorsnede in hoofdzaak driehoekig van vorm. De hoogte en de breedte van de ribben 23 nemen vanaf de buitenomtrek van de ring 22 naar binnen toe af. Een aantal over de ring 22 verdeelde afstandsribben 24 heeft over de gehele lengte 30 dezelfde hoogte. De afstandsribben 24 zorgen ervoor dat, wanneer meerdere ringen 22 coaxiaal op elkaar wordt geplaatst, de ringen 22 over de gehele breedte op afstand van elkaar blijven.
De hoogte en de vorm van de ribben 23, 24 aan de 35 buitenomtrek van de ring 22 en hun onderlinge afstand bepalen de mesh van de zeefmantel 8. De ribben 23, 24 kunnen aan de buitenomtrek van de ring 22 tegen elkaar 1005864 6 aanliggen. De ribben 23, 24 kunnen een rechthoekige of een boogvormige doorsnede hebben of elke andere vorm, waardoor van binnen naar buiten in hoofdzaak taps toelopende zeefka-nalen worden gevormd.
5 De afstandsribben 24 kunnen vervangen worden door zich nabij de binnendiameter van de ring 22 bevindende afstandshouders, bijvoorbeeld nokken.
In fig. 3 is een perspectivisch aanzicht weergegeven van een gedeelte van de ring 22. Hierin is te zien dat de 10 dwarsdoorsnede van de ribben 23, 24 in hoofdzaak driehoekig van vorm is en dat de af standsribbe 24 over de gehele lengte dezelfde hoogte heeft.
In fig. 4 is in radiaal aanzicht een gedeelte van de zeefmantel 8 weergegeven die is samengesteld uit meerdere 15 ringen 22. Hierin is te zien dat de mesh van de zeefmantel 8 bepaald wordt door openingen 25 tussen de ribben 23, 24 aan de buitenomtrek van de ring 22 en de buitenomtrek van de vlakke axiale zijde van de naastliggende ring 22 waarbij meshgrootten van 5 0 μτη mogelijk zijn. De oriëntatie van de 2 0 ringen 22 is voor alle ringen 22 dezelfde. De meshgrootte van de zeefmantel 8 wordt bepaald door de vorm en de hoogte van de ribben 23, 24. Een maat voor de mesh is de diameter van de ingeschreven cirkel van de openingen 25 tussen de ribben 23, 24 aan de buitenomtrek van de ring 22 en de 25 buitenomtrek van de naastliggende ring 22. De zeefmantel 8 is bestand tegen hoge drukken zowel van binnenuit als van buitenaf. Het steunlichaam 7 zorgt ervoor dat de ringen 22 coaxiaal blijven. Voor een op deze wijze opgebouwde zeefmantel is het niet noodzakelijk een steunlichaam aan de 30 buitenomtrek te plaatsen om de zeefmantel te ondersteunen wanneer van binnenuit een druk wordt uitgeoefend voor het reinigen van de zeefmantel door middel van terugspoelen.
De werking van de zeefinrichting is als volgt:
Via het aanvoerkanaal 2 wordt een visceuze massa, 35 bijvoorbeeld gesmolten kunststof, waarin zich verontreinigingen bevinden naar de ruimte 3 gevoerd. Onder een hoge druk wordt de visceuze massa door de zeefmantel 8 geperst 1005864 7 waarbij verontreinigingen aan de buitenzijde van de zeef-mantel achterblijven. De verontreinigingen die achterblijven hebben een grootte die groter is dan de openingen 25 aan de buitenomtrek van de zeefmantel 8. Wanneer een ver-5 ontreiniging kleiner of gelijk is aan de opening 25 aan de buitenomtrek van de zeefmantel 8 zal deze verontreiniging de zeefmantel passeren. Omdat de zeefkanalen vanaf de openingen 25 aan de buitenomtrek van de zeefmantel 8 naar binnen toe uitlopen zal een verontreiniging die eenmaal de 10 opening 25 is gepasseerd niet meer vast kunnen gaan zitten in de zeefkanalen 25. De gereinigde visceuze massa stroomt via de sleuven 9 in de binnenruimte van het steunlichaam 7. Vervolgens stroomt de visceuze massa in axiale richting naar het verbindingskanaal 4 en via het afvoerkanaal 5 naar 15 een niet weergegeven inrichting voor het verwerken van de visceuze massa.
Ook is het mogelijk de uit de zeefinrichting stromende viskeuze massa door een volgende zeefinrichting te leiden. De mesh van de tweede zeefinrichting kan dan klei-20 ner zijn, zodat door de tweede zeefinrichting verontreinigingen worden afgevangen met een kleinere diameter dan de verontreinigingen die in de eerste zeefinrichting zijn afgevangen. Op deze wijze is het mogelijk meerdere zeefinrichtingen volgens de uitvinding in serie te plaatsen om 25 een viskeuze massa te verkrijgen van een gewenste zuiverheid.
De verontreinigingen die achterblijven aan de buitenomtrek van de zeefmantel 8 veroorzaken verstopping van de zeefmantel. Hierdoor zal de druk in het aanvoerkanaal 2 30 oplopen om toch een zelfde volumedebiet in het afvoerkanaal 5 te kunnen waarborgen. Wanneer de druk in het aanvoerkanaal 2 een kritische waarde bereikt is het noodzakelijk de zeefmantel te reinigen. Hiertoe wordt de terugspoelplunjer 17 in de richting van het zeeflichaam bewogen. Daarbij 35 wordt allereerst het afvoerkanaal 5 door de terugspoelplunjer 17 afgesloten. Vervolgens wordt de terugspoelplunjer 17 met een zodanige kracht en snelheid in de binnenruimte van 1005864 8 het zeeflichaam gestoten, dat hierdoor een druk wordt opgewekt die ten minste twee maal en bij voorkeur vier maal zo hoog is als de druk in het aanvoerkanaal 2. Gelijktijdig wordt het afsluitorgaan 13 in werking gesteld om de terug-5 spoelkanalen 11 via de centrale uitsparing 12 in verbinding te brengen met het uitstroomkanaal 16. Daardoor zal de druk in de ruimte 3 nagenoeg gelijk worden aan de atmosferische druk.
Door de hoge druk in het inwendige van het zeefli-10 chaam stroomt de zich in het inwendige van het zeeflichaam bevindende visceuze massa door de radiale zeefkanalen in de zeefmantel 8 terug naar de ruimte 3. Hierbij worden de verontreinigingen die zich voor de openingen van de zeefmantel aan de buitenomtrek bevinden over de gehele buitenomtrek 15 van de zeefmantel losgemaakt. De zich in de ruimte 3 bevindende teruggespoelde visceuze massa met een hoge concentratie verontreinigingen stroomt onder invloed van de door de terugspoelplunjer 17 opgewekte druk en uit het aanvoerkanaal 2 stromende viskeuze massa via de terugspoelkanalen 11 20 en het uitstroomkanaal 16 uit de zeef inrichting naar de omgeving.
Nadat de verontreinigde visceuze massa uit de zeefin-richting is gestroomd wordt de centrale uitsparing 12 door het afsluitorgaan 14 afgesloten waardoor de zich in het 25 aanvoerkanaal 2 bevindende visceuze massa weer door de zeefmantel 8 en de openingen 9 in de binnenruimte van het zeeflichaam stroomt. Tegenlijkertijd is de druk in de aandrijfcilinder 18 op een waarde gebracht die lager is dan de druk in het zeeflichaam. Daardoor wordt de plunjer onder 30 invloed van de door het zeeflichaam stromende visceuze massa teruggedrukt naar zijn uitgangspositie en wordt het afvoerkanaal 5 weer geopend.
Omdat de terugspoelplunj er 17 door de viskeuze massa wordt teruggedrukt in de uitgangspositie, zullen er geen 35 dampbellen ontstaan in de viskeuze massa. Wanneer de plunjer actief terugbewogen zou worden naar de uitgangspositie zou in het overgangsgebied tussen de plunjer en de viskeuze 1005864 9 massa een onderdruk kunnen ontstaan, waardoor de vorming van dampbellen zou worden bevorderd. Dampbellen in de uit de zeefinrichting stromende viskeuze massa zijn ongewenst, aangezien daardoor de kwaliteit van het te vervaardigen 5 eindprodukt nadelig wordt beïnvloedt.
Het hele reinigingsproces kan in zeer korte tijd, één tot twee seconden, plaatsvinden. Tussen de reinigingsacties van de terugspoelplunjer 17 door, kan de plunjer 17 gebruikt worden als drukregelmiddel voor het constant houden 10 van de druk in het afvoerkanaal 5.
Het is mogelijk in het huis een tweede boring aan te brengen waarin een tweede plunjer geplaatst kan worden en die in verbinding staat met het afvoerkanaal 5. Deze boring kan tijdens bedrijf gevuld worden met visceuze massa, 15 waardoor het tijdens de reinigingsactie van de terugspoelplunjer 17 mogelijk is deze visceuze massa met behulp van de tweede plunjer in het afvoerkanaal 5 te laten stromen waardoor de druk in het afvoerkanaal 5 tijdens het reinigingsproces constant kan worden gehouden.
20 Een andere mogelijkheid is om twee zeefinrichtingen parallel te plaatsen zodat één van de terugspoelplunjers de druk in het afvoerkanaal constant kan houden terwijl de andere terugspoelplunjer het overeenkomende zeeflichaam reinigt.
25 In de zeefinrichting volgens de uitvinding zijn de terugspoelplunjer 17 en het afsluitorgaan 13 de enige bewegende delen. Dit maakt de vervaardiging en het onderhoud van de zeefinrichting bijzonder voordelig. Bovendien is er geen complexe regeling nodig om de reinigingsprocedu-30 re uit te voeren.
De capaciteit van de zeef inrichting kan naar wens worden aangepast door de lengte van het zeeflichaam te veranderen.
In een andere (niet weergegeven) uitvoeringsvorm van 35 een zeefinrichting volgens de uitvinding is de capaciteit van de zeefinrichting vergroot door meerdere zeeflichamen parallel te plaatsen, waarbij elk zeeflichaam zich in een 1005864 10 overeenkomende ruimte in het huis bevindt. Elke ruimte staat in verbinding met een gemeenschappelijk verbindings-kanaal, waarin de terugspoelplunjer is gestoken. Wanneer de terugspoelplunjer wordt bediend om de zeeflichamen te 5 reinigen, worden alle zeeflichamen gelijktijdig door middel van terugspoelen gereinigd.
Uiteraard is het ook mogelijk elk zeeflichaam te laten reinigen door een overeenkomende terugspoelplunjer.
In een dergelijke zeefinrichting kunnen de terugspoelplun-10 jer tegelijkertijd of na elkaar bediend worden voor het reinigen van het met de betreffende terugspoelplunjer overeenkomende zeeflichaam.
3005664

Claims (14)

1. Zeefinrichting voor het verwijderen van vaste deeltjes uit een viskeuze massa, in het bijzonder gesmolten kunststof, omvattende een huis voorzien van een aanvoerka- 5 naai en een afvoerkanaal voor de viskeuze massa, een passend in het huis tussen het aanvoerkanaal en afvoerkanaal aangebracht in hoofdzaak cilindrisch hol zeeflichaam, dat in radiale richting door de viskeuze massa doorstroomd kan worden, en middelen voor het reinigen van het zeeflichaam 10 door middel van terugspoelen, welke middelen terugspoelka-nalen omvatten die bestemd zijn voor het bij het terugspoelen afvoeren van de door het zeeflichaam afgevangen vaste deeltjes en die via een te openen afsluitorgaan in verbinding gebracht kunnen worden met een uitstroomkanaal, met 15 het kenmerk, dat de middelen voor het reinigen van het zeeflichaam verder een drukorgaan omvatten, dat bediend kan worden om de viskeuze massa onder een druk die hoger is dan de druk in het aanvoerkanaal (2) , terug te spoelen door het zeeflichaam en dat samenwerkt met het afsluitorgaan (13) om 20 de door het zeeflichaam afgevangen vaste deeltjes af te voeren.
2. Zeefinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is ingericht om een door het drukorgaan opgewekte druk voor het terugspoelen te bewerkstelligen die ten 2. minste twee maal zo hoog is als de druk in het aanvoerkanaal (2) van de zeefinrichting.
3. Zeef inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het zeeflichaam een in hoofdzaak cilindrisch hol steunlichaam (7) met radiale doorstroomopeningen omvat 30 en een aan de buitenomtrek van het steunlichaam aangebrachte zeefmantel (8) met zich in hoofdzaak in radiale richting uitstrekkende zeefkanalen.
4. Zeefinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, 1005864 dat het steunlichaam (7) aan een axiaal einde is afgesloten en aan het andere axiale einde een coaxiale uitstroomope-ning vormt voor de viskeuze massa, en dat in de wand van het steunlichaam (7) zich in axiale richting uitstrekkende 5 sleufvormige uitsparingen (9) zijn gevormd.
5. Zeefinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat op het de uitstroomopening vormende axiale einde van het steunlichaam (7) een zich radiaal naar buiten uitstrek-kende flens (6) is gevormd.
6. Zeefinrichting volgens één van de conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de zeef mantel (8) is samengesteld uit coaxiale, op elkaar gestapelde ringen (22), waarbij op een axiale zijde van elke ring (22) ribben (23, 24) zijn aangebracht die in de tot een zeefmantel (8) samengestelde 15 toestand van de ringen (22) in samenwerking met een naastliggende ring (22) de radiale zeefkanalen in de zeefmantel (8) vormen.
7. Zeefinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ribben (23, 24) aan de buitenomtrek van de ring (22) 20 een grotere hoogte en/of breedte hebben dan aan de binnen-diameter van de ring (22).
8. Zeef inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de ribben (23, 24) een in hoofdzaak driehoekige dwarsdoorsnede hebben waarvan de hoogte en de breedte 25 vanaf de binnendiameter van de ring (22) naar de buitenomtrek van de ring (22) toeneemt.
9. Zeefinrichting volgens één van de conclusies 6-8, met het kenmerk, dat op elke ring (22) een aantal over de omtrek verdeelde afstandhouders is gevormd om de naastlig- 30 gende ring (22) in axiale richting op een vooraf bepaalde afstand te houden. 1005864
10. Zeefinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van op het drukorgaan werkende middelen waarmee de druk van het drukorgaan op de uit de zeefinrichting stromende gezeefde 5 viskeuze massa kan worden geregeld.
11. Zeefinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het drukorgaan een terugspoel-plunjer (17) is, die coaxiaal is geplaatst met het steunli-chaam (7) aan de zijde van de uitstroomopening.
12. Zeefinrichting volgens conclusies 11, met het ken merk, dat de terugspoelplunjer (17) in een bepaalde stand een instroomopening van het afvoerkanaal (5) van de zeefin-richting kan afsluiten.
13. Zeefinrichting volgens één van de conclusies 11 of 15 12, met het kenmerk, dat deze zodanig is ingericht dat de terugspoelplunjer (17) als overdrukventiel voor de zeefinrichting kan werken.
14. Samenstel voor het verwijderen van vaste deeltjes uit een viskeuze massa, in het bijzonder gesmolten kunststof, 2. met het kenmerk, dat het samenstel ten minste twee zeef inrichtingen volgens de uitvinding omvat, die parallel geplaatst zijn, waarbij de zeefinrichtingen samenwerken om het volumedebiet en/of de druk in het afvoerkanaal van het samenstel constant te houden. *006664
NL1005864A 1997-04-22 1997-04-22 Zeefinrichting voor viskeuze massa. NL1005864C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005864A NL1005864C2 (nl) 1997-04-22 1997-04-22 Zeefinrichting voor viskeuze massa.
EP98917792A EP0977659A1 (en) 1997-04-22 1998-04-22 Screen unit for viscous mass
PCT/NL1998/000224 WO1998047688A1 (nl) 1997-04-22 1998-04-22 Screen unit for viscous mass
JP54551898A JP2001521458A (ja) 1997-04-22 1998-04-22 粘性物用スクリーン装置
AU70850/98A AU7085098A (en) 1997-04-22 1998-04-22 Screen unit for viscous mass

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005864 1997-04-22
NL1005864A NL1005864C2 (nl) 1997-04-22 1997-04-22 Zeefinrichting voor viskeuze massa.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005864C2 true NL1005864C2 (nl) 1998-10-26

Family

ID=19764827

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005864A NL1005864C2 (nl) 1997-04-22 1997-04-22 Zeefinrichting voor viskeuze massa.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0977659A1 (nl)
JP (1) JP2001521458A (nl)
AU (1) AU7085098A (nl)
NL (1) NL1005864C2 (nl)
WO (1) WO1998047688A1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000029196A1 (en) * 1998-11-13 2000-05-25 Solutia, Inc. Filter element and use thereof
JP2004507338A (ja) * 2000-01-24 2004-03-11 ホヤ・ベスローテン・フェンノートシャップ 粘性物質のスクリーン掛け装置
WO2004065102A1 (de) * 2003-01-17 2004-08-05 Richard Grill Filter für kunststoffschmelzen
DE102004036597B3 (de) * 2004-07-28 2005-08-11 Kreyenborg Verwaltungen Und Beteiligungen Gmbh & Co. Kg Vorrichtung und Verfahren zum Filtrieren eines Fluids, insbesondere für kunststoffverarbeitende Anlagen
DE102006040703B4 (de) * 2006-08-30 2009-07-23 Kreyenborg Verwaltungen Und Beteiligungen Gmbh & Co. Kg Vorrichtung zum Filtrieren eines Fluids, insbesondere für kunststoffverarbeitende Anlagen
ITTO20070025A1 (it) * 2007-01-17 2008-07-18 Ferioli Filippo S P A Gruppo filtro per un estrusore a vite di materie plastiche
WO2008104863A2 (en) * 2007-03-01 2008-09-04 Fare' S.P.A. A device and a process for cleaning filters for plastic materials
EP2383099A4 (en) * 2008-12-05 2012-10-03 Xun Wang CYLINDRICAL BACK WASH CLEANING DEVICE
DE102012006563B3 (de) * 2012-03-30 2013-05-16 Maag Pump Systems Gmbh Vorrichtung zum Filtrieren eines Fluids
DE102014016634A1 (de) 2014-11-11 2016-05-12 Maag Pump Systems Gmbh Filtriervorrichtung zum Filtrieren eines Fluids
US11122725B2 (en) 2017-06-21 2021-09-21 Honey Bee Manufacturing Ltd. Tillage apparatuses and related methods

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB996945A (en) * 1962-10-30 1965-06-30 Muller Jacques Fluid filter provided with a column of filter rings
US3283903A (en) * 1961-05-12 1966-11-08 Rellumit Inter S A R L Filtering equipment for fluids
GB2159064A (en) * 1984-05-26 1985-11-27 Werner & Pfleiderer Apparatus for filtering molten plastics
WO1992016351A1 (de) * 1991-03-25 1992-10-01 Erema Engineering Recycling Maschinen Und Anlagen Gesellschaft M.B.H. Filtriervorrichtung für zu reinigende fluide
EP0744271A1 (en) * 1994-07-01 1996-11-27 Kabushiki Kaisha Kobe Seiko Sho Filter medium for resin extruders and screen exchanger for resin extruders
WO1997022456A1 (fr) * 1995-12-17 1997-06-26 Shonan Chikka Kogyo Co., Ltd. Changeur de filtre pour fluides

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0233953A1 (en) * 1985-12-20 1987-09-02 Mordeki Drori Multiple-disc type filters

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3283903A (en) * 1961-05-12 1966-11-08 Rellumit Inter S A R L Filtering equipment for fluids
GB996945A (en) * 1962-10-30 1965-06-30 Muller Jacques Fluid filter provided with a column of filter rings
GB2159064A (en) * 1984-05-26 1985-11-27 Werner & Pfleiderer Apparatus for filtering molten plastics
WO1992016351A1 (de) * 1991-03-25 1992-10-01 Erema Engineering Recycling Maschinen Und Anlagen Gesellschaft M.B.H. Filtriervorrichtung für zu reinigende fluide
EP0744271A1 (en) * 1994-07-01 1996-11-27 Kabushiki Kaisha Kobe Seiko Sho Filter medium for resin extruders and screen exchanger for resin extruders
WO1997022456A1 (fr) * 1995-12-17 1997-06-26 Shonan Chikka Kogyo Co., Ltd. Changeur de filtre pour fluides

Also Published As

Publication number Publication date
WO1998047688A1 (nl) 1998-10-29
JP2001521458A (ja) 2001-11-06
AU7085098A (en) 1998-11-13
EP0977659A1 (en) 2000-02-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1005864C2 (nl) Zeefinrichting voor viskeuze massa.
EP0671198B1 (de) Einrichtung zur Filtrierung von fluiden Medien
US4332541A (en) Filtering arrangement for thermoplastics materials
US4752386A (en) Filter apparatus having filter elements shiftable between filtering and backwashing positions
EP2129444B1 (de) Filteranlage
EP0600924A1 (de) Vorrichtung zum extrudieren von thermoplastischem kunststoffgut.
EP2590798A1 (de) Filtriervorrichtung für fluide
WO2004026432A1 (de) Vorrichtung zum filtrieren eines fluids, insbesondere für kunststoffverarbeitende anlagen
EP0577854B1 (de) Filtervorrichtung
WO2018184722A1 (de) Filteranordnung für ein fluid
EP1556202B1 (de) Rückspülbare filtervorrichtung für geschmolzenes material und verteiler für eine solche filtervorrichtung
US4442002A (en) Filtration devices
DE4118423A1 (de) Duesen-rueckspuelfilter
DE19704621A1 (de) Vorrichtung zum Reinigen viskosen Materials
EP1286781B1 (de) Zentrifuge mit siebanordnung und verfahren zu deren betrieb
DE3247440C2 (de) Filterapparat
EP2913112A1 (de) Zentrifuge, sowie Verfahren zur Beladung einer Zentrifuge
DE4243788A1 (de) Einrichtung zur Schlammentwässerung
NL8402995A (nl) Filtreerinrichting.
DE4308685C2 (de) Trennvorrichtung zum Trennen von Materialien unterschiedlicher Konsistenz
DE4406549A1 (de) Verfahren zum Reinigen von polymeren Kunststoffen und Vorrichtung zur Ausübung des Verfahrens
JP6618433B2 (ja) 遠心分離装置および遠心分離方法
DE102008025240A1 (de) Trocknungsvorrichtung zum Trocknen von Granulatkörnern
EP2959977B1 (de) Doppelschubzentrifuge sowie schubbodeneinrichtung
DE202020107526U1 (de) Austragtechnik für Kunststofffilter

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20091101